Betere antwoorden op loopbaanvragen door het aangaan van gesprekken

 

Veel van mijn coachklanten willen niet zomaar een baan. Zij zijn op zoek naar werk waarin hun kwaliteiten optimaal tot hun recht komen en werk waarmee ze een maatschappelijke bijdrage kunnen leveren.

Ze willen van betekenis zijn met het werk dat ze doen.

Maar hoe die betekenis dan concreet ingevuld moet worden? Of in welke richting je dan moet denken?

Misschien heb jij je die vragen ook al eens gesteld.

Om te komen tot een antwoord op je loopbaanvragen kun je in eentje gaan reflecteren, maar vaak kom je sneller tot een antwoord als je in gesprek gaat met een sparringpartner. Wie dat dan voor jou ook mag zijn.

Elke keer voelt het voor mij als loopbaancoach als een bijzonder voorrecht om die gesprekken te voeren. En kan ik samen met mijn coachklant genieten van hoe stap voor stap het antwoord op loopbaanvragen duidelijk wordt.

 

Vind het antwoord op je loopbaanvragen

 

Introspectie of outrospectie om te komen tot een antwoord op loopbaanvragen

 

Introspectie betekent letterlijk naar binnen kijken. Van een afstandje naar jezelf kijken: je eigen gedachten, gevoelens, motieven, gedrag, fantasieën.

Het kan je helpen om te komen tot antwoorden op je vragen, bijvoorbeeld loopbaanvragen. Je kunt antwoorden op loopbaanvragen zoeken en vinden in jezelf.

Daarbij stel je jezelf vragen en door in gesprek te gaan met jezelf probeer je te komen tot antwoorden.

Maar of die antwoorden kloppen? Of de beelden die jij in je hoofd hebt overeenkomen met de werkelijkheid? Dat is nog maar de vraag.

Bovendien loop je met introspectie het risico dat je in je eigen hoofd, wat ik noem, in rondjes blijft draaien.

Dus, wil je komen tot antwoorden op je loopbaanvragen beperk je niet tot introspectie. Ga gesprekken aan met anderen; outrospectie. Door het voeren van gesprekken, anders dan met jezelf, kun je achterhalen of de indrukken die je hebt kloppen. En kom je tot betere antwoorden dan wanneer je alleen naar binnen kijkt.

Overigens is outrospectie nog geen gangbaar woord. Ik hoorde het in een podcast van de HKU met Peter Henk Steenhuis. Als woord vind ik het een mooie tegenhanger van introspectie.

 

 

Een goed gesprek voeren betekent nadenken, woorden vinden, jezelf of de ander bevragen

 

Een goed gesprek voeren gaat niet iedereen even makkelijk af. Het vraagt oefening, training.

Ik ervaar dat in coachtrajecten. Dat begint al, als we bezig gaan met het werken met succesverhalen en met name het benoemen van kwaliteiten.

In eerste instantie laat ik de ander benoemen welke kwaliteiten zij laat zien in het door haar geschreven verhaal. Vaak heeft betreffende persoon daar wel een beeld bij, maar hoe dat beeld te beschrijven is vaak lastig. ‘Ja, hoe zeg je dat?’ is dan een reactie die ik vaak hoor.

Als ik dan kenbaar maak hoe ik de kwaliteit omschreven heb, dan hoor ik met regelmaat: ‘Ja, dat heb je goed omschreven’. En soms: ‘Nee, dat is het niet echt, maar het gaat wel in die richting’. Al doorvragend en doorpratend komen we dan tot een label of omschrijving die past.

 

Het is de kunst om de juiste woorden voor de weergave van een specifieke inhoud of betekenis te vinden.

En niet iedereen is een taalkunstenaar of een taalwetenschapper.

En is iemand dat wel, dan kan het zijn dat die nog meer dan iemand die die achtergrond niet heeft, gaat wikken en wegen om te komen tot het juiste woord of de juiste woorden.

Zo gaf een van mijn coachklanten, een taalwetenschapper en communicatieadviseur aan: ‘Ik ga er nog eens goed over nadenken’.

Taalvaardigheid is een van haar kwaliteiten:

Door mijn gevoel voor taal en grote woordenschat kan ik me goed uitdrukken, zowel mondeling als schriftelijk. Ik kan in gesprekken woorden vinden die passen en in teksten zinnen maken die lopen. Door te spelen met taal ben ik in staat om nuances aan te brengen en te verwoorden wat mensen bedoelen. Weloverwogen kies ik de juiste woorden om contact te maken en verbinding te leggen. Daardoor voelen mensen zich gehoord en gezien.’

 

 

Een gesprek over loopbaanvragen krijgt diepgang door doorvragen

 

Een vraag, met name de ‘waarom-vraag’ doet nadenken.

Of varianten op die waarom-vraag, zoals: ‘Wat met name spreekt jou daarin aan?’ of ‘Wat in het bijzonder maakt dat belangrijk voor jou?

Door doorvragen kom je tot de essentie.

 

Zo had ik laatst een gesprek met een van mijn coachklanten over de bijdrage die hij wil leveren met zijn werk.

In eerste instantie was zijn antwoord: ‘Ik wil iets betekenen voor mensen, een maatschappelijke bijdrage leveren’.

Dat is een antwoord dat ik vaak hoor en dat heel algemeen en heel breed is. En dat dus vraagt om specificering, wil het richting geven.

Mijn volgende vraag in dit voorbeeld was: ‘Wat boeit je daaraan?’. Zijn antwoord daarop: ‘Verbeteren van een situatie, verbeteren van processen’.

Wat mij deed doorvragen: ‘Welk facet daaraan intrigeert je het meest?’. Waarop hij antwoordde: ‘Het verbeteren van de rechtspositie van mensen’.

Mijn volgende vraag: ‘Wat intrigeert je daaraan weer het meest?’. Ik kreeg als antwoord: ‘Rechtvaardigheid, eerlijke behandeling’.

Waarop weer mijn vraag: ‘Als je denkt aan rechtvaardigheid, eerlijke behandeling, waar zou je specifiek een bijdrage aan willen leveren?’. Zijn antwoord: ‘Rechtvaardigheid voor mensen in een kwetsbare positie’.

Het gesprek was een mooi samenspel met voor de coachklant een verrassende, maar er snel over nadenkend, ook herkenbare uitkomst.

Zijn reactie:

Dan zouden opties als vertrouwenswerk bij een vakbond, belangenbehartiging, Ombudsman bij de Gemeente *******, Ombudsman voor kinderen, heel goed daarin passen.

Dat zijn opties waaraan ik weleens heb gedacht.’

 

Het was alsof een en ander op zijn plek viel. Het was een bevestiging van opties die al eens waren opgeplopt in zijn denken.

Voor mijn coachklant is nu de volgende stap het doen van zijn onderzoek in die richting.

 

 

Verder onderzoek doen door het aangaan van gesprekken

 

Heb je een beeld van de richting die je uit wilt gaan, dan is het zaak om door het aangaan van gesprekken verder je opties te onderzoeken.

Enerzijds om te achterhalen welke concrete opties passen bij het werk dat je wilt doen. Want, uitgaande van het boven beschreven voorbeeld, zijn er vast nog meer concrete functies waarin je een bijdrage kunt leveren aan rechtvaardigheid voor mensen in een kwetsbare positie.

Zo werkt een van mijn netwerkcontacten bijvoorbeeld als cliëntenvertrouwenspersoon Wet Zorg en Dwang.

Anderzijds kun je door het aangaan van gesprekken toetsen of het beeld dat jij van een specifieke functie hebt, overeenkomt met de werkelijkheid. En als dat beeld in de praktijk anders is dan wat jij je had voorgesteld, of dat werk dan nog bij je past.

En niet onbelangrijk bij het doen van je onderzoek is achterhalen in hoeverre er behoefte is aan mensen, die het werk doen dat jij zou willen doen.

Dat doet me denken aan het Ikigai concept.

Ikigai, een Japans concept, en de sleutel voor gepassioneerd leven. Met waar je goed in bent en met wat je graag doet jouw bijdrage leveren aan waar behoefte aan is en wat aansluit bij jouw persoonlijke missie. En waar je dan ook nog een mooi inkomen mee kunt genereren.

 

 

 

Wil je door het aangaan van gesprekken in een kleine groep gelijkgestemden inspiratie opdoen en begeleid komen tot antwoorden op je loopbaanvragen?

Wil je leren van elkaar en volop oefenen met het verwoorden van waar je goed in bent en wat belangrijk voor je is?

Lees mijn aanbod over de training Bouw je ideale loopbaan en meld je aan.

 

En wil je niet wachten tot september, maar nu werk maken van ander werk?

Neem gerust contact met me op.

 

 

 

 

Visualisatieoefeningen die je helpen om je een voorstelling te maken van wat jij in je leven wilt brengen

 

Visualiseren; je een beeld vormen van iets, je voorstellen hoe iets eruit kan zien, iets zichtbaar maken.

Je denkt misschien dat het bij visualiseren met name gaat om het zien. Maar dat is niet het geval.

Het woord visualiseren wordt vaak gebruikt in de zin van het inzetten van je verbeeldingskracht. Dat wordt ook wel imagineren genoemd. Dat klinkt een beetje archaïsch, maar imagineren is duidelijk een wat ruimer begrip dan visualiseren.

Bij imagineren wordt niet alleen een beroep gedaan op het zien, maar bijvoorbeeld ook op het horen, het voelen, het ruiken. Misschien zelfs het motorisch aspect.

Beide begrippen worden door elkaar gebruikt.

In mijn artikel reik ik je in aansluiting op een van mijn vorige artikelen een tweetal visualisatieoefeningen aan. Bij die oefeningen wordt niet alleen een beroep gedaan op het zien, maar ook andere zintuigen worden erbij betrokken.

 

 

Visualiseren is niets nieuws

 

Eigenlijk doe je dat dagelijks, maar meestal niet bewust.

Je maakt je een voorstelling van wat je wilt bereiken alsof het al werkelijkheid is. Bijvoorbeeld een gerecht dat je wilt maken, een taart die je wilt bakken, een feest dat je wilt geven, een klimrek dat je wilt timmeren, een zolder die je wilt verbouwen.

Je hebt alle kans dat je bijvoorbeeld het gerecht al voor je ziet. Dat je ruikt hoe het ruikt en dat je proeft hoe het smaakt. Misschien loopt het water je zelfs al in de mond als je eraan denkt.

Voor dat soort visualisaties heb je geen visualisatieoefeningen nodig. Dat doe je als vanzelf. Je bent er ook niet bewust mee bezig. De beelden, geuren en smaken dringen zich als vanzelf aan je op.

 

 

Visualiseren aan de hand van visualisatieoefeningen

 

Als je visualiseren als techniek gebruikt om je voor te stellen wat je in jouw leven wilt brengen, bijvoorbeeld jouw ideale werk, dan doe je dat heel bewust.

Je gaat er dan echt voor zitten. Je zorgt op de een of andere manier dat je je ontspannen voelt. En met behulp van je verbeelding maak je een plaatje van wat je wenst. Met als doel het gewenste daadwerkelijk in je leven te brengen. Daarin doen zoveel mogelijk zintuigen mee.

Dat kun je zelf doen aan de hand van visualisatieoefeningen. Bijvoorbeeld de oefening Twintig jaar na nu, die ik verderop in mijn artikel beschrijf.

 

Visualisatieoefeningen kunnen ook het karakter hebben van een geleide fantasie.

Bij een geleide fantasie laat je je meenemen in het verhaal dat iemand vertelt en je stelt je voor hoe dat is.

Aan de hand van het verhaal, laat je beelden, gevoelens, geuren, geluiden opkomen.

 

 

Een tweetal voorbeelden van visualisatieoefeningen

 

De eerste oefening is een creatieve schrijfopdracht. De tweede oefening is een afgeleide van een geleide fantasie, zoals ik die ook gebruik in de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’.

 

1. 20 jaar na nu

Plaats jezelf in de toekomst. Stel je voor, het is 20 jaar na nu. Je zit aan je kop koffie en op je tablet lees je de krant. En ja…………….. jouw naam kopt in de krant. Onder de kop een artikel over jou. Het verhaal gaat over jouw prestaties, jouw bijdragen, waar het gebeurde en wat dat wat jij gedaan hebt betekent voor andere mensen. Er staan ook uitspraken in van jou, je vrienden, je collega’s.

 

Neem een leeg vel papier en schrijf erboven: ‘Twintig jaar na nu’, gevolgd door de kop van je artikel.

Als je tevreden bent met je kop, veronderstel dat die kop de aandacht trekt van duizenden lezers.

Nu, geef ze het verhaal. Schrijf in het artikel alles dat je maar waar wilt maken in de komende twintig jaar. Vergeet om realistisch of pragmatisch te zijn. Droom, fantaseer, schrijf wat je wilt. Neem net zoveel ruimte als je wilt.

 

Als je klaar bent, herlees je verhaal en geniet ervan.

 

 

2. Visualisatieoefening ‘Je ideale werk’

In deze oefening maak je je een voorstelling van je ideale werk. Je gaat fantaseren hoe je ideale werk er concreet uitziet.

In de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. is deze visualisatieoefening opgenomen als geleide fantasie. In het kader van dit artikel gaat het te ver om de hele opdracht in detail te beschrijven.

 

Ik geef je een aantal handreikingen om je op weg te helpen:

 

Hoe ziet in je ideale werk de omgeving eruit? Werk je binnen of buiten? Als je binnenshuis werkt, hoe ziet die ruimte eruit? En als je buiten werkt, hoe ziet je omgeving eruit?

Wat doe je op deze werkplek? Ben je veel op deze werkplek en wat ben je er aan het doen? Welke activiteiten doe je in je ideale werk?

Welke verantwoordelijkheden heb je? Werk je voor een grote of voor een kleine onderneming of werk je voor jezelf? Geef je leiding? En zo ja, aan veel of aan weinig mensen?

Welke talenten gebruik je en wil je ontwikkelen in je ideale werk? Welke uitdagingen kom je tegen die maken dat je jouw talenten zo volledig mogelijk kunt ontplooien?

Met wat voor mensen werk je samen? Als collega’s, als leidinggevenden?

 

Aan de hand van de vragen ga je visualiseren hoe het voor jou ideale werk eruitziet.

Je maakt er echt een ideaal plaatje van. Maak zichtbaar en voelbaar hoe het is om je ideale werk te doen.

 

En wil je de tijd en de rust pakken om geleid de hele visualisatieoefening te doen? Klik dan hier om deze te beluisteren.

 

Op die manier visualiseren zal je écht helpen om te realiseren wat je voor ogen hebt.

De ervaring van de handtherapeut in een van mijn vorige artikelen is daar een sprekend voorbeeld van.

 

 

 

Heb je nog geen helder beeld van hoe jouw ideale werk eruitziet?

Wil je door mij stapsgewijs begeleid aan het werk om te komen tot een antwoord op je vraag?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je je accu oplaadt door inzet van jouw ‘top vijf’

 

“Ik hoop een nieuwe start te kunnen gaan maken met nieuwe energie en motivatie, iets wat nu ver te zoeken is…….”

Zo mailde me een potentiële klant.

Zit je niet goed op je plek in je werk, dan kost dat inderdaad veel energie. Zoveel energie dat je na een werkdag wellicht uitgeblust thuiskomt. Te moe, om wat dan ook nog op te pakken.

Dat wordt anders, als je werk doet dat optimaal bij je past.

Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar dan hoeft werk je geen energie te kosten. Integendeel, het levert je energie op.

Als je werk doet dat écht bij je past, dan werkt dat werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

Of je werk optimaal bij je past, heeft onder andere te maken met welke kwaliteiten van jezelf, jij inzet in je werk. Het is het mooist als je jouw top vijf kunt inzetten in het werk dat je doet.

Want dan kost je werk je niet alleen minder energie, het levert je zelfs energie op, doordat je werk werkt als een dynamo.

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Hoe je ervoor zorgt dat je werk werkt als een dynamo

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je je kwaliteiten helder hebt.

 

Waar ben je met name goed in? Wat gaat jou zo goed af, dat je het bijna als vanzelf doet? Dat je het zelf misschien niet eens meer onderkent als een kwaliteit?

Als je je échte kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan kost je dat minder energie dan wanneer je kwaliteiten inzet die je je met veel moeite hebt eigen gemaakt.

Zo vertelde iemand mij laatst dat hij jarenlang teveel op zijn tenen had gelopen. Dat hij van zichzelf niet zo analytisch was. Hij had zich, ook gestimuleerd door zijn omgeving, die vaardigheid wel eigen gemaakt. En zette die ook volop in, in zijn werk.

Omdat het analytische niet van nature in hem zat, kostte het werk hem veel energie. Bij tijd en wijle was hij ook bang om door de mand te vallen. Bang dat men in de gaten kreeg, dat hij eigenlijk niet zo analytisch was.

Om dat te voorkomen zette hij zich nog meer in voor zijn werk. Dat werd nog versterkt doordat het leveren van kwaliteit voor hem een belangrijke drijfveer was.

Helaas uiteindelijk resulterend in een burn-out.

 

Waar liggen met name jouw kwaliteiten? Welke activiteiten gaan jou zo gemakkelijk af dat je ze als het ware als vanzelf doet?

Kun je bij het in kaart brengen van je kwaliteiten nog wat handreikingen gebruiken? Lees mijn artikel over het werken met succesverhalen.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je kwaliteiten inzet waar je graag mee bezig bent.

 

Een paar kanttekeningen wil ik daarbij maken.

Met regelmaat hoor ik dat mensen denken, dat als je goed bent in iets, dat je het dan ook leuk vindt om te doen.

Dat is een misverstand, want dat hoeft lang niet altijd zo te zijn.

Zo ben je misschien goed in organiseren en coördineren van zaken. Maar moet je er niet aan denken dat je van die kwaliteiten je werk zou moeten maken.

Veel liever ben je met andere zaken bezig, ook al zien mensen in jouw omgeving jou heel makkelijk in een coördinerende rol of functie.

 

Het is ook niet zo, dat als je iets leuk vindt om te doen, dat het dan voor de hand ligt om er gelijk je werk van te maken.

Zo herinner ik me een deelnemer aan een van mijn trainingen. Ze was heel creatief met haar hobby.

“Waarom maak je daar je werk niet van?”, zo kreeg ze kennelijk met regelmaat te horen. “Maar dat wil ik helemaal niet”, was haar reactie.

Aan haar stem was te horen hoe boos ze er nog over kon worden.

 

Als je iets leuk vindt, dan wil dat nog niet altijd zeggen dat je er ook goed in bent.

Door menigeen wordt aangenomen dat iets leuk vinden per definitie inhoudt dat je er ook goed in bent. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn.

En vind je iets leuk, maar ben je er niet goed in, dan kan het werk je meer energie kosten dan het je oplevert. En uiteindelijk trek je je accu dan leeg.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zet je top vijf dan in, in je werk.

 

Kom tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

Welke zijn de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet? En welke kwaliteiten  zijn relatief jouw sterkste kwaliteiten?

Door je kwaliteiten te rangordenen op deze twee aspecten kom je tot jouw ‘top vijf’; een gewogen rangordening van de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in je werk en waarin je relatief het beste bent.

Als je die kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan werkt dat als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

Hoe je komt tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

 

Ik help je graag op weg met een stappenplan.  Een tweede stappenplan lees je in mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?

 

Stap 1: ‘Welke kwaliteiten zet je het liefst in, in je werk’?

Pak je lijst met kwaliteiten.

Heb je die nog niet, breng dan eerst jouw kwaliteiten in kaart.

Bekijk jouw kwaliteiten en schrijf op welke kwaliteit je het liefst inzet in je werk. Welke kwaliteit komt op de tweede plaats? En welke op de derde? En op de vierde? Ga zo door tot je al jouw kwaliteiten een plek hebt gegeven in jouw rangordening.

Geef je kwaliteiten een nummer dat correspondeert met de plek in de rangorde met betrekking tot de vraag ‘Welke kwaliteit zet ik het liefste in, in het werk dat ik doe?’.

Leg je rangordening vast.

 

Stap 2: In welke kwaliteiten ben je het beste?

Waar ben je het beste in, als je kijkt naar jouw lijst van kwaliteiten? Zet die bovenaan.

Wat vervolgens kun je het best?

Maak zo een rangordening van je kwaliteiten naar aanleiding van de vraag ‘Waar ben ik het beste in?

Het is het handigst als je voor de nummering de cijfers aanhoudt die je de kwaliteiten bij stap 1 hebt gegeven.

 

Stap 3: Het samenvoegen van de twee lijsten in één lijst, waarin de gewogen rangordening naar voren komt.

Zet je twee lijsten naast elkaar.

De twee lijsten zijn nooit helemaal hetzelfde.

De nummers kun je zien als alternatief voor de namen van de kwaliteiten.

Trek nu een lijn tussen het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe graag doe ik het?’ en het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe goed ben ik erin?’.

Doe dat voor elke kwaliteit.

Trek dan een middenlijn tussen beide kolommen. Welke vijf kwaliteiten scoren het hoogst op de snijpunten op de middenlijn?

Die vijf zijn jouw ‘top vijf’.

 

Klik hier voor een voorbeeld van een gewogen rangordening.


Het is het mooist als die vijf terugkomen in het werk dat je doet.

Als je jouw top vijf in kunt zetten in het werk dat je doet, dan werkt je werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

Kun jij wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw kwaliteiten?

Neem contact met me op voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Durf op tijd te stoppen met iets dat niet voor je werkt of niet langer bij je past

 

Iets nieuws beginnen geeft energie. Heerlijk!

Maar loslaten van het oude is lang niet altijd makkelijk.

Een van mijn coachklanten gaf aan op LinkedIn: ‘Ik heb er lang over gedaan om de knoop door te hakken, maar nu durf ik het. Als ik echt naar mijzelf luister, dan zegt mijn hart dat deze functie simpelweg niet bij mij past. Bij wie ik ben, waar mijn kwaliteiten liggen en wat ik wil.’
Ik zat lang vast in de wanhoop stand: ‘Ik móet iets anders vinden maar ik weet niet wat en al helemaal niet waar, dus ik blijf maar doorgaan in een functie die mij helemaal niet past tot ik het gevonden heb’. Die vicieuze cirkel doorbreek ik nu doordat ik mijn werk heb opgezegd. Dit geeft ruimte en rust zodat ik vanuit een gezonde en energieke positie een baan kan vinden die wél bij mij past.

Het is krachtig dat ze de moed heeft gehad om tegen zichzelf te zeggen ‘dit werkt niet voor mij.’ Zeker als je er jaren naartoe gewerkt hebt en er veel voor hebt opgeofferd.

Te lang doorgaan met iets dat niet voor je werkt, is niet alleen onverstandig, het is ook ongezond. Zowel fysiek als mentaal.

Maar de stekker eruit trekken doe je niet zomaar. Het is dan ook de kunst om dat op tijd te doen.

Vaak zijn er signalen die erop wijzen dat het daarvoor de tijd is. Het is zaak om die signalen serieus te nemen.

 

Alles is gedurfd voor wie niets durft
Tudo é ousado para quem a nada se atreve
Alles is gedurfd voor wie niets durft

 

Signalen dat het tijd is om werk te maken van ander werk

 

Aan welke signalen kun je dan denken?

Ik geef je een aantal voorbeelden van signalen, die ik met regelmaat hoor van mijn coachklanten. Signalen, die voor hen aanleiding zijn om contact met mij op te nemen als loopbaancoach.

Herken je een aantal van deze signalen? Neem ze serieus en doe er wat mee.
1. Werk vreet al je energie en je werkplezier is ver te zoeken
2. Je loopt voortdurend te klagen, te mopperen over je werk
3. Je passie is weg
4. Je bent vaak humeurig en gestrest
5. Je hebt lichamelijke klachten; je bent vaak moe, hebt concentratieproblemen, vaak hoofdpijn, rugpijn
6. Je zit niet meer op één lijn met de organisatie waarvoor je werkt
7. Je voelt je niet gewaardeerd of krijgt onvoldoende erkenning voor de kwaliteit en het belang van wat je doet in je werk
8. Je hebt geen mogelijkheden meer om te groeien als professional; je hebt het gevoel dat je stilstaat
9. Je hebt behoefte aan een nieuwe uitdaging
10. Je wilt meer autonomie. Je voelt je voortdurend gecontroleerd.
11. Je wilt intellectueel meer geprikkeld worden
12. Je wilt meer met je handen werken in plaats van alleen met je hoofd

 

 

Tijdig stoppen op basis van een lijst met kill-criteria

 

Kill-criteria : signalen die je vertellen dat het tijd is om te stoppen.

Ben Tiggelaar schreef erover in een van zijn columns in NRC.

Geïnspireerd door het boek Quit: The Power of Knowing When to Walk Away van Annie Duke geeft Ben Tiggelaar zijn advies op basis van Dukes belangrijkste les: maak op het moment dat je aan iets nieuws begint, meteen een lijstje met signalen dat je weer moet stoppen. Je zogenaamde kill-criteria.

Hoe doe je dat?

Maak je een voorstelling van hoe het zou zijn als het werk dat je doet je op een gegeven moment tegen gaat staan. Hoe merk je dat zelf? Wat mis je dan in je werk? Waar loop je tegenaan? Wat denk je? Hoe voel je je? Hoe gedraag je je? Wat zeggen anderen over hoe jij je werk doet en hoe praat je zelf over je werk?

Zet al die signalen in een lijstje.

Maak ook een positief lijstje met signalen dat je met je werk op het goede spoor zit en je werk voldoet aan je behoeften. Hoe denk je dan over je werk? Hoe voel je je? Hoe praat je over je werk met anderen? Wat zeggen anderen over hoe jij je werk doet en hoe zij jou in je werk ervaren?

En een belangrijke laatste stap: zet data in je agenda waarop je evalueert of je nog op het goede spoor zit of dat het tijd is om stappen te zetten. En zet die data niet alleen in je agenda, maar maak bijvoorbeeld ook een taak aan, zodat je echt met die evaluatie aan de slag gaat.

 

 

Durf eerlijk te zijn ten opzichte van jezelf en ga je ervaringen niet relativeren

 

Durf conclusies te trekken op basis van je evaluatie. Ga de confrontatie niet uit de weg. Durf op tijd te stoppen met iets dat niet voor je werkt of niet langer bij je past

Op tijd stoppen is niet zwak, maar juist krachtig en slim. Want elke dag die je eerder stopt met iets dat niet werkt, kun je besteden aan iets dat wél de moeite waarde is.

Realiseer je dat door deuren te sluiten, nieuwe deuren voor je opengaan.

En: ‘Tudo é ousado para quem a nada se atreve’ (Fernando Pessoa, Portugees dichter). In het Nederlands: ‘Alles is gedurfd voor wie niets durft.’

 

 

 

Wil jij, net als coachklanten die jou zijn voorgegaan, met mijn hulp in kaart brengen waar je kwaliteiten liggen en wat er bij je past? En op basis van het profiel van je ideale werk die nieuwe deur voor jou geopend laten worden?

Maak een afspraak voor een oriënterend gesprek in mijn online agenda. Dat kan met deze link.

 

 

 

 

Waarom het zo gek nog niet is om te ‘winteren’; tot rust te komen en de tijd te nemen om op te laden voor een volgende periode

 

Mijn wekker gaat steevast elke ochtend om kwart voor zeven af. Door de week of in het weekend, zomer of winter; voor mij maakt dat geen verschil. Kennelijk is ook mijn lijf zodanig gewend aan dat ritme, dat ik mogelijk ook heel goed zonder wekker zou kunnen. Want meestal ben ik wakker voordat het tijd is om op te staan.

Ik heb dan ook niet direct behoefte aan een winterslaap. Alhoewel het misschien wel zo is, dat ik in het voorjaar en ‘s zomers meer energie heb dan hartje winter. Maar naar ik begrepen heb, is dat heel natuurlijk.

Wist je dat mensen in tegenstelling tot dieren zich veel minder aantrekken van de seizoenen? En dat het best goed zou zijn om een beetje beter te leren winteren?

 

 

Waar de natuur tot rust komt als de winter in aantocht is, jakkeren wij mensen vaak maar door

 

Wist je dat zelfs wijngaardslakken wegkruipen in de winter en hun huisje afsluiten met een slijmlaagje dat verkalkt tot een tijdelijk sluitplaatje? Al in de herfst treft de wijngaardslak zijn voorbereidingen en graaft een geschikt winterplekje, met beschutting tegen droogte en vorst. Ik vond het grappig om te lezen dat een wijngaardslak bij het graven van zijn holletje, zijn huisje gebruikt om grond te verzetten. Ik zou wel eens willen zien hoe zo’n slak dat doet.

Wat ‘winteren’ betreft kunnen wij mensen een voorbeeld nemen aan de natuur, die tot rust komt als de winter in aantocht is. Het zou goed zijn om na een periode figuurlijk te ‘winteren’; tot rust te komen en de tijd te nemen om op te laden voor een volgende periode. In plaats van maar door te jakkeren met al onze bezigheden en alles wat we nog zo nodig moeten.

Eerlijk gezegd, heb ik ook zelf gaandeweg steeds beter geleerd om de tijd te nemen om bewust stil te staan, letterlijk en figuurlijk. Al een aantal jaren nu, start ik mijn dag met een meditatieve wandeling, nog voor mijn ontbijt. Ik gun me de tijd om te wandelen met aandacht. Me daarbij als vanzelf, met al mijn zintuigen openstellend voor al het mooie dat met name de natuur te bieden heeft. Dat betekent dat ik dan ook letterlijk stil kan blijven staan om bijvoorbeeld de amandelen te bekijken, die al aardig beginnen te groeien en te rijpen. Of te luisteren naar het ruisen van de beek of de vogel- of insectengeluiden die ik hoor. Of te kijken naar de beweging van de wolken, die hun schaduw geven in het landschap.

 

Winteren is zo gek nog niet© Foto Martin Langbroek

Wat dat betreft is het ook goed om af en toe lekker lui te zijn. Dat geeft niet alleen rust, maar kan je ook op andere gedachten brengen. Maar lui zijn is lang niet voor iedereen gemakkelijk. Want hoe vreemd dat ook klinkt, luiheid vraagt discipline om goed om te gaan met en gebruik te maken van je tijd in een wereld van overvloed.

 

 

‘Winteren’ om op te laden voor een volgende periode

 

Het is goed om te ‘winteren’, ook al is het letterlijk geen winter; tot rust te komen en de tijd te nemen om op te laden voor een volgende periode. Bijvoorbeeld als je de overstap maakt naar een andere baan. Of na een ingrijpende gebeurtenis, positief of negatief.

Het leven is immers geen lineair proces. Het hoeft niet altijd beter en meer. Tegenslag en even stil staan horen erbij.

Niet voor niets zijn er bijvoorbeeld mensen die zich sterk maken voor rouwverlof. De Nederlandse wet kent geen echt wettelijk rouwverlof bij het overlijden van een partner of familie. Anders dan de vier dagen verlof (van overlijden tot en met de begrafenis of crematie) waar je als werknemer recht op hebt bij het overlijden van een familielid in de eerste graad. Denk daarbij aan het overlijden van je partner, een ouder of een van je kinderen. Alsof je na die vier dagen weer in staat zou zijn om de draad van je werk weer op te pakken.

Wil je enig zicht krijgen op verlofregelingen? Klik dan hier

 

 

Neem een sabbatical om tot rust te komen en de tijd te hebben om op te laden voor een volgende periode

 

Strikt genomen zou je bij een sabbatical denken aan een sabbatsjaar. Een heel jaar verlof dus. Maar ook een ‘mini sabbatical’ kan al heel verfrissend zijn. Zo koos een van mijn netwerkcontacten voor een mini sabbatical van drie maanden.

Het zou mooi zijn als je, net als volgens de Thora, elk zevende jaar zou kunnen gebruiken als sabbatsjaar om tot rust te komen, op te laden en je te bezinnen op hoe je verder wilt in je loopbaan. Helaas is dat vooralsnog een utopie.

Volgens de Thora is het sabbatsjaar het jaar waarin een stuk land onbebouwd moet blijven. In dat jaar krijgt het land rust. Hoe zou het voor jou zijn als jij als werknemer elk zevende jaar ook rust zou krijgen? Of bijvoorbeeld verlof om een studie te volgen, een onderzoek te doen of een boek te schrijven?

 

 

Tot slot

 

Zou jij ook wel een sabbatical willen nemen?

Bijvoorbeeld om voor jezelf helder te krijgen hoe je je leven en je werk verder vorm wilt geven?

Zie je voorlopig geen kans om zo’n sabbatical te nemen, maar wil je wel meer zicht op wat jou drijft en waar jij warm voor loopt?

Wil je handreikingen en tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen, anders dan met een sabbatical? Die vind je hier.

 

Wil je weten hoe je van elke werkdag een sabbatical maakt? Lees hoe je je leven zo inricht dat je altijd sabbatical hebt.

 

Weet je bij voorbaat dat je in je eentje daar niet uit gaat komen? Je weet me te vinden.

 

 

 

 

Wat te doen als je door vroege specialisatie in een richting belandt waarin je uiteindelijk niet gelukkig wordt?

 

Wat is een goede keuze? Die vraagt doet me weer denken aan mijn tijd als docent theorie en methoden loopbaanbegeleiding bij Saxion Hogeschool Deventer.

Over het antwoord op die vraag kun je hele discussies voeren. Het is maar vanuit welk perspectief je die vraag bekijkt.

Mijn stelling is: Maak je geen zorgen over een verkeerde keuze, zorg dat je goed toegerust bent voor je loopbaan en weet wanneer je bij moet sturen.

 

Bijsturen als je niet gelukkig bent met je werk

 

Al vroeg weten welke beroepsrichting bij je past of gaandeweg erachter komen

 

Ik weet niet welke van de twee opties het best bij jou past. Ik weet wel dat ikzelf er gaandeweg achter gekomen ben waar ik écht warm voor loop en welk werk optimaal bij me past.

Denkend aan mijn vorige artikel ben ik misschien een laatbloeier. Feit is in elk geval dat ik na mijn voortgezet onderwijs geen idee had in welke richting ik me verder wilde ontwikkelen. Ik wist wel dat ik niet het onderwijs in wilde. En een negatieve keuze is ook een keuze.

Ben je nieuwsgierig hoe mijn loopbaan pad is verlopen? Je leest het hier.

 

Hoe anders is het als je al heel vroeg en heel duidelijk weet welke richting je uit wilt. Als je bijvoorbeeld weet dat je dierenarts wilt worden, of huisarts. Of dat je van jongs af aan weet dat je sportjournalist of anderszins schrijver wilt worden. Of piloot.

En hoe vervelend en moeilijk het dan is als je die kans niet krijgt. Bijvoorbeeld omdat je uitgeloot wordt voor betreffende studie. En al dan niet als overbrugging op zoek moet naar een alternatief, in de richting van wat je beoogt.

Of dat je na een kostbare studie bijvoorbeeld niet als piloot aan het werk komt en je maar tevreden moet zijn met een baan als luchtverkeersleider.

 

 

Als het beoogde werk er in de praktijk anders uitziet of je het anders ervaart dan je had gedacht

 

Bijvoorbeeld het werk als huisarts. Dat je na je studie geneeskunde en de driejarige opleiding tot huisarts erachter komt, dat de verantwoordelijkheid als huisarts jou te zwaar valt. En dat je daarom je geroepen voelt om op zoek te gaan naar een alternatief.

Of dat je als gezelschapsdierenarts veel moeite hebt met de tijdsdruk in de dierenartsenpraktijk waarin je werkt. Je voortdurend het gevoel hebt dat je productie moet maken, in plaats van dat je het dier en de klant de aandacht en de zorg kunt bieden, die jou voor ogen staan.

Of dat je tijdens je master tandheelkunde en het eigenlijke werk met patiënten, erachter komt dat voor jou het werk als tandarts te veel curatief is. Dat je liever een bijdrage levert aan preventie. En misschien ook niet onbelangrijk, dat communicatieve en sociale vaardigheden een belangrijke rol spelen in je werk. Terwijl jij het met name mooi vindt om als tandarts ‘vakwerk’ te leveren.

Zo kan ik nog legio voorbeelden noemen, voorbeelden waaruit blijkt dat de specifieke beroepspraktijk er toch net iets anders uit kan zien dan je had gedacht toen je de keuze maakte voor die richting.

Dan is het de kunst om een alternatief te vinden.

 

 

Alternatieven, al dan niet aansluitend bij de richting die je uit bent gegaan

 

In mijn coachtrajecten brengen we jouw interesses en kwaliteiten in kaart en de omgeving die het beste bij jou past. We staan stil bij wat werk voor jou betekent en de bijdrage die jij wilt leveren met je werk.

Dat alles vormt de input voor het profiel van jouw ideale werk. Dat is het antwoord op de vragen ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?

Door het werken met ‘succesverhalen’ ervaar je letterlijk in je lijf waar je warm voor loopt. En welke alternatieven bij je passen.

Zo ervaarde een hbo-verpleegkundige die vastliep in haar werk als dialyseverpleegkundige dat ze energie krijgt van het werken met jonge kinderen. Ze heeft haar PABO-diploma weer ‘afgestoft’ en ze heeft, zoals ze het zelf noemt, ‘een heel leuke, fijne, positieve werkplek gevonden’. Ze gaat fulltime aan de slag als leerkracht.

De afgestudeerde huisarts heeft een mooi alternatief gevonden als arts bij de GGD. De masterstudent tandheelkunde heeft de overstap gemaakt naar bestuur en beleid in de gezondheidszorg.

De dierenarts is zich aan het oriënteren in de richting van het doen van research, uitwerken van casuïstiek, interpreteren van resultaten en adviseren met betrekking tot gezondheid en welzijn van dieren.

 

 

Tenslotte

 

Kun je wel wat tips gebruiken voor het maken van een loopbaanswitch? Die vind je hier:
Geen spijt van je loopbaanswitch
Hoe je succesvol een loopbaanswitch kunt maken
Als je een loopbaanswitch wilt maken, gaat je cv je niet helpen
Hoe je jouw LinkedIn profiel optimaliseert voor een loopbaanswitch
Drie aandachtspunten voor een succesvolle loopbaanswitch

 

 

 

 

Waarom het goed is om de tijd te nemen om stil te staan bij wat je echt wilt

 

Het is zo gek nog niet om een laatbloeier te zijn. Ik las het in een artikel in mtsprout. Het is goed om je de tijd te gunnen voor ontwikkeling en uitgebreid stil te staan bij wat je echt wilt. Want je bewust worden van je kwaliteiten en vervolgens ze op een voor jou zinvolle manier gebruiken om ze tot volle bloei te laten komen, is het fundament voor de ontwikkeling van een goed leven.

 

Debuut laatbloeier

copyright foto: Anton_Ivanov / Shutterstock.com

 

Het risico van zo vroeg mogelijk pieken en zo snel mogelijk carrière maken

 

Persoonlijke voldoening wordt te vaak ondergeschikt gemaakt aan professionele prestaties, volgens Rich Karlgaard, uitgever van Forbes Magazine en auteur van het boek Late Bloomers.

Vroeg presteren weerhoud je ervan om je passies te ontdekken.

In plaats van het hebben van diverse interesses, in de breedte te studeren en je tijd te nemen om jezelf te leren kennen, word je door je omgeving algauw aangemoedigd om een bepaalde richting te kiezen. En veilige, stabiele en lucratieve loopbaanpaden te volgen. Met als gevolg dat uitblinken in een specifieke beroepsrichting door velen wordt verkozen boven persoonlijke voldoening. Daardoor kunnen ze zichzelf in dat proces verliezen.

Dat doet mij denken aan iemand die ik heb geholpen met het maken van een cv, aangepast aan de vacature en het schrijven van een overtuigende sollicitatiebrief. Het betrof een zware functie. Een functie die een zware wissel zou trekken op zijn jonge gezin. Dat realiseerde hij zich goed. Hij besefte ook dat hij flinke concurrentie zou hebben van geïnteresseerden met meer levenservaring dan hij. Maar ondanks dat alles, wilde hij er als eind dertiger voor gaan. Voor hem was het een kans om een stapje hoger te komen op de ladder. En qua salaris in een hogere schaal. Helaas viel de keus op iemand met meer levenservaring dan hij. Voor zijn welbevinden misschien wel zo goed.

 

 

In plaats van vroeg pieken in een specialisme is het goed om je van jongs af aan breder te oriënteren

 

Het zijn juist de generalisten die op veel gebieden – vooral die complex zijn – uitblinken. Dat beschrijft David Epstein in zijn boek ‘Waarom generalisten verder komen’. Generalisten zijn creatiever, flexibeler en in staat om verbindingen te maken die hun meer gespecialiseerde collega’s niet zien.

Terwijl je misschien zelf als generalist zou denken, dat je minder waarde kunt leveren op de arbeidsmarkt omdat je geen specialisme hebt.

Ik hoor dat soms van coachklanten. Ze denken dat ze als generalist nergens écht goed in zijn, omdat ze zo breed georiënteerd zijn. Maar juist door die brede oriëntatie hebben ze zich breed ontplooid en breed ontwikkeld.

 

 

Met een laatbloeier is niets mis, integendeel

 

Het is goed om je de tijd te gunnen om je passies en je talenten te ontdekken.

Rich Karlgaard geeft in zijn boek Late Bloomers een wetenschappelijke verklaring voor het pas op latere leeftijd tot bloei komen.

Pas rond je vijfentwintigste zijn je hersenen voldoende ontwikkeld. Voor sommigen is dat zelfs nog iets later. En in feite pieken de capaciteiten van onze hersenen op verschillende leeftijden. We ervaren eigenlijk meerdere periodes van bloei in ons leven.

Doordat laatbloeiers de tijd nemen om hun weg in het leven te ontdekken, ontwikkelen zij sterke punten die zijzelf misschien niet direct als zodanig zien of ervaren. Bij die sterke punten kun je denken aan kwaliteiten als nieuwsgierigheid, inzicht, veerkracht, wijsheid, mededogen. Het zijn kwaliteiten die door werkgevers worden gewaardeerd en die zeker op een arbeidsmarkt die sterk aan verandering onderhevig is, heel waardevol zijn.

Levenservaring geeft laatbloeiers bovendien het voordeel dat ze minder gevoelig zijn voor wat anderen van hen denken. Ze zijn minder afhankelijk van de erkenning van anderen en ze hebben daardoor over het algemeen meer zelfvertrouwen. Als persoon ben je dan ook stabieler en voel je je vrijer.

 

 

Het is nooit te laat om jezelf te worden

 

Zo las ik dat Aristoteles zich pas wijdde aan schrijven en filosofie vanaf zijn vijftigste.

En aansprekend en misschien bekend is onderstaand voorbeeld, dat ik las in een artikel van Kevin Evers in Harvard Business Review:

In vrije vertaling:

Als je steeds weer vastloopt. Bijvoorbeeld zoals Joanne, een getalenteerde en creatieve vrouw, die hopte van baan naar baan in haar twenties, werkend als onderzoeker, secretaresse en docent Engels als tweede taal.

Ze was depressief, zag geen uitweg en voelde zich een totale mislukkeling. Maar ze eigende zich het gevoel van wanhoop toe en zette het om in iets positiefs. Doordat het haar niet gelukt was om een standaard loopbaan pad te volgen, voelde ze zich vrij om te doen wat ze altijd al had willen doen. Dat was fantasieverhalen schrijven voor kinderen. Zoals ze later zou vertellen, “Ik stopte met mezelf voor te doen alsof ik iemand anders was dan wie ik was.

Alle kans dat je van haar gehoord hebt of misschien zelfs werk van haar gelezen hebt.

Haar schrijversnaam is J.K. Rowling.

 

 

 

Ben je niet gelukkig met het loopbaan pad dat je tot nu toe gelopen hebt? En vraag je je, zoals een van mijn coachklanten, af ‘Wat zijn mijn ankers voor werkgeluk?’ en ‘Op welke plek in de organisatie functioneer ik het beste?’.

Neem contact met me op en leg je vragen aan me voor.

 

 

 

 

Waarom ondernemend zijn nog niet wil zeggen dat je geknipt bent voor het ondernemerschap

 

Een paar weken terug had ik een oriënterend gesprek met een coachklant. De plek waar ze werkt ervaart ze niet echt als inspirerend. Ze vindt de organisatie erg naar binnen gekeerd en de familiaire cultuur die er heerst past niet goed bij haar.

Graag zet ze een volgende stap in haar loopbaan met daarbij de vraag: ‘welke kant ga ik nu op?’ Wordt het een andere functie in hetzelfde werkveld of in een ander werkveld?

Andere grote organisaties in hetzelfde werkveld zijn het voor haar in elk geval niet. Wel andere, kleinere organisaties?

Innovatief en creatief zijn trekt haar aan. Ze ziet zichzelf als ondernemend en haar vraag is dan ook: ‘ben ik een ondernemer?’

En daarop aansluitend: ‘past zelfstandig ondernemerschap bij mij of is het voor mij voldoende om te ondernemen in mijn eigen loopbaan?’

 

Voor een succesvol ondernemer is ondernemend zijn niet genoeg

 

Zelfstandig ondernemerschap vraagt meer dan ondernemend zijn

 

Ondernemend zijn betekent nog niet dat je geknipt bent voor het ondernemerschap. Ook al is het wel een belangrijke competentie.

Als andere competenties die je nodig hebt om succesvol te zijn als ondernemer worden door ondernemers genoemd: doorzettingsvermogen, creativiteit, passie voor je product of je dienst, risico’s durven nemen, flexibiliteit, commercieel inzicht en betrouwbaarheid.

De Kamer van Koophandel noemt enthousiasme, flexibiliteit en doorzettingsvermogen als belangrijke persoonseigenschappen voor een ondernemer.

Naast die persoonseigenschappen moet je volgens de KvK ook over vaardigheden beschikken zoals bijvoorbeeld commercieel inzicht, marketing, netwerken en kennis van boekhouden. Die vaardigheden kun je leren.

 

 

Als ondernemer krijg je naast je eigen vak, er een vak bij

 

Het is goed om je te realiseren dat je als ondernemer naast je eigen vak er een vak bij krijgt; ondernemen en alles wat daarbij komt kijken.

En als je het net als ik, leuk vindt om je te ontwikkelen en te leren, dan gaat er een hele nieuwe wereld voor je open. Ik heb dan ook heel wat trainingen en cursussen gevolgd op het terrein van bijvoorbeeld marketing, financieel succesvol ondernemen, schrijven, SEO, systematiseren van bedrijfsprocessen.

Er komt naar mijn ervaring dus heel wat kijken bij zelfstandig ondernemerschap en ik heb de indruk dat het door menigeen wordt onderschat.

Overweeg je om een overstap te maken van loondienst naar zelfstandig ondernemerschap? Wil je inzicht in jouw ondernemersvaardigheden? Doe de test van de KvK.

 

 

Groei van aantal zelfstandig ondernemers

 

Zelfstandig ondernemerschap is erg in trek.

Volgens de cijfers van de Kamer van Koophandel groeide in 2022 opnieuw het aantal bedrijven in Nederland. Van bijna 2,2 miljoen begin 2022 naar ruim 2,3 miljoen bedrijven op 31 december. Al met al een groei van 5,7%. Het overgrote deel van die groei komt op conto van zzp’ers.

Op 1 januari van dit jaar was 17 procent van de werkzame beroepsbevolking een zelfstandig ondernemer zonder personeel. Een decennium geleden was dat nog 10 procent. De werkzame bevolking nam in de afgelopen tien jaar met 14 procent toe. Het aantal zzp’ers ging in die periode met 84 procent omhoog naar meer dan 1,6 miljoen. Inmiddels is 70 procent van alle ondernemingen te typeren als zzp’er, aldus de KvK.

 

 

Pros en cons van zelfstandig ondernemerschap

 

Afhankelijk van wat werk voor jou betekent en wat je terug wilt zien in je werk zul je aspecten van zelfstandig ondernemen zien als iets positiefs, dan wel iets negatiefs.

In zijn algemeenheid worden als positieve aspecten van zelfstandig ondernemerschap genoemd: eigen baas zijn, je eigen tijd indelen, werken wanneer en waar je wilt, meer verdienen, persoonlijke ontwikkeling, afwisseling en creatief werken. En ondernemen prikkelt je creativiteit en je probleemoplossend vermogen.

Een aantal van die aspecten hebben te maken met vrijheid. Kennelijk is vrijheid voor veel zelfstandig ondernemers cruciaal. Bijvoorbeeld voor Minou Üçerler. Haar uiteindelijke doel is stoppen op haar 35ste en gaan genieten.

Alsof je niet kunt genieten van je werk, denk ik dan.

Vrijheid is een voorbeeld van een waarde die voor de ene zelfstandig ondernemer ervaren wordt als een pré. Voor een ander kan het juist een van de redenen zijn om te stoppen met het zelfstandig ondernemerschap. Bijvoorbeeld voor een van mijn coachklanten. Als zelfstandig ondernemer mist hij structuur en ook collega’s en daardoor drive en energie.

Vrijheid betekent ook steeds zelf nieuwe opdrachten binnenhalen. De een gaat dat gemakkelijk af en voor zo iemand is het een leuk aspect van zelfstandig ondernemerschap, voor een ander is het een hell of a job. En kan het zelfs een reden zijn om na wikken en wegen te stoppen als zelfstandig ondernemer.

 

 

Positieve kanten van zelfstandig ondernemerschap worden vaak overschat en negatieve kanten onderschat

 

In de eerste zes maanden van 2022 zijn er 76.000 bedrijven opgeheven, het hoogste aantal sinds 2007 – het jaar dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) begon met meten. Vooral zzp’ers stopten ermee. Ongeveer vier van de vijf gestopte bedrijven waren van een zelfstanding ondernemer.

Sanne Wolters, freelancejournalist voor het AD en Nu.nl schreef een artikel over stoppen met zelfstandig ondernemen en interviewde mij als loopbaancoach.

Want wat als je een eigen bedrijf hebt, maar het ondernemen na een paar jaar toch tegen begint te vallen?

Lees het artikel van Sanne Wolters en laat je inspireren.

 

 

 

Ik ben heel benieuwd naar jouw ervaringen als zelfstandig ondernemer.

Wat heeft jou voor zelfstandig ondernemerschap doen kiezen?

En als je gestopt bent als zelfstandig ondernemer en weer in loondienst bent gegaan, wat heeft jou doen stoppen?

Zou je dat willen delen?

Door jouw afwegingen te delen kun je anderen inspireren, dan wel ondersteunen om te komen tot een besluit.

 

 

 

 

Waarom alleen een testbatterij bij loopbaanvragen geen duurzame oplossing biedt

 

Onlangs werd ik benaderd door een van mijn netwerkcontacten met de vraag of ik zijn zoon kon helpen om een goede stageplek te vinden.

Tot een oriënterend gesprek ben ik altijd bereid. En ik zet mijn netwerk graag in om voor mensen een opening naar een mooie baan te creëren. Mensen met elkaar verbinden en mijn steentje bijdragen, zodat mensen hun ideale werk kunnen realiseren, is onderdeel van mijn missie.

En zogezegd, zo gedaan.

We hadden een leuk gesprek. Toch had ik mijn bedenkingen. De studiekeuze na het voortgezet onderwijs bleek al een moeilijke puzzel. Het maken van tests gaf voor dat moment een oplossing. Maar de vraag ‘Wat wil ik nu echt?’ was kennelijk niet beantwoord en kwam in alle hevigheid weer naar voren bij de keuze voor een stageplek.

Want als je niet weet wat je zoekt, ook al gaat het om een stageplek, dan zul je het niet gauw vinden. En als jij niet weet wat je een werk- of opdrachtgever te bieden hebt, dan zal een werk- of opdrachtgever niet gauw geneigd zijn om in jou te investeren.

 

Waarom alleen een testbatterij bij loopbaanvragen geen oplossing biedt

 

Zelfkennis is nodig om tot een goede keuze te komen

 

En niet alleen zelfkennis. Eerder zelfbewustzijn.

Je bewust zijn van wat je een werkgever te bieden hebt. Wat je kwaliteiten zijn en wat voorbeelden zijn waaruit blijkt dat je genoemde kwaliteiten hebt. Wat jouw ambities zijn, waar jouw interesses met name naar uitgaan en waar jij warm voor loopt.

En ook niet onbelangrijk, wat een omgeving is die je nodig hebt om te groeien en te bloeien. Waarbij je dan meer kunt benoemen dan bijvoorbeeld een fijne, gezellige omgeving waarin goed met elkaar wordt samengewerkt.

 

 

De makke van zelfkennis op basis van gemaakte tests

 

Door het maken van tests kun je van alles over jezelf aan de weet komen. Bijvoorbeeld waar je goed in bent, wat je persoonlijkheidstype is, welke werkomgeving bij je past, waar jouw interesse naar uitgaat, welke waarden belangrijk voor je zijn.

En als het goed is, dan is met je besproken in hoeverre jij je in de resultaten herkent. Zodat je ook zelf met voorbeelden de testresultaten kunt staven.

Maar het blijven testresultaten, in termen van ‘de test zegt…’ of ‘uit de test komt dat ik …’.

Vul zelf maar in wat er uit de test gekomen is.

Zo verging het ook de zoon van mijn netwerkcontact. Maar op mijn vragen waar hij met name goed in is en waar zijn interesse met name naar uitgaat, kon hij geen antwoorden geven. Kennelijk had hij de testresultaten, wat ik noem, niet geïncorporeerd. Hij had ze zich niet eigengemaakt.

Waardoor de keuze voor een stageplek drijfzand zou worden. Als er niet eerst gewerkt zou worden aan een stevig fundament.

 

 

Door gesprekken en werken aan opdrachten zelf komen tot een antwoord op je loopbaanvraag

 

In een eerder artikel schreef ik over ‘het geheim van waaromvragen’.

Vragen en met name waaromvragen zetten aan tot nadenken.

Het antwoord op jouw loopbaanvragen zit naar mijn mening al in jou. Je hoeft het niet te bedenken. Voor mij als loopbaancoach, is het de kunst om samen met jou dat antwoord eruit te halen.

Dat eruit halen doen we niet alleen door het voeren van gesprekken. Je gaat met allerlei opdrachten/oefeningen aan het werk, waardoor steeds weer nieuwe of aanvullende informatie zichtbaar of bespreekbaar wordt. Zodat uiteindelijk de hele puzzel gelegd kan worden en het antwoord op de loopbaanvraag heel helder tevoorschijn komt.

 

 

De kracht van het zelf (al dan niet begeleid) beantwoorden van je loopbaanvraag

 

Heb je eenmaal het voor jou passende antwoord op jouw loopbaanvraag gevonden, dan voel je ook de kracht om er vol voor te gaan.

Het antwoord geeft je energie en brengt je in beweging.

Dat zie ik bij mijn coachklanten. Eenmaal het antwoord gevonden, hebben ze niet alleen een stevig fundament om succesvol werk te maken van hun ideale werk. Ze hebben ook de energie en de drive om er vol voor te gaan.

Vooral ook omdat ze het antwoord hebben geïnternaliseerd. Het is van hen en komt niet van buiten. Ze hebben gevoeld waar ze goed in zijn, waar ze energie van krijgen en waar ze in willen groeien.

 

 

Ben je getriggerd door mijn artikel? Lees ook nog eens mijn artikel ‘Tests zijn heel zinvol, hoewel……….’

 

 

Ben je niet gelukkig met je huidige werk? Wil je in 2023 stappen zetten, maar weet je niet in welke richting?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?

 

En wil je, al dan niet na het lezen van mijn boek, jouw vragen aan me voorleggen?

Neem contact met me op en maak een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Blijven zitten waar je zit of de kans grijpen om vrijwillig te vertrekken

 

Ja, ik wil eruit. Ik wil breed kijken. Ook al weet ik nog niet hoe mijn toekomst qua werk er dan uit moet gaan zien. Ik wil de wijde wereld in.”

Een heel proces heeft hij al doorlopen. Veel is hij het gesprek met zichzelf en zijn naaste omgeving aangegaan. Blijf ik in mijn sweet spot of grijp ik mijn kans om mijn grenzen te verleggen?

Ook al staat hij niet op de lijst van degenen die moeten vertrekken, de reorganisatie heeft hem wel aan het denken gezet. Blijf ik zitten waar ik zit of grijp ik mijn kans en ga ik er vrijwillig uit?

Het is zo goed als zeker. Hij kiest voor het laatste. Met zijn werkgever is hij daarover in gesprek. De lijn met mij als loopbaancoach heeft hij uitgezet.

Hij is van mijn coachklanten overigens niet de enige die van een reorganisatie gebruik maakt om vrijwillig te vertrekken. Of daarop anticipeert en alvast voorsorteert door zich te oriënteren op mogelijkheden buiten het bekende vakgebied en werkveld.

 

Je sweet spot verlaten, durf om keuzes te maken en de zeilen bij te stellen, vraagt moed. Meer moed dan blijven zitten in je sweet spot, want de consequenties van het stappen uit de zekerheid van een baan, zijn van tevoren niet te voorspellen.

Waren die wel te voorspellen, dan was er geen of nauwelijks moed voor nodig.

 

Blijven zitten in sweet spot of wijde wereld in

 

Sweet spot; een begrip dat in diverse contexten een specifieke betekenis heeft

 

Het begrip sweet spot wordt in meerdere contexten gebruikt.

In de sport is het de plek waar een slag of stoot resulteert in een maximale respons voor een bepaalde inspanning. Zo resulteert bijvoorbeeld bij tennis, honkbal of cricket, een bepaalde slag in een grotere impuls als de bal het racket (of de bat) op de sweet spot raakt.

In marketing komt het begrip terug in de marketingpiramide. De sweet spot is dan de aanduiding voor wat men noemt de mid-end producten. Dat zijn de producten waar je met een bepaalde inspanning maximale respons creëert. Dat zijn bijvoorbeeld ook producten, die opschaalbaar zijn, die je kunt aanbieden aan grotere groepen. Zo leerde ik jaren geleden in een marketingopleiding.

In contentmarketing  is de sweet spot de plek waar twee belangrijke elementen uit je ondernemerschap samenkomen en elkaar deels overlappen. Enerzijds heeft elke ondernemer of elk bedrijf (unieke) kennis en vaardigheden in huis. Anderzijds is er passie of zijn er de pijnpunten van de klant. Waar die twee samenkomen, dat is de sweet spot.

Ook in de geluidstechnologie heeft men het over de sweet spot. Het gaat dan om het bereik waarin geluid optimaal klinkt. Waar dit precies ligt, hangt blijkbaar af van je geluidsinstallatie, het aantal luidsprekers én de positie van elke speaker.

 

Ook al heeft het begrip sweet spot in diverse contexten een specifieke betekenis, in alle contexten gaat het om een optimaal punt of een optimale combinatie van factoren of kwaliteiten.

 

 

De sweet spot met betrekking tot mens en werk

 

Met betrekking tot mens en werk is de sweet spot, de plaats waar jij als professional op je plek zit. Waar je voldoening en plezier kunt halen uit je werk.

Dat is waar je bezig kunt zijn met activiteiten die je makkelijk afgaan, waar je heel goed in bent. En met activiteiten die jij graag doet, waar je energie van krijgt en je krachtig door voelt.

En dat alles in een omgeving waarin jij kunt groeien en bloeien, jouw persoonlijke biotoop.

 

 

Hoe de sweet spot negatief kan gaan werken

 

Werkend in je sweet spot kun je het stadium bereiken waarin alles vanzelf lijkt te gaan.

Dat je zonder noemenswaardige inspanning kunt behalen wat en hoe je het wilt. Met als gevolg dat je je ook niet meer harder inspant. Want waarom zou je?

Dat lijkt misschien aantrekkelijk, maar je hebt alle kans dat werk dan gauw verveelt en leidt tot zekere gelatenheid, inschikkelijkheid.

 

Dat wil mijn coachklant voorkomen. Sterker nog, dat is wat hij helemaal niet zoekt en nastreeft. Hij bruist van energie en wil graag zijn tanden zetten in iets nieuws. Ook al weet hij nog niet hoe dat nieuwe werk eruit moet gaan zien.

Onderzoeken welke mogelijkheden hij nog meer heeft, zichzelf ontwikkelen, uitdagingen omarmen; dat is wat hij wil.

Dat besluit gaat verder dan rationele overwegingen en komt voort uit een diepe overtuiging. Het gehoor geven aan die overtuiging vraagt moed.

Meer over de factor moed lees je in mijn volgende artikel.

 

 

 

Neem jij geen genoegen met werk in jouw sweet spot?

Wil jij zelf de regie in je loopbaan en ga jij voor een hot spot, werk waar je gelukkig van wordt en ook nog een mooi inkomen mee genereert?

Lees mijn aanbod met betrekking tot individuele loopbaancoaching. En neem contact met me op voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.