Tag Archief van: richting bepalen

Wil je plezier op het werk of wil je meer dan dat?

 

Een coachklant schreef in een van zijn succesverhalen:

“Op vakantie hadden we een paar tijdschriften ‘Psychologie’ meegenomen. Daarin stond een artikel over Nederlanders in de politiek. Een vraag aan die politici was, welk boek ze het meest indrukwekkend vonden. Meerdere politici antwoordden: de Ethica van Aristoteles. Terug van vakantie heb ik dat boek meteen besteld en gelezen.

Het begin van de Ethica vond ik verbijsterend sterk. Het gaat over hoe mensen gelukkig worden en wat daarvoor nodig is. Aristoteles geeft een prachtige analyse daarvan. Het is ongelofelijk; het boek is 350 v Christus geschreven en toch zo actueel als het maar kan.

Het mooie vond ik ook om te zien, dat gelukkig worden blijkbaar niet wezenlijk anders is dan ruim 2000 jaar geleden. Ondanks de snelle veranderingen in onze maatschappij. Die veranderingen zijn blijkbaar oppervlakkig en veranderen niet wezenlijk het gelukkig worden van mensen”.

 

Toevallig (wat is toeval?) heb ik onlangs een artikel gelezen, waarin ook de Ethica van Aristoteles werd aangehaald.

Dat artikel (LoopbaanVisie, april 2012) gaat over loopbaanethiek en vooral over de vraag Wat is een goede loopbaan? Of eigenlijk breder, wat is een goed leven?

Met betrekking tot loopbaan en werk is het de vraag waar mensen gelukkig van worden. Daaraan gerelateerd, wat het verschil is tussen geluk en plezier op het werk. Van plezier kun je genieten. Maar alleen plezier op het werk maakt je niet gelukkig.

Waarom zou genieten je niet gelukkig maken?

 

Waarom plezier op het werk niet genoeg is om je gelukkig te maken

 

Van alleen plezier op het werk word je niet echt gelukkig

 

Plezier op het werk, genieten is prettig en zeker niet onbelangrijk.

Voor sommigen zelfs zo belangrijk, dat ze het noemen als een van de eerste criteria bij de keuze van werk.

Soms geven mensen dat ook aan, zeker als ze ervaren hebben wat het voor hen betekent als dat genieten ontbreekt. Want vaak realiseer je je pas hoe belangrijk iets voor je is, als je het mist.

 

Maar alleen plezier op het werk maakt je waarschijnlijk niet gelukkig in je werk. In een eerder artikel heb ik daarover al geschreven.

Seligman zegt daarover:”Successfully pursuing pleasure does not necessarily lead to life satisfaction, but successfully pursuing the Good Life and the Meaningful Life does lead to higher satisfaction”.

Voor de meesten is inderdaad voldoening, daadwerkelijk ervaren dat je er toe doet, belangrijk om gelukkig te zijn met je werk.

Die voldoening heeft alles te maken met jouw persoonlijke missie, het kunnen inzetten van je competenties voor een voor jou nastrevenswaardig doel.

 

 

Plezier op het werk en intrinsieke en extrinsieke motivatie

 

Voldoening heeft alles te maken met intrinsieke motivatie. Bij intrinsieke motivatie kun je denken aan bijvoorbeeld persoonlijke groei en ontwikkeling als professional, betekenisvolle relaties en een bijdrage leveren aan de maatschappij.

Kennelijk hebben mensen er behoefte aan om een positieve betekenis te hebben voor anderen. We hebben er behoefte aan om onze talenten te ontwikkelen en deze in te zetten ten dienste van anderen en de maatschappij.

Mensen die intrinsieke motieven benadrukken, voelen zich ook prettiger dan zij die vooral extrinsieke zaken nastreven.  Er zijn een aantal onderzoeken die dat hebben aangetoond.

Bij extrinsieke motivatie kun je bijvoorbeeld denken aan materiële doelen, geld, status of uiterlijk. En plezier op het werk is denk ik ook een voorbeeld van een extrinsiek doel. Althans, als het alleen maar gaat om het maken van plezier met elkaar, los gekoppeld van de inhoud van het werk dat je doet.

 

Van extrinsieke doelen kun je genieten. Maar of je er op den duur gelukkig van wordt, dat is nog maar de vraag.

People who achieve a sense of meaning in their lives are happier than those who live from one pleasure to another. (Layard, 2005, p.22)

 

Wat maakt werk voor jou belangrijk?  Is dat vooral het geld dat je ermee verdient? De status die je ermee verwerft? Of wil je met je werk ook graag een bijdrage leveren aan een hoger doel?

 

 

Werkgevers en opdrachtgevers zijn op zoek naar intrinsiek gemotiveerde mensen

 

Heeft een potentiële werkgever jou wel eens gevraagd waarom je voor zijn organisatie wilt werken? En wat de aangeboden functie voor jou interessant maakt en de moeite waard om je ervoor in te zetten?

Ik kan me voorstellen dat je dan niet op de proppen komt met het salaris dat je zou kunnen gaan verdienen of de mooie lease auto die in het vooruitzicht wordt gesteld. Tenzij het bij het bedrijf of de sector waar je wilt werken uitsluitend gaat om geld verdienen.

Maar anderszins is dat niet het antwoord dat men wil horen, want van die kandidaten heeft men er dertien in een dozijn.

Een werkgever wil intrinsiek gemotiveerde mensen. Mensen met passie voor het werk dat ze doen. Mensen die gaan voor de doelen van de organisatie waarvoor ze werken, in overeenstemming met hun persoonlijke missie.

 

Welke bijdrage wil jij leveren door wat je doet in je werk? Wat is jouw persoonlijke missie met betrekking tot werk?

 

 

 

Vind je het moeilijk om daar een antwoord op te geven? Vind je het ook moeilijk om aan te geven waarom een werkgever jou moet kiezen en niet iemand anders?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Een vijftal opdrachten als handreiking om te ontdekken en te onderkennen wat belangrijk voor je is en te komen tot een antwoord op de vraag ‘Wat wil jij uit je leven halen?’ 

 

Je zou je als carrièrevrouw schuldig moeten voelen tegenover je gezin”.

Je zou je schuldig moeten voelen. Van onze belastingcenten is er zo veel in je geïnvesteerd en nu kies je ervoor om als hoogopgeleide thuis te zitten”.  

Je zou financieel op eigen benen moeten staan”

Je zou niet afhankelijk moeten zijn van het inkomen van een partner”.

 

Het is geen wonder dat het moeilijk is om antwoord te geven op de vraag ‘Wat wil jij uit je leven halen?’. En dus je persoonlijke missie, je eigen richting te bepalen. “Je zou” , “je moet”; hoe vaak wordt dat niet tegen je gezegd.

Zelfs zonder alle omgevingsinvloeden die op je inwerken, is het moeilijk om fundamentele vragen zoals ‘Wat wil jij uit je leven halen?’ te beantwoorden.

Wat betekent bijvoorbeeld werk voor je? En welke bijdrage wil je leveren door wat je doet in je werk?

Wat is naast werk belangrijk voor je? En hoe verhouden die zaken zich tot jouw werk?

 

Bovenstaande vragen hebben alles te maken met je persoonlijke missie. In die persoonlijke missie geef je expliciet antwoord op de vraag ‘Wat wil jij uit het leven halen?’.

 

In dit artikel geef ik je aan de hand van een vijftal opdrachten, handreikingen om te ontdekken en te onderkennen wat werkelijk belangrijk voor je is.

In een volgend artikel geef ik je tips hoe je door evaluatie en analyse van de verzamelde informatie je persoonlijke missie kunt formuleren.

 

Wat is jouw persoonlijke missie? Wat wil jij uit je leven halen?

 

Opdracht 1: Waar droomde je van als kind?

 

Wat wilde jij worden, toen je nog een kind was? Waar droomde je van?

Om je verlangens en wensen boven tafel te krijgen, kan het helpen om terug te denken aan je vroege jeugd.

Door alle ‘je zou’s’ en ‘je moet’s’ kan het namelijk heel goed zijn, dat je je eigen wensen en behoeften enigszins hebt weggestopt. Dat ze in elk geval voor jou minder gemakkelijk grijpbaar zijn.

 

Een mooi voorbeeld daarvan kwam afgelopen week ter sprake in mijn coachgesprek met Frederique.

Frederique heeft een HBO-studie Marketing Management gedaan. Daarna is zij Sociologie gaan studeren. Als afstudeerrichting koos zij Beleid en Consultancy.

Haar keuze als vervolgopleiding viel op Sociologie, omdat ze de maatschappelijke component in Marketing miste. Bovendien wil ze graag iets goeds doen voor de maatschappij.

Bij de opstart van het coachonderdeel betreffende de persoonlijke missie vroeg ik haar, of ze zich kon herinneren wat ze als kind, later wilde doen. Ze kon die vraag heel gemakkelijk beantwoorden: “Bij Sire werken”.

Ze was zelf helemaal verbaasd over wat er boven kwam drijven. Temeer omdat het zo goed paste bij wat ze bij haar voorkeuren en aversies met betrekking tot organisaties al naar voren had gebracht.

Maar zonder het naar boven halen van die jeugddroom, had ze niet gauw aan Sire gedacht.

 

De jeugddroom van Frederique paste wonderwel goed in haar zoektocht naar de ideale baan, nu en voor de toekomst. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn.

 

Misschien is je jeugddroom wel heel onrealistisch. Het kan dan helpen om te onderzoeken wat de essentie ervan is. Wellicht kun je die essentie anderszins in je leven terug laten komen.

Of wellicht heeft je interesse zich ontwikkeld in een heel andere richting.

Maar ondanks dat, je jeugddromen kunnen een krachtige indicatie zijn voor je richting naar de toekomst.

 

 

Opdracht 2: Wat zijn jouw interesses? Sterker nog, wat fascineert jou?

 

Wist je, dat je je werk kunt maken van je interesses? Dat soms die banen al bestaan? En als ze niet bestaan, dat je zo’n baan zelf kunt creëren?

Hoe dan ook, je interesses en fascinaties kun je onderdeel maken van je loopbaan. Van wezenlijk belang daarbij is, dat je ze goed in beeld hebt.

 

 

Opdracht 3: Wat is belangrijk voor jou?

 

Die vraag kun je heel breed oppakken. Beperk je bij de beantwoording niet tot wat belangrijk voor je is in werk.

Een van de oefeningen in dit verband is de ‘Dertig Dagen oefening’.

Dat is een oefening om je bewust te worden van wat voor jou de moeite waard is om gezien of gehoord te worden.

De oefening houdt in, dat je dertig dagen lang een map (of een bestand op je computer of tablet) bij houdt, waar je alles in stopt wat jou inspireert en/of aanspreekt.

Dit kunnen bijvoorbeeld stukjes uit de krant zijn, van internet, een foto, een citaat, een kaart, een voorwerp, een opmerking op straat of een gesprek in de trein. Het is de kunst is om in eerste instantie alleen te verzamelen en verder niets. Eerst ervaren wat jou iets te zeggen heeft. Later ga je alles wat je verzameld hebt evalueren en analyseren.

 

 

Opdracht 4: Wat wil je bereiken?

 

Een van de oefeningen om daar zicht op te krijgen is de opdracht ‘20 jaar vanaf  nu’. Die opdracht luidt als volgt:

Plaats jezelf in de toekomst. Stel je voor, het is 20 jaar vanaf nu. Je zit aan je kop koffie en opent de krant. En ja, je naam kopt in de krant. Onder de kop een artikel over jou.

Het verhaal gaat over jouw prestaties, jouw bijdragen, waar het gebeurde en wat de betekenis is van wat jij gedaan hebt, voor andere mensen. Er staan ook uitspraken in van jou, je vrienden, je collega’s.

Neem een leeg vel papier en schrijf er boven:………………………… (twintig jaar vanaf nu)   ……………………………………….…(kop van het artikel)

Als je tevreden bent met je kop, veronderstel dan dat die kop de aandacht trekt van duizenden lezers.

Geef de lezer nu het verhaal. Schrijf in het artikel alles wat je waar wilt maken in de komende twintig jaar. Vergeet om realistisch of pragmatisch te zijn. Droom, fantaseer, schrijf wat je wilt. Neem net zoveel ruimte als je wilt.

Als je klaar bent, herlees je je verhaal en geniet je ervan.

 

 

Opdracht 5: Wat is jouw boodschap aan de gemeenschap?

 

Wat zou jij aan iedereen mee willen geven?

In mijn coachtrajecten en in mijn trainingen gebruiken we daarvoor onder andere de ‘billboardoefening’:

Stel je eens voor, dat je een week lang gratis een billboard langs de weg mag gebruiken. Daarop mag je zetten, wat jij aan iedereen die langs dat bord komt, mee wilt geven.

Dat kan bijvoorbeeld een persoonlijk statement zijn of een filosofische boodschap aan ‘jouw wereld’. De keuze is aan jou. Het is ook aan jou of je je boodschap in woorden overbrengt of in beeld(en).

Geef jezelf een paar minuten de tijd om hierover na te denken en schrijf het op.

 

 

Tot slot

 

Aan de hand van de vijf opdrachten zul je ervaren wat belangrijk voor je is en waarvan ‘jouw vuurtje gaat branden’.

In een volgend artikel geef ik je een stappenplan, zodat je na evaluatie en analyse van de verzamelde informatie je persoonlijke missie kunt formuleren.

 

 

Ben je door de oefeningen nieuwsgierig geworden naar mijn aanpak?

En kun je wel wat hulp gebruiken bij het uitstippelen van jouw loopbaanpad?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Laat je niet leiden door schuldgevoel, maak je keuze op grond van je persoonlijke missie

 

“Vrouwen moeten af van dat eeuwige schuldgevoel over hun gezin. Ze zouden zich eerder schuldig moeten voelen over het feit dat de overheid zo veel in ze heeft geïnvesteerd” (Dr. M.Bussemaker, minister van O, C en W in interview in Trouw, zaterdag 11 mei).

 

Die uitspraak van Jet Bussemaker heeft felle reacties losgemaakt. Niet alleen op Social Media, maar ook op fora in de dagbladen.

 “Wij zijn mijn vrouw dankbaar”, “ Zij wil niet zo keihard werken”, “Huismoeder is een eretitel” en “Ik doe wel vaak boodschappen”, aldus een aantal  carrièremannen in NRC (maandag 13 mei).

Maar ook geluiden die Bussemaker ondersteunen zijn te horen:

“Jet Bussemaker heeft een punt, echt” ( Rosanne Hertzberger in NRC 13 mei).

“Goed dat Bussemaker de zweep over de man haalt” (Margriet van der Linden in Volkskrant, woensdag 15 mei)

 

Kennelijk is emancipatie een gevoelig onderwerp. Door het aanbieden van de Emancipatiebrief aan de Tweede Kamer is het onderwerp ook weer even helemaal hot.

 

Ik realiseer me goed dat emancipatie vooral een maatschappelijke en politieke kwestie is. Aan emancipatie zit echter ook een persoonlijke, individuele kant.

Emancipatie heeft alles te maken met zelfsturing, zelf richting geven aan je levensloopbaan op grond van jouw persoonlijke missie. En aan de hand daarvan je keuzes bepalen.

 

persoonlijke missie als meetlat voor je keuzes

 

Voor zowel man als vrouw, de keuze is aan jou

 

Wist je, dat tot de vijftiger jaren veel patronen betreffende de man-vrouw verhouding door overheidsbeleid geregeld waren? En voor een deel in de wet waren vastgelegd?

Bijvoorbeeld dat vrouwen in overheidsdienst tot 1957 ontslagen werden als ze trouwden, ook leerkrachten in het onderwijs.

Wist je dat volgens de huwelijkswetgeving juridisch gesproken de man de baas in huis was? Dat getrouwde vrouwen zelfs tot 1956 volgens de wet handelingsonbekwaam waren? En dat tot 1984 bij wet geregeld was dat de mening van de man de doorslag gaf bij zaken als woonplaats en beslissingen over de kinderen?

Dat kun je je nu toch bijna niet meer voorstellen. En eerlijk gezegd wist ik, zelf getrouwd in 1974, ook niet dat het zo was.

 

Maar gelukkig voor vrouwen (en misschien ook wel voor mannen), staan sinds 1985 zelfstandigheid, keuzevrijheid en verantwoordelijkheid centraal in het emancipatiebeleid van de overheid.

Wat betreft de overheid heb je dus alle ruimte om je eigen koers te varen, je eigen keuzes te maken en jouw invulling te geven aan leven en werk.

Ongeacht of je man of vrouw bent.

Het is aan jou als vrouw om al dan niet te gaan studeren, te gaan voor een topbaan, een parttime baan of bewust te kiezen voor een rol als huismoeder.

Het is ook aan jou als man om jouw keuze te maken uit de diverse alternatieven.

 

 

“Huismoeder is een eretitel”

 

Dat is een uitspraak van Rob Weijnen (51) in NRC. Hij is getrouwd met Wiecky (36) en hij heeft twee dochters (11 en 4).

“Soms ontmoeten mijn vrouw en ik mensen op vakantie. Wat voor werk doen jullie? vragen ze dan. Antwoordt mijn vrouw: ik ben gewoon huismoeder. Ik zeg er dan altijd bij dat ‘huismoeder’ een eretitel is. Dat ze daar niet zo geringschattend over moet doen.

Wiecky Weijnen heeft twee Masters gedaan. Ze heeft nooit een betaalde baan gehad.

Kennelijk verwacht de buitenwereld dat zowel Wiecky als haar man een baan hebben. Dat is het patroon, zeker binnen bepaalde groepen.

Ik heb de indruk dat Rob zich geroepen voelt om de positie van zijn vrouw als huisvrouw te verdedigen. Of zo je wilt te verstevigen. Want anders had hij zijn uitspraak “Huismoeder is een eretitel” niet hoeven doen.

Kennelijk hebben mensen vaak de behoefte om hun keuze te verdedigen. Men voelt zich ter verantwoording geroepen. En mogelijk aangevallen op de keuze die men heeft gemaakt. Zeker als het gaat om basale keuzes, zoals de rol in werk en gezin.

Met als resultaat dat je je onnodig tekort geschoten of schuldig kunt voelen met betrekking tot de keuze die je hebt gemaakt.

 

Vanuit mijn visie als professional heb ik geen inhoudelijk oordeel over keuzes zoals boven genoemd, maar ik vind wel dat deze basale keuzes expliciet in lijn met je eigen koers moeten zijn.

 

 

Weten waar jij voor gaat en staat: jouw persoonlijke missie

 

Eigen keuzes maken, dat veronderstelt dat je weet wat belangrijk voor je is. Dat je weet waar je voor gaat en waar je voor staat. En dat heeft alles te maken met jouw persoonlijke missie.

Een persoonlijke missie formuleer je niet zomaar. Het vraagt het nodige onderzoek om duidelijk te krijgen wat met name belangrijk voor je is. Dat is een proces van opsporen en ontrafelen. Om vervolgens je persoonlijke missie daadwerkelijk te kunnen formuleren en je die eigen te kunnen maken.

 

Goed weten wat je wilt; een mooi voorbeeld daarvan is Barbara Baarsma.

Ik las een artikel over haar in Intermediair.

Zij was een van de kandidaten voor de functie van directeur van het Centraal Planbureau (CPB). Ze besloot zich overigens niet beschikbaar te stellen.

Zij gaat echter wel voor een topbaan. “De meeste vrouwen willen nou eenmaal niet fulltime werken. Een topfunctie vereist een werkweek van meer dan vijf dagen. Als je dat niet wil, moet je ook niet zeuren over een glazen plafond”, aldus Barbara Baarsma.

De zaken thuis heeft zij overigens goed voor elkaar. De reden dat ze “zo lekker kan werken” is dat ze het thuis “zo ongelooflijk goed heeft” zegt ze. Het combineren van haar werk met “de drie heren thuis”, is dan ook haar grootste trots.

 

 

Je persoonlijke missie als meetlat

 

Sociale verwachtingspatronen zijn van invloed op je keuzes.

Een keuze wordt gemakkelijk als je weet waarvoor je gaat en staat.

In de meeste trajecten bij MEER WAARDE IN WERK speelt de formulering van je persoonlijke missie een belangrijke rol.

Je persoonlijke missie werkt als meetlat. Als je je persoonlijke missie hebt eigen gemaakt en geïnternaliseerd, dan durf je eigen keuzes te maken.

Dan laat je je niet langer van de wijs brengen door wat de buitenwacht (en soms je partner) van je verwacht. Dan zullen uitspraken van anderen je ook minder raken, want jij weet immers zelf het beste waarvoor je doet wat je doet.

Je voelt je niet aangevallen en je hoeft je niet krampachtig te verdedigen.

 

En je hoeft zeker niet te roepen dat je niet bevoogd wilt worden.

 

 

 

Kun jij wel wat hulp gebruiken bij het formuleren van je persoonlijke missie?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Succesvolle mensen beseffen dat een carrière moet worden uitgebouwd

 

Heb jij een plan voor je loopbaan en volg jij de loopbaan zoals jij die hebt uitgestippeld?

Of ben jij iemand die vooral intuïtief keuzes maakt en rustig afwacht wat op jouw pad komt?

 

In een vorig artikel beschreef ik dat een loopbaan moeilijk te plannen is.

Je kunt wel een mooi loopbaanplan maken, maar door allerlei ontwikkelingen, in jezelf of in je omgeving, zul je die plannen toch vaak weer bij moeten stellen.

 

Betekent dat dan, dat je maar helemaal geen loopbaanplan moet maken?

Neen, integendeel.

 

Volgens Scott Blanchard is het opstellen van een loopbaanplan, een carrièreplan, cruciaal om een succesvolle loopbaan uit te bouwen.

 

Een loopbaanplan is cruciaal voor een succesvolle loopbaan

 

Misverstanden rondom het begrip ‘carrière’

 

Bij het begrip carrière ben je al gauw geneigd om te denken aan een loopbaan in opwaartse richting. We denken bij ‘carrière maken’ dan ook al gauw aan ‘promotie maken’.

‘Carrière’ is echter niet anders dan het Franse woord voor ‘loopbaan’. En een loopbaan is volgens de literatuur “de weg die een individu aflegt in de wereld van de arbeid, in samenspel met de andere actoren op de arbeidsmarkt”.

Een carrière is lang niet altijd een rechtlijnig klimmend traject. Een carrière kan zich ook horizontaal ontwikkelen. En ook een stap omlaag, ‘demotie’ is een vorm van loopbaanontwikkeling, ook al voelt die stap misschien als degradatie.

Een loopbaan begint met het betreden van de arbeidsmarkt. Je sorteert overigens al min of meer voor, voordat je daadwerkelijk de arbeidsmarkt betreedt. Dat voorsorteren doe je door te kiezen voor een bepaalde opleiding.

 

Een loopbaanplan is opdracht voor het heden

 

Volgens Blanchard denken de meeste mensen onvoldoende aan hun carrière. Ze zien een carrière als iets dat los staat van het werk dat ze nu doen. Discussies over een carrière gaan voor hun gevoel over de toekomst.

De realiteit is echter, dat je carrière over het heden gaat. Je carrière begint zodra je je eerste baan aanneemt. Met elk besluit dat je vervolgens neemt, gaat je  loopbaanpad verder.

 

Succesvolle mensen beseffen dat een carrière moet worden uitgebouwd

 

Succesvolle mensen hebben een loopbaanplan. Zij hebben een beeld van de richting die ze uit willen met hun loopbaan. Zij hebben hun koers bepaald en zij denken voortdurend na over de implicaties van hun huidige loopbaankeuzes voor hun toekomst.

Volgens Blanchard zou je als werknemer in eerste instantie vooruit moeten denken en bepalen waar je bijvoorbeeld over tien jaar wilt staan.

Vanuit die positie kun je dan achteruit kijken naar de stappen die je in de tussentijd moet zetten om je doel te bereiken.

Die strategie zal je helpen om de keuzes te identificeren die je moet maken om stappen te zetten in de richting van je doel.

Dat vraagt balanceren tussen actie en reflectie; “Hard trappen op momenten dat dat nodig is, maar ook niet bang zijn om van je fiets af te stappen, je benen te strekken en rond te kijken. Eenvoudigweg de tijd nemen voor reflectie zal vaak een volgende stap helderder maken”.

 

Succesvolle mensen realiseren zich dat een carrière niet altijd een rechtlijnig traject omhoog hoeft te zijn

 

Je kunt er op een bepaald moment bewust voor kiezen om een horizontale stap te zetten. Om vervolgens weer een stap omhoog te kunnen maken.

Een horizontale stap of zelfs een tijdelijke stap omlaag kan een middel zijn om te realiseren wat je uiteindelijk voor ogen hebt.

Zo herinner ik me een van mijn coachklanten, een ‘executive’. Hij heeft een helder beeld van zijn toekomst. Een functie als algemeen directeur, bestuursvoorzitter, CEO past in dat beeld.

Om die stap uiteindelijk te kunnen maken, wil hij ervaring opdoen op verschillende terreinen van de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld productie, inkoop, logistiek.  Om uiteindelijk goed toegerust de beoogde stap omhoog te kunnen maken.

 

Een loopbaanplan biedt geen zekerheid

 

Ook al heb je een mooi loopbaanplan, je kunt nooit met zekerheid zeggen waar je uiteindelijk uit zult komen. Veel mensen zullen terecht komen op plekken die ze van tevoren niet hadden bedacht.

Loopbanen zijn steeds moeilijker te plannen. In een eerder artikel gaf ik dat al aan.

Gepland toeval’ als benadering van loopbaanontwikkeling wint de laatste jaren dan ook steeds meer aan populariteit.

 

 

Maar hoe het ook zij, een loopbaanplan zal je zeker helpen om je doelen te realiseren. En een loopbaanplan zal je ook helpen om hogere doelen te bereiken dan wanneer je je loopbaan aan het toeval overlaat.

Bij een loopbaanplan denk ik dan aan een plan in grote lijnen. Een ontwerp dat je van tijd tot tijd bij kunt stellen, afhankelijk van ontwikkelingen in je omgeving of in jezelf.

 

Heb jij een loopbaanplan? Zo ja, hoe werkt dat voor jou? Zo neen, hoe maak jij je keuzes met betrekking tot je loopbaan?

Ik lees het graag.

 

 

Heb je nog geen helder beeld van hoe jouw toekomst met betrekking tot werk eruit zou kunnen zien?

Meld je dan aan voor de driedaagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. Voor meer informatie en aanmelden, klik hier.

 

Wil je eerst je vragen aan me voorleggen? Bel (0575-544588 / 06 54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

© foto Martin Langbroek

 

 

Waarom we vaker moeten vragen ‘waarom?’ 

 

In het NRC van dinsdag 10 januari las ik een artikel van Harry Starren met als onderwerp
‘Waarom….. we vaker moeten vragen: waarom? “Goede adviseurs stellen de waarom-vraag vermomd in eindeloze herhaling. Coaches doen het ook”.

Waarom doen ze dat? Zo vraag je je wellicht af?

 

Ik heb een afspraak met Walter. Zijn arbeidscontract wordt niet gecontinueerd en ik heb met hem een gesprek om samen een  begeleidingstraject uit te stippelen.  

In het gesprek wordt me al snel duidelijk dat er eerst een andere hobbel genomen moet worden. Zijn werkgever heeft hem gevraagd om een berichtje te maken over zijn vertrek, dat de organisatie ingestuurd kan worden.

 

Het geheim van waarom-vragen

 

Walter zit daarmee in zijn maag. Enerzijds wil hij de organisatie niet afvallen en zich negatief uitlaten over de manier waarop hij toch min of meer aan de kant is gezet. Aan de andere kant wil hij trouw blijven aan zichzelf en oprecht communiceren over de reden van zijn vertrek.

Voor Walter is dat een dilemma. Hoe formuleer je zoiets? Al vragen stellend als coach en luisterend naar de antwoorden van Walter ontstaat er een beeld van hoe hij in de organisatie heeft gewerkt, waar hij met name van heeft genoten, waar zijn kracht ligt en wat er veranderd is door de reorganisatie en de functiewijziging.

Daardoor wordt ook helder wat hem belemmerde om optimaal te functioneren en te groeien en te bloeien in de nieuwe functie.

Op basis van de antwoorden van Walter formuleren we een aanzet tot een tekst, die als berichtje op intranet gezet kan worden. Walter is helemaal opgelucht. Hij had er enorm tegen op gezien en zat er mee in zijn maag.

Hij staat versteld van het resultaat en zegt dan ook “het zijn mijn eigen woorden, die ik nu op papier heb staan. Hoe kan het dat ik het zelf niet heb kunnen formuleren?”

 

Ja, hoe kan dat? De antwoorden op de vragen zaten immers al in hem opgesloten. Maar door de vragen zijn ze als het ware eruit gehaald. Dat is nu het mooie effect van het stellen van goede vragen.

 

 

Een vraag, met name ook de ‘waarom-vraag’ doet nadenken

 

Ze brengt je in wezen tot diepere lagen, waarin de antwoorden voor jou nog niet direct te grijpen zijn. Wellicht is het daar voor jou een grote brij waarin nog weinig structuur te ontdekken is.

Waarom spreekt een bepaalde functie je aan? Of waarom wil je iets graag? En waarom ben jij bij uitstek de geschikte kandidaat voor de functie? Of waarom moet de selecteur jou kiezen en niet iemand anders?

Waarom-vragen zijn lang niet altijd gemakkelijk te beantwoorden. Een waarom-vraag roept een rechtlijnig daarom-antwoord op, maar de werkelijkheid is vaak veel complexer.

Heb je eenmaal het voor jou passende antwoord op de vragen gevonden, dan voel je ook de kracht om er vol voor te gaan. Het antwoord geeft je energie en brengt je in beweging.

En het wonderlijke is, dat je het antwoord niet hoeft te bedenken. Zoals aangegeven, het zit al in je. Het is de kunst om dit antwoord naar boven te halen, eruit te halen.

 

 

Verplaats je eens in de rol van een beeldhouwer

 

Het creatieve proces begint al met het uitzoeken van een passend blok steen. Zo’n blok is niet zomaar een steen. Neen, zo’n steen heeft de beeldhouwer al iets te vertellen. Er zit al iets in en het is de kunst om dat eruit te halen.

Ben je daar als beeldhouwer toe in staat, dan ontstaat er iets moois, een werkstuk dat klopt. Een vorm die past bij het verhaal dat in de steen verborgen zit. Daardoor kan wat aanvankelijk gewoon een blok steen was, een prachtig kunstwerk worden.

 

 

In mijn werk als coach is het eigenlijk niet anders

 

De antwoorden op de vragen van de coach liggen opgesloten in de gecoachte zelf. Voor mij als coach de kunst om je te helpen die antwoorden eruit te halen, door het stellen van de juiste vragen. En dan lijken de antwoorden als vanzelf te komen.

Maar je kunt ook jezelf vragen stellen. Reflectie, bewust stil staan bij jezelf, stil staan om diepgang te krijgen en daarna vaart te kunnen maken. Het is de moeite waard om daar aandacht en tijd voor vrij te maken. Het geeft je vleugels, het geeft je energie. En het geeft je antwoorden op vragen waar je anders mee rond blijft lopen en die misschien onoplosbaar lijken.

Heb je de antwoorden op je vragen gevonden, dan kun je je ook overtuigd en overtuigend presenteren en profileren. Je positie thuis en op je werk zal daardoor zeker sterker worden.

 

Wat zijn jouw ervaringen? Ik lees het graag.

 

 

 

 

Op loopbaanadvies.net lees ik, als adviseur, de vraag van Hans. “Ik heb het boek van Marc Schabracq ‘Wat nu?’ gelezen en alle vragen beantwoord. Ik ben niet tot de kern gekomen. Zal ik misschien ook niet toelaten, als ik het alleen moet doen”. Hans vraagt zich af “Wat nu?”.

De ervaringen van Hans zijn geen uitzondering. Veel mensen hebben de hoop dat hun probleem wordt opgelost door het doorwerken van een zelfhulpboek. “Als ik alle opdrachten netjes uitwerk en doe wat er in het boek beschreven staat, dan komt de oplossing vanzelf”. Maar zo werkt het meestal niet. Waarom eigenlijk niet?

 

zelfhulpboek

 

Zelfhulpboeken worden veel verkocht

 

Loop maar eens een willekeurige boekwinkel binnen en kijk eens hoeveel er staan. Voor de meest uiteenlopende problemen is een zelfhulpboek te koop.

Ook over loopbaanvragen zijn er veel boeken te koop. Boeken met veelbelovende titels als ‘In dertig dagen uit je burnout’, ‘Een volle agenda, maar nooit druk’, ‘Aan het werk met je talent en je passie’. Een aanlokkelijk vooruitzicht. Wie wil dat niet? Geen wonder dat die boeken veel worden verkocht.

Als je worstelt met een probleem of vraag, is het heel begrijpelijk dat je in eerste instantie zelf probeert te komen tot een antwoord. Je denkt dan vaak dat een boek daarbij kan helpen. Bovendien is een boek gauw gekocht en sowieso veel goedkoper dan het inhuren van een coach.

Maar loop voor de aardigheid eens naar je eigen boekenkast en kijk eens welke zelfhulpboeken jij hebt staan. In hoeverre heb je ze gelezen? En heb je er ook echt iets mee gedaan?

 

 

Alhoewel zelfhulpboeken veel worden verkocht, wordt er maar bitter weinig echt mee gedaan

 

De onderzoekscijfers zullen je verbazen. Wist je dat maar 70% van de gekochte zelfhulpboeken daadwerkelijk gelezen wordt? En sterker nog, dat 95% van de lezers kennelijk niets doet met de inhoud? Misschien hoor jij bij die uitzonderlijke 5%. Als dat zo is, mijn compliment!

Maar heeft het bij jou gewerkt, is jouw probleem opgelost met het doorwerken van een boek? Heb je een antwoord gekregen op jouw vraag? Of verging het je zoals Hans? Of Michiel, nu een van mijn coachklanten.

In ons oriënterend gesprek vertelde Michiel mij zijn verhaal.

Michiel heeft het hele boek van Bolles “Welke kleur is jouw parachute?” doorgeploegd en alle opdrachten keurig uitgewerkt. Heel consciëntieus is hij met het boek aan de gang geweest. Hij heeft voor zichzelf al heel wat op een rij gezet, maar komt er alleen niet uit. Hij heeft nog geen antwoord op zijn loopbaanvraag en krijgt in zijn eentje niet helder wat hij nu echt wil.

 

 

Ook al is een zelfhulpboek theoretisch goed onderbouwd, de praktijk is vaak complexer dan de theorie

 

In een boek worden thematieken vaak rechtlijnig voorgesteld: werk de opdrachten uit, dan kom je als vanzelf tot het antwoord op je vraag.

Maar de weg is vaak niet zo rechtlijnig als wordt gedacht. En achter één vraag zitten vaak verschillende deelvragen, met voor iedereen weer andere accenten. Maar zelden sluit een boek dan ook aan op jouw specifieke, persoonlijke vraag.

Bovendien helpt een zelfhulpboek vooral om in dialoog te gaan met jezelf. Als je dat al kunt, want het is niet gemakkelijk om kritisch het gesprek aan te gaan met jezelf. Een boek geeft geen feedback en vraagt niet door. Het confronteert je ook niet met tegenstrijdigheden in jouw verhaal.

Daardoor loop je het risico te blijven hangen in het beeld dat jij van jezelf hebt. Je onderkent je eigen valkuilen en blinde vlekken niet. Zoals Hans het zo helder aangaf in zijn vraag “Zal ik misschien ook niet toelaten, als ik het alleen moet doen”. Wellicht een heel terechte opmerking van Hans, een opmerking die overigens wel getuigt van zelfkennis.

Het gevolg is dan ook vaak dat je niet echt in beweging en tot een oplossing komt met alleen het werken met een zelfhulpboek. Daarvoor zijn ook gesprekken met anderen nodig, de externe dialoog. Zoals Marlies, een van mijn studenten, het zo mooi verwoordde: “Achteraf moet ik zeggen dat mijn eigen gedachten en diverse gesprekken met anderen toch meer hebben opgeleverd dan het boek ‘Alles over loopbaanplanning’”.

 

 

Helpt een zelfhulpboek dan helemaal niet?

 

Een zelfhulpboek kan zeker wel een beetje helpen, maar stel je er niet teveel bij voor. Het is een eerste stap. Ga daarnaast gesprekken aan met anderen. Kom je er dan nog niet uit, raadpleeg dan een professional. Voor loopbaanvragen is dat een loopbaancoach.

 

Wat zijn jouw ervaringen met zelfhulpboeken en wil je ze delen? Ik zie je reacties graag tegemoet.