Waarom werkdruk op zichzelf geen probleem hoeft te zijn

 

Werkdruk te hoog? Eigen schuld, dikke bult; las ik in MT/Sprout. Deels kan dat inderdaad zo zijn, maar om te hoge werkdruk nu te labelen als eigen schuld? Alsof jij als werknemer maar moet veranderen, anders naar je werk moet kijken en er anders mee moet leren omgaan?

Alsof het jouw schuld is dat je de werkdruk als te hoog ervaart omdat je je verantwoordelijk voelt voor je werk. En bijvoorbeeld als ok-assistente, je geroepen voelt om in te springen voor een zieke collega. Of als dierenarts, je geroepen voelt om na werktijd nog bloed- en urineonderzoekjes te doen. Omdat je daar tussen de consulten niet aan toe komt.

Deels kun je anders leren omgaan met je werk; je minder verantwoordelijk voelen, minder hoge eisen stellen aan jezelf in relatie tot je werk, duidelijk je grenzen aangeven en op je strepen staan. Maar of dat je werkplezier en werkgeluk ten goede komt?

 

Werkdruk te hoog?

 

Werkdruk is niet hetzelfde als het druk hebben op je werk

 

Je kunt het druk hebben en geen werkdruk ervaren omdat je heel enthousiast bent over wat je doet. Je voelt je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.

Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.

Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost. Het druk hebben met je werk is dus niet per definitie ongezond.

Werkdruk ervaar je als je functie hoge eisen aan je stelt en je wordt uitgedaagd om je kwaliteiten ten volle te benutten.

 

 

Werkdruk is niet per definitie ongezond

 

Werkdruk kan heel gezond zijn.

Het wordt pas een probleem als de druk te hoog of te laag is. Bij te hoge werkdruk heb je het gevoel dat je niet kunt voldoen aan de eisen die je aan je worden gesteld. Met als gevolg stress, waardoor je werk je meer energie kost dan het je oplevert. Dat kan uiteindelijk leiden tot burn-out.

Bij te lage werkdruk word je onvoldoende uitgedaagd en kun je jouw kwaliteiten onvoldoende benutten. Met als risico dat je in een bore-out belandt; je wordt ziek van verveling.

Het lastige is, dat de symptomen van een bore-out deels hetzelfde zijn als de symptomen van een burn-out. Waardoor je de symptomen soms verkeerd interpreteert. En dat je, zoals ik weleens van coachklanten hoor, de indruk hebt dat je een burn-out hebt, terwijl je juist onvoldoende aan je trekken komt. En dus een bore-out hebt.

 

 

Als aan basisbehoeften wordt voldaan, dan kun je heel wat werkdruk aan

 

Bij die basisbehoeften moet je denken aan autonomie (vrijheid en vertrouwen), competentie (uitdaging en waardering) en verbinding (ervaren van steun en voldoening).

Arnold Bakker, hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, doet onderzoek naar bevlogenheid op het werk. Bekend van zijn werk is het JD-R-Model. JD staat voor Jobdemands (taakeisen) en R voor Resources (hulpbronnen/ energiebronnen).

Taakeisen die aan je worden gesteld kun je als stressoren ervaren, maar ook als uitdaging. Dat hangt af van de energiebronnen die er zijn om de taakeisen op te vangen. Naarmate je meer de beschikking hebt over energie- en hulpbronnen, kun je hoge taakeisen beter aan.

Die energiebronnen kunnen persoonlijk gerelateerd zijn, maar ook werk gerelateerd en dus gekoppeld aan je werkomgeving.

Wil je nog eens nalezen hoe dat werkt? Klik dan hier.

 

 

Werkdruk te hoog?

 

Ik vind het al te makkelijk geredeneerd en te kort door de bocht om te zeggen: ‘Werkdruk te hoog? Eigen schuld, dikke bult’.

Daarvoor spelen bij te hoge werkdruk te veel factoren een rol. En kan de werkomgeving in combinatie met de persoonlijkheid ervoor zorgen dat je opbrandt in je werk of juist heel gemotiveerd presteert.

Inzicht in de factoren die een rol spelen kan je wel degelijk helpen om meer grip te krijgen op de werkdruk die je ervaart en waar je zelf verandering kunt bewerkstelligen.

In een coachtraject onderzoeken we dan ook waar je tegenaan loopt in je werk en wat met name maakt dat je werk je zo veel energie kost. Zo veel, dat je met enige regelmaat té moe bent om te werken.

En niet onbelangrijk, in hoeverre je zaken naar je hand kunt zetten. Op en in je werk, maar ook daarbuiten. Want vaak is te weinig opladen buiten je werk ook een belangrijke factor die een rol speelt bij te hoge werkdruk.

 

 

 

Ervaar je de druk op je werk als te hoog?

Wil je graag de vinger erachter krijgen wat maakt dat je werk je zoveel energie kost in plaats van dat het je energie oplevert?

Plan gelijk even een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link. In een oriënterend gesprek onderzoeken we wat maakt dat je ‘leegloopt’ op je werk. En wat punten zijn om aan te ‘sleutelen’ om daarin verandering te brengen.

 

 

 

 

Hoe je door goed onderhandelen een betere balans creëert tussen je werk en je privéleven

 

In mijn vorige artikel heb je kunnen lezen hoe je door het maken van keuzes voorkomt dat je achteloos meegaat in de stroom van drukte.

Ook gaf ik je in dat artikel een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn.

Een van die tips betreft het bewaken van je grenzen. Je kunt niet ongestraft meer verplichtingen op je nemen. Er is een punt waarop je ten behoeve van jezelf, je gezin, je werk zult moeten onderhandelen over je grenzen.

Dat onderhandelen gaat lang niet iedereen gemakkelijk af.

In mijn artikel help ik je op weg, zodat je je door goed onderhandelen een weg kunt banen uit de drukte en komt tot een betere werk-privé-balans.

 

 

Drie manieren van omgaan met drukte die je te groot wordt

 

Drukte hoef je niet over je heen te laten komen. Je hebt wel degelijk een keuze hoe met drukte om te gaan.

Een manier van omgaan met drukte is drukte accepteren als deel van leven. Zeker als drukte de sociale norm is in de kringen waarin jij verkeert. Bovendien is het vaak veel makkelijker om je mee te laten nemen in de stroom van drukte en te zien hoe dat uitpakt, dan om eruit te stappen.

Een andere manier van ermee omgaan is je er resoluut aan onttrekken. Door bijvoorbeeld je ontslag in te dienen en werk te maken van ander werk, als de drukte op je werk te groot wordt. Onder het motto “Ze bekijken het maar”.

Beide manieren zijn niet echt optimaal. Je lost het probleem op dat moment misschien wel op, maar er is alle kans dat je er een vervelend onvoldaan gevoel aan over houdt.

Beter is het aangaan van het gesprek en zaken bespreekbaar maken. En kijken of je in goed overleg, door goed onderhandelen, kunt komen tot een oplossing die beide partijen past.

 

 

Niet alleen in je werk, maar ook in je privéleven heb je de keus om te onderhandelen

 

En zo jouw weg te banen uit de drukte.

Werk-privé-balans heeft te maken met balans in je werk, balans in je privéleven en balans tussen je werk en je privéleven.

 

Met de mensen die jou lief zijn is het over het algemeen gemakkelijker onderhandelen, dan met een leidinggevende.

In werksituaties is het sowieso vaak moeilijk om nee te zeggen en al helemaal tegen een hoger geplaatst iemand.

In de privésituatie is dat anders. Je hebt een veilige, respectvolle, gelijkwaardige relatie en dat maakt het gemakkelijker om in gesprek te onderhandelen en afspraken te maken over een juiste verdeling van tijd en energie. En over wie wat doet en welke taken je eventueel uitbesteedt.

Bijvoorbeeld aan een huishoudelijke hulp, zodat je je op die manier een weg kunt banen uit de drukte.

 

Ook al vind je onderhandelen in de werksituatie moeilijker dan in je privéleven, er komt een punt waarop je dat wel zult moeten doen.

Als je tenminste je eigen grenzen wilt bepalen en niet maar domweg wilt blijven doen wat je gezegd wordt.

 

 

Principieel onderhandelen versus positioneel onderhandelen

 

De beste manier van onderhandelen is een manier waarbij beide partijen baat hebben. Waarbij er geen winnaar en verliezer is, maar er een win-win situatie wordt gecreëerd.

Fisher en Ury hebben deze manier van onderhandelen beschreven in hun boek, in het Nederlands verschenen onder de titel Excellent onderhandelen.

De door hen gepropageerde methode van principieel onderhandelen is gestoeld op het blootleggen van de belangen die aan de wederzijdse posities ten grondslag liggen. En op het zoeken naar oplossingen die het wederzijds belang dienen.

Maak je wederzijdse belangen als uitgangspunt van een onderhandeling, dan staan er ineens veel meer wegen open om samen oplossingen te bedenken.  Oplossingen waarbij niemand zich de verliezer voelt. En zonder dat beiden iets van hun belang hebben hoeven inleveren.

Als de onderliggende belangen helder zijn, dan ligt de weg open voor een win-win-oplossing.

 

 

Hoe je op een positieve, productieve manier onderhandelt over nieuwe grenzen, uit de drukte

 

Bij een positieve, productieve manier van onderhandelen over nieuwe grenzen ga je als volgt te werk:

  • Ga voor jezelf goed na wat precies je onderliggende belangen zijn en waarin deze verschillen van de positie die je in een onderhandeling over hetzelfde onderwerp zou innemen.
  • Begin met een omschrijving van je belangen. Vergeet daarbij niet het woord omdat te gebruiken. Ik kom daarop terug bij mijn voorbeeld.
  • Stel je open voor de belangen van de ander.
  • Ga op zoek naar verenigbare belangen voor je op zoek gaat naar oplossingen.
  • Neem deze verenigbare belangen als uitgangspunt voor het zoeken naar creatieve oplossingen die tegemoetkomen aan de belangen van beide partijen.

Het woord omdat en wat erop volgt is cruciaal in deze, omdat het inzicht geeft in jouw waarom.

Zo was een van mijn coachklanten met een potentiële werkgever in onderhandeling over een mooie baan. Vier dagen wilde hij werken, omdat hij vader wordt van zijn eerste kindje. En in overleg met zijn werkende partner een deel van de week de zorg op zich wil nemen.

Zijn waarom was doorslaggevend.

Ook al was er tot nu toe niemand bij het nieuwe bedrijf die vier dagen werkte, hij kreeg zijn akkoord. Wellicht ook omdat de potentiële werkgever een zeer aantrekkelijke kandidaat niet wilde laten lopen.

 

 

Tips die je helpen om je grenzen te bewaken en ‘nee’ te zeggen als dat voor jou nodig is

 

Nee zeggen is over het algemeen niet gemakkelijk.

Zeker als jouw Ik (k)en mijn ikken sterk aanwezig is. En als je eerder geneigd bent om moeilijke situaties te vermijden dan uitdagingen aan te gaan.

Geïnspireerd door Tony Crabbe geef ik je een aantal tips die je helpen om je grenzen te bewaken en nee te zeggen, als dat nodig is.

 

1. Leer nee te zeggen

Oefen ermee. Zeg komende week nee tegen minstens één verzoek waar je normaal gesproken ja tegen zou zeggen.

 

2. Ga de uitdaging aan, ga voor een oprecht nee

Verzin geen smoesjes om ergens onderuit te komen. Een smoes kan je mogelijk uit een lastige situatie redden, maar je loopt het risico dat je je met een smoes in de vingers snijdt.

 

3. Vergeet niet jouw omdat

Met omdat geef je niet alleen aan waar jouw prioriteiten en jouw grenzen liggen. Je concentreert je ook op de positieve reden waarom je nee zegt.

Begin met het uiteenzetten van je grote ja, zeg dan helder en beslist nee, waarop je met een voorstel komt.

 

4. Gun jezelf de tijd om na te denken over een antwoord

Onder druk ben je gauw geneigd om te kiezen voor de veilige optie. Dat is instemmen.

Soms heb je meer tijd nodig om goed af te kunnen wegen of nieuwe verplichtingen te combineren zijn met bestaande. Of weet je al dat je nee wilt zeggen, maar heb je meer tijd nodig om na te denken over hoe je dat wilt formuleren.

Gun jezelf die tijd en geef aan “Daar wil ik even over nadenken”. Of “Kan ik je daar over vijf minuten een antwoord op geven?”

 

5. Leg uit wat er zou gebeuren als je ja zou zeggen

Tony Crabbe noemt dat een restrictief nee.

Je zegt dan nee omdat het inwilligen van dit nieuwe verzoek niet haalbaar is of een te zware belasting zou vormen voor de verplichtingen die je al aan bent gegaan.

Je legt uit wat er zou gebeuren als je ja zou zeggen. Met je nee op het onhaalbare verzoek creëer je ruimte voor iets dat wel haalbaar is.

 

 

Tot slot

 

Overtuigd en overtuigend nee zeggen en onderhandelen om jouw drukte de baas te blijven heeft alles te maken met heel helder hebben wat voor jou belangrijk is, jouw persoonlijke missie.

Niet alleen met betrekking tot werk, maar ook met betrekking tot wat naast werk voor jou belangrijk is.

 

 

Heb je dat nog onvoldoende scherp om daar overtuigd en overtuigend over te communiceren?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust om een afspraak te maken voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je door het maken van keuzes de verleiding weerstaat van het volgen van de weg van de minste weerstand

 

“Zoals Boeddha tweeënhalfduizend jaar geleden al zei…we zijn allemaal compleet gestoord”. (Albert Ellis, 1913-2007, psychotherapeut)

We laten ons als vanzelf meenemen in de drukte die op ons afkomt. Drukte, die we deels ook zelf creëren. Ook al zijn we ons daarvan vaak niet bewust.

Als druk mens zit je al gauw in een vicieuze cirkel. Vergelijk het met een muis die steeds maar rondjes loopt in zijn muizenrad.

Waar druk zijn lang geassocieerd werd met succesvol zijn, belangrijk zijn, heb ik de indruk dat druk zijn steeds meer gezien wordt als iets waar je niet trots op hoeft te zijn. Integendeel.

Zo wil bijvoorbeeld Tony Crabbe dat we druk zijn niet zien als iets om over op te scheppen. Druk zijn is volgens hem eerder iets wat je met enige schaamte zou moeten bekennen.

Mensen die druk zijn volgen volgens hem de weg van de minste weerstand. Zij maken geen keuzes, maar laten zich gedachteloos meevoeren met de stroom.

 

Geïnspireerd door zijn boek Nooit meer te druk, laat ik je zien hoe je door het maken van keuzes vermijdt dat je achteloos in de drukte meegaat. En geef ik je een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn.

 

Hoe je vermijdt dat je achteloos meegaat in de alledaagse drukte

 

Psychologisch kun je drukte zien als de weg van de minste weerstand

 

Volgens Tony Crabbe is drukte het gevolg van niet kiezen en niet weten wanneer je genoeg hebt gehad. 

Je realiseert het je vast niet altijd, maar in veel opzichten leven we in een tijd van overvloed. We hebben een overvloed aan bijvoorbeeld producten, relaties, e-mails, tweets, maar ook een overvloed aan tijd. Ook al voelt dat laatste misschien niet zo.

Bovendien kun je nagenoeg alles altijd doen. Je kunt bijvoorbeeld dag en nacht reizen, shoppen, je entertainen en door de Social Media kun je het hele etmaal contact hebben met de hele wereld.

En door die overvloed wil je ook eerder alles doen.

 

Menigeen loopt het gevaar aan overconsumptie te bezwijken.

Letterlijk denk ik dan aan het grote probleem van overgewicht.

Maar in bredere zin loop je het risico te bezwijken als je toegeeft aan alles wat er op je af komt. Het is onmogelijk om daar gehoor aan te geven. Je moet echt keuzes maken. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Doe je dat niet, dan stapelt een en ander zich op en loop je groot risico dat je bezwijkt.

 

 

Geen enkele keus is zonder gevolgen

 

Elke keuze voor het een betekent een keuze tegen iets anders. Want als je het een kiest, dan kies je iets anders niet.

Wat dat betreft kan een gemaakte keuze een zekere spanning oproepen, min of meer pijn doen.

 

Het mooie is dat die kiespijn over het algemeen snel verzacht wordt en zelfs verdwijnt.

De spanning die door de gemaakte keuze ontstaan is, leidt in eerste instantie tot een zekere disbalans. In de sociale psychologie spreekt men dan van cognitieve dissonantie.

Die cognitieve dissonantie ervaar je als onprettig en dat onprettige gevoel wil je kwijt. Onbewust komt er dan een psychologisch mechanisme op gang, waardoor je jouw mening of attitude onbewust herziet.

Zo kan dan bijvoorbeeld wat je niet gekozen hebt in een ander daglicht komen te staan. En duidelijk als een minder aantrekkelijk alternatief worden weggezet. Je keuze voelt dan als uitgebalanceerd, consonant. En zo breng je jezelf na een keuze weer in balans.

 

 

Drukte als passieve keuze

 

Drukte is lang niet altijd een actieve keuze.

Realiseer je dat drukte vaak een passieve keuze is. Dat je bijvoorbeeld gedachteloos reageert op bliepjes over nieuwe e-mail, appjes of anderszins prikkels die bij je binnenkomen.

Of dat je keuzes maakt op basis van wat jij ervaart als algemeen aanvaarde afspraken. Bijvoorbeeld het als vanzelfsprekend aanwezig zijn op verjaardagsfeestjes. Terwijl je als je bewust stil zou staan bij de keuze, mogelijk de voorkeur zou geven aan een andere activiteit.

Of dat je je laat beïnvloeden door je sociale omgeving. Bijvoorbeeld dat je net als medepassagiers in de trein je smartphone pakt en je e-mail gaat checken, of je Twitter, Facebook of LinkedIn.

 

Zeker als de mensen waarmee jij je graag identificeert druk zijn, kan drukte een aanpassing zijn aan de sociale norm.

Vraag je af in hoeverre het gedrag dat je om je heen ziet je beïnvloedt en hoe je zelf met drukte omgaat.

 

 

Wil je minder druk zijn, ben dan huiverig voor wel of niet- beslissingen

 

Druk-zijn is de makkelijke keuze tussen wel of niet iets doen, waardoor je uiteindelijk teveel op je bord hebt liggen.

Volgens Tony Crabbe zou je vaker een welke-keuze moeten maken.

Wel of niet-keuzes zijn in zijn ogen ondoelmatige keuzes, omdat je daarbij het grotere plaatje buiten beschouwing laat. Dat geldt vooral ook bij drukte.

Zo blijkt bijvoorbeeld dat je bij wel of niet-keuzes vaker kiest voor ja, dan eigenlijk zou moeten, gezien de ruimte in je agenda (de ruimte op je bord).

Bovendien blijkt dat hoe drukker je het hebt, hoe meer je geneigd bent je keuzes te beperken tot wel of niet-keuzes. In plaats van dat je de gevolgen van deze keuzes overdenkt.

 

Het kenmerkende van een welke-keuze is dat je alle alternatieven in overweging neemt en vervolgens kiest welke van alle keuzes die je hebt, de meeste prioriteit heeft.

Zo stond een van mijn coachklanten laatst voor de keuze wel of niet als neventaak studenten begeleiden bij hun afstuderen. In eerste instantie was ze geneigd positief op het aanbod te reageren. In tweede instantie, het aanbod bekijkend vanuit het grotere geheel, werd het een nee.

Voor de inkomsten hoefde ze het niet te doen, want die waren niet dekkend voor de uren die zij gezien haar kwaliteitsnorm aan de begeleiding zou besteden. Als het dan deels hobby zou zijn, dan besteedde ze haar vrije tijd liever aan haar hobby schilderen.

 

Laat je niet misleiden door de meer in het oog springende voordelen van de keus iets wel te doen.

Vraag je af wat je opoffert door de wel-keuze. En waaraan je de tijd en de aandacht zou kunnen besteden als je ervoor kiest om het niet te doen.

Realiseer je dat niets willen missen mogelijk een van de redenen is waarom je zoveel op je bordje laadt.

 

 

Tot slot: Een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn

 

Geïnspireerd door Tony Crabbe geef ik je een drietal tips om jouw drukte de baas te zijn.

 

1. Sluit wat deuren

Welke activiteiten ga je schrappen? Zodat je meer gerichte aandacht hebt voor de dingen die je doet en je minder opgejaagd voelt?

 

2. Herken jouw stempel van drukte

Wanneer heb jij het punt bereikt dat het genoeg is geweest? Hoe merk je dat?

Realiseer je dat hoe verder je voorbij dat punt gaat, hoe meer je vermogen om nieuwe zaken aan te pakken afneemt.

 

3. Bewaak je grenzen

Zorg dat je voor jezelf heel helder hebt wat met name belangrijk voor je is. Niet alleen met betrekking tot werk, maar ook met betrekking tot alle andere levensterreinen die belangrijk voor je zijn.

Maak dat specifiek en wees daarin duidelijk. Ook naar anderen toe.

Baken je grenzen af. Bepaal wat je op wilt geven ten gunste van de dingen die het allerbelangrijkste voor je zijn en handel daarnaar.

 

 

 

Vind je het moeilijk om jouw grenzen te bewaken?

Ook omdat je jouw persoonlijke missie niet helder hebt?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Waarom minder uren werken lang niet altijd de oplossing is als je grote werkdruk ervaart.

 

Je bent goed gek’, zei mijn man. ’Dan ga je nog meer werken in je eigen tijd.’

Ik herinner het me nog goed. Het was jaren geleden, voordat ik als zelfstandig ondernemer aan het werk ging.

Al met al heb ik 25 jaar als docent in het onderwijs gewerkt. Vier jaar als docent handvaardigheid, zeven jaar als docent Algemene Onderwijskunde, vier jaar als docent gesprekstechnieken en observatiekunde en tien jaar als docent theorie en methoden loopbaanbegeleiding.

Met uitzondering van de jaren als docent handvaardigheid, heb ik steeds deeltijdbanen gehad. Met wisselende taakomvang, variërend van 0,4 tot 0,7 fte met soms een aanvulling tot 0,9 fte. Afhankelijk van de vraag.

Bij tijd en wijle was ik buiten mijn werkuren nog behoorlijk druk met mijn werk. Met name met het voorbereiden van mijn lessen en nawerk, zoals het beoordelen van opdrachten, nakijken van toetsen of het beoordelen van casuïstiek.

Dat deed me weleens verzuchten: ‘Misschien moet ik wat minder uren gaan werken.’

Maar of het verkleinen van je taakomvang dan de oplossing is?

 

Hoe kleiner de aanstelling, hoe meer werkdruk

 

Meerderheid van de docenten werkt niet voor niets in deeltijd

 

De gemiddelde aanstelling in het onderwijs is 28,8 uur.

Veel docenten werken parttime omdat ze anders hun werk niet afkrijgen. Of geen tijd meer overhouden voor wat naast hun werk belangrijk voor hen is.

Want werk je zelf fulltime in het onderwijs, dan zul je dat vast herkennen. En kijk je huiswerk of opdrachten bijvoorbeeld na in het weekend en bereid je je lessen voor in de avonduren, omdat je daar overdag niet aan toe komt omdat je dan je lessen geeft.

Parttime werken in het onderwijs heeft overigens niet alleen te maken met de keuze van de onderwijsgevenden. Als je de onderwijsvacatures een beetje in de gaten houdt, dat weet je dat veel parttimebanen worden aangeboden. Soms is het sprokkelen geblazen als je fulltime wilt werken. En wordt het bijvoorbeeld 0,4 fte op de ene school, aangevuld met 0,5 of 0,6 fte op een andere school.

En dan maar op en neer, van de ene school naar de andere en vergaderingen hier en vergaderingen daar. Waardoor het aantal uren dat je bezig bent met je werk alleen maar toeneemt. En de eventuele werkdruk eveneens.

In onderzoek van de Algemene Onderwijs bond (AOb) komt naar voren dat docenten structureel overwerken. Omgerekend naar fulltimebanen draaien docenten in het primair onderwijs een gemiddelde werkweek van 46,9 uur. Docenten in het voortgezet onderwijs komen aan 45,2 uur.

En ook docenten in het hoger onderwijs ervaren een steeds hogere werkdruk.

 

 

Werkdruk is niet hetzelfde als het druk hebben op je werk.

 

Het druk hebben op je werk is niet per definitie ongezond.

Je kunt het druk hebben op je werk en heel enthousiast zijn over wat je doet. Je voelt je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.

Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.

Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost.

 

Ongezonde werkdruk levert werkstress op.

Bij een ongezonde werkdruk is er een structurele disbalans tussen wat er van iemand wordt verwacht op het werk en wat hij kan doen.

 

 

Er is een verschil tussen objectieve en subjectieve werkdruk

 

Bij objectieve werkdruk vraagt de uitvoering van het werk meer tijd van je dan je als medewerker beschikbaar hebt. Wil je dat als medewerker oplossen, dan kun je dat doen door te overwerken of accepteren dat er achterstanden ontstaan in het werk.

Subjectieve werkdruk heeft meer te maken met hoe jij als werkende de werkdruk beleeft. Daarbij maak je een inschatting van de taakeisen die aan je worden gesteld en de regelmogelijkheden die je ervaart. Die laatste hebben namelijk invloed op jouw beleving van werkdruk.

Zo werkt bijvoorbeeld een van mijn coachklanten structureel over, omdat na werktijd nog bloed- of urineonderzoekjes moeten worden gedaan of patiënten moeten worden teruggebeld. Het zou voor haar minder werkstress geven als ze daarin zelf zou kunnen sturen, bijvoorbeeld tussen de praktijkafspraken door tijd zou kunnen reserveren voor het terugbellen van patiënten. En bloed- en of urineonderzoeken zou kunnen uitbesteden aan de assistente.

Pogingen om haar afsprakenagenda zo in te richten dat ze in ‘werktijd’ de ruimte heeft voor taken zoals genoemd, blijken niet succesvol. Steeds weer wordt er in die geplande tijd een beroep op haar gedaan. En de assistentes zijn meestal op tijd naar huis, waardoor zij na ‘werktijd’ met regelmaat nog enige tijd bezig is voordat ze naar huis kan.

In een van mijn vorige artikelen lees je hoe taakeisen die aan je worden gesteld als stressoren kunnen worden ervaren, maar ook als uitdaging.

 

 

Minder uren werken is lang niet altijd de oplossing als je grote werkdruk ervaart

 

Een risico van parttime werken is dat je in vergelijking met mensen die fulltime werken meer kunt ‘uitdijen’ in je werk.

Werk je fulltime, dan werk je sowieso al vijf dagen. Misschien met overwerk nog iets meer. Werk je parttime, dan heb je mogelijk meer ruimte voor werk, buiten je werk. Waardoor je er makkelijker meer tijd voor kunt pakken. En je ‘werktijd’ dus minder begrensd is. Met het risico dat een contract voor minder uren leidt tot nog meer uren werken in eigen tijd.

Ben je een toegewijde werker met een groot verantwoordelijkheidsgevoel? Wees erop bedacht dat je niet doorschiet in perfectionisme. Goed is goed genoeg.

Wat dat betreft kun je veel leren van de mensen waar je de grootste moeite mee hebt. Want die hebben, zij het in een doorgeschoten vorm, een kwaliteit waarvan het goed zou zijn dat je daarvan iets zou ontwikkelen.

Voordat je besluit om minder te gaan werken, waarvoor je dubbel de prijs betaalt, benut de regelruimte die je zelf hebt om de druk te laten afnemen. Voor sommigen is het bijvoorbeeld veel beter om nog een uurtje langer op je werk te blijven, het werk af te hebben en met een lege tas naar huis te gaan. In plaats van er thuis nog veel meer uren aan te besteden.

Heb je zelf niet de mogelijkheid om je taken te herschikken, ga dan in gesprek met je leidinggevende over hoe je je werk zo kunt kneden, dat het beter bij je past; jobcraften.

 

 

 

Heb je last van ongezonde werkdruk en ervaar je veel stress op je werk?

Neem contact met me op, via e-mail ([email protected]) of via telefoon 06-54762865/ 0575-544588.

In een oriënterend gesprek onderzoeken we wat er schort aan je huidige werk en wat je nodig hebt om het tij te keren.

 

 

 

 

Je tijd managen voor de balans tussen werk en privé

 

Het is maandagochtend. Als loopbaancoach heb ik een afspraak met Jolanda. Zoals gewoonlijk starten we met een kop koffie. Spontaan stel ik haar de vraag “En, hoe is het?”. Jolanda kijkt bedenkelijk. “Helemaal niet goed”, zegt ze. Ik ben verbaasd. “Hoezo, vertel”, nodig ik haar uit. Jolanda vertelt haar verhaal. “Ik heb bar slecht geslapen”, zegt ze “en sowieso ben ik erg onrustig de laatste tijd”.

Jolanda heeft tot voor kort 32 uur gewerkt, naast haar gezin met drie kleine kinderen. En lange reistijden bovendien. Elke werkdag was een tour de force om op een redelijke tijd op haar werk te zijn. Jolanda was er niet echt rouwig om dat ze na haar ontslag meer tijd had voor zichzelf. En voor haar kinderen.

 

 

Gaande het traject is voor Jolanda heel duidelijk geworden wat naast haar werk belangrijk voor haar is

 

Bijvoorbeeld sporten, schilderen, wandelen met haar kinderen in het bos. Door er met haar over te praten is ze dat daadwerkelijk gaan doen: wekelijks sporten, deelnemen aan een schilderscursus en in het weekend is ze met regelmaat met haar kinderen in het bos.

Schilderen is een passie uit haar jeugd, zo werd me al snel duidelijk in ons traject. Graag was Jolanda naar de kunstacademie gegaan, maar dat werd haar toentertijd sterk ontraden. “Daar kun je je kost niet mee verdienen. Bovendien is de kunstwereld maar een vreemde wereld”, zo werd haar voorgehouden.

Het is overduidelijk dat ze haar enthousiasme voor het schilderen niet is kwijtgeraakt, hoewel ze een andere richting heeft gekozen. Integendeel, in het coachtraject heeft ze des te meer ervaren waar ze echt warm voor loopt. En schilderen hoort daarbij.

 

help ik weet wat ik wilphoto credit: J.BC

Geen probleem, zou je denken. Maar het tegendeel was waar

 

“Hoe moet dat nou, als ik straks weer aan het werk kan gaan?”, vraagt ze zich af. Dat benauwt haar. Slapeloze nachten heeft ze ervan.

Ze stelt zich voor hoe het straks weer zal zijn. Laat thuiskomen van haar werk. Geen tijd meer om te schilderen, geen vrije ochtend meer voor de sport. En sowieso zich opgejaagd en druk voelen. Het is voor Jolanda niet zo moeilijk om dat gevoel weer te ervaren.

En dat is beslist niet meer wat ze wil. Dat gevoel van tekort schieten, zowel op haar werk als privé, dat er aan alle kanten aan haar getrokken wordt. Met frustrerende uitputting als resultaat.

 

 

Een belangrijk besluit heeft ze al genomen

 

Die 32 uur werken is het niet meer, voortaan is 24 uur haar max. Want dat schilderen wil ze niet meer missen. Sterker nog, daar wil ze beslist verder mee. Ook voor het sporten moet er genoeg ruimte zijn. “En wie weet”, zegt ze “misschien kan ik dan ook gemakkelijker stoppen met roken. Ik weet nu hoe prettig het is goed in mijn vel te zitten”.

Doorpratend met Jolanda realiseert zij zich dat het eigenlijk heel goed met haar gaat. Niet voor niets heeft ze even minder goed geslapen. Het was voor haar een hele strijd om zich over te geven aan wat naast werk echt belangrijk voor haar is en de consequenties daarvan te aanvaarden.

 

Bij een volgend coachgesprek zit Jolanda er heel ontspannen bij. Het gaat zichtbaar heel goed met haar. Door het besluit minder te gaan werken ervaart zij nu alle rust en ruimte om het profiel van het voor haar ideale werk verder te specificeren, in balans met haar privéleven.

Want werk kun je niet los zien van alle andere zaken die belangrijk voor je zijn.

Kiezen is vaak lastig, want je kiest voor iets terwijl je iets anders laat vallen. Dat wordt gemakkelijker als je je prioriteiten scherp hebt. Uiteindelijk brengt dat balans tussen werk en privé.

 

 

Ken je het ongemakkelijke gevoel dat naast je werk andere dingen erg belangrijk voor je zijn? Wil je je ervaringen delen? Ik lees je reactie graag.

 

 

 

 

Hoe je komt tot een balans tussen werk en privé

 

Je geniet van je werk. Je krijgt kansen. En je grijpt ze, om je te ontwikkelen. Toch wringt er iets, een knagend gevoel. Je wilt meer dan alleen je werk. Je vraagt je af “hoe kom ik tot meer balans tussen werk en privé?”

Dit artikel geeft je een stappenplan, met concrete oefeningen om die balans te bereiken.

 

Een stappenplan om werk en privé in balans te brengenphoto credit: torisan3500

Stap 1 Plaats jezelf eens in de toekomst

Verbeeld je dat het twintig jaar later is dan nu; het is 2036. Je geniet van een kop koffie en pakt je krant. Wat schetst jouw verbazing? Jouw naam op de voorpagina. Het hoofdartikel gaat over jou! Het verhaal beschrijft wat jij bereikt hebt en wat je hebt betekend voor andere mensen. In het artikel lees je uitspraken van jou, je vrienden, je collega’s.

Wat wil je uit het leven halen? Fantaseer over wat jij hebt neergezet over twintig jaar. Pak je laptop of een vel papier en schrijf (in steekwoorden) je verhaal.

 

 

Stap 2 Maak een lijst van jouw talenten

Wat kun je goed? Wat zeggen anderen dat je goed kunt?

Welke talenten wil je inzetten in de dingen die je doet? Wat zijn de activiteiten die je het allerliefste doet? Van welke activiteiten gaan je ogen stralen en gaat jouw energie stromen? Met welke activiteiten kun je jouw accu lekker opladen?

Schrijf die activiteiten op en maak je lijst zo lang mogelijk.

 

 

Stap 3 Maak inzichtelijk waar je je tijd aan wilt besteden

In een week heb je 168 uur te besteden. Jij hebt het voor het uitkiezen. Jij mag bepalen hoe je je tijd wilt besteden. Hoe ziet jouw plaatje er dan uit?

Maar let op! Een groot deel (zo’n 90 uur per week) wordt al in beslag genomen door wat men noemt “persoonlijk onderhoud”: slapen, lichaamsverzorging, eten en sanitaire stops.

Teken een cirkeldiagram. Geef globaal en bijna associatief de verdeling aan van de tijd, die jij wilt besteden aan wat voor jou belangrijk is. Maak je eigen keuzes.

 

 

Stap 4 Ga na hoe je je tijd NU besteedt

Ga eens na hoe jij jouw tijd nu daadwerkelijk besteedt. Teken een tweede cirkeldiagram. Geef aan hoe het plaatje er nu daadwerkelijk uitziet.

Leg de twee cirkels naast elkaar. Aan welk gebied wil je meer aandacht en tijd besteden dan nu het geval is?

 

 

Stap 5 Bepaal wat je kunt delegeren

Blik eens terug naar jouw activiteiten van afgelopen week. En rangschik deze in vier kolommen. (1) “Doe ik graag, maar hoef ik niet te doen”. (2) “Doe ik graag, moet ik doen”. (3) “Doe ik niet graag, hoef ik ook niet te doen”. (4) “Doe ik niet graag, moet ik doen.

Welke activiteiten wil je niet langer doen? Wat kun je aan een ander overlaten? Wat wil je delegeren?

 

 

Stap 6 Kies wat het meest waardevol voor jou is

Kijk eens terug naar jouw cirkeldiagrammen en de vier kolommen. Welke waarden komen dan naar voren? Wat betekent dat voor jou? Welke keuzes wil je maken op basis van de waarden die belangrijk voor je zijn?

 

 

Je snapt het al: het gaat om kiezen.

Durf te kiezen. Formuleer je doelen. En realiseer wat jou voor ogen staat. Het is niet altijd makkelijk om te kiezen. Het betekent ook dat je andere zaken moet laten gaan. Dat kan pijn doen. Je kunt die pijn verzachten door terug te denken aan wat de keuze je oplevert.

 

Prioriteit gaat kortom niet over tijd, maar over lef. Durf te gaan voor wat voor jou belangrijk is.

 

 

 

 

Het vraagt discipline om goed om te gaan met en gebruik te maken van je tijd, in een wereld van overvloed

 

Luiheid vergt discipline, dat lijkt een contradictio in terminis. Dat is het echter niet.

Een paar weken terug was ik aanwezig bij een presentatie van Marli Huijer. Marli Huijer is bijzonder hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit.

Zij schreef o.a. het boek Discipline; Overleven in overvloed.

Discipline speelt op veel fronten een rol. Niet alleen bij wat je bijvoorbeeld al dan niet eet of drinkt of al dan niet koopt. Maar discipline speelt ook een rol bij de manier waarop je omgaat met en gebruikmaakt van je tijd.

Zo heb je bijvoorbeeld voor Het Nieuwe Werken veel zelfdiscipline nodig. Je beslist immers voor een groot deel zelf wanneer en hoe je werkt.

Maar wist je dat je voor luiheid waarschijnlijk nog meer discipline nodig hebt?

Meer over omgaan met en gebruikmaken van je tijd in een wereld van overvloed, lees je in mijn artikel.

 

luiheid vergt discipline

 

Leven in overvloed vraagt discipline

 

Je realiseert het je vast niet altijd, maar in veel opzichten leven we in overvloed. We hebben een overvloed aan bijvoorbeeld producten, relaties, e-mails, tweets, maar ook een overvloed aan tijd. Ook al voelt dat laatste misschien niet zo.

In principe kun je met flexibele werktijden en zeker Het Nieuwe Werken beginnen en eindigen wanneer jij wilt. In wezen heb je 24/7 tijd.

Bovendien kun je nagenoeg alles altijd doen. Je kunt bijvoorbeeld dag en nacht reizen, shoppen, je entertainen en door de Social Media kun je het hele etmaal contact hebben met de hele wereld.

En door die overvloed wil je ook eerder alles doen.

Zo zegt Huijer in haar boek:

“Jonge werknemers zijn soms zo gedreven dat ze non-stop door blijven werken en dag en nacht ‘aan’ staan. (…..) Juist bij hen zien we dat hoe minder de omgeving hen disciplineert om op vaste momenten te stoppen, des te meer ze hun discipline inzetten om de tijd maximaal uit te buiten”.

Wat Huijer zegt over jonge werknemers geldt overigens met regelmaat ook voor minder jonge werknemers. Niet voor niets worstelen veel werkenden met de balans tussen werk en privé.

 

Het lijkt alsof sommige werkenden zich zozeer opjagen dat ze niet meer de discipline kunnen opbrengen om te stoppen.

Zo hoor ik bijvoorbeeld van coachklanten dat ze hun werk e-mail ’s avonds nog lezen op hun tablet in bed. En in hun vakantie hun werk e-mail lezen op hun tablet of smartphone.

Kennelijk is het dan moeilijk om de discipline op te brengen om dat niet te doen.

 

 

Discipline, wat is dat eigenlijk?

 

Er zijn veel betekenissen van het woord discipline.

In dit verband wordt bedoeld wat in de Van Dale orde genoemd wordt, gehoorzaamheid aan voorschriften.

Die voorschriften, gedragsregels worden vaak van buitenaf opgelegd.

Een gedisciplineerde werknemer is dan een werknemer die de regels en procedures binnen het bedrijf of de organisatie kent en zich daarnaar voegt.

Overigens kan een gedisciplineerde werknemer ook aan zichzelf regels opleggen en zich daar dan aan houden. Maar in een gezonde vorm zijn die regels dan vaak gekoppeld aan een hoger doel.

 

 

Discipline gekoppeld aan een hoger doel

 

In dat geval wordt de discipline niet van buiten af opgelegd, maar komt van binnenuit.

Dat doet me denken aan een van mijn oud-coachklanten. Als resultante van het coachtraject is zij naast haar werk gestart met een Master Onderwijskunde.

Ondanks haar volle agenda met vier dagen werken en daarnaast colleges volgen, studeert zij gedisciplineerd. Ze geniet bovendien intens van haar studie.

Zij weet heel goed in welke richting zij zich verder wil ontwikkelen. Door de intrinsieke motivatie geeft dat veel discipline om aan de gang te gaan en te blijven met haar studie.

Hogere doelen hebben alles te maken met waar jij warm voor loopt, jouw persoonlijke missie.

 

 

Wat naast een hoger doel helpt om discipline op te brengen

 

Wist je dat je discipline ook voor een deel kunt uitbesteden?

Werknemers bij Daimler kunnen hun mail op de status ‘op vakantie’ zetten. Wanneer iemand een e-mail stuurt, krijgt die de automatische mededeling dat degene die ze willen bereiken op vakantie is en dat de mail verwijderd wordt. Zo kan de vakantieganger bij terugkomst weer rustig beginnen zonder eerst een hele lading e-mail te hoeven lezen.

En zo kun je gebruik maken van de app Freedom als je productief wilt werken en niet in de verleiding wilt komen om tussentijds op internet te gaan.

En wil je gedisciplineerd sporten? Dan is het een goed idee om bijvoorbeeld naar een sportschool te gaan, waar je op rooster staat ingedeeld. Dat helpt althans mij, om gedisciplineerd te gaan sporten. En wil je niet vastzitten aan een rooster? Zorg dan voor een fitnessmaatje. Ook dat bevordert de discipline.

 

 

Luiheid vergt discipline

 

Dat was een van de stellingen van Marli Huijer.

Luiheid roept negatieve associaties op.

Google maar eens op luiheid. Luiheid is zonde. Ledigheid (luiheid) is des duivels oorkussen. Luiheid belemmert je te zijn wie je wilt zijn.

Kennelijk moet je van luiheid zien af te komen. Luiheid wordt ook wel gezien als een ziekte. Bovendien leidt luiheid tot allerlei kwaad.

 

Maar luiheid, van tijd tot tijd niets doen, is helemaal niet verkeerd. Er wordt steeds meer gepropageerd dat momenten van niets doen, hoe kort ook, juist bijdragen aan je productiviteit.

Niets doen. Gewoon op een bankje in het park zitten en voor je uit staren. Onthaasten. In bad liggen en nergens aan denken. Achter je bureau even een momentje voor jezelf, even alles laten liggen en niets doen.

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want je bent vaak maar geneigd om door te gaan. Van tijd tot tijd niets doen vraagt dan ook om het doorbreken van een patroon. Misschien is niets doen ook wel iets dat tegen je natuur in lijkt te gaan.

 

Wat dat betreft is het een kunst om niets te doen. En zoals zo vaak bij kunst gaat het niet perse om talent. Het gaat meer om discipline, doorzettingsvermogen en oefenen, oefenen, oefenen.

 

Luiheid, niets doen, vergt dan ook veel discipline.

 

 

Ook ik ben aan het oefenen in het niets doen. Ik wil die kunst leren.

Ik heb heel helder waarvoor ik het doe. Dat helpt mij enorm om er gedisciplineerd mee aan de slag te gaan.

 

Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen. Ik stel het op prijs als je die wilt delen.

 

 

 

 

Waarom chronisch uitzien naar het weekend of chronisch uitzien naar de werkweek niet echt gezond is

 

Werk je om te leven en ben je blij als het weer vrijdag is?

Kost jouw werk je veel energie en heb je het weekend nodig om weer bij te tanken?

Zie je werk als een noodzakelijk kwaad om inkomsten te genereren?

Zo ja, dan kan ik me goed voorstellen dat je blij bent als het weer vrijdag is: “Thank God it’s Friday!”

En dat je op zondagavond denkt “Oh God, tomorrow it’s Monday!

 

Maar het omgekeerde kan ook.

Dat je op zondagavond blij bent dat het weekend met al die sociale verplichtingen weer achter de rug is. En dat je weer lekker aan het werk kunt: “Thank God it’s Monday!”.

Dat laatste lijkt misschien nastrevenswaard, maar zowel chronisch uitzien naar het weekend, als chronisch uitzien naar de werkweek, is niet echt gezond.

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Thank God it's Friday

 

Thank God it’s Friday!

 

Misschien kun je je daar iets bij voorstellen. Mogelijk past die uitspraak zelfs bij jou, maar durf je het niet luid te roepen, uit angst je baan te verliezen.

Het kan zijn dat je nog liever werk doet dat niet echt bij je past, dan dat je zonder werk zit. En dat je je daarom maar schikt in de situatie zoals die is.

Maar wist je dat je daarmee ook een risico loopt?

 

Werk doen dat echt niet bij je past, kost meer energie dan het je oplevert. En daarmee trek je je accu leeg.

Het is dan moeilijk om je accu weer op te laden. Want heb je eenmaal een lege accu en ben je chronisch moe, dan loop je het risico in een negatieve spiraal te raken.

Als je chronisch moe bent, dan heb je nergens zin in. Je hebt de neiging om af te wachten en reactief te worden. Je herstelt niet waardoor je de volgende dag weer moe op je werk komt. En dus een nieuwe werkdag al met achterstand begint.

Zo had ik laatst een gesprek met iemand die het slecht naar z’n zin heeft op zijn werk. ‘s Avonds komt hij doodmoe thuis. Het bereiden van een maaltijd en het opruimen van de keuken zit er nog net in. Maar dan ploft hij op de bank. Hij blijft daar kennelijk hangen, uiteindelijk met een zak chips of andere knabbels erbij.

Inmiddels speelt zijn gewicht hem enorm parten en heeft hij last van heupen en knieën. Zijn HR manager vond zijn situatie zo zorgelijk, dat zij vond dat zij zich ermee moest bemoeien.

 

 

Blijf niet hangen in werk dat echt niet bij je past

 

Neem je eigen verantwoordelijkheid. Stap bijvoorbeeld naar je leidinggevende  en maak bespreekbaar wat je aan je werk zou willen veranderen.

Het kan namelijk heel goed zijn dat je je baan kunt veranderen, zonder van baan te veranderen. Het is het onderzoeken waard, of je door taken iets anders in te richten, ze aantrekkelijker kunt maken voor jezelf.

 

Ik heb het dan over jobcraften. Ik schreef daarover in een eerder artikel.

En kun je je werk door jobcraften niet passend maken, misschien is het dan tijd om je koers bij te stellen en werk te maken van ander werk.

Want ben je eenmaal echt gedemotiveerd voor je werk, dan is het moeilijk om er weer bovenop te komen.

 

 

Thank God it’s Monday

 

Alleen met je werk bezig zijn, daar helemaal voor gaan en je levensvervulling erin vinden, is ook niet echt gezond.

Als je in je bevlogenheid voor je werk doordraaft, dan gaat het lijken op werkverslaving.

Dat is niet alleen fysiek ongezond. Het is bijvoorbeeld ook ongezond voor je relatie met je omgeving, zoals bijvoorbeeld je partner, je kinderen en je andere sociale contacten.

 

Belangrijk is een goed ritme tussen bevlogen je werk doen en afstand nemen buiten je werk.

Rust is daarbij cruciaal. Herstellen na je werk door sociale dingen te doen of bezig te zijn met je hobby’s. In elk geval andere dingen doen dan je werk.

Want mensen die dat doen, die herstellen kennelijk beter en kunnen de volgende dag weer meer bevlogen aan het werk. Ze blijven daardoor beter in balans.

Het is dus de kunst om een goed ritme te vinden tussen bevlogen en geconcentreerd bezig zijn met je werk en daarnaast volop afstand nemen van dat werk.

Als dat je lukt, dan raak je in een opwaartse spiraal: bevlogen je werk doen, goed gemutst thuiskomen van je werk, werk gemakkelijk van je af kunnen zetten, zin en ruimte hebben om leuke dingen te doen.

 

 

Leven in je werk en daarbuiten

 

Het is niet gezond, als je voor je gevoel pas weer gaat leven als je werkweek begint.

Als je geluk afhangt van wat je doet en wie je bent in je werk. Als je alleen voldoening ervaart en levensgeluk in je werk en niet daarbuiten.

 

Anderzijds is het niet gezond, als je pas weer tot leven komt als het weer weekend is.

Als je je ongelukkig voelt op je werk en je weekend nodig hebt om weer enigszins op te bloeien. Bijvoorbeeld omdat je op je werk totaal niet tot je recht komt. Of dat je in een omgeving verkeert waarin je wegkwijnt, in plaats van dat je groeit en bloeit.

 

 

Werk als een van de levensterreinen

 

Je leven is meer dan werk.

Bij het formuleren van je persoonlijke missie heb je dus ook niet alleen aandacht voor werk. Sterker nog, leven komt op de eerste plaats. Werk is een van de levensterreinen.

Ook voor jou zijn naast werk vast ook andere levensterreinen belangrijk. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan relaties (partner, kinderen, familie, vrienden), gezondheid, persoonlijke ontwikkeling, spiritualiteit, vrije tijd en hobby’s.

 

Het is dan ook mooi als je naast je werk voldoende aandacht en ruimte hebt voor andere zaken die belangrijk voor je zijn.

Zodat je na een fijn weekend weer met een voldaan gevoel aan het werk kunt gaan.

En na een werkdag en werkweek met een voldaan gevoel kunt uitzien naar vrije tijd die je kunt besteden aan de zaken die naast werk belangrijk voor je zijn.

 

 

Heb jij nog geen goed beeld van waar jij warm voor loopt?

Vind je het moeilijk om balans te creëren tussen je werk en wat daarnaast waardevol voor je is?

 

Neem gerust vrijblijvend contact met me op. Graag maak ik tijd voor je vrij om je vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Handreikingen om te komen tot een antwoord op je vraag

 

Je bent moeder of vader. Je hebt je gezin en je hebt je werk.

Je wilt een goede vader of moeder zijn. Maar ook met betrekking tot werk heb je je ambitie. Je hebt niet voor niets gestudeerd en al jaren geïnvesteerd in je werk.

Je hebt een dilemma; Waar kies ik voor? Ga ik voor mijn ambitie met betrekking tot werk? Of laat ik mijn ambitie los en kies ik (vooralsnog) voor mijn gezin?

Alhoewel die vraag speelt voor vrouwen en mannen, is de vraag vooral voor vrouwen een heikel punt.

Die vraag kan je stevig bezig houden. Het kan moeilijk voor je zijn om die keuze te maken. Sociale beïnvloeding en verwachtingspatronen spelen daarbij een grote rol.

 

ambitie loslaten of gaan voor je ambitie

 

Emancipatie; een hot item

 

“Een goede moeder werkt vooral niet te veel” (E5 NRC, dinsdag 14 januari 2014); alsof je een slechte moeder bent als je voltijds werkt en gaat voor je ambitie.

“Een moeder die niet werkt heeft geen ambitie”; alsof fulltime moeder zijn niet je ambitie kan zijn.

“Anderhalve baan in een gezin mag geen nieuw keurslijf worden” (O&D 4-5 NRC, zaterdag 18 januari 2014); alsof je als moeder eigenlijk niet mag kiezen voor een halve baan.

 

Afgelopen week was het onderwerp emancipatie weer helemaal hot. En dan met name vrouwenemancipatie.

De aanleiding was een onderzoek waarop Justine Ruitenberg, verbonden aan het Instituut voor Arbeidsmarktstudies (UvA), vorige week promoveerde.

Zij deed onderzoek naar keuzevrijheid en arbeidsmarktgedrag van Nederlandse moeders.

 

Als moeder geen vrije keuze

 

Moeders worden in hun keuzes met betrekking tot arbeidsparticipatie sterk sociaal beïnvloed. Bijvoorbeeld door ouders, partners, vrienden en werkgevers.

In haar onderzoek toont Justine Ruitenberg dat aan.

Van die beïnvloeding ben je je als vrouw vaak niet bewust. Het proces speelt zich grotendeels af in je onderbewustzijn.

In een vorig artikel beschreef ik hoe je onderbewustzijn van invloed is op je gedrag. En dus op de keuzes die je maakt.

 

Als moeder zou je dus eigenlijk geen vrije keuze hebben.

En waarschijnlijk als vader en kostwinner door de sociale beïnvloeding evenmin. Maar dat heeft Justine Ruitenberg niet meegenomen in haar onderzoek

 

Wat ambitie eigenlijk is

 

Als we het hebben over ambitie, dan denken we meestal aan ambitie met betrekking tot werk.

Ambitie is dan het streven om carrière te maken. Het streven om een betere positie te verwerven. Ambitie in die betekenis gaat vaak gepaard met streven naar eer of roem.

In meer algemene zin is ambitie het streven naar een bepaald doel. Ambitie in deze zin is het streven om een bepaalde taak of functie beter uit te voeren.

Zo kan je ambitie ook zijn om jong kinderen te krijgen en fulltime te gaan voor het moederschap.

 

Maar over het algemeen denken we bij ambitie aan het streven om carrière te maken. En in dat kader wordt de vraag Ga ik voor mijn ambitie of laat ik mijn ambitie los? ook meestal bedoeld.

 

In vrijheid je eigen keuzes maken; het kan

 

Moeders zijn geen willoze wezens, zegt Barbara Baarsma, algemeen directeur van SEO Economisch Onderzoek en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam (NRC, zaterdag 18 januari 2014, O&D5).

En ik ben het helemaal met haar eens.

Het is mogelijk om als moeder in vrijheid je eigen keuzes te maken. Ook al hebben sociale verwachtingspatronen hun invloed op jouw keuzeproces.

Wees je ervan bewust dat je die verwachtingspatronen gaande je ontwikkeling hebt geïnternaliseerd. En dat ze in je onderbewustzijn een rol spelen in je keuzeproces.

Houd die patronen kritisch tegen het licht en bepaal welbewust je eigen standpunt.

 

Je ambitie loslaten of gaan voor je ambitie? Handreikingen om te komen tot een antwoord op je vraag

 

1.   Breng in kaart wat belangrijk is voor jou.

Denk daarbij aan verschillende levensterreinen. Bijvoorbeeld werk, relaties (partner, kinderen, familie, vrienden), gezondheid, vrije tijd, persoonlijke ontwikkeling, financiën.

In een vorig artikel gaf ik je een aantal oefeningen om helder te krijgen wat belangrijk voor je is.

 

2.   Formuleer je levensdoelen in een persoonlijke missie.

In een vorig artikel vind je daarvoor een stappenplan.

 

3.   Schrijf eens op wat werk voor jou betekent.

Is werk een manier om je persoonlijk te ontwikkelen? Je grenzen te verleggen? Je kwaliteiten in te zetten voor een hoger doel? Een maatschappelijke bijdrage te leveren? Een middel voor sociale contacten?  Een financiële bijdrage te leveren aan het gezinsbudget? Maakt werk je onafhankelijk? Geeft werk je status?

 

4.   Kijk eens hoe werk zich verhoudt tot je andere levensdoelen.

Hoe ziet je leven eruit als je dat naar eigen wens in zou kunnen richten?

 

5.   Pas de dilemmabenadering toe.

Welke krachten drijven je in de richting van gaan voor je ambitie? En welke tegenkrachten houden je daarvan af?

Weeg je belangen en vind daarin voor jezelf een balans. Bespreek een en ander met je partner. Wellicht vinden jullie samen oplossingen voor bezwaren, belemmeringen, die je weerhouden van gaan voor je ambitie.

In een vorig artikel heb ik aan de hand van een concreet voorbeeld beschreven hoe de dilemmabenadering werkt.

 

 

Maak je eigen keuze met betrekking tot gaan voor je ambitie of je ambitie loslaten.

Laat je niet (langer) van de wijs brengen door wat de buitenwacht van je verwacht. Jij weet zelf het beste waarvoor je doet wat je doet.

 

 

En kun je wel wat hulp gebruiken om jouw dilemma helder te krijgen en/of op te lossen?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust om een afspraak te maken voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je door fijn werk gericht kunt werken aan je geluk

 

Nog een kleine twee weken en dan hebben we de verkiezingen. Veel mensen maken zich zorgen.

Misschien denk je “fijn werk maakt gelukkig”. Hoezo? “Geluk is op dit moment niet aan de orde. Ik ben blij dat ik nog werk heb”.

Of misschien heeft het ongeluk jou al getroffen en ben je je baan kwijt geraakt.

 

Maar ook al ben je nu somber gestemd, ook in de omstandigheden van dit moment kun je zelf je geluk beïnvloeden, in je werk en daarbuiten.

 

Over geluk en geluksfactoren wordt veel gesproken en geschreven. Niet alleen sociaal wetenschappers zoals psychologen en sociologen houden zich met deze thematiek bezig, maar ook economen, zoals Richard Layard en politici.

 

Veiligheid levert bijvoorbeeld een belangrijke bijdrage aan ons geluk. Dat weten we vanuit de psychologie en sociologie. Over het algemeen willen we verlies vermijden en nemen we liever geen risico’s.

Het merendeel van de werkenden geeft dan ook de voorkeur aan een baan in loondienst en onze sociale wetgeving en de ontslagbescherming ervaren we als een groot goed. Het is niet voor niets dat de overheid en de politiek zich daar dan ook mee bemoeien, want onvrijwillige werkloosheid heeft een sterk negatief effect op het welbevinden en dus het geluk van mensen.

Fijn werk maakt gelukkig

Wat gelukkig maakt verschilt van persoon tot persoon.

 

Veiligheid levert een belangrijke bijdrage aan geluk, maar de mate waarin, is voor iedereen verschillend.

Veel mensen zijn zich niet zo bewust van de factoren die hen gelukkig maken. Meestal kunnen ze wel goed aangeven of ze zich gelukkig voelen of niet. Maar vraag je wat hen vooral gelukkig maakt, of wat zij nodig hebben om zich gelukkig te voelen, dan is het moeilijk om een antwoord te geven. Dat ervaar ik ook in mijn werk als loopbaancoach.

Hoe is dat voor jou? Wat maakt jou gelukkig? Waar word jij gelukkig van?

 

Het is inderdaad niet gemakkelijk om die vragen te beantwoorden. Temeer omdat er zoveel factoren zijn, die een rol spelen bij het ervaren van geluk. Denk bijvoorbeeld maar eens aan gezondheid, inkomen, vrijheid, een partner, familiebetrekkingen, werk, andere sociale contacten, waardering.

Om je op weg te helpen heb ik uit diverse artikelen een viertal cruciale factoren voor geluk gedestilleerd:

  1. Controle over je leven
  2. Zien dat je vooruitgang boekt
  3. Verbonden zijn met anderen
  4. Een bijdrage leveren aan het grotere geheel

 

Als je weet welke factoren je geluk bepalen, dan kun je er ook gericht aan werken. Onderstaand kun je lezen hoe.

 

1.     Controle hebben over je leven maakt gelukkig

 

Autonomie, de vrijheid om eigen keuzes te maken, maakt mensen gelukkig. Zelf kunnen kiezen voor wat jij wilt met en in jouw leven.

Vind je werk bijvoorbeeld belangrijker dan kinderen krijgen? Durf daar dan ook voor te kiezen, ook al verwacht je omgeving misschien iets anders. Wil je je kinderen (groten)deels zelf opvoeden? Maak je keuze en volg je hart, ook al zegt je omgeving dat het slecht is voor je carrière. Geluk is leven in overeenstemming met wie jij wilt zijn.

 

Autonomie komt ook naar voren in het zelf bepalen van de koers in je werk en actief daarop sturen.

Dan moet je je niet afwachtend en afhankelijk opstellen, zoals een van mijn coachklanten. Naar alle waarschijnlijkheid wordt haar functie weggesaneerd. De termijn waarop dat gaat gebeuren, is nog onduidelijk. Op dit moment doet zij niet meer haar eigenlijke werk, alhoewel ontslag nog niet aan de orde is. Haar werkplezier is echter danig tanende en zij is absoluut niet gelukkig met de situatie zoals die is.

Haar autonomie ervaart zij zelf nog niet. Door het coachtraject wil haar werkgever haar stimuleren om zelf het heft in handen te nemen, zodat zij stappen kan zetten op het moment dat dat noodzakelijk is.

 

2.     Zien dat je vooruitgang boekt maakt gelukkig.

 

Doe vooral waar je goed in bent en wat je ook leuk vindt om te doen. Dan heb je ook meer succes en je krijgt meer waardering. Dat werkt ook positief voor je zelfbeeld en dat leidt tot meer geluk.

Bovendien geven positieve ervaringen jou de energie en de moed om nieuwe uitdagingen aan te gaan en zo jezelf te ontwikkelen. Ontwikkeling blijkt ook een belangrijke sleutel tot geluk.

Durf jezelf doelen te stellen. Heb lef en stap in iets nieuws. Zo is een van mijn coachklanten onlangs begonnen in een nieuwe baan. Zijn doel was een leidinggevende functie. Leidinggeven is nieuw voor hem en ook wel spannend. Maar hij heeft zijn kans gegrepen, wetend en voelend dat hij de competenties heeft.

Beperk doelen stellen niet tot je werk. Werk is vast maar één van de levensterreinen die belangrijk voor je zijn. Naast werk en je eventuele gezin heb je misschien ook nog een studie of cursus, hobby’s en sociale contacten. Wellicht heb je ook nog nevenactiviteiten als vrijwilliger. Bepaal ook daarvoor je doelen.

 

3.     Verbonden zijn met anderen maakt gelukkig

 

Wij mensen zijn sociale wezens. Wij willen bij een groep horen, erbij horen, kunnen spiegelen, ook al willen we dat niet altijd onderkennen. Verbinding met anderen, zeker als er sprake is van gedeelde doelen en waarden, levert een duidelijke bijdrage aan geluk.

Het kan heerlijk zijn, om op momenten ongestoord in je eentje te kunnen werken. Toch hoor ik met regelmaat van ‘eenpitters’, dat ze hun werkbestaan maar eenzaam vinden en behoefte hebben aan een ‘maatje’. Ook het ‘Nieuwe Werken’ wordt niet door iedereen gewaardeerd, vooral door het gemis van de verbondenheid met collega’s en het delen met elkaar.

In een vorig artikel beschreef ik hoe je omgeving van invloed kan zijn op je welbevinden en kan maken dat je óf kunt groeien en bloeien, óf geleidelijk aan steeds meer wegkwijnt. En mensen zijn voor de meesten van ons daarin een belangrijke factor. Wil je dat artikel nog eens nalezen, klik dan hier.

 

4.     Een bijdrage leveren aan een groter geheel maakt gelukkig

 

In een vorig artikel schreef ik over factoren die een cruciale rol spelen bij het ervaren van voldoening in je werk. Ik gaf het voorbeeld van Miranda, die graag ‘het verschil wilde maken’. Het gevoel ‘ertoe te doen’ geeft voldoening en dat maakt ons gelukkig.

‘Verschil maken’ zie ik als een bijdrage leveren aan een groter geheel. In een of andere vorm heeft iedereen die behoefte. Ook al realiseer je je dat zelf nog niet zo direct.

Als voorbeeld geef ik je een uitspraak van een van mijn coachklanten, een applicatieprogrammeur. Zijn doelstelling is “het programmeren van goede informatiesystemen, waar de gebruiker goed mee kan werken”.

Een andere coachklant formuleerde zijn bijdrage als volgt: “In mijn werk lever ik een aandeel in de ontwikkeling van het hulpverleningsaanbod voor cliënten, waardoor de hulpverlening beter aansluit bij de daadwerkelijke hulpvraag van cliënten en zij meer voldoening ervaren”.

Deze uitspraken zeggen veel over waar deze mensen qua werk warm voor lopen, hun persoonlijke werkmissie. Deze werkmissie is overigens een onderdeel van een meeromvattende persoonlijke missie. Zoals ik al zei, beperken je doelen zich niet tot werk. Juist buiten je werk kun je een bijdrage leveren aan een groter geheel.

 

 

Geluk heeft zijn weerslag op je lichamelijke en psychische gezondheid.

Geluk is niet alleen iets dat je overkomt. Je hebt er wel degelijk zelf invloed op. Je hebt het zelf in de hand en je kunt er zelf aan werken. Daarvoor is het belangrijk dat je weet welke factoren je geluk bepalen.

 

Wil je meer inzicht in de factoren die jouw geluk bepalen en wil je weten hoe je daarin kunt sturen?

Wil je meer balans tussen werk en privé en de verschillende rollen die je vervult?

Schrijf je dan in voor de driedaagse training “Bouw je ideale loopbaan”.

 

Wil je in een oriënterend gesprek je vraag aan me voorleggen? Bel (0575-544588/06-54762865) of e-mail ([email protected]) me.

 

Je reactie op dit artikel lees ik graag