Hoe bevlogenheid en betrokkenheid in je werk van invloed zijn op je werkgeluk

 

Werk, zeker als je fulltime werkt, neemt een groot deel van je beschikbare tijd in beslag.

Dat geldt des te meer als je ook nog eens alle uren rondom werk daarin meeneemt. Bijvoorbeeld je woon-werkverkeer, werk dat je nog mee naar huis neemt, e-mail die je thuis beantwoordt.

Het Sociaal Cultureel Planbureau vroeg 1900 Nederlanders om een week lang een dagboek bij te houden waarin ze hun tijdsbesteding noteerden.

Uit de resultaten bij die steekproef blijkt, dat we gemiddeld 46 uur besteden aan werk, scholing, huishouden en zorg voor anderen.

Persoonlijke verzorging, zoals slapen, eten en drinken vragen 77 uur. Daarvan brengen we 59 uur slapend of wakker in bed door; dus ongeveer 8,5 uur per dag. Met eten en drinken zijn we 11 uur bezig en 7 uur gaat op aan douchen en aankleden.

Van de 44 uur vrije tijd zijn we 20 uur bezig met media (gamen, tv kijken, internetten etc.) en 9 uur lang hebben we contact met anderen. De overige tijd is voor hobby’s, cultuur en sport.

 

Als we zoveel uren per week werken, is het dan niet mooi om die aan zinvolle doelen te besteden?

En daarmee een bijdrage te leveren aan waar jij warm voor loopt?

In een baan waarin je jouw talenten in kunt zetten en waar je energie van krijgt?

In een omgeving die optimaal bij jou past?

Zodat je bevlogen en betrokken aan het werk kunt zijn?

 

Hoe zit het met jouw bevlogenheid en betrokkenheid in je werk?

Bevlogenheid en betrokkenheid in je werk

 

Ben je een bevlogen werker, dan ben je enthousiast over wat je doet.  

Vaak gaat dat enthousiasme samen met betrokkenheid bij je werk. Maar die betrokkenheid hoeft er niet per definitie te zijn.

Je kunt heel bevlogen zijn in je dagelijkse werk, maar niet affectief betrokken bij de organisatie, waar je werkt.

In die zin, dat je je niet identificeert met de organisatie. Je niet verbonden voelt met de visie en de missie en niet écht achter de doelstellingen staat.

Anderzijds kan het ook zijn, dat je wel betrokken bent bij de organisatie, maar niet bevlogen in je dagelijkse werk.

En in het slechtste geval, dat je bijvoorbeeld alleen maar werkt voor het geld en niet betrokken bent én niet bevlogen.

 

Je begrijpt vast wel dat betrokken én bevlogen medewerkers het meest productief zijn in organisaties.

En dat over het algemeen betrokken en bevlogen medewerkers het meest gelukkig zijn met hun werk.

 

 

Betrokkenheid in je werk kan veranderen naarmate je langer bij een organisatie werkt

 

Niet alleen jij als professional maakt een ontwikkeling door, maar ook organisaties ontwikkelen zich.

Voor jou als werknemer kan de ontwikkeling van de organisatie positief uitpakken, maar ook negatief.

Wat dat betreft kan het heel goed zijn, dat in eerste instantie een organisatie goed bij je past, maar dat dat op termijn niet meer het geval is.

Een mooi voorbeeld daarvan las ik op LinkedIn als reactie op een van mijn berichten:

“Zo heb ik ooit, na 35 jaar en als oudste medewerker, een mij dierbaar centrum voor persoonlijke groei verlaten omdat de oorspronkelijke kernwaarden waren ingeruild voor ego en machtsstrijd. Onwerkbaar klimaat. Het brak mijn hart, maar de uiteindelijke winst was dat ik mijzelf en mijn kernwaarden trouw bleef. Bij cliënten zie ik vaak dat het ziekmakend kan zijn als men de ‘eigen toon’ niet kan laten klinken binnen de werkomgeving. Soms moet je gewoon vertrekken.”

En ja, vertrekken in zo’n geval vraagt lef.

Misschien ken jij ook voorbeelden van mensen die maar blijven zitten waar ze zitten, ook al kunnen ze zich niet meer vinden in waarden en doelen van de organisatie.

Het zijn vaak medewerkers, die betrokken zijn bij hun organisatie uit noodzaak. Bijvoorbeeld omdat ze weinig andere, goede arbeidsalternatieven hebben. Of omdat de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden bij hun huidige werkgever beter zijn dan bij andere werkgevers.

Deze medewerkers kunnen erg ontevreden zijn en geen stap extra zetten, maar toch blijven.

Ik kan me goed voorstellen dat je als werkgever niet echt blij bent met zulke werknemers.

Maar ook, dat je als werknemer in zo’n situatie niet echt gelukkig bent met je werk.

 

 

Werkgeluk van medewerkers

 

Uit onderzoek blijkt dat ruim driekwart van de werkenden redelijk tot zeer gelukkig is met zijn werk.

Een kwart is minder gelukkig. Daarvan geeft de helft van deze groep zelfs een onvoldoende voor zijn of haar werkgeluk.

Factoren die belangrijk zijn voor werkgeluk en die men heeft onderzocht zijn: plezier, voldoening, competentie, autonomie, waardering, zingeving, verbinding en vertrouwen.

Het is de moeite waard om voor jezelf eens een inschatting te maken welk cijfer jij die factoren voor jouw huidige werk zou geven. Als je voor elke factor een cijfer mag geven van 1 tot 10.

 

Plezier, voldoening, competentie en autonomie zijn factoren waar je zelf als medewerker veel invloed op kunt uitoefenen.

Plezier in je werk is cruciaal. Het is de bron voor de drie andere vormen van zin; het zintuiglijke, het zinrijke en het zinvolle.

Scoor je niet hoog op plezier in je werk? Laat je inspireren door de handreikingen en tips om het zinnelijke meer in je werk te brengen, die ik je gaf in mijn vorige artikel.

Voor de factoren vertrouwen, verbinding, waardering en zingeving ben je volgens de onderzoekers meer afhankelijk van de organisatie en collega’s.

Maar dat wil in mijn optiek nog niet zeggen dat je er geen invloed op uit kunt oefenen.

 

 

Zingeving als bepalende factor van werkgeluk

 

Soms moeten mensen op hun werk dingen doen die niet stroken met de waarden die ze thuis hanteren.

Volgens Polman, CEO van Unilever van 2009 tot 2019, is gebrek aan werkgeluk deels daaraan te wijten.

Andere waarden op je werk moeten hanteren betekent dat je een masker moet dragen op je werk, of een goed acteur moet zijn.

Dat keert zich vroeg of laat tegen je. Met als gevolg dat mensen zich niet langer verbonden voelen met het bedrijf waar ze werken.

 

Volgens Polman liggen de grootste kansen op succes op het gebied waar persoonlijke waarden van medewerkers overeenkomen met die van het bedrijf.

Dan voelen mensen zich gemakkelijk, dan passen ze in de organisatie en voelen zich geaccepteerd. Bovendien versterken ze zo de waarden van het bedrijf, waardoor ze uiteindelijk succesvoller zijn.

Bij Unilever had Polman zijn roeping gevonden. En hij wilde ook collega’s daarbij helpen. Met vragen als ‘Waarvoor ben je op aarde?’, ‘Wil je je kleinkinderen later vertellen dat je de uitstoot hebt aangepakt of dat je de omzet hebt verdubbeld?’

Hij wilde van Unilever de grootste goededoelenorganisatie ter wereld maken. Maar hij vergat steeds meer dat hij daarvoor wel de steun van aandeelhouders, collega’s en leveranciers nodig had.

Uiteindelijk heeft dat zijn levenswerk ook in gevaar gebracht.

 

 

Werk als interessant terrein om aan zinvolle doelen te werken

 

Niet alleen voor werknemers, maar ook voor organisaties.

Met betrekking tot organisaties zien we steeds meer een verschuiving naar een betekeniseconomie of anders gezegd de purpose economy. Waarbij winst maken ondergeschikt is aan het hogere doel van de organisatie bereiken.

Overigens blijkt dat purpose-driven bedrijven de neiging hebben een stuk sneller te groeien dan hun concurrenten.

 

En wat werknemers betreft blijkt zin in werk in de betekenis van het zinvolle een belangrijke factor te zijn die van invloed is op betrokkenheid en bevlogenheid in werk.

En dus op je werkgeluk.

Meer over hoe je als werknemer in je werk aan zinvolle doelen kunt werken, lees je in mijn volgende artikel.

 

 

 

Scoor je onvoldoendes op de factoren die van invloed zijn op werkgeluk?

Wil je jouw bevlogenheid en betrokkenheid in je werk een boost geven?

Maak gerust een afspraak met me voor een oriënterend gesprek. Dat kan via deze link.

Graag help ik je om de baan te vinden of te creëren waarin jij gelukkig bent.

 

 

 

 

 

Handreikingen en tips om het zinnelijke meer in je werk te brengen

 

Zingeving is een kunst die je kunt leren. Zin is niet iets waarvan je maar moet afwachten of je het krijgt of niet. Zin kun je maken.

En zin moet je maken als je je te weer wilt stellen tegen verschijnselen als depressie en burn-out.

In aansluiting op mijn vorige artikel help ik je op weg met zinmaking, met een aantal concrete handreikingen en tips.

In dit artikel richt ik me daarbij met name op het zinnelijke, het fysieke, het lijfelijke aspect van zingeving.

Dat zinnelijke is een van de vier vormen van zin, volgens het gedachtegoed van Gude.

 

Hoe je meer zin in je werk kunt maken door meer aandacht voor het zinnelijke

 

Martin Seligman en zijn drie niveaus van geluk

 

Martin Seligman onderscheidt drie niveaus van geluk:

  1. The pleasant life: het hedonistische plezier, het genieten van het leven.
  2. The engaged or good life: een leven waarin je erin slaagt je talenten in te zetten in je werk en die talenten te ontplooien.

Begrippen die passen bij dat niveau van geluk zijn bevlogenheid, engagement en flow.

  1. The meaningful life: een betekenisvol leven, doordat je deel uitmaakt van iets dat groter is dan jijzelf.

Volgens Seligman is het hedonistische genieten en dus een plezierig leven van voorbijgaande aard. Volgens Seligman is het dan ook beter om je te richten op een betekenisvol leven.

Die behoefte zie ik terug bij mijn coachklanten. Ze willen een bijdrage leveren aan wat voor hen betekenisvol is en dat terugzien in hun werk.

Vaak is juist het gemis daaraan, aanleiding om contact op te nemen met mij als loopbaancoach.

 

 

Plezier, het zinnelijke als bron voor de andere vormen van zin

 

Alleen plezier op het werk is niet genoeg om je gelukkig te maken.

Maar plezier is wel cruciaal.

Je kunt het zien als de bron voor de drie andere vormen van zin; het zintuiglijke, het zinrijke en het zinvolle.

 

Enerzijds is het aan een werkgever om zich te beraden hoe dat zinnelijke in te brengen in werk, maar ook jij als werknemer kunt daarin actie ondernemen.

Een mooi voorbeeld daarvan gaf onlangs een van mijn netwerkcontacten. Als mobilteitsadviseur van een grote overheidsorganisatie werkt zij op diverse locaties.

Op die diverse locaties hebben ze ook diverse koffievoorzieningen. Die voorzieningen zijn naar haar zeggen van uiteenlopende kwaliteit.

Daar kun je je vast iets bij voorstellen.

In een overleg bracht zij haar punt ter sprake. En haar behoefte aan lekkere koffie.

Door een deel van de aanwezigen werd in eerste instantie een beetje schamper gereageerd op haar agendapunt. Maar door haar toelichting wist ze collega’s mee te nemen in haar gedachtegang en voorstel.

 

Niet alleen lekkere koffie levert voor menigeen een bijdrage aan het lekkere, het zinnelijke op je werk.

Ik geef je handreikingen en tips waar je nog meer aan kunt denken bij het zinnelijke, als een van de vier aspecten van zin.

En hoe je dat zinnelijke meer in je werk kunt brengen.

 

 

Handreikingen en tips om het zinnelijke meer in je werk te brengen

 

Steeds meer bedrijven richten zich op het creëren van een werkomgeving die mensen in staat stelt het beste uit zichzelf te halen.

Men noemt het vibe management. Vibe management richt zich uitdrukkelijk op de zinnelijke vorm van zingeving.

Denk bijvoorbeeld aan die goede koffie, maar bijvoorbeeld ook aan een gezonde lunch. Of een lekkere zithoek waarin je even op je gemak die notitie kunt lezen, kunt ontspannen of even bij kunt praten met een collega.

 

Hoe is het daarmee gesteld op jouw werk?

  • Heb je de keuze met betrekking tot de koffie of thee die je wilt drinken en heb je misschien een waterkoker binnen bereik zodat je zelf thee kunt zetten als je daar behoefte aan hebt?
  • Hoe gaan jullie om met de lunch? Is er een mogelijkheid om samen met collega’s te lunchen of luncht iedereen alleen, aan zijn eigen bureau?
  • Als de lunch op jouw werk nu geen sociale functie heeft, hoe zou je dat dan kunnen arrangeren?
  • In hoeverre zijn er op je werk mogelijkheden om tussendoor even te bewegen en nieuwe energie op te doen?

Wordt er na de lunch bijvoorbeeld met collega’s even een ommetje gemaakt in de buitenlucht of misschien een balletje getrapt?

  • In hoeverre zijn er mogelijkheden op je werk om collega’s informeel te ontmoeten, bijvoorbeeld op een borrel of een gezamenlijk uitje?

 

 

Handreikingen en tips om het tekort aan fysieke inspanning in je werk te compenseren

 

Het is belangrijk, ook neuropsychologisch gezien, om voldoende te bewegen.

Dat hoorde ik onlangs weer op het Noloc congres.

Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, gaf er een presentatie.

Over het algemeen zitten we veel te veel. Zitten is het nieuwe roken; die uitspraak is je vast en zeker bekend.

Op zijn minst zou je elke dag een half uur intensief moeten bewegen. Even flink fietsen en dan niet op een e-bike, volgens Scherder. Of stevig doorstappen, lekker in de buitenlucht, of desnoods op een loopband.

Een zzp’er zei daarover: “’s Ochtends vroeg een uurtje loopband, dat is mijn eerste creatieve uurtje als zzp’er”.

 

Ik geef je een aantal punten ter overweging:

  • In hoeverre komt in jouw werk het fysieke genoeg aan bod?

Zo nee, kun je een manier bedenken om dat tekort te compenseren?

Door bijvoorbeeld te fietsen naar je werk in plaats van te rijden met de auto? Of door naast je werk activiteiten op te pakken waarbij je fysiek actief kunt zijn; bijvoorbeeld in de tuin werken, of anderszins klussen oppakken in of rond je huis? Of elders?

  • Sport je?

Zo ja, hoe vaak per week?

Vind je dat genoeg?

 

 

Handreikingen en tips om jouw energie te managen

 

Het zinnelijke kun je ook omschrijven als lust.

Lust geeft energie. Gebrek aan lust uit zich in gebrek aan energie.

 

Laat je gedachten eens gaan over de volgende punten:

  • Waar krijg jij een kick van?

Van je collega’s? De resultaten van je werk? Of van werkprocessen? Misschien niet van je werk, maar anderszins?

En wat maakt, dat het zo is?

  • Wie of wat kost je energie? En wie of wat geeft je energie?

Kijk eens in je agenda naar jouw taken/ activiteiten van de afgelopen weken? Wat leverde je energie op en wat kostte je energie?

Welke conclusies kun je zelf daaruit trekken?

  • En voor welke kenmerken van mensen heb je een voorkeur en voor welke een aversie?

Wat betekent dat voor mensen die je nodig hebt in jouw omgeving om goed te gedijen? En welke mensen zou je moeten vermijden, omdat ze je te veel energie kosten?

  • In hoeverre ken je het gevoel van gejaagdheid? En heb je het gevoel dat je voortdurend aan staat?

Hoe kun je jouw aan-knop op uit zetten?

 

 

 

In mijn coachtrajecten is het zinnelijke vrijwel altijd een aandachtspunt.

We staan stil bij de omgeving die jij nodig hebt om goed te gedijen. En wat je zou moeten vermijden, omdat het je leegzuigt en je er in ernstige gevallen ziek van wordt.

We brengen jouw kwaliteiten in kaart, resulterend in een top five; de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in het werk dat je doet en waarin je relatief ook het beste bent.

Als je die kwaliteiten in kunt zetten, dan werkt dat als een dynamo; je laadt je accu ermee op.

En doordat je heel helder krijgt wat voor jou belangrijk is, jouw persoonlijke missie, wordt het vele malen makkelijker om keuzes te maken en jouw aan-knop op uit te zetten.

 

Wil je jouw individuele situatie aan mij voorleggen?

Neem gerust contact met me op.

Graag maak ik tijd voor je vrij om het gesprek met je aan te gaan.

 

 

 

 

 

Zinmaking om je te weer te stellen tegen problemen als burn-out of depressie

 

In Nederland krijgt iets minder dan 1 op de 5 volwassenen (18-64 jaar) ooit in het leven te maken met een depressie.

Elk jaar geldt dat voor ongeveer 5% van de volwassenen. Vrouwen in de leeftijdscategorie 25-34 jaar hebben de grootste kans op een depressie.

Stress wordt gezien als de voornaamste veroorzaker van psychische problemen. En werk is kennelijk de grootste veroorzaker van die stress.

Bovendien wordt stress steeds meer gezien als een maatschappelijk probleem, in plaats van een psychologisch probleem.

Stress heeft vooral te maken met hoe wij collectief, ons werk en onze werkomgeving hebben ingericht.

En stress ziet men met name als een zingevingsprobleem.

Maar gelukkig: zingeven is een kunst die je kunt leren, waaraan je kunt werken.

En die je als een ambacht in je vingers kunt krijgen.

 

Zingeven; een kunst die je kunt lerenJaume Plensa  ©foto: Martin Langbroek

 

Een paar cijfers over de omvang van het probleem

 

Iedere twee jaar onderzoekt TNO de ‘Arbobalans.

De Arbobalans geeft een breed overzicht van de kwaliteit van de arbeid in Nederland en van de ontwikkelingen hierin.

In 2012 bedroegen de directe kosten van werk gerelateerd ziekteverzuim, als gevolg van psychosociale arbeidsbelasting (PSA), zo’n € 2,7 miljard.

Eind 2016 waren die kosten gestegen naar € 3,2 miljard.

Als je daarbij dan ook nog de indirecte kosten van bijvoorbeeld medische behandeling (€ 174 miljoen) en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (Є 1,3 miljard) als gevolg van PSA in beschouwing neemt, dan zijn de kosten eind 2016 bijna verdubbeld tot zo’n € 4,7 (!) miljard.

En dan heb ik het nog niet eens over de psychische ‘kosten’ van een depressie of een burn-out. Voor de persoon die het betreft en zijn directe omgeving.

Naar mijn mening geeft dat echt wel aan, dat er werk aan de winkel is. En dat het probleem breed opgepakt moet worden.

 

 

Zingeven; wat is zin?

 

Om te komen tot een antwoord op die vraag heb ik me laten inspireren door het Kenniscentrum ZinverZetten!.

En de omschrijving van Gude, Denker des Vaderlands van 2013 tot 2015:

“Zin is de gemoedstoestand waarin je bent als je zinnen geprikkeld zijn, je zintuigen het schone waarnemen, je volzinnen betekenis hebben en je louter zinvolle doelen voor ogen hebt.”

Het is een omschrijving waarop je even moet kauwen. Hij is best complex.

 

Als je dat vertaalt naar werk, dan zou je in analogie van die definitie kunnen zeggen:

“Zin in werk is de gemoedstoestand waarin je bent als je energie krijgt van je werk, je jouw werkomgeving als prettig ervaart, je begrijpt waar het over gaat en waar je mee bezig bent in je werk, en je de doelstelling onderschrijft.”

 

 

Zingeven; de vier soorten ‘zin’

 

Uit bovenstaande omschrijving blijkt al dat ‘zin’ meer omvat dan alleen ‘het zinvolle’; de richting waarin je mogelijk geneigd bent om te denken als je het hebt over zingeven.

 

Gude maakt onderscheid in vier soorten ‘zin’.

Ik noem ze je, met voorbeelden toegespitst op werk:

 

  1. Het zinnelijke, het lijfelijke.
  • Waar krijg je energie van?
  • Wat geeft je een kick?
  • Waar loop je op leeg?

 

  1. Het zintuiglijke, het esthetische.
  • Zijn de ruimtes waarin je werkt goed ingericht?
  • Zijn de omgevingsgeluiden prettig?
  • En de geuren?

 

  1. Het zinrijke, de rationele kant van zingeving; reflecteren of bezinnen.
  • Hoe ervaar je jouw taken?
  • Hoe ervaar je jouw autonomie?
  • Hoe ervaar je de werkdruk?

 

  1. Het zinvolle, de motiverende kant van zingeving
  • Waar draait het voor jou eigenlijk om in dit project of breder, in jouw werk?
  • Wat ervaar jij als zinnig in je werk?
  • Wat draag je bij aan het grotere geheel met het werk dat je doet?

 

 

Het ontbreken van ‘zin’ in werk en de consequenties voor je lichamelijke en psychische gezondheid

 

Ik hoef mijn coachklanten maar voor de geest te halen en ik zie met eigen ogen en hoor met eigen oren waar het ontbreken van ‘zin’ toe leidt. 

Met name bij coachklanten die vastlopen in hun werk.

Klanten voor wie werk bakken met energie kost en die helemaal leeglopen op hun werk.

Als in een coachtraject dan duidelijk wordt welke factoren daarbij een rol spelen, dan blijken die merendeels zijn terug te brengen, tot de vier soorten ‘zin’.

 

 

Zingeven is meer dan zinkrijgen

 

Misschien ben je geneigd om te denken dat ‘zin’ iets is waarvan je maar moet afwachten of je het krijgt of niet.

“Misschien krijg ik meer zin in mijn werk als ik een beter lesrooster heb.”

Of:

“Misschien krijg ik meer zin in mijn werk als ik een andere leidinggevende heb.” 

 

Maar ‘zin’ krijg je over het algemeen niet aangereikt.

‘Zin’ kun je maken. En ‘zin’ moet je maken als je je te weer wilt stellen tegen verschijnselen als depressie en burn-out.

 

In een volgend artikel help ik je op weg met zinmaking.

 

 

 

Schat je op voorhand al in, dat je wel wat hulp bij zinmaking kunt gebruiken? 

Lees mijn aanbod betreffende het programma ‘Bouw je ideale loopbaan’ en bekijk welke optie het beste bij je past.

 

Heb je de indruk dat een individueel coachtraject passender voor je is?

Maak gerust een afspraak met me voor een oriënterend gesprek. Dat kan via deze link.

 

Een oriënterend gesprek is ook een prima optie als je met mij wilt overleggen wat beter bij jou zou kunnen passen, het programma ‘Bouw je ideale loopbaan’ in een kleine groep, of een individueel coachtraject.

 

 

 

 

 

Hoe je door inzicht in factoren die van invloed zijn op bevlogenheid, daar meer grip op krijgt in je werk

 

Een baan die aansluit bij waar jij warm voor loopt, waarin je je talenten kunt inzetten en waar je energie van krijgt, maakt gelukkig.

Ben je een bevlogen werker, dan ben je enthousiast over wat je doet, voel je je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.

Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.

Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost.

 

Hoe zit het met jouw bevlogenheid in werk?

Sta je op een enthousiaste en energieke manier in je werk? Of heb je het gevoel dat je er meer plezier en bevrediging uit zou kunnen halen dan nu het geval is? Of heb je nu misschien nauwelijks plezier in je werk en raak je er ook totaal niet door geboeid?

Dan is het tijd om bij te sturen.

 

Hoe zit het met jouw bevlogenheid in je werk?

 

Bevlogenheid; wat is het eigenlijk?

 

In plaats van over bevlogenheid als losstaand begrip te praten, heb ik het liever over bevlogen je werk doen.

Naar mijn idee zegt bevlogenheid vooral iets over hoe je iets doet.

Bevlogen mensen gaan helemaal op in wat ze doen. Dat kan zijn in werk, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld in de vrije tijd.

 

Ze hebben een positieve attitude, zijn enthousiast over wat ze doen, vol energie. Als ze bezig zijn met iets kunnen ze alles om zich heen vergeten, ook de tijd.

Zij lopen warm voor wat ze doen en voelen zich er capabel voor. Die twee componenten, willen en kunnen, maken dat bevlogen mensen alles geven in wat ze doen.

Gefocust werken ze aan hun taken en als je focust, dan kun je ook goede prestaties leveren. Dat is wat je bij bevlogen mensen ziet.

 

 

De werkomgeving is voor vijftig procent bepalend voor bevlogenheid

 

Bevlogenheid heeft voor minder dan een kwart te maken met iemands persoonlijkheid.

Ook al zegt men soms dat iemand bevlogen is, alsof het een persoonskenmerk is.

Het blijkt dat in werk, de werkomgeving voor vijftig procent bepalend is.

Dat betekent dat als je nu weinig bevlogenheid in je werk ervaart, mogelijk verandering van werkomgeving je al een flinke boost kan geven.

Als je tenminste inzicht hebt in de factoren in je werkomgeving die maken dat je nu niet bevlogen bent.

 

Taakeisen die aan je worden gesteld kunnen als stressoren worden ervaren, maar ook als uitdaging.

Dat hangt af van de energiebronnen die er zijn om de taakeisen op te vangen.

Die energiebronnen kunnen persoonlijk gerelateerd zijn, maar ook werk gerelateerd en dus gekoppeld aan je werkomgeving.

Ervaar je bijvoorbeeld volop steun van collega’s en je leidinggevende en zijn er ook volop mogelijkheden om je te ontplooien, dan zal je taakeisen eerder zien als een uitdaging. Wetend dat je hulpbronnen in je omgeving aan kunt boren, mocht dat nodig zijn.

Is dat het geval, dan kun je je taken over het algemeen ook beter aan en kun je goed op hoog niveau functioneren.

Ontbreekt sociale steun, krijg je weinig feedback over je functioneren en ervaar je weinig autonomie in je werk?

Dan heeft dat een negatief effect op jouw bevlogenheid. Taakeisen zal je dan eerder als stressoren ervaren. En houdt dat lang aan, dan kan dat bijvoorbeeld leiden tot burn-out.

 

 

Een goede balans tussen taakeisen en energiebronnen is cruciaal voor bevlogenheid

 

Arnold Bakker heeft dat weergegeven in zijn JD-R-model. JD staat voor Jobdemands (taakeisen) en R voor Resources (hulpbronnen/ energiebronnen).

 

 

© JD-R-model: Arnold Bakker

 

Arnold Bakker is hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij doet onderzoek naar bevlogenheid op het werk.

 

Volgens Bakker is het belangrijk voor bevlogenheid dat er een balans is tussen taakeisen en hulpbronnen.

Is die balans er, dan zullen werknemers niet gauw opbranden, maar juist heel bevlogen hun werk kunnen doen.

Is er disbalans en kosten de taakeisen heel veel energie, dan roept dat stress op. Houdt dat lang aan, dan kan de stress chronisch worden, gaan de prestaties omlaag en kan de chronische stress leiden tot burn-out.

 

Hulpbronnen zoals ontplooiingsmogelijkheden, autonomie, sociale steun en feedback over je prestaties geven vooral energie, maar ook motivatie.

Dat helpt om je enthousiasme vast te houden en je doelen te realiseren, zodat je prestaties goed zijn.

Bovendien helpen de hulpbronnen jou om het ongewenste effect van taakeisen of stressoren op te vangen.

 

De hulpbronnen hebben overigens vooral effect op bevlogenheid als de taakeisen heel hoog zijn.

 

 

Hoe taakeisen, werk gerelateerde en persoonlijke hulpbronnen in onderlinge samenhang invloed hebben op bevlogenheid

 

Als je bevlogen bent en goed presteert, dan heb je alle kans dat je niet alleen meer steun van anderen krijgt, maar ook meer autonomie.

In het model van Bakker vind je die autonomie terug bij de werk gerelateerde hulpbronnen.

Bovendien krijg je als je goed presteert, ook meer zelfvertrouwen, meer gevoel van eigenwaarde en zelfeffectiviteit en word je stressbestendiger.

In het model zie je dat bij de persoonlijke hulpbronnen.

 

Zo kan de werkomgeving in combinatie met de persoonlijkheid ervoor zorgen dat iemand opbrandt in zijn werk of juist heel gemotiveerd presteert.

 

En zo kun jij door meer inzicht in factoren die van invloed zijn op bevlogenheid, daar meer grip op krijgen in je werk.

 

 

 

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Bel (0575-544588/06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Een viertal tips met concrete handreikingen

 

Ken je het verhaal van Goudlokje en de drie beren?

Of het verhaal van Tom Sawyer die het meterslange hek van tante Polly moest witten?

 

Het zijn allebei leuke kinderverhalen. Maar ze reiken verder dan dat. Ze hebben ook een psychologische betekenis.

 

In mijn vorige artikel gaf ik je tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen. Zodat je je leven en je werk daarnaar in kunt richten. En meer flow en voldoening ervaart in de dingen die je doet.

In dit artikel geef ik je handreikingen hoe je, eenmaal je intrinsieke motivatie op het spoor, meer flow in je leven en werk kunt brengen.

 

Hoe je meer flow in je leven en werk kunt brengen

 

Samenhang tussen flow, autonomie, meesterschap en zingeving

 

Gedrag van mensen die in flow zijn wordt gevoed door zelfsturing. Men noemt dat ook wel autonomie.

In flow ben je er ook op gericht om steeds beter te worden in iets. Meesterschap is je streven.

En dat streven naar perfectie is gekoppeld aan een persoonlijk hoger doel.

 

Autonomie, meesterschap en zingeving zie je bij mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn.  

Als je intrinsiek gemotiveerd bent voor de dingen die je doet, dan heb je niet zoveel aansturing nodig om op gang te komen. Zoals in mijn vorig artikel al aangegeven, de motor zit in jezelf.

En als je intrinsiek gemotiveerd bent, dan wil je ook steeds beter worden in de dingen die je doet. Dat streven komt voort uit je betrokkenheid.

Autonome mensen die streven naar meesterschap presteren op een heel hoog niveau. Maar als ze dat doen in dienst van een hoger doel, dan zie je ze nog meer bereiken.

 

 

Een viertal tips om meer flow in je leven en werk te brengen

 

1.   Voer functioneringsgesprekken met jezelf.

Achterhaal wat je doelstellingen zijn.

Of mooier, pak je missie erbij en de concrete doelstellingen die je hebt geformuleerd naar aanleiding van je missie.

Plan elke maand een moment voor jezelf om je functioneren te evalueren.

Stel jezelf de volgende vragen:

  • Hoe gaat het met het realiseren van mijn doelen?
  • Waar schiet ik nog tekort?
  • Welke hulpmiddelen of ondersteuning heb ik nodig om mijn doelen te realiseren?

Nog een paar concrete tips:

  • Formuleer zowel grote als kleine doelen. Zodat je als het tijd is om jezelf te evalueren, een aantal taken al helemaal hebt voltooid.
  • Houd voor ogen dat je concrete doelen een afgeleide zijn van je persoonlijke missie. En dus een middel zijn om je hogere doelen te realiseren.
  • Wees eerlijk naar jezelf. De oefening is bedoeld om meer autonomie, meesterschap en zingeving in je leven en werk te brengen. Als je je fouten rationaliseert of je vergissingen wegpoetst in plaats van ervan te leren, verspil je je tijd.

 

2.   Creëer Goudlokje-taken of claim die voor jezelf.

Goudlokje-taken zijn taken die je voldoening geven en die noch te moeilijk, noch te gemakkelijk voor je zijn.

Zoals verteld in het verhaal van Goudlokje en de drie beren, “ze zijn net goed”. Juist daardoor zijn ze essentieel om flow en meesterschap te bereiken.

Doordat de taken net iets boven je kunnen liggen, moeten je lichaam en geest een inspanning leveren. Doordat er een evenwicht is omdat de taak niet te gemakkelijk en niet te moeilijk is, leidt dat tot geconcentreerdheid. En doordat het lukt om de taak te volbrengen, tot voldoening.

In een eerder artikel heb je kunnen lezen dat spanning op je boog heel gezond is. Sterker nog, enige spanning heb je nodig. Ook al kan de boog in je leven en werk niet altijd strak gespannen zijn.

 

3.   Maak je eigen motiverende poster.

Of hang, zoals een van mijn oud-coachklanten, je mooi uitgeschreven persoonlijke missie op. Op een plek waar je die regelmatig ziet.

Wil je een poster maken? In Canva maak je de mooiste creaties.

 

4.   Stimuleer de positieve kant van het Sawyer-effect.

Het Sawyer-effect is een bijzonder gedragsproces, geïnspireerd op een scène uit De avonturen van Tom Sawyer, geschreven door Mark Twain.

In betreffende scene moet Tom voor straf een meterslang hek van tante Polly witten. Hij weet zijn vrienden ervan te overtuigen dat het witten van het hek zo leuk is, dat het voor de vrienden een privilege wordt om Tom te helpen. Ze willen hem er zelfs voor betalen.

Dit Sawyer-effect kan twee kanten uit gaan; een negatieve en een positieve. Van spelen kun je werken maken. Van werken kun je spelen maken.

 

Door taken iets anders in te richten kun je taken aantrekkelijker maken voor jezelf. Zodat werken meer spelen wordt.

Denk daarbij bijvoorbeeld aan jobcraften.

 

 

Wil jij graag meer flow brengen in je leven en werk?

Heb je nog geen helder beeld van wat jou werkelijk drijft?

Kun je wel wat begeleiding gebruiken bij het brengen van meer flow in je leven en werk?

 

Schrijf je dan in voor het programma Bouw je ideale loopbaan.

Gegarandeerd heb je na dat programma  handreikingen om je leven en werk in te richten op een manier die jou voor ogen staat.

 

 

 

 

Waarom het belangrijk is om jouw top vijf aan kwaliteiten heel helder te hebben om te komen tot een goede match met een functie

 

Waar je goed in bent, vind je ook leuk om te doen. Dat wordt vaak gedacht.

En wat je leuk vindt om te doen, daar ben je ook goed in.

Maar beide veronderstellingen zijn niet per definitie waar. Je kunt wel goed zijn in iets, maar of je het ook leuk vindt om die kwaliteit in te zetten, dat is nog maar de vraag.

Aan de andere kant kan het zijn dat je het leuk vindt om met bepaalde activiteiten bezig te zijn, maar dat het je niet gemakkelijk afgaat. Je bent er niet goed in.

In mijn trainingen en mijn coachtrajecten filter ik dat. Je komt dan tot een top vijf van jouw kwaliteiten. Dat zijn de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in je werk en waarin je relatief ook het beste bent.

Kun je jouw top vijf onvoldoende kwijt in jouw werk? Dan heb je grote kans dat je minder gelukkig bent met dat werk. Dat je het gevoel hebt dat je niet kunt groeien, bloeien en excelleren.

 

Jouw top five aan kwaliteiten en de juiste functie voor een goede match

 

Aanleiding om je te oriënteren op een volgende loopbaanstap

 

Vaak doen coachklanten een beroep op mij als loopbaancoach omdat ze zich willen oriënteren op een volgende loopbaanstap. Soms uit eigen initiatief, soms gedwongen.

In geval van eigen initiatief, ervaart betrokkene meestal onvoldoende plezier en voldoening in zijn werk. Of heeft hij het nog naar zijn zin in zijn werk, maar voorziet dat voldoening en plezier op deze plek eindig zijn.

 

 

Zo heeft een van mijn coachklanten de ervaring dat hij na een jaar of drie, hooguit vier, uitgekeken is op zijn werk en toe is aan een nieuwe uitdaging. In zijn loopbaan is hij ook al ettelijke keren veranderd van baan.

Hij vraagt zich af wat maakt dat die ervaring zich steeds herhaalt.

 

Op dit moment heeft hij het al ruim drie jaar goed naar zijn zin in zijn werk. Ook de organisatie wil hem graag behouden en faciliteert dan ook zijn loopbaantraject.

Het is de uitdaging om uit te zoeken waar het op een gegeven moment dan precies aan schort. Wat het hete hangijzer is dat hem doet switchen van baan.

Gaande het traject kregen we de vinger erachter. Met name toen zijn top vijf aan kwaliteiten helder werd.

 

 

De ’top vijf’ aan kwaliteiten als cruciale factor bij het ervaren van voldoening en plezier in je werk

 

Met triggervragen wil ik meer duidelijkheid krijgen met betrekking tot de chaos in mijn hoofd”.

Zo kwam hij bij me binnen.

Voor zijn gevoel was het chaos in zijn hoofd. Ik begrijp dat het zo kan voelen.  Maar als je die chaos door een gestructureerde aanpak weet te ontwarren, dan valt het alles mee.

 

Wat mijn coachklant betreft, blijkt het al dan niet kunnen inzetten van zijn top vijf aan kwaliteiten het hete hangijzer.

In die top vijf zitten kwaliteiten zoals:

  • Met gemak me inwerken in een voor mij nieuwe situatie, daarbij me goed voorbereiden en me laten informeren en adviseren om beslagen ten ijs te komen.
  • Welbewust investeren in het opbouwen van relaties en het winnen van vertrouwen van de klant, vanuit interesse aansluiten bij en rekening houden met wie ik voor me heb en welbewust kiezen van een insteek die daarbij past.

Bij doorpraten werd heel helder dat bijvoorbeeld bovenstaande kwaliteiten minder aangesproken worden, naarmate hij langer in een en dezelfde functie werkzaam is. Als hij dus te maken heeft met steeds dezelfde klanten en eenzelfde product.

Dat voor ogen houdend, is het op dit moment een uitkomst voor hem als hij de overstap kan maken naar een andere productgroep. Waarbij hij dan ook als vanzelf met andere klanten te maken heeft. En hij de als voorbeeld genoemde kwaliteiten weer volop in kan zetten.

 

Een ander voorbeeld van een kwaliteit in zijn top vijf is:

Het met overzicht en gestructureerd leiden van een vergadering of geven van een presentatie, daarbij me overtuigend en passievol presenteren, beeldend beschrijven van mijn verhaal en alert en tactisch reageren op moeilijke vragen.

Een combinatie van werken in een andere productgroep bij zijn huidige werkgever en een docentschap of gastdocentschap bij een passende hbo-opleiding spreekt hem dan ook erg aan.

Naast een parttime docentschap of gastdocentschap zou parttime begeleiden van afstudeerders, ook goed bij hem passen.

Bovendien kan dat ook van meerwaarde zijn voor zijn huidige werkgever. Dus een mooie win-win situatie.

 

 

Kortom

 

Het voorbeeld van mijn coachklant laat zien hoe belangrijk het is, dat je jouw top vijf aan kwaliteiten heel helder hebt om te komen tot een goede match met een functie. Zodat je plezier en voldoening ervaart in je werk.

Overigens is alleen die goede match geen garantie dat je ook op termijn goed gedijt. Om het vuurtje brandend te houden is er over het algemeen nog wat meer nodig.

Meer daarover lees je in mijn volgend artikel.

 

 

 

Heb jij nog geen helder beeld van waar met name jouw kwaliteiten liggen? 

Laat staan, wat de kwaliteiten zijn die je relatief het liefste inzet en waarin je relatief ook het beste bent?

Neem gerust contact met me op.

Gegarandeerd krijg je in een individueel loopbaantraject een helder beeld van jouw kwaliteiten en met name jouw top five.

 

 

 

 

Over het belang van zicht hebben op wat er voor jou écht toe doet in werk

 

 

Geld maakt niet gelukkig”, aldus het spreekwoord.

Dus ook alleen een goed salaris niet.

Er is meer in het leven dan financiële rijkdom.

Een mooi voorbeeld daarvan is het verhaal van Manon in NRC. Zij verdient nu zeker 1.000 euro minder dan in haar baan in loondienst, maar ze is heel gelukkig met hoe ze haar leven nu heeft ingericht.

Het belangrijkste is het om je levensdoel te vinden en je leven ernaar in te richten.

Geld is daarbij een middel en een manier om je levensdoel te kunnen vervullen.

Het gaat over het vermogen om het leven te creëren dat jij wilt. Geld geeft je het gevoel van vrijheid, het gevoel dat je kunt doen wat je wilt doen en dat je geen angst hoeft te hebben dat je bedreigd wordt in je bestaan.

Een goed salaris levert daar een belangrijk aandeel aan. Maar alleen een goed salaris is niet genoeg om je gelukkig te maken in en met je werk.

 

Waarom alleen een goed salaris niet zaligmakend is

 

Geld maakt niet gelukkig

 

Volgens onderzoeker Michael Norton is dat geen goede voorstelling van zaken.

Hij zegt: “Het is onjuist, en als je denkt van niet, geef je gewoon je geld verkeerd uit.”

Uit zijn onderzoek blijkt dat geld weggeven aan anderen je kennelijk gelukkiger maakt dan wanneer je het aan jezelf besteedt.

Je hoeft bij dat weggeven overigens geen bijzondere dingen te doen. Alleen het weggeven al maakt je gelukkiger.

Geld maakt ons niet ongelukkig volgens Norton, maar wel vaak egoïstisch. “We doen dingen alleen voor onszelf. Misschien maakt geld ons niet gelukkig omdat we het altijd aan de verkeerde dingen uitgeven en in het bijzonder: aan onszelf.”

Veel geld hebben maakt mensen volgens Norton eerder antisociaal.

 

 

Tot op zekere hoogte is een goed salaris voor iedereen belangrijk

 

Maar wat is een goed salaris?

 

Deels is dat subjectief.  Een belangrijke factor daarbij is wat jij nodig hebt om te kunnen doen wat je doen wilt. En de een heeft daarvoor meer nodig dan de ander.

Waar de een zich rijk voelt met een bepaald salaris, heeft een ander met hetzelfde inkomen het gevoel dat hij weinig financiële speelruimte heeft.

 

Van belang is verder of jouw salaris marktconform is.

Vergelijk daarvoor jouw salaris met het salaris van anderen die hetzelfde werk doen als jij, dezelfde opleiding hebben genoten en hetzelfde aantal jaren werkervaring hebben.

Er zijn verschillende tools voorhanden om lonen en salarissen te vergelijken.

Blijkt uit de vergelijking dat jouw salaris niet marktconform is, overweeg dan om daarover het gesprek aan te gaan met jouw leidinggevende.

En ga je een nieuw contract aan, bijvoorbeeld omdat je in onderhandeling bent voor een nieuwe baan? Doe je onderzoek naar jouw waarde op de arbeidsmarkt, uitgedrukt in salaris dat daarbij passend is.

 

 

Alleen een goed salaris is niet zaligmakend

 

Misschien vind je de hoogte van je salaris wel veel minder belangrijk dan de inhoud van het werk dat je doet?

Ben je zoals een van mijn klanten, zelfs bereid om aan salaris in te leveren om het werk te kunnen doen dat je graag doet?

In overleg met haar partner heeft ze heel bewust een financiële planning gemaakt, om zicht te krijgen op hun financiële situatie. Om naar aanleiding daarvan te kunnen bepalen wat ze aan salaris in kan leveren als ze haar leven in wil richten zoals zij dat wil.

 

Zo was Manon even klaar met de uitgeverswereld.

En begon voor zichzelf.

Ze is heel gelukkig dat ze nu een tijdschrift kan maken op de manier waarop ze dat zelf wil. Nu ze alles zelf in de hand heeft, voelt het voor haar als een droom die uitkomt.

Inkomsten genereert ze uit haar opdrachten voor de televisieomroepen en andere freelance-opdrachten. Voor haar werk voor haar tijdschrift kan ze zichzelf nog niets uitbetalen.

Al met al verdient ze zeker 1.000 euro minder per maand dan toen ze voor de grote uitgever werkte, maar toch vindt ze niet dat ze een laag inkomen heeft.

Ze kan ermee doen wat belangrijk voor haar is. Dat heeft ze helder voor ogen. En voor lang niet alles heb je geld nodig of is de waarde uit te drukken in geld.

Zo zegt ze naar aanleiding van haar vakantie “Elke dag met z’n drieën zijn was onbetaalbaar”.

 

 

Kortom

 

Ook al is een mooi salaris heel aanlokkelijk, laat je er niet door misleiden.

Want, zoals plezier op het werk niet genoeg is om je gelukkig te maken, zo is ook alleen een goed salaris niet genoeg.

Wil je voldoening in je werk, dan moet je niet alleen werken voor de euro’s.

 

 

 

Heb je nog onvoldoende zicht op wat jij nodig hebt om die voldoening te ervaren?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Welke banen voegen iets toe aan onze maatschappij en welke banen vernietigen waarde?

 

Meer dan 20% van de werkende mensen in het Westen heeft het idee dat wat ze doen helemaal geen zin heeft. Toch werken ze zich een ongeluk en verdienen samen miljarden. Waarom stoppen we dan niet met die bullshitbanen?

Misschien heb jij de uitzending VPRO Tegenlicht van 24 maart 2019 ook gezien.

De documentaire over bullshitbanen zet aan tot nadenken over het thema ‘waardevol werk’; een belangrijk topic in mijn coachtrajecten.

Enerzijds is wat werk waardevol maakt of niet, heel subjectief. Het is afhankelijk van de bijdrage die jij wilt leveren met het werk dat je doet en de betekenis die jij geeft aan je werk. Anderzijds kun je de thematiek in breder perspectief bezien en algemeen maatschappelijk dan wel economisch benaderen.

Je kunt er dan ook kwantitatief onderzoek naar doen en bijvoorbeeld in cijfers uitdrukken welke banen waarde toevoegen aan onze maatschappij en welke banen waarde vernietigen. Dus welke beroepen onze maatschappij vooruithelpen en welke ons op achterstand zetten.

Kunnen we een einde maken aan de bullshitbaan?

In zijn algemeenheid moet je die vraag denk ik, vooralsnog negatief beantwoorden. Maar op individueel niveau is het zeker mogelijk om te kappen met een bullshitbaan. Ook al is dat lang niet altijd gemakkelijk.

 

Wat is waardevol werk en hoe wordt dat bepaald?

 

Een bullshitbaan of waardevol werk

 

David Graeber komt in zijn boek Bullshit jobs na een aantal werkdefinities al redenerend tot zijn uiteindelijke definitie van een bullshitbaan:

“Een onzinbaan is een vorm van betaald werk, die zo volkomen zinloos, overbodig of schadelijk is, dat zelfs de werknemer het bestaan ervan niet kan rechtvaardigen, hoewel de werknemer zich, als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden, verplicht voelt om te doen alsof dat niet het geval is.”

De bezigheden in een onzinbaan zijn voor een groot gedeelte nutteloos en overbodig en dragen niet bij aan een betere maatschappij. Een aantal concrete voorbeelden daarvan, lees je in een van mijn vorige artikelen.

 

 

Publieke en private bureaucratieën lijken steeds meer op elkaar

 

Publieke bureaucratieën krijgen steeds meer het karakter van bedrijven en de private worden steeds meer in het overheidssysteem opgenomen.

Lang werd er gesproken over de bureaucratie bij de overheid. En het deels zinloze werk dat daarmee gepaard gaat. Maar steeds meer corporates zijn intern georganiseerd als een bureaucratie, als een overheid. Het zijn corporate bureaucratieën geworden.

Zoals een van mijn coachklanten het een beetje cynisch noemde: “de een na de ander moet over van alles en nog wat, zijn plasje doen.”

Graeber labelt die ontwikkeling als managers feodalisme, als afgeleide van het klassieke feodalisme.

De feodale managers cultuur terroriseert volgens Graeber de huidige werkvloer en maakt die improductief. Mensen op de werkvloer tellen niet of nauwelijks mee. Wel de mensen die daarboven zitten en hun prestige ontlenen aan hoeveel mensen er onder hen werken.

Een groot verschil met het klassieke feodalisme is dat in het klassieke feodalisme de werkers hun eigen werk konden managen. Zij hadden geen managers. Terwijl in de feodale managers cultuur alleen mensen die zelf het vak op de werkvloer niet meester zijn, het voor het zeggen hebben. Aldus Graeber.

Zo kan het gebeuren dat je als leidinggevende niet inhoudelijk geschoold hoeft te zijn in of ervaring hoeft te hebben op het vakgebied van de mensen waaraan jij leidinggeeft. En naarmate je hogerop komt op de carrièreladder, wordt dat nog duidelijker.

 

 

Een groot internationaal bedrijf lijkt veel meer op de overheid dan het Midden- en Klein Bedrijf (MKB)

 

Met regelmaat hoor ik van mijn coachklanten dat ze het liefst bij corporates werken. Liever dan in het MKB.

Nu is het wellicht zo dat je bij een corporate meer doorgroeimogelijkheden hebt en kansen om je te ontwikkelen door het volgen van een training of opleiding. Maar het is zeer de vraag waar je het best op je plek bent als je op zoek bent naar waardevol werk.

Wat dat betreft is het mooi om de uitzending van Tegenlicht nog eens te bekijken en de ervaringen van ex-werknemers van een corporate te horen.

 

 

Onder anderen zorgmedewerkers, doen het meest waardevolle werk

 

Welke beroepen helpen onze maatschappij vooruit en welke zetten onze maatschappij op achterstand?

Eilis Lawlor, politiek econoom deed er onderzoek naar.

Zij kwam tot de conclusie dat een bankier voor elk Britse Pond (GBP) die hij betaald kreeg, zeven Pond vernietigde. In de vorm van de kosten van de financiële crisis en het verlies aan Bruto Binnenlands Product (BBP).

Reclamemensen vernietigden voor elk Pond dat ze verdienden, 11 Pond. Daarbij werd gekeken naar een aantal factoren. Overconsumptie en wat het kost om te produceren, ook kijkend naar de grondstoffen die we gebruiken en de invloed daarvan op de klimaatverandering. De kosten van overgewicht, angstklachten en schuldenproblematiek.

Aan de andere kant doen werkenden in de kinderverzorging volgens haar onderzoek heel waardevol werk. Per Britse Pond dat zij verdienen voegen zij ruim 9 Pond toe aan de samenleving. Terwijl zij, net als mensen die bijvoorbeeld werken in de ouderenzorg, slecht betaald krijgen.

Het is dus goed om als je meer zicht wilt krijgen op beroepen/functies in de zin van waardevol werk, dat werk kritisch te bekijken en ook in een bredere context te plaatsen. Een algemeen maatschappelijke dan wel economische context.

Werk dat lijkt hogere kwalificaties te vereisen, dat ervaar ik nu toch wel als een deceptie. Er is toch wel heel veel werk waar je vraagtekens bij kunt zetten”

(Maartje van der Knaap, ex trainee in Tegenlicht )

 

 

Kappen met een in jouw ogen bullshitbaan is moeilijk, maar niet onmogelijk

 

Het is goed om van tijd tot tijd pas op de plaats te maken en je af te vragen ‘Hoe wil ik verder in mijn loopbaan?’.

Zeker als je jezelf niet langer kunt vinden in jouw baan en het bestaan daarvan niet kunt rechtvaardigen. Bijvoorbeeld omdat er te veel gekeken wordt naar productiviteit en te weinig naar zaken die er voor jou echt toe doen.

Voorbeelden daarvan hoor ik met regelmaat van mijn coachklanten. Vaak is dat voor hen ook dé aanleiding om contact met mij op te nemen als loopbaancoach.

Om te komen tot een antwoord op hun loopbaanvraag is de vraag ‘Waarom doe je wat je doet in je werk?’ belangrijk. Die vraag kun je zien als een afgeleide van de vragen ‘Wat betekent werk voor jou?’ en ‘Welke bijdrage wil je leveren met wat je doet in je werk?’.

Dat zijn zingevingsvragen en die zijn vaak niet een, twee, drie te beantwoorden. Maar heb je het antwoord gevonden, dan biedt dat houvast om keuzes met betrekking tot werk aan af te meten.

Voordat je het roer rigoureus omgooit is het dan goed om te bekijken in hoeverre je aanpassingen kunt creëren in je huidige werk, waardoor je dichter komt bij jouw missie met betrekking tot werk. Dat kan zijn bij je huidige werkgever, maar ook bij een andere werkgever, in hetzelfde vakgebied en mogelijk in dezelfde sector.

Weet je bij voorbaat dat je de aanpassingen niet kunt maken, of wil je zoals een van mijn coachklanten op zoek naar out of the box mogelijkheden, passend bij waar jij warm voor loopt? Dan kan de insteek zijn dat je jouw koers rigoureus wijzigt.

Dat is spannend, want het betekent breken met zekerheden. Breken met je arbeidsverleden, breken met zekerheid van inkomen, misschien breken met je sociale kring.

Kappen met een met een in jouw ogen bullshitbaan is dan ook niet gemakkelijk, maar als weet en hebt doorleefd waarom je het doet, dan geeft dat energie om er vol voor te gaan.

Ik zie daarvan volop voorbeelden bij mijn coachklanten.

 

 

 

Ben jij niet gelukkig met het werk dat je doet?

Maar weet je ook niet doet hoe je het aan moet pakken om te komen tot voor jou waardevol werk?

Neem gerust contact met me op.

Ik help je graag verder.

 

 

 

 

Wat er als 50-plusser nodig is om de aansluiting te maken met de positieve ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

 

 

De arbeidsmarkt ontwikkelt zich positief.

Het aantal werklozen is in 2018 gedaald van 456.000 naar 329.000. Dat is een daling van 5,1% naar 3,6%.

De beroepsbevolking is afgelopen jaar gegroeid van 8,5 miljoen naar 9,2 miljoen.

Ouderen zijn in de afgelopen twintig jaar spectaculair meer gaan werken. Dit geldt voor alle opleidingsniveaus, ongeacht migratieachtergrond en huishoudsamenstelling. Vooral in de leeftijdscategorie van 60 tot 65 jaar is het hard gegaan. Twintig jaar geleden werkte nog ongeveer 20 procent van de mannen in deze leeftijdscategorie, nu is dit opgelopen tot rond de 65 procent.

Het verschil in arbeidsparticipatie tussen vrouwen en mannen is fors kleiner geworden. Vooral de middelbaar en hoger opgeleide moeders met jonge kinderen stoppen niet langer – al dan niet tijdelijk – met werken, maar blijven doorwerken. De participatie van vrouwen met kinderen lijkt nu sterk op die van vrouwen zonder kinderen.

Waar jarenlang professionals boven de 40 als te duur werden beschouwd, dringt steeds meer door dat uiteindelijk de oudere werknemer zelfs goedkoper is dan de jongere. Als je er als investeringsvraagstuk naar kijkt.

Dat betekent overigens niet, dat het voor alle 50-plussers makkelijk is om aan een baan te komen.

Cruciaal is het hebben van de juiste competenties en het vermogen om je aan te passen aan een voortdurend veranderende arbeidsmarkt.

Lees wat als 50-plusser nodig is om de aansluiting te maken.

 

Hoe je als 50-plusser de kansen op de arbeidsmarkt optimaal benut

 

Wat de 50-plusser aantrekkelijk maakt voor een werkgever

 

Steeds meer zien werkgevers in, dat het werken met oudere werknemers ook zo zijn positieve kanten heeft.

Waar jongere werknemers vaker geneigd zijn om van werkgever te wisselen, geldt dat voor oudere werknemers over het algemeen veel minder. Ook blijken oudere werknemers vaak loyaler aan hun werkgever. En brengen zij meer kennis mee.

Het bovenstaande in aanmerking genomen, is een oudere werknemer voor een werkgever mogelijk zelfs goedkoper dan een jongere.

Zeker als je voor ogen houdt welke investering je als werkgever moet doen in instroom, doorstroom en uitstroom van je personeel.

 

 

De belangrijkste veranderingen op de arbeidsmarkt waar je als 50-plusser mee te maken hebt

 

Dat de arbeidsmarkt steeds meer flexibiliseert, kan niemand meer ontgaan. Ook jou niet.

Zo is het heel gewoon voor organisaties om te werken met een flexibele schil. En bij een nieuwe baan, is gelijk een contract voor onbepaalde tijd steeds meer uitzondering dan regel.

Dat is wennen, zeker als je jarenlang met een vast contract hebt gewerkt. Ook al biedt een vast contract geen garantie op een baan.

 

Uit onderzoek blijkt dat niet alleen de arbeidsmarkt flexibeler wordt, maar dat arbeidskrachten zelf dat ook steeds meer worden.

Het vaste contract wordt met name door jongeren minder belangrijk gevonden. Ze willen meer vrijheid met betrekking tot het invullen van hun werkzaamheden.

Je ziet dan ook steeds meer hybride professionals; mensen die een vaste baan combineren met ondernemerschap of maatschappelijke werkzaamheden.

Misschien moet je als oudere werknemer, zeker op termijn, daarin mee.

 

Tot op zekere hoogte is het onvoorspelbaar hoe de arbeidsmarkt zich ontwikkelt. 

Met name onder invloed van de technologie.

Je ziet nu al dat veel functies verdwijnen en dat daar andere functies voor in de plaats komen.

Maar welke functies dat voor de toekomst zijn?

Wist je dat men inschat, dat 60% van de toekomstige beste banen nu nog niet bekend is?

 

Zeker is, dat netwerken steeds belangrijker wordt.

Het is nu al zo, dat 70% van de baanopeningen geen vacature wordt. En dat aantal wordt alleen maar groter. Mogelijk gaat dat nu al richting 80%.

Cruciaal is en blijft investeren in je netwerk, zowel offline als online. Alhoewel men inschat, dat online steeds belangrijker wordt. Zowel om mooi werk te vinden, als om gevonden te worden voor een mooie baan.

 

 

Hoe je als 50-plusser de kansen op de arbeidsmarkt optimaal benut

 

Voor de 50-plussers zijn er volop kansen op de arbeidsmarkt.

Maar dat geldt niet voor iedereen.

Een issue voor veel 50-plussers is dat ze de juiste competenties missen. Bijvoorbeeld doordat ze lang geen opleidingen of trainingen meer hebben gevolgd. En dus niet geïnvesteerd hebben in persoonlijke en professionele ontwikkeling.

 

Het kernwoord om de aansluiting te maken met de positieve ontwikkelingen op de arbeidsmarkt is ‘aanpassingsvermogen’. 

Concreet betekent dat:

  1. Het up-to-date houden van je competenties
  2. Het hebben van inzicht in en kennis van de arbeidsmarkt
  3. Zelf de regie kunnen nemen met betrekking tot je loopbaan
  4. Inzicht hebben in hoe jij je verhoudt tot je concurrenten
  5. Bereid zijn tot veranderingen en je openstellen voor nieuwe kansen
  6. Bereid zijn compromissen te sluiten
  7. Werken aan vitaliteit en gezondheid
  8. Aandacht hebben voor een gezonde werk-privé-balans

 

Aanpassen betekent vaak ‘ontlabelen’. Het label van het werk dat je gedaan hebt van je af halen, om ruimte te maken voor iets nieuws.

Om vervolgens je competenties in kaart te brengen en op basis van je kennis van de arbeidsmarkt een adequate inschatting te maken van hoe je jouw competenties te gelde kunt maken, in het werk dat je wilt doen.

Dat vraagt doen van je onderzoek. Zelfonderzoek, maar ook onderzoek naar de behoeftes op de arbeidsmarkt.

 

 

In een volgend artikel vertel ik je meer over wat er nodig is om succesvol te veranderen van baan. Met name als 50-plusser.

 

 

 

Heb jij als 50-plusser een loopbaanswitch gemaakt, bijvoorbeeld omdat jouw functie kwam te vervallen?

Wil je jouw ervaringen delen en zo anderen inspireren om een overstap te maken?

Ik lees het graag.

 

 

 

 

Tips om te voorkomen dat je vastroest in je werk

 

“Over tien jaar is half Nederland niet meer geschikt voor zijn werk”, zo kopte onlangs een artikel in NRC.

Denk Werk, een onafhankelijke denktank, rapporteerde onlangs over hoe technologie de arbeidsmarkt ingrijpend gaat veranderen. Een ontwikkeling die naar de mening van de denktank schromelijk wordt onderschat.

Zij verwachten dat over tien jaar half Nederland niet meer geschikt is voor zijn werk. Met name omdat de digitale vaardigheden ontbreken. In een van mijn vorige artikelen maakte ik daar al melding van.

‘Oude beroepen’ zullen steeds meer verdwijnen en nieuwe banen ontstaan.

Als beroepen sneller verdwijnen, wordt het des te belangrijker dat je als werknemer niet vastroest in je baan.

Ook zal je eraan moeten wennen dat een beroep voor het leven een uitzondering wordt. Dat omscholing gaande je loopbaan eerder aan de orde zal zijn en je vaker bijscholing nodig hebt.

 

Wat de risico’s zijn van vastroesten in je baan en hoe je dat kunt voorkomen, lees je in mijn artikel.

 

Hoe je vastroesten in je werk voorkomt

 

 

Vastroesten in je werk; een groot risico

 

Vastroesten in je werk; er zo aan gewend zijn geraakt dat je niet meer anders kunt.

Of in elk geval denkt, dat je niet meer anders kunt en dus maar blijft zitten waar je zit. Met alle negatieve consequenties van dien.

“Inmiddels werk ik ruim zeven jaar bij de huidige werkgever. Zo langzamerhand heb ik het hier wel gezien. Ik doe mijn werk grotendeels op de automatische piloot en uitdaging is ver te zoeken.

Mijn werk kost me meer energie dan het me oplevert. Ik kom elke dag moe thuis.”

Zo vertelde mij Karin, een potentiële klant. Misschien herken je jezelf daarin.

Je bakens verzetten en van baan veranderen vraagt lef. Zeker met een contract voor onbepaalde tijd.

Maar blijf je zitten waar je zit en roest je vast in je werk, realiseer je dan dat het veel moeite kost om daar weer uit te komen.

Het klinkt wel heel plastisch, maar het is goed om te weten dat roest heel sterk is.

Wist je dat roest staal opvreet? Dat roest staal verzwakt en dat het staal door roest gaat bladderen en brokkelen? Dat roest ook constructies ontzet? Dat het zich overal tussenin vreet en verbindingen langzaam maar zeker uit hun voegen duwt?

In figuurlijke zin werkt roest net zo.

 

 

Risico’s van blijven plakken in je werk

 

Vastroesten in je werk leidt tot verveling en verveling blijkt een arbeidsrisico. Ook al zou je dat misschien niet verwachten, het leidt tot effecten die te vergelijken zijn met de effecten van te hoge werkdruk.

Net als bij te hoge werkdruk, nemen bij te lage werkdruk bevlogenheid en betrokkenheid zienderogen af. Uit onderzoek blijkt zelfs dat 44 procent van de medewerkers met een te lage werkdruk niet meer betrokken en bevlogen is.

Verveling heeft dan ook een negatief effect op je productiviteit. En in algemene zin een negatief effect op hoe je in je werk en in de organisatie staat.

Ook leidt verveling tot stress en frustratie. Iedereen heeft namelijk een natuurlijke drang om te leren en zich te ontwikkelen. Daarvoor heb je uitdaging nodig. Uitdaging biedt je de mogelijkheid om je grenzen te verkennen en nieuwe vaardigheden te leren.

Als je werkzaamheden eigenlijk te makkelijk voor je zijn, dan heeft het een negatief effect op de ontwikkeling die je doormaakt. Dan heb je het gevoel dat je stilstaat, terwijl je je moet blijven ontwikkelen om mee te kunnen met alle ontwikkelingen op werkgebied.

Dat geeft niet alleen frustratie, maar ook stress.

Te lang blijven plakken in een en dezelfde baan is meestal ook niet goed voor je zelfvertrouwen. Ik zie dat met regelmaat bij coachklanten.

Als je je werk kunt doen op de automatische piloot, dan vind je ook al gauw dat het niet zoveel voorstelt. En dat wat je ervoor moet kunnen, heel gewoon is. Terwijl het dat niet is.

Je doet jezelf daarmee schromelijk tekort. En je maakt het je daarmee extra moeilijk om jezelf te verkopen in een netwerk- of sollicitatiegesprek.

 

 

Hoe je vastroesten in je werk kunt voorkomen

 

Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt ook voor vastroesten in je werk.

Ik geef je een aantal tips:

 

  1. Zorg dat je je blijft ontwikkelen, als persoon en als professional.

Zorg dat je interessant blijft voor werkgevers. Neem daarvoor zelf de verantwoordelijkheid. Kun je daarvoor nog wat tips gebruiken? Lees mijn artikel daarover er nog eens op na.

 

  1. Volg de ontwikkelingen op gebied van werk.

En anticipeer daarop, zodat je daarbij aan kunt sluiten met wat jij te bieden hebt en met wat jij in de markt wilt zetten.

 

  1. Besteed tijd en energie aan netwerken.

Ook als je niet op zoek bent naar ander werk. Netwerken is belangrijk, ook als je een vaste baan hebt.

Netwerken versterkt jouw positie op de arbeidsmarkt. Het houdt je scherp en up-to-date. Mede door je toonaangevend eigen netwerk ben je een gewilde medewerker, die van waarde is voor zijn organisatie. En die een bijdrage kan leveren aan innovatie en verbetering van de prestatie.

 

  1. Wees proactief op je werk.

Zorg dat je weet wat je te bieden hebt en wat je wilt. Wees regisseur van je eigen loopbaan. Doe proactief je voorstel aan je werkgever, met betrekking tot hoe jij voor jouw werkgever van betekenis kunt zijn. En geef aan, wat jij daarvoor nog nodig hebt.

 

  1. Houd oren en ogen goed open.

Zodat je alert kunt reageren als zich kansen voordoen. Kansen die aansluiten bij wat jij met jouw talenten in de wereld wilt zetten.

 

  1. Stuur tijdig bij.

Wacht niet af tot de verveling toeslaat. Denk al na over je loopbaan voordat je je verveelt. Zorg dat je weet wat je wilt. Alleen dan kun je tijdig bijsturen.

Lees de ervaring van Marit:

“Hoewel het aanvankelijk niet mijn specifieke bedoeling was, ben ik tijdens de eerste jaren van mijn loopbaan in het inkoopvak gerold. Een paar jaar geleden kwam ik op het punt dat ik de meeste aspecten van het inkoopvak wel gezien had, en toe was aan een nieuwe uitdaging. Op dat moment ben ik in samenspraak met mijn werkgever de studie bedrijfskunde begonnen. Deze studie heb ik zelf uitgekozen, omdat ik graag mijn kennis wil verbreden. Naast mijn functie als inkoper werd ik projectleider voor de implementatie van een nieuwe CRM systeem voor de Europese vestigingen van ons bedrijf. Deze taak gaf mij precies de uitdaging die ik nodig had. Inmiddels is het project en de studie afgerond. Door nieuwe ontwikkelingen bij mijn werkgever, zie ik daar inmiddels ook weer mogelijkheden om alsnog een stap te maken.”

 

 

Dreig jij vast te roesten in je werk?

Weet je nog niet hoe bij te sturen, vooral omdat je niet goed weet wat je te bieden hebt en wat je wilt?

Lees mijn aanbod betreffende het programma ‘Bouw je ideale loopbaanen meld je aan.

Gegarandeerd heb je na de drie trainingsdagen van de optie fundamentals scherp wat je kunt en wat je wilt. Zodat je kunt ontroesten op je huidige werk of tijdig bij kunt sturen naar ander werk.