In mijn normale doen kijk ik nauwelijks televisie.

Maar in Portugal willen we ’s avonds nog wel eens een serietje kijken of een film op Netflix.

Want leeswerk heb ik dan overdag al gedaan en socializen in de avond is er in the middle of nowhere niet bij.

Dus lekker de houtkachel aan en knus een aflevering van een serie of een film kijken, samen met M.

Geïnspireerd door een van mijn connecties keken we ‘Hugo’ van Martin Scorsese, op Netflix.

Helaas niet in 3D, zoals die oorspronkelijk is gemaakt en bedoeld.

In 3D is die vast fascinerender, doordat je letterlijk meegenomen wordt in het verhaal.

 

Het verhaal is gebaseerd op een kinderboek.

Maar het gaat zeker ook over ‘grote-mensen-dingen’.

Al komen ze dan uit een kindermond.

 

I wonder what my purpose is…”, vraagt Isabelle zich af.

 

Ze wordt gerustgesteld door Hugo:

Everything has a purpose, clocks tell you the time, trains take you to places.

I’d imagine the whole world was one big machine.

Machines never come with any extra parts; you know.

They always come with the exact amount they need.

So, I figured if the entire world was one big machine, all of us were made for a purpose.

I couldn’t be an extra part.

I had to be here for some reason.

And that means you have to be here for some reason, too.”

 

En Hugo vervolgt:

Maybe that’s why a broken machine always makes me a little sad, because it isn’t able to do what it was meant to do.

Maybe it’s the same with people. If you lose your purpose… it’s like you’re broken.”

 

En ja, als je je bestemming kwijt bent, dan ben je op weg naar nergens.

En als je niet weet waarom je doet wat je doet, dan kun je niet vlammen.

 

Als je niet weet waarom je doet wat je doet, dan kun je niet vlammen

 

 

Maar zie er maar eens achter te komen wat jouw bestemming is.

Dat is nog niet zo makkelijk.

Bovendien kan het best spannend zijn.

Want wie weet wat het resultaat is van jouw ontdekkingstocht.

 

Op zoek gaan naar wat je drijft, jouw purpose, is een avontuur.

“We can get into a trouble”, zegt Isabelle.

Waarop Hugo heel relativerend antwoordt:

“That’s how you know it’s an adventure”.

 

En:

“It’s like a puzzle.

When you put it together, something’s going to happen.”

 

En zo is dat.

Ik zie dat ook in mijn coachtrajecten.

Gaande het traject onderzoeken en expliciteren we de puzzelstukjes, voor zover je die je al in huis hebt.

En wordt duidelijk welke stukjes nog ontbreken.

De ontbrekende stukjes verkennen we, geven ze vorm en ‘kleuren’ ze in.

Zodat uiteindelijk de hele puzzel kan worden gelegd en het resultaat zichtbaar wordt.

En jij vol vuur kunt gaan voor wat jij voor ogen hebt.

 

 

Kun jij bij het leggen van jouw puzzel wel wat hulp gebruiken?

Misschien ook wel omdat je de nodige stukjes mist?

Neem gerust contact met me op.

Graag ga ik het avontuur met je aan, om samen jouw puzzel te leggen.

 

 

 

 

Heel af en toe kijk ik een film of serie op Netflix. Een van die series is Inhuman resources.

Waar dat van toepassing is, zoals bij Inhuman resources, kan ik het dan niet laten om koppelingen te maken naar mijn vakgebied.

 

De serie gaat over Alain Delambre, die 40 jaar gewerkt heeft als HR-adviseur, maar vanwege zijn leeftijd wordt ontslagen.

Al zes jaar lang is hij werkloos.

Hij pakt aan wat voorhanden is om toch wat inkomen te genereren. Zo stopt hij bijvoorbeeld in de stromende regen flyers onder ruitenwissers van auto’s.

En als orderpicker werkt hij in een distributiecentrum van een firma handelend in auto-onderdelen. Daar wordt hij afgesnauwd en onderuit geschopt door zijn leidinggevende.

Hij voelt zich uitgeput en vernederd. Het wordt hem duidelijk te veel en gekleineerd en gefrustreerd slaat hij zijn leidinggevende tegen de grond.

Dat komt hem duur te staan. Hij krijgt zijn ontslag en het bedrijf doet aangifte van mishandeling.

De ellende stapelt zich op. Bij gebrek aan inkomsten dreigt hij zijn flat te moeten verkopen. En waar hij probeert met klussen nog wat geld te verdienen, heeft zijn vrouw geen idee waar hij rondhangt en verliest haar vertrouwen in Alain.

 

 Inhuman resources; wat een ontslag en lange periode van baanloosheid met je kunnen doen

©Foto: Denis Makarenko / Shutterstock.com

 

Al met al ontaardt het verhaal van Alain (rol vertolkt door Éric Cantona) in een crimineel drama. Wat dat betreft vind ik de oorspronkelijke Franse titel van de serie ‘Dérapages’ fijnzinniger en beter passend bij het verhaal van Alain dan de titel van de Netflix serie.

 

Alain vervolgt immers 40 jaar lang als een keurige werknemer zijn loopbaan pad.  Maar hij vliegt finaal uit de bocht als het hem allemaal te veel wordt.

 

Ook al ontaardt het verhaal in de serie in een crimineel drama, als je het criminele drama weg filtert, dan vallen een aantal herkenbare zaken op.

Wat Alain overkomt, overkomt helaas meer mensen. Jarenlang heb je toegewijd je werk gedaan. Maar door omstandigheden, welke dat ook mogen zijn, raak je je baan kwijt.

 

Het verhaal van Alain bevestigt dat je wat betreft je loopbaan niet op je werkgever moet rekenen. Dat je je niet afhankelijk daarvan moet opstellen.

Ook al denk je dat je hoog en droog zit bij je huidige werkgever.

Of dat je, mocht je je baan verliezen, altijd nog terug kunt vallen op een uitkering.

Want ook een uitkering is gebonden aan een bepaalde termijn.

En als je eenmaal in een neerwaartse spiraal terecht komt, dan is het moeilijk om daar weer uit te komen.

 

Als Alain een passende vacature op zijn vakgebied op het spoor komt, is het mooi om te zien hoe hij opbloeit.

Hij ziet de mogelijke baan als zijn redding. Vol goede moed gaat hij het proces aan om van zijn sollicitatie een succes te maken.

Hij spant zich maximaal in om de baan te krijgen. Heel grondig doet hij zijn onderzoek naar de organisatie en verzamelt essentiële informatie.

 

Daardoor komt hij niet alleen goed beslagen ten ijs in het selectieproces.

Dankzij de goede voorbereiding is hij in staat om het spel te veranderen. Als hij hoort dat hij als een joker gebruikt wordt, verandert hij zijn strategie.

Omdat hij zich zo goed geïnformeerd heeft is hij in staat om zelf de regie te pakken.

In plaats van slachtoffer is hij volwaardig tegenspeler. Hij heeft zich in een positie geplaatst waarin hij een krachtige actor wordt in het geheel.

 

Helaas blijkt zijn overwinning uiteindelijk een pyrrusoverwinning. Wat hij gewonnen heeft is minder dan het verlies dat hij geleden heeft om te winnen.

 

 

Ook al is Inhuman resources een gedramatiseerd verhaal, het laat goed zien wat een ontslag en een lange periode van baanloosheid met je kunnen doen.

Dus: ‘Be prepared!’

Zorg dat je bijblijft en dat je je marktwaarde behoudt.

Zorg dat je goed voorbereid bent op veranderingen op de arbeidsmarkt. Dat je proactief en strategisch loopbaangedrag kunt laten zien. En over de juiste vaardigheden en tools beschikt om je succesvol aan te passen.

Met mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ kun je je die vaardigheden eigen maken.

De combinatie met de aangereikte tools zorgt ervoor dat je je als professional vrijelijk kunt bewegen op de arbeidsmarkt en tijdig bij kunt sturen als dat nodig is.

 

 

 

 

Aanvankelijk was ik totaal niet met mijn loopbaan bezig.

Toen ik trouwde heb ik zelfs mijn pensioen afgekocht.

Ik dacht “Voor die paar jaar dat ik heb gewerkt, levert de betaalde premie toch niets op.”

Ik kan me nu niet meer voorstellen dat ik toen zo heb kunnen denken. Maar tsja, vriendinnen deden het ook.

Erop terugkijkend had de tijdgeest er zeker mee te maken.

 

In eerste instantie was ik fulltime moeder van onze twee oudsten.

Dat beviel me best.

Maar er kwam vrij snel verandering in.

 

Op de lerarenopleiding waren ze op zoek naar mensen zoals ik.

Ze wisten van mijn studie orthopedagogiek en mijn specialisatie kinderpsychiatrie en leerstoornissen.

Aan mij de vraag of ik beschikbaar was voor vervanging van een collega die aan het promoveren was.

Daar had ik wel oren naar.

Voor onze kindjes heb ik opvang geregeld, een huishoudelijk hulp, die had ik al.

Zo heb ik een jaar lang vakken gegeven als onderwijs- en leerpsychologie en allerlei vakken met betrekking tot leerlingbegeleiding en mentoraat.

Heerlijk vond ik het.

 

Na dat jaar kwam de collega die ik verving weer terug en was ik dus overbodig.

Ik werd weer fulltime moeder. Ook dat vond ik best.

 

Maar op de lerarenopleiding waren ze me niet vergeten.

En zo werd ik nog een aantal keren als een soort ‘uitzendkracht’ ingehuurd.

Mijn oppas was heel flexibel, dus dat was niet het probleem.

Het punt was dat ik zelf aan het denken werd gezet.

 

Ik realiseerde me dat ik niet langer als flexibele kracht ingehuurd wilde worden.

Ik werd me bewust van wat ik te bieden heb. En de waarde die ik lever, in dit geval voor de lerarenopleiding.

Ik vond het werk erg leuk om te doen, maar voortaan wel onder mijn voorwaarden.

Er moest recht gedaan worden aan mijn kwaliteiten.

Flexibele contracten wilde ik niet langer.

Uiteindelijk heb ik er al met al zeven jaar met veel plezier gewerkt.

En door een inspirerende collega werd ik op het spoor gezet van keuze- en loopbaanbegeleiding.

 

Ook voor jou is het goed om je te realiseren wat je te bieden hebt op de arbeidsmarkt.

Je bewust te zijn van de waarde die je levert voor een opdrachtgever of werkgever.

Niet alleen jij mag blij zijn met een mooie nieuwe baan, ook een werk- of opdrachtgever mag blij zijn als jij voor zijn organisatie wilt werken.

 

Bewustzijn van de waarde die jij levert is het begin, maar alleen bewustzijn is niet genoeg om mooi werk te realiseren.

Zorg dat je helder kunt communiceren over jouw kwaliteiten en wat de inzet van jouw kwaliteiten een opdrachtgever of werkgever oplevert.

Voorkom dat je in gesprekken met werk- of opdrachtgevers met de mond vol tanden zit.

 

Voorkom dat je in gesprekken met werk- of opdrachtgevers met de mond vol tanden zit

 

 

Zorg dat je resultaten van jouw inzet concreet kunt benoemen. Niet alleen in je cv en in je profiel op LinkedIn, maar met name ook in gesprekken.

Zorg, dat je de verhalen paraat hebt, die kunnen dienen als bewijsmateriaal.

Het werken met succesverhalen helpt je daarbij.

Bovendien doet het schrijven van succesverhalen je niet alleen voelen en ervaren waar je goed in bent, maar ook wat je leuk vindt om te doen.

En de bijdrage die jij wilt leveren met jouw werk.

 

Laat je inspireren door een coachklant van me:

“Ha Marlène, dat is een tijdje geleden. Ja, met mij gaat het goed en ik heb het nog steeds goed naar mijn zin in mijn werk. Ben er zelfs wel een beetje trots op, dat ik dat nog voor elkaar heb gekregen in slechte tijd (2013) op mijn 54e. Het coachtraject heeft me goed geholpen, vooral om zaken te verwoorden in gesprekken.”

 

 

 

 

Spring niet te snel naar het huwelijksaanzoek; lees ik op de site van Werf&.

Dat is een site over recruitment en arbeidsmarktcommunicatie.

En ook al ben ik geen recruiter, de informatie is interessant voor mij om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

En de handreikingen voor recruiters.

 

Veel recruiters zijn volgens het artikel erg gericht op conversie, het binnenhalen van kandidaten.

Terwijl het beter werkt, als recruiter en kandidaat elkaar eerst wat leren kennen.

Wees niet te happig, doe het even rustig aan, is dan ook het advies.

Zorg ervoor dat kandidaten jou als recruiter leren kennen, voordat je een aanzoek doet.

En anderzijds dat je als recruiter de kandidaat leert kennen.

 

Wees niet te happig

 

Want, zeg nou zelf.

Het is toch een beetje raar, als een recruiter eerst verleidelijk toenadering tot je zoekt.

Vervolgens jou als kandidaat doorlicht in een selectieprocedure.

Om in tweede instantie te zien wat voor vlees hij in de kuip heeft.

 

Als kandidaat wil je dat toch niet? Of je moet al de wanhoop nabij zijn, denk ik dan.

Je wilt eerst wel eens zien wie je voor je hebt en in een gesprek aftasten of er sprake is van een match met betreffende recruiter.

Voordat je überhaupt verder wilt praten.

 

Het is goed om je dat realiseren als je zelf contacten legt in het kader van netwerken.

“Misschien kan ik eens een dagje meelopen”, denk je dan in je enthousiasme.

Ik hoor mijn coachklanten dat ook wel eens zeggen.

 

Maar pas op, dan ga je veel te snel.

Je moet eerst in een gesprek elkaar een beetje leren kennen.

Als er een klik is, dan komt de volgende stap mogelijk vanzelf.

En als die niet vanzelf komt, dan kun je er altijd nog om vragen.

Als er eenmaal een goede basis is gelegd.

 

Eigenlijk is het net als bij marketing. Je moet elkaar eerst leren kennen, dan een beetje leuk vinden en dan vertrouwen.

Dat is een proces dat tijd nodig heeft.

Dat je niet moet willen versnellen, ook al wil je het nog zo graag.

Sla je stappen over, dan heb je alle kans dat deuren voor je gesloten blijven.

En dat je het tegenovergestelde bereikt van wat je eigenlijk wilt.

 

Dus, wees niet te happig met netwerken, doe het even rustig aan.

 

 

Vind je het überhaupt lastig om de stap naar buiten te zetten?

Weet je niet waar te beginnen en hoe je het aan moet pakken?

Klik op deze link en plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

“Waarom moet ik een dutje doen?”

Waarom mag ik geen ijsje?”

Waarom mag ik niet bij jou blijven?”

Waarom mag ik niet met papa mee?”

In eerste instantie zul je de vragen van je peuter nog heel geduldig beantwoorden, maar als het waarom maar door blijft gaan…….

Als ouder kun je er helemaal suf van worden.

Zeker als je merkt dat je peuter nauwelijks meer luistert naar jouw antwoorden en het volgende waarom alweer in de mond heeft.

 

Toch zijn waaromvragen zo gek nog niet. Ook niet in sollicitatiegesprekken.

Als recruiter kun je beter niet vragen ‘Vertel eens iets over jezelf’.

Ook geen ‘Wie, wat, waar, wanneer?

Vraag in plaats daarvan 5 keer achter elkaar: Waarom?

 

Dat levert de beste sollicitatiegesprekken op volgens Charlotte Mutsaerts, gedragswetenschapper en actief in de recruitmentwereld.

Als je 5 keer achter elkaar ‘Waarom?’ vraagt, dan eindig je volgens haar altijd met de waarheid.

 

Kinderlijke nieuwsgierigheid is waardevol bij baanverwerving

 

Het is bijna kinderlijke nieuwsgierigheid, maar het is wel een beproefde techniek die je meer leert over wat een kandidaat echt beweegt”, zegt ze.

 

Kinderlijke nieuwsgierigheid komt je ook goed van pas bij het onderzoeken van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt, die passen bij wat jij te bieden hebt en het werk dat jij wilt doen.

En als kinderlijke nieuwsgierigheid je niet zo aanspreekt, noem het dan de attitude van de nieuwsgierige onderzoeker.

Wil je succesvol je onderzoek doen naar behoeften op de arbeidsmarkt, dan is die attitude cruciaal.

Als nieuwsgierige onderzoeker betreed je belangstellend en gedreven het onderzoeksveld waar jouw passie ligt. Vanuit een onderzoekende houding en op basis van jouw expertise bedenk je jouw vragen voor het gesprek.

 

Daarbij kan het heel goed zijn dat je op basis van je achtergrondonderzoek op internet of op basis van eerdere gesprekken, gekomen bent tot bepaalde hypotheses. Door jouw interviewtechniek kun je toetsen of jouw hypotheses juist zijn en zo ja, in hoeverre dat zo is.

Concreet denk ik daarbij aan het stellen van jouw vragen, aandachtig luisteren, samenvatten en doorvragen op de informatie die op tafel komt.

 

Waarschijnlijk wordt het dan niet vijf keer achter elkaar ‘Waarom?’, maar spelen met varianten daarop.

Bijvoorbeeld: ‘Welk aspect daarbinnen speelt met name een rol?’, of ‘Welk facet?’, ‘Wat is daarbij een cruciale factor?

Ik noem dat pinpointen. Steeds weer doorvragen tot je de kern te pakken hebt.

Belangrijk is dat je een helder beeld krijgt van wat er speelt, zodat je in kaart krijgt waar jij een bijdrage aan kunt leveren.

 

 

Ben je op zoek naar ander werk?

Heb je een goed beeld van wat je te bieden hebt en van het werk dat je wilt doen, maar lukt het je nog niet om dat te realiseren?

Neem contact me op. In een oriënterend gesprek bepalen we dan in onderling overleg wat jij nodig hebt om jouw ideale baan te realiseren.

 

 

 

 

Van mijn eerste sollicitatie kan ik me niet zoveel herinneren. Mijn studie pedagogiek combineerde ik met een functie als pedagogisch medewerker bij een pedo-therapeutisch instituut in Nijmegen. Dat werk heb ik met plezier gedaan. Bovendien was het heel nuttig om naast de studie te werken in de praktijk.

Na twee jaar begonnen de onregelmatige diensten en eens in de zoveel weken de slaapdienst, mij op te breken. Het onderwijs leek me zo gek nog niet. Ook al had ik voor mijn keuze voor een vervolgopleiding vaak geroepen dat ik niet het onderwijs in wilde.

Mijn oog viel op een vacature voor docent handvaardigheid op een scholengemeenschap in Nijmegen. Dat trok mij wel aan. Op basis van een eerdere brede hbo-opleiding die ik had gevolgd, was ik bevoegd om lessen handvaardigheid te geven.

Ik schreef een brief en werd uitgenodigd voor gesprek met de directrice en de adjunct.

In de tussentijd kwam ik nog een andere vacature voor docent handvaardigheid op het spoor, op een school in Arnhem. Ook daarnaar heb ik gesolliciteerd. Om de een of andere vage reden leek me die functie aantrekkelijker dan de functie in Nijmegen. Ook daar werd ik uitgenodigd voor een gesprek.

Inmiddels hadden ze in Nijmegen hun keuze gemaakt en dachten mij te verblijden met hun positieve boodschap. Zelfverzekerd als ik was, liet ik weten dat mijn voorkeur uitging naar de school in Arnhem. Overigens nog niet wetend of ze mij daar wilden hebben. Maar kennelijk was ik zo naïef dat ik dacht dat me dat wel ging lukken.

Dat had ik verkeerd ingeschat. Ik werd het niet in Arnhem. Met enige schroom belde ik naar de school in Nijmegen om te vertellen dat ik weer beschikbaar was. De vacature bleek nog niet ingevuld. Kennelijk hadden ze verder geen geschikte kandidaten. Ze gingen graag alsnog met mij in zee. Maar ik kreeg als drieëntwintigjarige wel de les gelezen dat mijn actie niet zo’n handige was. En alsof ze mijn ouders waren, dat ik dat niet nog een keer moest doen.

Ik zal dat niet gauw vergeten.

Achteraf was de schade ruimschoots te repareren. Maar het feit dat ik het me nog kan herinneren geeft wel aan, dat ik met enige schaamte inzag dat mijn actie niet handig en niet verstandig was.

Ik heb daar toen wel van geleerd.

 

Door schade en schaamte wijs worden

 

Als je bezig bent met het verwerven van een nieuwe baan, kan het ook gebeuren dat je iets zegt of doet, waarvan je achteraf denkt dat het niet zo handig was.

En dat je het een volgende keer anders zou doen.

Achteraf kun je daar dan flink mee in je maag zitten. En jezelf verwijten aanpraten als het je inderdaad niet lukt om de baan te verwerven.

Ermee in je maag zitten gaat je niet helpen. Wat gebeurd is, is gebeurd. Je kunt het niet terughalen. Ook al zul je er flink van balen dat het zo gelopen is. Zie het als een leermoment, waardoor je in een vergelijkbare situatie tot meer afgewogen antwoorden op vragen zult komen. Of voorkomt dat je je mond voorbijpraat.

 

 

Kost het je moeite om je overtuigend te presenteren in selectiegesprekken?

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Mede door mijn ervaring met het geven van trainingen gedragsgericht of criteriumgericht interviewen voor selecteurs, kan ik je daarbij goed helpen.

Neem gerust contact met me op voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Uren heb ik doorgebracht bij Hanneke Verhey in Deventer en Zutphen.

Weken bij Joop Crompvoets in Swalmen, Hans Meeuwsen in Goirle en Thomas en Katrin König in Kleef.

Dat alles in het kader van mijn hobby; keramisch vormgeven.

Of noem het simpelweg ‘pottenbakken’; draaien op de pottenbakkersschijf of vormen met de hand.

Op het laatst had ik privéles van Hanneke.

Als ik dan eenmaal mijn doel helder voor ogen heb en helemaal op dreef ben, dan is er voor mij geen besef meer van plaats en van tijd.

Helemaal verliezen kan ik me in mijn hobby; het maken van keramiek.

 

Het kost me weinig moeite om de beelden weer naar boven te halen.

Ik laat me inspireren door wat ik zie.

Fascinerend vind ik met name de keramiek van de Native Americans (Indianen). Niet alleen de techniek en de vormen, maar ook de decoraties.

Zo heb ik me bijvoorbeeld laten inspireren door een pot in het Chapin Mesa Archeological Museum in Mesa Verde National Park, in de USA.

 

Een échte hobby is iets anders dan louter vrijetijdsbesteding

 

Ik was vooral gebiologeerd door de techniek.

Hoe hebben ze die pot gemaakt?

Hij is in elk geval opgebouwd uit rollen klei. En aan de afdrukken in de klei te zien, lijken de rollen met kneepjes van de vingertoppen tegen elkaar te zijn aangedrukt.

Maar hoe hebben ze dat precies gefikst?

Ik ga dan aan het experimenteren. Totdat ik een werkwijze gevonden heb, die voor mij voldoet.

Dan kan ik van start en gaan bouwen aan wat ik voor ogen heb.

En dan raak ik helemaal in de flow.

Ik steek mijn tong nog net niet tussen mijn lippen, maar 100% gefocust ben ik dan aan het werk.

Ik heb zelfs niet in de gaten als ik geobserveerd word.

Ik ben alleen bezig met dat wat ik op dat moment aan het maken ben. En mijn werkstuk groeit onder mijn handen.

Ik heb het in mijn vingers, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik heb het onder controle en al doende gaat het me steeds beter af.

Het is een mooi staaltje van merkbaar beter worden in iets; mastery, zoals men dat in psychologentermen noemt.

Het is een van de kenmerken van een échte hobby.

 

Een echte hobby is iets anders dan louter vrijetijdsbesteding

 

Voor mij is met klei bezig zijn een ultieme vorm van ontspanning. En in die zin een mooi voorbeeld van een échte hobby

Een échte hobby is iets anders dan louter vrijetijdsbesteding.

Op cv’s zie ik nog weleens dat mensen bijvoorbeeld films kijken scharen onder de noemer hobby’s. Of kijken naar voetbalwedstrijden.

Maar volgens Ap Dijksterhuis, hoogleraar psychologie van de Nijmeegse Radboud Universiteit en gespecialiseerd in geluk, zijn films of series kijken op bijvoorbeeld Netflix geen échte hobby’s.

Als je met een échte hobby bezig bent, dan kun je niet even tussendoor appen of mailen.

Het komt zelfs niet in je op, om dat te doen. Gefocust als je bent op je hobby.

Terwijl je, als je een film kijkt of naar een voetbalwedstrijd op TV, je rustig even tussendoor kunt appen of een berichtje kunt liken op Facebook.

 

Dijksterhuis ziet een échte hobby als één van de schaarse activiteiten waarbij je helemaal ‘uit kunt staan’.

Teruggetrokken uit de hectiek van werk. Of de hectiek van een druk gezin.

Door een échte hobby laad je jouw accu weer op. En voorkom je dat je opbrandt.

 

Er onvoldoende voor zorgen dat je je accu weer oplaadt is een belangrijke oorzaak van een burn-out.

Crucialer dan werk dat je te veel energie kost.

Dus laad je accu op met een échte hobby!

Maak daar bewust tijd voor. In plaats van dat je maar beziet hoe een dag of een week verloopt en of er nog tijd overblijft voor je hobby.

 

Wat dat betreft werkt het schrijven van deze e-mail voor mij ook weer als een wake up call.

Bewust tijd maken voor mijn hobby!

Zoals psycholoog Paraskas Petrou het noemt: Ga leasure craften.

In analogie met job craften: pas je vrije tijd aan, aan persoonlijke wensen en eisen.

 

 

Dat heeft alles te maken met jouw persoonlijke missie.

Voorkom dat je, zoals een van mijn potentiële klanten aangaf, weinig tijd hebt voor creativiteit naast je werk, je werk moeilijk kunt loslaten en een piekerhoofd hebt.

Heb je jouw missie scherp, dan kun je keuzes maken in lijn met jouw persoonlijke missie. Niet alleen met betrekking tot werk, maar voor alle levensterreinen die belangrijk voor je zijn.

 

Zet een eerste stap in de goede richting en neem contact met me op voor een oriënterend gesprek.

Leg je vragen aan me voor en krijg een indruk van wat ik voor jou daarin kan betekenen.

 

 

 

 

In een van mijn vorige berichten vertelde ik je dat ik vijftien jaar in Tilburg heb gewoond.

Alhoewel het Tilburgse carnaval mij als Limburgse niet zo aansprak, ging het niet langs me heen.

Tijdens carnaval noemen de Tilburgers zich Kruikenzeikers of Kruiken, en de stad wordt dan Kruikenstad genoemd.

Tilburg was vroeger een textielstad. Met name een ‘wolstad’.

Het verhaal gaat dat men urine gebruikte om de wol te wassen. De inwoners spaarden urine in kruiken. Deze werd opgekocht om later gebruikt te worden om de wol te wassen.

De wol kon met urine worden ontvet door de hoeveel ammoniak, die erin zit.

Het verhaal wordt vaak verteld en het is terug te vinden op afbeeldingen, bijvoorbeeld in het Textielmuseum. Dus waarschijnlijk is het echt wel waar.

Men gebruikte urine overigens ook bij het verven van de wol. Of ‘het laken’ of ‘vollen’, zoals men het toentertijd noemde.

Dat ‘vollen’ was handwerk. Of het gebeurde in een volmolen; een machine op waterkracht, waarmee wol vervilt werd door met houten hamers in een bak op de natte wol te slaan.

Als hulpmiddelen werden vette klei, urine, zeep en water gebruikt.

Door het gebruik van urine was de stank rond zo’n volmolen vaak niet te harden. Een dergelijke molen werd daarom meestal buiten het dorp gebouwd.

 

Tilburg als textielstad sloot aan bij een van mijn hobby’s, het werken met wol.

In de zeventiger jaren heb ik heel wat vachten weggesponnen en kilo’s wol geverfd met allerlei natuurlijke materialen. Om er vervolgens op mijn Glimakra weefgetouw, bijvoorbeeld mooie stoffen voor jasjes van te weven.

Weeftechnieken leerde ik van een technisch professional van het Textielmuseum.

 

Als je je profileert als azijnpisser, dan maak je weinig kans

 

 

Kruikenzeikers hebben wel iets gemeen met azijnpissers. Dat snap je wel.

Alhoewel, ik denk dat je beter met een Kruikenzeiker te maken kunt hebben dan met een azijnpisser.

 

Want samenwerken, mogelijk ook samenleven, met een azijnpisser is geen feest.

Een azijnpisser is, het woord zegt het al, een zuur, chagrijnig, sikkeneurig persoon.

Wat afgezwakt, een mopperkont. En in keurig Nederlands, een kniesoor. Maar dat klinkt voor mij wel heel Hollands.

 

Misschien ken jij zo iemand ook wel. Heb je er zelfs een heel helder beeld van. Word je er al moe van, als je eraan denkt.

Het zijn mensen die geneigd zijn hun wereld te bezien door een donkere bril. Bijvoorbeeld hun werk. En algauw allerlei negativiteit spuien.

Het is goed om van tijd tot tijd je hart te luchten, in plaats van er een moordkuil van te maken. Maar realiseer je wat het met je omgeving doet.

 

Zo hoort een potentiële werkgever niet graag allerlei negatieve uitlatingen over jouw vorige werk of jouw vorige werkgever.

Ook al wil je misschien zelf op die manier beargumenteren waarom je de overstap naar ander werk wilt maken.

Maar pas op en stap niet in die valkuil.

Bij een potentiële werkgever kun je door jouw negatieve uitlatingen alarmbellen doen rinkelen.

Want wie weet, hoe jij je straks over hem uitlaat? Als het je bij hem niet bevalt?

 

Bovendien roep je met je negatieve uitlatingen mogelijk ook nog andere vragen op.

Zeker als je ondanks het feit dat je niet blij bent met je werk, daar toch enkele jaren bent blijven zitten.

Je hebt dan in elk geval iets uit te leggen.

Want als het werk je al langer niet bevalt, waarom heb je dan niet eerder werk gemaakt van ander werk?

 

Kortom: als je je profileert als azijnpisser, dan maak je weinig kans op een mooie nieuwe baan.

Wil je werk maken van ander werk, omdat je het niet meer naar je zin hebt in je huidige werk?

Kies voor een positieve insteek.

 

Zo werkte ik onlangs met een coachklant aan de omschrijving van het werk dat hij wil doen.

Daarbij kwamen mooie omschrijvingen naar voren als afgeleide van zijn missie met betrekking tot werk.

Verder richtinggevende items in de zin van activiteiten en taken waarmee hij zich bezig wil houden, favoriete rollen, verantwoordelijkheden en werkvelden.

 

Al met al leverde de exercitie mooie input op voor het schrijven van een overtuigende en bovenal positief gefundeerde motivatiebrief.

Totaal iets anders dan de negatief getinte brief waarmee hij zijn overstap naar een ander werkveld had willen beargumenteren.

Die laatste brief kon in de digitale prullenbak. Positief werk aan de winkel!

 

 

Ben je totaal uitgekeken op het werk dat je nu doet?

Of wil je anderszins weer een positieve slinger geven aan je huidige werk?

Maak een afspraak met me voor een oriënterend gesprek via deze link.

Graag maak ik samen met jou werk van mooi werk.

 

 

 

 

In PW, het vakblad voor HR-professionals, las ik een artikel over Regina Coeli, de ‘nonnen van Vught’.

Een aantal jaren geleden heb ik mijn Engels geüpgraded bij Regina Coeli.

 

In het artikel werd ik geprikkeld en geïnspireerd door wat ze bij Regina Coeli ‘de dode hoek’ noemen: elkaar niet begrijpen terwijl je dezelfde taal spreekt.

Ik heb de indruk dat bij steeds meer organisaties Engels de voertaal is. En in cv’s van mijn klanten zie ik met regelmaat bij talenkennis ‘Engels goed in woord en geschrift’.

Maar wat betekent dat concreet? Ben je goed in het begrijpen van Engelse teksten, het begrijpen van gesproken Engels, zelf schrijven en spreken in het Engels? Bovendien, wat is ‘goed’?

 

Pas op voor de dode hoek

 

Volgens het artikel overschatten Nederlanders hun vaardigheid in het Engels.

Nederlanders kunnen het Engels van Nederlanders begrijpen, terwijl mensen met een andere culturele achtergrond geen idee hebben waar je het over hebt of je bijvoorbeeld een botte Hollander vinden.

In de internationale samenwerking in het Engels ontstaat ruis doordat iedereen vanuit een andere taal en cultuur het Engels geleerd heeft.

 

Iets vergelijkbaars kan gebeuren als jij in gesprekken met een potentiële werkgever spreekt over jouw kwaliteiten. En je bijvoorbeeld zegt dat je ondernemend bent. Je gesprekspartner vormt zich daarbij een beeld van de kwaliteit ‘ondernemend’ en dat beeld hoeft niet overeen te komen met het beeld dat jijzelf daarvan hebt.

‘Ondernemend’ is bijvoorbeeld meer dan ondernemend de wereld benaderen, je openstellen voor het opdoen van nieuwe ervaringen en je ontwikkelen.

Het is goed om je bewust te zijn van een mogelijke ‘dode hoek. Want het hele veld van een label voor een kwaliteit is vaak breder dan je zelf denkt en breder dan wat je zelf kan. Zo zit de ‘dode hoek’ in het voorbeeld ‘ondernemend’ bij het bedrijfsmatige. En daarbij hoort bijvoorbeeld ook dat je in kunt schatten wat mogelijke risico’s zijn.

 

Wat dat betreft denk ik dat met regelmaat wordt onderschat wat erbij komt kijken als je als zelfstandig professional aan het werk gaat. Het is goed om je te realiseren dat je naast het vak dat je beheerst, er een nieuw vak bij krijgt; het vak ‘ondernemen’.

Overigens is het ook zo dat, zoals je zelf je niet bewust kunt zijn van een mogelijke ‘dode hoek’, het ook kan zijn dat een potentiële werk- of opdrachtgever zich niet bewust is van zijn ‘dode hoek’. Want hij vormt zich een beeld van jouw kwaliteiten op basis van het beeld dat jij daarvan schetst. En dat beeld hoeft niet overeen te komen met de realiteit.

Zoals ik weleens van een werkgever heb gehoord: ‘Die persoon hadden we achteraf bezien niet aan moeten nemen’.

 

 

Voorkom dat je elkaar niet begrijpt, terwijl je ogenschijnlijk dezelfde taal spreekt.

Zorg dat je in staat bent om je kwaliteiten specifiek te benoemen. Illustreer je kwaliteiten met concrete voorbeelden waaruit blijkt dat je genoemde kwaliteiten hebt. En maak concreet welke resultaten je hebt bereikt met de inzet van jouw kwaliteiten.

 

Vind je het moeilijk om jezelf te profileren met je kwaliteiten?

En kun je wel wat hulp gebruiken bij het overtuigend communiceren over wat jij te bieden hebt op de arbeidsmarkt?

Laat het me horen. Maak een afspraak voor een kosteloos oriënterend gesprek met deze link: https://my.timetrade.com/book/7JY2H

 

 

 

 

Ken je het verhaal van de visser en zijn vrouw die zo arm waren dat ze alleen maar in een pot konden wonen?

Misschien gaat er een belletje bij je rinkelen als je onderstaand riedeltje hoort:

Mannetje, mannetje Timpe Te,
Botje, botje in de zee,
mijn vrouwtje die heet Ilsebil,
ze wil niet zoals ik wil.

Het is een riedeltje uit een van de sprookjes van Grimm. Ik heb dat vaak voorgelezen aan onze kinderen.

Het verhaal gaat over een visser die elke dag gaat hengelen. Op zekere dag heeft hij een bijzondere vis, een bot, aan zijn hengel. Die bot blijkt geen echte vis te zijn, maar een betoverde prins.

De prins vraagt de visser om hem weer terug te zetten in het water. Hij is toch niet lekker. De visser zet de bot terug in het water en gaat terug naar zijn vrouw in de pot.

‘Man’, zei de vrouw, ‘niks gevangen?’Nee’ zei de man, ‘een bot gevangen, die zei dat hij een betoverde prins was en toen liet ik hem maar weer zwemmen.’

‘Heb je dan geen wens gedaan?’ ‘Nee’, zei de man ‘wat zou ik nu wensen?’ ‘Ach’, zei de vrouw, ‘wat is dat nou, altijd in zo’n pot wonen. Je had toch wel een vissershutje kunnen wensen.’

En de man ging weer naar de zee en zei:

Mannetje, mannetje Timpe Te,
Botje, botje in de zee,
mijn vrouwtje die heet Ilsebil,
ze wil niet zoals ik wil.’

 

Mannetje, mannetje Timpe Te

 

Daar kwam de bot aanzwemmen en zei: ’Nou, wat wil ze dan?’ ‘Ze wil niet meer in die pot wonen, ze wil een hut.’ ‘Ga maar’, zei de bot. ‘Ze heeft hem al.’

Maar de hut was niet goed genoeg. De vrouw wilde een kasteel. En na het kasteel wilde de vrouw koning worden. Toen ze koning was, wilde ze keizer worden. En toen ze keizer was, paus.

Steeds weer ging de visser terug naar de zee en herhaalde zijn riedeltje.

En steeds zei de bot: ‘Ga maar, ze is het al.’

Maar voor zijn vrouw was het nog steeds niet genoeg. Uiteindelijk wilde ze als de lieve Heer worden. Ze realiseerde zich daarbij niet wat ze vroeg. ‘Ga maar terug, ze zit alweer in jullie oude potje.’

 

Ik moest aan het verhaaltje denken na een gesprek met een van mijn coachklanten. Hij wil graag meer en beter, niet alleen in zijn werk, maar ook daarbuiten.

Met die wens is niks mis. Er is ook niks mis met je laten inspireren door leeftijdgenoten die in jouw ogen maatschappelijk gezien al hoger op de ladder zitten dan jijzelf.

Belangrijk is volgens mij de vraag: ‘Wat maakt dat bijvoorbeeld een hogere functie voor jou nastrevenswaard is?’ Of anders gezegd: ‘Waarom wil je dat?’

Het antwoord op die vraag hangt nauw samen met wat werk voor jou betekent. Dat is een vraag die lang niet voor iedereen makkelijk te beantwoorden is. En waar ook mijn coachklant eens diep over wil nadenken. Dat geldt ook over wat hij meer en beter wil, buiten zijn werk.

 

Bovengenoemde topics hebben alles te maken met wat betekenisvol en nastrevenswaard is voor jou. In een coachtraject besteden we daar dan ook aandacht aan. Want werk kun je niet los zien van wat naast werk belangrijk voor je is.

 

 

Heb je nog onvoldoende zicht op wat werk voor jou waardevol maakt?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Schat je bij voorbaat in dat je wel wat hulp kunt gebruiken om te komen tot een antwoord op de vraag wat je écht wilt?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek, in mijn online agenda. Dat kan met deze link.