Tag Archief van: persoonlijke kwaliteiten

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Kern van het imposter syndrome, of op z’n Nederlands het bedriegerssyndroom, is een negatief en kritisch zelfbeeld, dat een negatieve invloed heeft op het gedrag en de gevoelens van de mensen die het ervaren.

Misschien herken je het bedriegerssyndroom bij jezelf en heb je er last van.

Ik heb er al eerder over geschreven. Met name over hoe beschermingsmechanismen je steeds onzekerder maken en hoe je je impostergevoelens kunt overwinnen.

Lang werd het imposter syndrome afgeschilderd als een persoonlijkheidskenmerk. Als je er veel last van had, dan werd je zelfs gezien als een patiënt. Terwijl men steeds meer tot de bevinding komt dat de sociale context een cruciale rol speelt bij de ontwikkeling van bedriegersgevoelens.

En dat het zaak is om die context aan te pakken, in plaats van bedriegersgevoelens te bestrijden door te focussen op het individu dat er last van heeft.

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Ont-medicalisering van het bedriegerssyndroom

 

Syndroom is in deze context een ietwat beladen term.

Over het algemeen wordt de term syndroom gebruikt voor een aantal symptomen die kenmerkend zijn voor een bepaald beeld. Vaak een ziektebeeld.

Beter passend is de term fenomeen. In de context van bedriegersgevoelens hebben we het dan over het bedriegersfenomeen.

In die term is in eerste instantie in 1978 ook door Clance en Imes over het fenomeen geschreven.

Later heeft die term plaatsgemaakt voor bedriegerssyndroom.

Die term suggereert dat er sprake is van psychologisch disfunctioneren van het individu. En als je aan die ziekte lijdt, dan ben je een patiënt en heb je behandeling nodig. Bijvoorbeeld in de vorm van psychotherapie.

Terwijl men nu steeds meer inziet, dat het probleem niet zozeer verankerd ligt in het individu, maar in de sociale context.

En dat het zaak is om stil te staan bij en te onderzoeken hoe context en sociale structuur die bedrieglijke gevoelens creëren. In plaats van onzekerheden van individuen te framen als een probleem dat voortkomt uit de individuen die er last van hebben.

En voor de aanpak van het probleem ook daarop te focussen.

Dus, het bedriegerssyndroom te ont-medicaliseren. Het niet meer te hebben over het bedriegerssyndroom, maar over het bedriegersfenomeen.

Het is geen ziekte, maar een verschijnsel dat zich voordoet. Omdat onze sociale contexten en sociale interacties ertoe leiden dat individuen hun capaciteiten en hun waarde in twijfel trekken.

Want de sociale context heeft grote invloed op hoe je over jezelf denkt en hoe je je voelt.

 

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Je sociale context is van invloed op hoe je je voelt.

Zo kan bijvoorbeeld je plaats in de sociale hiërarchie een belangrijke rol spelen bij het al dan niet ontwikkelen van bedriegersgevoelens.

Denk bijvoorbeeld aan etnische minderheden, maar ook aan vrouwen in leidinggevende posities. Beiden hebben nog steeds te kampen met negatieve stereotyperingen.

Een ‘goede’ leider bijvoorbeeld heeft overwegend mannelijke eigenschappen. Terwijl vrouwen stereotyp eerder afgeschilderd worden als ‘sociaal gericht’ en ‘warm’. En dat zijn niet direct eigenschappen die traditioneel verwacht worden van een ‘goede’ leider.

Als reactie op die gender- en leiderschapstypering kun je je als vrouw al onzeker en misplaatst voelen als je zo’n leiderschapspositie hebt bereikt. Omdat de stereotyperingen laten zien, zowel direct als indirect, dat vrouwen niet of minder geschikt zouden zijn voor zo’n positie.

Wat dat betreft is het waardevol dat succesvolle vrouwen als voormailig First Lady Michelle Obama en Sheryl Sandberg, Chief Operating Officer bij Meta, kenbaar maken zich soms een bedrieger te voelen. En daardoor fungeren als rolmodellen, met name voor vrouwen.

 

Ook op de arbeidsmarkt zie je de sociale hiërarchie terug. In de zorg bijvoorbeeld zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd bij de specialisten, maar oververtegenwoordigd in de verpleging. En ondervertegenwoordigd in de informatietechnologie, maar oververtegenwoordigd in human resources. Wat dat betreft kun je nog steeds spreken van mannen- en vrouwenberoepen.

De sociale hiërarchie komt overigens ook terug in de salariëring. Vrouwen krijgen met regelmaat minder betaald dan mannen in een vergelijkbare functie. Alsof ze minder geschikt zijn dan mannen voor betreffend werk?

Het verschil in salaris kan er in elk geval wel toe leiden dat vrouwen aan het denken worden gezet en dat ze hun positie in twijfel trekken. Waardoor ze gevoeliger zijn voor het bedriegersfenomeen.

 

 

Hoe sociale, interpersoonlijke interacties bedriegersgevoelens creëren

 

Onze dagelijkse interacties zijn doorspekt met signalen, die overbrengen hoe mensen zichzelf zien en vooral hoe belangrijk of hoezeer ze van waarde zijn.

Iedereen lijkt overtuigd van zichzelf, behalve jij.

Veel mensen beweren dat ze ergens goed in zijn, terwijl ze dat vaak niet zijn. En schatten zichzelf hoger of beter in, dan dat ze zijn.

Die sociale evaluatieve signalen hebben hun invloed op hoe je zelf je eigenwaarde beoordeelt. En beinvloeden zo je zelfrespect en je gevoel met betrekking tot jouw plaats binnen je groep of context. Of je die plaats waardig bent en écht verdient of niet.

Zo wordt de een bijvoorbeeld vaker om advies gevraagd of betrokken bij werkgerelateerde discussies dan een ander. Waardoor die laatste het gevoel kan krijgen dat die minder waard is. Wat zijn effect heeft op hoe je kijkt naar jezelf.

Overigens kan het tegenovergestelde je ook overkomen. Dat je wordt benaderd en behandeld op manieren die suggereren dat je je plaats binnen je groep of context waardig bent. Terwijl je zelf daar heel erg je twijfels over hebt. En bang bent om door de mand te vallen.

 

 

Tot slot

 

Ik zie het als winst dat het bedriegersfenomeen niet langer gezien wordt als een dysfunctioneel syndroom, verankerd in een individu.

Maar in plaats daarvan als een psychologische reactie op een dysfunctionele context.

En herken je symptomen van het fenomeen in jezelf?

Daar is niks mis mee. Ik denk dat vrijwel iedereen, ikzelf incluis, momenten heeft dat hij zich afvraagt ‘Ben ik wel zo goed als ik denk dat ik ben?’

Het is dan ook geen wonder dat ik mijn exemplaar van het boek ‘F*ck die onzekerheid’, geschreven door Vreneli Stadelmaier, zo vaak uitleen aan klanten.

 

 

En vind je het moeilijk om om te gaan met belemmeringen en beperkende overtuigingen?

Kun je wel wat tips gebruiken voor meer zelfvertrouwen waardoor je je kansen op de arbeidsmarkt vergroot?

Lees hoofdstuk 12 uit mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?

 

 

 

 

 

Handreikingen om te komen van onbewust bekwaam tot bewust bekwaam

 

“Dat doe ik gewoon zo.”

“Zo ben ik gewoon.”

Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, dat je zo bent of de dingen doet zoals je ze doet.

Ik hoor het met regelmaat. Niet alleen van coachklanten.

Maar wist je dat je grootste kwaliteiten misschien wel liggen bij dingen die je vanzelf doet? Waar jij als vanzelf acteert? Of je als van nature gedraagt?

Kennelijk vind je wat je zelf doet en hoe je bent als persoon al gauw heel gewoon.

Misschien ben je er zo aan gewend, zo vertrouwd mee, dat je het zelf niet meer ziet als een kwaliteit?

Het is mijn ervaring als loopbaancoach dat mensen over het algemeen veel meer kwaliteiten hebben, dan ze zelf denken.

Ze zijn zich maar ten dele bewust van wat ze te bieden hebben. Je zou ze onbewust bekwaam kunnen noemen.

Daarmee doen ze zichzelf tekort.

In mijn artikel geef ik je handreikingen hoe je van onbewust bekwaam kunt komen tot bewust bekwaam.

 

Doe jezelf niet tekort door wie je bent en wat je kunt maar ‘gewoon’ te vinden

Van onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam

 

Een van de vakken die ik als docent in het Hoger Onderwijs gaf, was methodische gespreksvoering, kortweg methodiek.

“Gesprekken voeren, dat kan ik al”, dacht menig student Personeel & Arbeid bij de start. Wat heb ik daarin nog te leren?

Daar kwam hij gaandeweg wel achter.

Gaande de lessencyclus kreeg hij in de gaten dat het methodisch voeren van gesprekken iets anders is dan wat je doet, als je in het dagelijks leven gesprekken voert.

Hij startte als onbewust onbekwaam. Maar werd zich er al snel van bewust dat er nog heel wat bij te spijkeren viel. Hij werd bewust onbekwaam.

Gaande de lessen werd dat bewust bekwaam. Het ging goed, maar nog niet helemaal vanzelf.

Voor dat laatste moet je ‘vlieguren’ kunnen maken. Pas dan hoef je er niet meer over na te denken en ben je onbewust bekwaam.

 

 

Met betrekking tot hun kwaliteiten zou je veel mensen onbewust bekwaam kunnen noemen.

 

Ze zijn zich niet bewust van de kwaliteiten die ze hebben. Of ze zijn zich er maar ten dele van bewust.

Sterker nog, ze zijn geneigd om hun positieve persoonskenmerken, karaktertrekken en wat ze kunnen maar gewoon te vinden. Terwijl ze dat over het algemeen niet zijn.

Het is dus de kunst om je bewust te worden van wat je te bieden hebt, van jouw kwaliteiten.

Zodat je van onbewust bekwaam kunt komen tot bewust bekwaam.

Pas dan kun je je overtuigd en overtuigend profileren met je kwaliteiten. En daarmee vergroot je je kansen op mooi werk.

 

 

Je succesverhalen; een belangrijk instrument om je kwaliteiten op het spoor te komen

 

In een eerder artikel schreef ik dat je succesverhalen de brug vormen naar jouw betekenisvolle toekomst.

Je succesverhalen zijn het instrument bij uitstek om je kwaliteiten op het spoor te komen. En om je bewust te worden van wat je te bieden hebt.

Het zelf identificeren en benoemen van eigen persoonlijke kwaliteiten is echter een hele kunst.

Zelf zie en onderken je ze niet zo snel. Juist omdat je het zelf zo ‘gewoon’ vindt zoals je bent en zoals je de dingen doet. Terwijl het niet zo ‘gewoon’ is.

 

 

Handreikingen om aan de hand van je succesverhalen te komen van onbewust bekwaam naar bewust bekwaam

 

Kwaliteiten van anderen zie je meestal makkelijker dan je eigen kwaliteiten.

Het leukste en het productiefste is dan ook om samen met anderen met succesverhalen aan het werk te gaan.

Ik geef je een paar tips voor de procedure:

  • Vraag enkele (1-3) vrienden of werk-vind-maatjes of ze zin hebben om samen met jou met succesverhalen te gaan werken.
  • Vraag, voordat je daadwerkelijk met elkaar aan het werk gaat, aan iedereen om één of twee succesverhalen te schrijven. Gebruik voor het schrijven van die verhalen mijn stappenplan.
  • Ga op een rustige plek bij elkaar zitten, zodat je geconcentreerd en lekker kunt werken.
  • Een iemand leest zijn verhaal voor. Stel dat jij begint. Lees je verhaal helemaal voor zonder onderbrekingen. Lees het dan eventueel nog een keer voor en laat je vrienden vragen stellen, als ze die hebben.
  • Als jij voorleest dan kunnen de anderen alvast beginnen met het opschrijven van de kwaliteiten die ze horen in je verhaal.
  • Na het voorlezen schrijf je ook zelf op welke kwaliteiten naar jouw idee blijken uit jouw verhaal.
  • Probeer de kwaliteiten specifiek te benoemen.
  • Als iedereen klaar is met schrijven, lees je als verhaalverteller voor welke kwaliteiten je zelf opgeschreven hebt.
  • Daarna vertellen de anderen welke kwaliteiten ze hebben opgeschreven naar aanleiding van jouw verhaal.
  • Het is handig om de verhalenverteller de opgeschreven kwaliteiten dan ook daadwerkelijk te geven.
  • Als je de kwaliteit die je toegeschreven wordt niet begrijpt, vraag dan om uitleg. Het mooie van het samenwerken met anderen is dat zij kwaliteiten zien die jij niet ziet. Een ander ziet als kwaliteit wat jij als gewoon, als vanzelfsprekend vindt.
  • Daarna is de volgende persoon aan de beurt en volgt de groep dezelfde procedure.

 

In één verhaalronde merk je al het positieve effect van het samen met anderen aan het werk gaan met succesverhalen.

Niet alleen zien anderen eerder jouw kwaliteiten. Ze zijn daarover ook positiever. En gegarandeerd, gaande de rit word je steeds meer bewust bekwaam.


En heb je geen maatjes om samen mee aan het werk te gaan?

Dan is het de kunst om te kijken naar je successen door de ogen van een ander.

In een vorig artikel gaf ik je daarvoor al een aantal tips.

 

 

Zo realiseer je je steeds beter wat jij te bieden hebt. En word je van onbewust bekwaam, bewust bekwaam.

Zoals een van de deelnemers aan de 3-daagse training aangaf: “Het is echt een lekker gevoel als je je eigen competenties helder in beeld hebt”.

 

 

 

Wil je weten wat de vervolgstappen zijn van het werken met succesverhalen? 

Lees het in mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Kun je in het proces van het werken met succesverhalen wel wat hulp en begeleiding gebruiken?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) met gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

 

Hoe je succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’ en ‘gewoon’

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; je zult ze maar samen tegenkomen op je pad.

Zie er dan maar eens aan voorbij te gaan.

Wist je dat ze familie zijn van elkaar? Min of meer broertje en zusje?

Het is echt niet zo’n lekker span. Nee, ze kunnen je behoorlijk in de weg zitten. Zeker als ze met z’n tweeën zijn.

Helaas is dat vaak het geval. Ze trekken graag samen op. Want samen zijn ze sterk.

Ze zijn sterk in het dwarsbomen en verlammen van wie ze tegenkomen. En het is alsof ze een extra zintuig hebben voor hun prooi.

Zijn ze eenmaal op je pad, dan is het moeilijk om ze kwijt te raken.

Ze hebben de neiging om aan je te blijven plakken. Je moet van goede huize komen, wil je ze van je af kunnen schudden.

Maar ben je ze eenmaal kwijt, dan voelt dat als een overwinning. Dat sterkt je zelfvertrouwen.

Kom je ze een volgende keer dan weer tegen?

Alle kans dat ze met een grote boog om je heen lopen. Wetend dat ze jou toch niet meer te pakken krijgen.

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; als broertje en zusje een gevaarlijk span

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ zijn als broertje en zusje

 

In een van mijn vorige artikelen beschreef ik hoe een uitspraak als “Ik ga het nu gewoon doen” in negatieve zin je gedrag kan beïnvloeden.

Vooral als je eigenlijk weet dat het voor jou niet gewoon is. Dat er volop obstakels zijn op je weg. Obstakels of hobbels die je moet zien te trotseren.

 

Die obstakels dringen zich als vanzelf aan je op.

Vaak in de vorm van ja-maar’s:

“Ja maar, ik heb geen opleiding gedaan in die richting.”

“Ja maar, wie heeft daar geld voor over?”

“Ja maar, ik ken niemand binnen dat bedrijf.”

“Ja maar, er zijn nauwelijks vacatures in die richting.”

 

Vaak ben je je er niet van bewust wat je ermee zegt.

En zeker niet van wat ja-maar met je doet.

Net als gewoon doen kan ja-maar je behoorlijk verlammen. Met als gevolg dat je niet in actie komt.

Met ja-maar ontkracht je jezelf en verklein je je kansen op succes. In een van mijn vorige artikelen kun je nog eens nalezen hoe dat werkt.

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ hebben dan ook veel met elkaar gemeen. Ze zijn echt familie van elkaar. Ze zijn broertje en zusje. En ze trekken veel samen op.

 

 

Hoe je met ‘ja-en’ succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’

 

Ja-en zet je aan tot handelen en vergroot daardoor jouw kans op succes.

“Ja-en, ik heb geen specifieke opleiding in die richting gedaan, maar ik kan wel mijn expertise laten blijken.”

“Ja-en, door goed mijn onderzoek te doen krijg ik boven water welke partijen gebaat zijn bij mijn aanbod en er dus geld voor over hebben.”

“Ja-en, ik onderzoek in mijn netwerk wie me in contact kan brengen met iemand die werkt in of voor dat bedrijf.”

“Ja-en, solliciteren naar aanleiding van vacatures is ook niet dé weg. Ik ga gesprekken aan om de 70% aan werk die ‘onder water zit’ boven water te krijgen.”

 

Kijk je vanuit de positie van ja-en, dan ben je gericht op kansen en mogelijkheden.

En alle kans dat je je doelen daadwerkelijk realiseert.

Dat heeft deels te maken met selffulfilling prophecy. Maar ook met het psychologisch mechanisme van intern en extern attribueren.

 

 

Als jij denkt dat iets voor jou mogelijk is, dan zul je er vol voor gaan

 

Heb je een positief zelfbeeld?

Zo ja, dan ben je bij tegenslag eerder geneigd om die toe te schrijven aan externe factoren of aan pech. “Jammer dan, een volgende keer beter”, zal je reactie zijn.

Heb je een negatief zelfbeeld en zit het even tegen?

Dan ben je eerder geneigd om je mislukking toe te schrijven aan jezelf: “Zie je nou wel, dat ik het niet kan”, of “zie je wel, dat ze geen behoefte hebben aan mensen zoals ik”.

Een groot risico ligt dan op de loer. Want als jij denkt dat je het toch niet kunt of dat men toch niet zit te wachten op mensen zoals jij, waarom zou je je dan nog inspannen om het tegendeel te bewijzen?

Zo wordt de vicieuze cirkel in gang gezet.

En zo raak je ja-maar niet kwijt.

Integendeel, ja-maar blijft op je schouder zitten en blijft in je oor fluisteren waar en wanneer die maar kan.

 

 

Een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’

 

Een helder beeld hebben van het werk dat je wilt doen is een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.

Zoals Herna Verhagen, CEO van PostNL, aangaf in een interview in Intermediair Magazine:

“Zolang je je dromen achternagaat is iedereen tot heel veel in staat.”

Zij laat zich daarin inspireren door een uitspraak van Nelson Mandela: “The future belongs to those who believe in their dreams”.

In 2014 werd Herna Verhagen door Opzij uitgeroepen tot machtigste vrouw van Nederland.

In het interview met haar:

“Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan, maar ik was me wel op jonge leeftijd al bewust van mijn drijfveren. Al rond mijn vierde had ik de drive om de dingen de volgende dag beter te doen. Die drive is onlosmakelijk aan me verbonden. Het maakt ook dat ik gemakkelijk een knop kan omzetten bij tegenslagen.”

 

Je bewust zijn van wat je te bieden hebt is een ander krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.

Naast het hebben van een helder beeld van het werk dat je wilt doen.

Het is mijn ervaring als coach dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zijn kwaliteiten daadwerkelijk als kwaliteiten te zien.

Ook bij het destilleren van kwaliteiten uit succesverhalen ligt het gevaar van iets gewoon vinden op de loer.

Meer daarover lees je in mijn volgende artikel.

 

 

 

Heb jij nog geen helder beeld van wat je te bieden hebt?

En van waar jij warm voor loopt en hoe jouw droombaan eruitziet?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

 

 

Hoe je kunt voorkomen dat je in je valkuil stapt

 

In hoeverre herken je impostergevoelens bij jezelf?

Voel je je onzeker en denk je dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voorspiegelt? Dat je je mooier, beter, succesvoller voordoet dan je bent?

Heb je er misschien zoveel last van, dat het je belemmert in je loopbaan?

Dan is het tijd om de koe bij de horens te pakken en voor jezelf een actieplan te maken, hoe je impostergevoelens te overwinnen.

In mijn vorige artikel heb je kunnen lezen dat beschermingsmechanismen tegen onzekerheid je niet gaan helpen. Integendeel, je wordt er alleen maar onzekerder van.

Wil je je onzekerheid aanpakken en je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk om je vertrouwen te ontwikkelen en heel kritisch te kijken naar je competenties en wat je daarmee hebt bereikt. En te leren hoe je het imposter syndroom de baas kunt worden.

In mijn artikel geef ik je daarvoor een aantal tips.

 

Tips hoe je je impostergevoelens kunt overwinnen

 

Hoe je je vertrouwen in eigen kunnen kunt vergroten

 

Vertrouwen in eigen kunnen is niet identiek aan zelfvertrouwen. Ook al worden de begrippen ten onrechte volop door elkaar gebruikt.

Zelfvertrouwen zegt meer in zijn algemeenheid iets over het vertrouwen in jezelf.

Vertrouwen in eigen kunnen, zelfeffectiviteit kun je zien als een specifiek zelfvertrouwen. Dat gaat over het kunnen maken van een adequate inschatting of je als individu de kwaliteiten hebt om een bepaald doel te bereiken.

In een van mijn vorige artikelen kun je dat nog eens nalezen.

Met name dat vertrouwen in eigen kunnen is bij mensen die last hebben van impostergevoelens niet groot. Zij zijn voortdurend bang dat ze door de mand vallen en ontmaskerd worden.

 

Wil je concrete tips om je kans op succes te vergroten door je vertrouwen te ontwikkelen? Klik dan hier.

 

 

Hoe je ingaat tegen innerlijke twijfel

 

Het imposter syndroom manifesteert zich met name als stemmetje in je hoofd. Dat zegt bijvoorbeeld “Je bent echt niet zo goed als je zelf denkt.” Of “Wanneer zullen ze het ontdekken?”

Heb je veel last van impostergevoelens, dan ben je er waarschijnlijk heel goed in om ‘jezelf de grond in te boren’. En kun je naar je eigen kritische oordeel maar weinig ‘goed’ doen.

Is je Innerlijke Criticus heel sterk aanwezig, dan kijkt en luistert hij voortdurend mee en geeft kritisch commentaar op alles wat je denkt, doet of had moeten doen.

Wil je je onzekerheid aanpakken en je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk om het stemmetje of misschien wel de stemmetjes in je hoofd te herkennen.

En vervolgens bijvoorbeeld die Innerlijke Criticus te negeren, van repliek te dienen of de mond te snoeren.

Heb je veel last van stemmetjes in je hoofd en wil je die leren hanteren? Lees het boekje ‘Ik (k)en mijn ikken’ er eens op na.

 

 

Hoe je te hard werken voorkomt

 

Je persoonlijke missie scherp hebben en op basis daarvan prioriteiten stellen is dé manier om te hard werken te voorkomen.

Met regelmaat spreek ik klanten die worstelen met de balans tussen hun werk en hun privéleven.

Vaak heeft die problematiek te maken met te hard werken in hun werk. Soms ook wel met privé te veel hooi op hun vork nemen.

Je bewust worden van je levensrichting en van wat er voor jou werkelijk toe doet, helpt je om keuzes te maken en te gaan voor wat werkelijk belangrijk voor je is, jouw persoonlijke missie.

Heb je je persoonlijke missie scherp, dan helpt dat om je prioriteiten te stellen en daar in je timemanagement rekening mee te houden.

Heb je je persoonlijke missie nog niet zo scherp? Ga dan aan het werk om je missie helder te krijgen.

 

 

Hoe je je successen toe-eigent

 

Mensen die veel last hebben van impostergevoelens zijn geneigd om hun successen toe te schrijven aan externe factoren. Vaak onterecht.

Misschien heb je dat gelezen in mijn vorige artikel.

Graag deel ik met je een tip van een van mijn netwerkcontacten. Als promovendicoach begeleidt zij promovendi op verschillende vlakken. Vaak is het belangrijkste onderdeel, hoe om te gaan met onzekerheid over je eigen prestaties.

Haar tip met betrekking tot het je toe-eigenen van successen:

Houd een poosje bij hoe je van tevoren tegen een bepaalde taak aankeek en hoe het uiteindelijk verlopen is.

  • Wat verwachtte je van jezelf?
  • Is die verwachting uitgekomen?
  • Als je succesvol bent geweest, waar lag dat dan aan?
  • Schrijf op wat je denkt en toets die gedachte vervolgens. Had je echt puur geluk? Was het inderdaad toeval? Of heb je zelf dingen gedaan die tot het resultaat hebben geleid?

 

 

Hoe je ervoor zorgt dat je goed in vorm komt en blijft

 

Het imposter syndroom de baas worden, wordt moeilijk als je niet fit bent. Wil je je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat je letterlijk goed in je vel zit.

Vreneli Stadelmaier noemt in haar boek vier tips:

  1. Train je hersens, bijvoorbeeld met meditatie, mindfulness of yoga.
  2. Ga sporten. Dat is goed voor je zelfvertrouwen. Bovendien worden door sporten dopamine en serotonine aangemaakt en die stoffen zorgen ervoor dat je je gelukkiger voelt en minder gaat piekeren.
  3. Eet gezond en zorg voor voldoende slaap.
  4. Maak tijd voor vrienden/vriendinnen. En niet alleen voor de gezelligheid. Kennelijk maak je door ‘het leven’ met vrienden of vriendinnen te bespreken oxytocine aan. Die stof vergroot je geluksgevoel en vermindert je zorgelijkheid.

 

 

Overwinnen van impostergevoelens doe je niet zomaar even

Het imposter syndroom is hardnekkig.

Ik zie dat soms ook bij coachklanten. Het is iets dat je in de loop van jaren hebt opgebouwd. Dat heb je niet zomaar weer afgebroken.

 

Zoals uit mijn tips blijkt, is er ook geen rechtlijnige oplossing voor het syndroom.

Daarvoor spelen te veel factoren een rol bij het in stand houden van het syndroom.

Ik schat in dat het je al veel ruimte geeft, als je op onderdelen winst weet te behalen. Zodat je minder of geen echte last meer hebt van je impostergevoelens.

 

Wil je je impostergevoelens overwinnen?

Zorg dan voor een buddy. Of laat je begeleiden door een goede coach.

 

 

Heb je zelf ervaring met het overwinnen van impostergevoelens? Als buddy, coach of als iemand die zelf last heeft gehad van die gevoelens?

En wil je die ervaring delen?

Ik lees het graag.

 

 

 

 

 

Laat je niet verlammen door het imposter syndroom

 

Het is allemaal niet zo vreselijk ingewikkeld, een beetje bluf dus.”

Met lang niet alles wat gevraagd wordt in de vacatureomschrijving heeft Eric ervaring. Maar hij laat zich niet afschrikken. Zo spannend is het niet voor hem.

Voor Margriet is dat anders. Super spannend vindt ze het. “Wat ik allemaal gedaan heb, stelt niet zoveel voor. Ik kan eigenlijk niets bijzonders. Succesverhalen heb ik dan ook niet.”

Wist je dat vrouwen over het algemeen eerder geneigd zijn om op zeker te spelen dan mannen? Dat veel vrouwen bijvoorbeeld 100% zeker willen weten dat ze een functie aan kunnen, voordat ze reageren op een vacature?

En mannen? Die denken kennelijk veel eerder dat ze het wel kunnen. Zoals Eric zegt “Zo vreselijk ingewikkeld is het allemaal niet.

Met name succesvolle vrouwen kunnen last hebben van wat men noemt het imposter syndroom. Dat kan hen aardig in de weg zitten. Vooral ook met betrekking tot hun loopbaan.

Ze worden voortdurend gekweld door de angst dat ze ontmaskerd worden. Ze zijn bang dat anderen (en zijzelf) erachter komen dat ze niet competent genoeg zijn. Terwijl ze wel hun best doen om competent over te komen.

Ze ontwikkelen allerlei mechanismen om die ontmaskering te voorkomen. Daarbij realiseren ze zich niet, dat ze daarmee het risico lopen in een negatieve spiraal terecht te komen. Hoe dat werkt, lees je in mijn artikel.

Overigens is het imposter syndroom beslist niet alleen een vrouwending. Ook mannen kunnen er behoorlijk last van hebben.

 

Hoe beschermingsmechanismen je steeds onzekerder maken

 

Het imposter syndroom gaat over onzekerheid

 

Die onzekerheid heeft te maken met het feit dat je denkt dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voorspiegelt. Dat je je mooier, beter, succesvoller voordoet dan je bent.

Terwijl je eigenlijk heel goed weet dat je wel iets kunt, op basis van wat je hebt gepresteerd. Zelfs op basis van harde feiten. Maar kennelijk heb je die prestaties niet of in elk geval onvoldoende geïnternaliseerd.

Je bent geneigd om je successen toe te schrijven aan externe factoren. Bijvoorbeeld pech of geluk of hulp van anderen. Zoals we dat dan noemen; je bent geneigd om extern te attribueren. Daarover later meer.

Een ander punt kan zijn, dat je geneigd bent de zwaarte van de taak te bagatelliseren. “Ach, het schrijven van die juridische teksten stelt niets voor.” Daarbij voorbijgaand aan het feit dat niet iedereen dat zomaar kan en even goed doet.

 

In een traject bij MEER WAARDE IN WERK komt dan al gauw naar voren dat je toch heel wat moet kennen, kunnen en zijn om zo’n in jouw ogen gemakkelijk klusje naar behoren te klaren.

Het je daadwerkelijk toe-eigenen van die kwaliteiten is dan een volgende stap. Voor iemand die regelmatig last heeft van gevoelens van het imposter syndroom is dat moeilijk.

Je bent bang dat anderen door het plaatje dat je voorspiegelt heen prikken. En dat je genadeloos door de mand valt.

Dat wil je krampachtig voorkomen en daar heb je dan je mechanismen voor. Ook al ben je je daarvan misschien lang niet altijd bewust.

 

 

Mechanismen om ontmaskering te voorkomen

 

Wist je dat symptomen van het imposter syndroom meer voorkomen dan je denkt?

Dat 75% van de vrouwen gevoelens van het imposter syndroom bij zichzelf herkent? Dat zelfs 30% van de vrouwen aangeeft er regelmatig last van te hebben?

Voor mannen liggen die percentages respectievelijk op 50 en 9%. Een aanmerkelijk verschil dus.

De cijfers geven overigens wel aan, dat de symptomen ook heel duidelijk kunnen spelen bij mannen.

 

Welke mechanismen zet men dan in om ontmaskering te voorkomen? Bewust of onbewust. Kijk maar eens wat je daarvan herkent.

 

Om te voorkomen dat je door de mand valt kan het zijn dat je harder gaat werken. Nog harder dan je wellicht al deed.

Dat je bijvoorbeeld ongezond perfectionistisch wordt.

Niet voor niets noem ik het ongezond. Want streven naar perfectionisme, uit angst om door de mand te vallen of uit twijfel aan eigen competenties, is beslist niet gezond. Je kunt jezelf daarmee aardig voorbijlopen en uiteindelijk kan het leiden tot burn-out.

 

Een ander beschermingsmechanisme om te voorkomen dat je door de mand valt, is uitdagingen vermijden.

Als je niet hoog grijpt, dan kun je ook niet diep vallen. In elk geval niet zo diep dat je door de mand valt.

Het voelt veilig om uitdagingen uit de weg te gaan. Bijvoorbeeld vooral niet in de schijnwerpers te gaan staan. Want stel je voor, ze zouden je wel eens kunnen ontmaskeren als je op de voorgrond treedt.

 

Maar die beschermingsmechanismen gaan je niet helpen. Integendeel, ze leiden ertoe dat je alleen maar onzekerder wordt. En dat je impostergevoelens dus sterker worden.

 

 

Hoe mechanismen om ontmaskering te voorkomen je nog onzekerder maken

 

In een eerder artikel schreef ik over intern en extern attribueren.

Attributie heeft te maken met het toeschrijven van het resultaat van je gedrag aan factoren in jezelf (interne attributie) of factoren buiten jezelf (externe attributie).

Heb je veel last van impostergevoelens, dan ben je geneigd om je successen toe te schrijven aan externe factoren. Bijvoorbeeld dat je toevallig geluk had. Of dat de taak niet zo moeilijk was als je had gedacht.

Mislukking daarentegen ben je eerder geneigd om toe te schrijven aan jezelf. “Zie je wel, ik kan dat gewoon ook niet goed. Voor mij is dat te hoog gegrepen.” Terwijl het best kan zijn, dat de omstandigheden ongunstig waren of de taak onvoldoende scherp was gedefinieerd.

 

Hoe komt het dan dat de afweermechanismen je nog onzekerder maken?

 

Neem als voorbeeld nog harder werken.

Dat harde werken leidt mogelijk tot het gewenste resultaat. Het is dus succesvol. Maar wat gebeurt met de betreffende persoon?

Die eigent zich dat succes niet toe. Die is geneigd om het succes toe te schrijven aan het harde werken. Of misschien zelfs wel geluk of hulp van anderen. In elk geval niet aan eigen competenties, haar kwaliteiten.

Bij een volgende uitdaging kan ze dus ook niet terugvallen op haar competenties. Voor haar gevoel is een volgend succes weer afhankelijk van externe factoren.

Ze is dus weer onzeker en bang dat het haar niet gaat lukken. Misschien is ze zelfs onzekerder dan de vorige keer.

 

Wat er gebeurt als je uitdagingen uit de weg gaat.

Ga je uitdagingen uit de weg, dan kun je ook geen successen ervaren. Dat betekent dat je niet kunt ervaren waar met name jouw competenties liggen, waar je goed in bent.

Dat je ook niet kunt experimenteren om te ontdekken wat wel of niet bij je past. Terwijl het je misschien wel aantrekt.

Dat maakt je nog onzekerder over wat je te bieden hebt, terwijl je je al onzeker voelt.

 

 

Ga uitdagingen dus niet uit de weg. Zie ze als een kans. Wees je bewust van wat je te bieden hebt en eigen je je kwaliteiten toe.

 

In een volgend artikel geef ik je tips hoe je het imposter syndroom tegen kunt gaan. En hoe je kunt voorkomen dat je in die valkuil stapt.

 

 

Voel jij je onzeker over wat je te bieden hebt?

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van je kwaliteiten?

Neem gerust contact met me op voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe inzicht uitzicht geeft op mooi werk, werk dat optimaal bij je past

 

“Ik wil, ik wil, ik weet niet wat ik wil.”

En als je niet weet wat je wilt, dan zul je het ook niet gauw vinden.

Dat geldt voor veel zaken, maar ook voor je loopbaan.

 

“Maar hoe krijg ik inzicht in wat ik wil?”

Die vraag is niet makkelijk te beantwoorden. Vooral omdat er legio factoren een rol spelen, wil je komen tot een goed en passend antwoord op jouw vraag met betrekking tot wat jij wilt.

Wat zijn bijvoorbeeld jouw kwaliteiten, drijfveren, interesses, waarden, voorkeuren, aversies, doelen, jouw persoonlijke missie?

Goed inzicht in die factoren en het samenspel daartussen, geeft uitzicht op wat jij wilt. Uitzicht op het profiel van jouw ideale werk, het werk dat optimaal bij je past.

Wil je jouw ideale werk vervolgens dan ook realiseren?

Dan heb je bijvoorbeeld nog inzicht nodig in jouw concrete mogelijkheden op de arbeidsmarkt en inzicht in hoe je jouw ideale werk daadwerkelijk kunt realiseren.

En al die inzichten tezamen geven uitzicht op voor jou mooi werk.

In mijn artikel help ik je op weg.

 

inzicht geeft uitzicht; ook met betrekking tot je loopbaan

 

Inzicht in wat je te bieden hebt, geeft uitzicht op werk dat past bij jouw kwaliteiten

 

Waar ben je goed in? Waar liggen met name jouw kwaliteiten? En welke kwaliteiten zet je het liefst in, in het werk dat je doet?

Zorg dat je daar inzicht in hebt. Zo’n goed inzicht dat je er overtuigd en overtuigend over kunt communiceren.

Zorg ook dat je inzicht hebt in de resultaten die jij met jouw kwaliteiten hebt neergezet. Zodat een potentiële werkgever of opdrachtgever inzicht krijgt in wat inzet van jouw kwaliteiten hem oplevert.

Die inzichten geven jou uitzicht op werk waarin jouw kwaliteiten optimaal tot hun recht komen en waarin jij jouw kwaliteiten optimaal kunt ontwikkelen.

 

 

Inzicht in jouw persoonlijke biotoop, geeft uitzicht op een werkomgeving waarin je tot bloei komt

 

Net als een plant hebben wij mensen onze voorkeuren en aversies met betrekking tot onze leef- en werkomgeving.

Waar de een bijvoorbeeld goed gedijt in een grote kantoortuin met gezellig geroezemoes van collega’s, kan het zijn dat een ander alle zeilen moet bijzetten om zich te concentreren op zijn werk. Met als gevolg dat zijn werk hem veel energie kost en hij zijn accu helemaal leeg trekt.

En waar de een goed gedijt in een competitieve omgeving met uitdagende targets, kan het zijn dat een ander in zo’n omgeving helemaal ten onder gaat. Verlamd door de stress, die het halen van de targets bij hem oproept.

Heb jij inzicht in wat jij nodig hebt om goed te gedijen en wat je zou moeten vermijden? Dan heb je uitzicht op een omgeving waarin jij optimaal tot bloei komt.

 

 

Inzicht in waar jij warm voor loopt, jouw persoonlijke missie, geeft uitzicht op werk dat optimaal bij je past

 

Wat betekent werk voor jou? En welke bijdrage wil jij leveren met het werk dat je doet?

Heb je inzicht in wat werk voor jou betekent en kun je dat inzicht vertalen naar criteria met betrekking tot werk? Dan draagt dat inzicht bij aan uitzicht op werk dat optimaal bij je past.

En heb je inzicht in wat jou drijft in werk en dus in de bijdrage die jij wilt leveren met je werk? Dan heb je uitzicht op werk dat je energie oplevert, in plaats van dat het je energie kost.

 

 

Inzicht in hoe het profiel van het voor jou ideale werk eruitziet, geeft uitzicht op het realiseren van jouw ideale werk

 

Kun jij geen helder antwoord geven op de vraag ‘Naar wat voor werk ben je op zoek?’, dan vergroot je de kans dat je teruggestuurd wordt met het advies om nog eens goed na te denken over wat je nu eigenlijk wilt.

Heb je wel een helder antwoord op die vraag? Dan vergroot je de kans dat je dat werk ook daadwerkelijk kunt bemachtigen. Want je hebt meer uitzicht op een baan als je focust op je ideale baan.

 

 

Inzicht in behoeften op de arbeidsmarkt geeft uitzicht op voor jou concrete mogelijkheden

 

En dus van waar mensen zoals jij nodig zijn.

Dat voorkomt bijvoorbeeld dat je focust op banen waar geen behoefte (meer) aan is. Of op banen met honderden concurrenten. Of op banen waarvan je bij voorbaat weet dat je moet concurreren met mensen met beslist betere papieren dan jij.

Goed inzicht in ontwikkelingen en behoeften op de arbeidsmarkt maakt dat je daarop kunt sturen en flexibel kunt meebewegen. En zo vergroot je het uitzicht op passend werk.

 

 

Inzicht in succesvolle en beproefde strategieën en loopbaanvaardigheden geeft uitzicht op een efficiënte en effectieve marktbenadering

 

Zodat je niet al je tijd verdoet met traditioneel solliciteren, maar proactief en doelgericht werk maakt van het voor jou ideale werk.

Leer denken en handelen als een ondernemer, zodat je jezelf, jouw Ik BV, als product of dienst succesvol in de markt kunt zetten. Ook al werk je gewoon in loondienst.

 

 

Kortom

 

Realiseer je dat inzicht in genoemde punten uitzicht geeft op mooi werk.

En dat je dat werk dan binnen een afzienbaar tijdsbestek kunt realiseren. Op een efficiënte en effectieve manier.

 

Mis je inzichten in genoemde punten?

Dan heb je uitzicht op een kleine kans dat je werk realiseert dat optimaal bij je past.

Of heb je mogelijk uitzicht op lang zoeken naar passend werk. Misschien geen uitzicht op passend of erger nog, helemaal geen werk.

 

Wees dus slim en zorg dat je genoemde inzichten verwerft.

 

 

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het verwerven van genoemde inzichten?

Neem gerust contact met me op. Graag maak ik tijd voor je vrij om je vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Waarom het belangrijk is om jouw top vijf aan kwaliteiten heel helder te hebben om te komen tot een goede match met een functie

 

Waar je goed in bent, vind je ook leuk om te doen. Dat wordt vaak gedacht.

En wat je leuk vindt om te doen, daar ben je ook goed in.

Maar beide veronderstellingen zijn niet per definitie waar. Je kunt wel goed zijn in iets, maar of je het ook leuk vindt om die kwaliteit in te zetten, dat is nog maar de vraag.

Aan de andere kant kan het zijn dat je het leuk vindt om met bepaalde activiteiten bezig te zijn, maar dat het je niet gemakkelijk afgaat. Je bent er niet goed in.

In mijn trainingen en mijn coachtrajecten filter ik dat. Je komt dan tot een top vijf van jouw kwaliteiten. Dat zijn de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in je werk en waarin je relatief ook het beste bent.

Kun je jouw top vijf onvoldoende kwijt in jouw werk? Dan heb je grote kans dat je minder gelukkig bent met dat werk. Dat je het gevoel hebt dat je niet kunt groeien, bloeien en excelleren.

 

Jouw top five aan kwaliteiten en de juiste functie voor een goede match

 

Aanleiding om je te oriënteren op een volgende loopbaanstap

 

Vaak doen coachklanten een beroep op mij als loopbaancoach omdat ze zich willen oriënteren op een volgende loopbaanstap. Soms uit eigen initiatief, soms gedwongen.

In geval van eigen initiatief, ervaart betrokkene meestal onvoldoende plezier en voldoening in zijn werk. Of heeft hij het nog naar zijn zin in zijn werk, maar voorziet dat voldoening en plezier op deze plek eindig zijn.

 

 

Zo heeft een van mijn coachklanten de ervaring dat hij na een jaar of drie, hooguit vier, uitgekeken is op zijn werk en toe is aan een nieuwe uitdaging. In zijn loopbaan is hij ook al ettelijke keren veranderd van baan.

Hij vraagt zich af wat maakt dat die ervaring zich steeds herhaalt.

 

Op dit moment heeft hij het al ruim drie jaar goed naar zijn zin in zijn werk. Ook de organisatie wil hem graag behouden en faciliteert dan ook zijn loopbaantraject.

Het is de uitdaging om uit te zoeken waar het op een gegeven moment dan precies aan schort. Wat het hete hangijzer is dat hem doet switchen van baan.

Gaande het traject kregen we de vinger erachter. Met name toen zijn top vijf aan kwaliteiten helder werd.

 

 

De ’top vijf’ aan kwaliteiten als cruciale factor bij het ervaren van voldoening en plezier in je werk

 

Met triggervragen wil ik meer duidelijkheid krijgen met betrekking tot de chaos in mijn hoofd”.

Zo kwam hij bij me binnen.

Voor zijn gevoel was het chaos in zijn hoofd. Ik begrijp dat het zo kan voelen.  Maar als je die chaos door een gestructureerde aanpak weet te ontwarren, dan valt het alles mee.

 

Wat mijn coachklant betreft, blijkt het al dan niet kunnen inzetten van zijn top vijf aan kwaliteiten het hete hangijzer.

In die top vijf zitten kwaliteiten zoals:

  • Met gemak me inwerken in een voor mij nieuwe situatie, daarbij me goed voorbereiden en me laten informeren en adviseren om beslagen ten ijs te komen.
  • Welbewust investeren in het opbouwen van relaties en het winnen van vertrouwen van de klant, vanuit interesse aansluiten bij en rekening houden met wie ik voor me heb en welbewust kiezen van een insteek die daarbij past.

Bij doorpraten werd heel helder dat bijvoorbeeld bovenstaande kwaliteiten minder aangesproken worden, naarmate hij langer in een en dezelfde functie werkzaam is. Als hij dus te maken heeft met steeds dezelfde klanten en eenzelfde product.

Dat voor ogen houdend, is het op dit moment een uitkomst voor hem als hij de overstap kan maken naar een andere productgroep. Waarbij hij dan ook als vanzelf met andere klanten te maken heeft. En hij de als voorbeeld genoemde kwaliteiten weer volop in kan zetten.

 

Een ander voorbeeld van een kwaliteit in zijn top vijf is:

Het met overzicht en gestructureerd leiden van een vergadering of geven van een presentatie, daarbij me overtuigend en passievol presenteren, beeldend beschrijven van mijn verhaal en alert en tactisch reageren op moeilijke vragen.

Een combinatie van werken in een andere productgroep bij zijn huidige werkgever en een docentschap of gastdocentschap bij een passende hbo-opleiding spreekt hem dan ook erg aan.

Naast een parttime docentschap of gastdocentschap zou parttime begeleiden van afstudeerders, ook goed bij hem passen.

Bovendien kan dat ook van meerwaarde zijn voor zijn huidige werkgever. Dus een mooie win-win situatie.

 

 

Kortom

 

Het voorbeeld van mijn coachklant laat zien hoe belangrijk het is, dat je jouw top vijf aan kwaliteiten heel helder hebt om te komen tot een goede match met een functie. Zodat je plezier en voldoening ervaart in je werk.

Overigens is alleen die goede match geen garantie dat je ook op termijn goed gedijt. Om het vuurtje brandend te houden is er over het algemeen nog wat meer nodig.

Meer daarover lees je in mijn volgend artikel.

 

 

 

Heb jij nog geen helder beeld van waar met name jouw kwaliteiten liggen? 

Laat staan, wat de kwaliteiten zijn die je relatief het liefste inzet en waarin je relatief ook het beste bent?

Neem gerust contact met me op.

Gegarandeerd krijg je in een individueel loopbaantraject een helder beeld van jouw kwaliteiten en met name jouw top five.

 

 

 

 

Het model Ervaring + Leren = Groeien; waardevolle aanvulling op STAR

 

Het hoe is cruciaal om je overtuigd en overtuigend te profileren met je kwaliteiten.

Door te vragen naar concrete voorbeelden verzamelt jouw gesprekspartner bewijs dat jij genoemde kwaliteiten hebt. Door het stellen van gedragsgerichte vragen krijgt jouw gesprekspartner, al dan niet in de rol van selecteur, een beeld van hoe jij zaken aanpakt.

Gedragsgerichte vragen zijn open vragen. Dat betekent vragen waar je niet met ja of nee op kunt antwoorden. Bijvoorbeeld: Vertel me eens over een situatie waarin zaken anders liepen dan gepland.

Heel bekend is STAR (Situatie, Taak, Aanpak, Resultaat) om je op dat soort vragen voor te bereiden.

Een mooie aanvulling daarop is het model Ervaring + Leren = Groeien; groeien als persoon en als professional door te leren van je ervaringen.

 

Hoe je gedragsgerichte vragen in een selectiegesprek beantwoordt

 

Gedragsgericht of criteriumgericht interviewen als vorm van selectiegesprek

 

Werk wordt razendsnel door technologie getransformeerd. Daardoor worden er ook andere skills gevraagd.

Als gevolg van de technologisering van werk zijn soft skills als empathie, communicatieve eigenschappen, probleemoplossend vermogen en strategische besluitvorming waardevoller dan ooit.

Waar hard skills vaak af te leiden zijn uit opleiding en werkervaring, is dat voor soft skills veel moeilijker.

 

Een manier om soft skills boven water te krijgen is het stellen van gedragsgerichte vragen; het criteriumgerichte interview.

Bij het criteriumgerichte interview vorm je je als selecteur een beeld van de succes- en faalfactoren voor een bepaalde functie. Dat worden criteria in positieve of in negatieve zin.

Om de succes- en faalfactoren concreet te maken omschrijf je de factoren in termen van gedrag; je gaat ze operationaliseren.

Vervolgens laat je je gedachten gaan over situaties waarvan jij inschat dat de kans groot is, dat een bepaald criterium tot uiting komt.

Door specifieke gedragsgerichte vragen kun je vervolgens toetsen in hoeverre de succes- en faalfactoren van toepassing zijn op een kandidaat.

Het stellen van die vragen kun je doen aan de hand van STAR.

 

Niet alleen als selecteur kun je je op die manier voorbereiden op een gesprek. De voorbereiding geldt ook voor jou als kandidaat.

 

 

Geschiktheid voor een functie is niet hetzelfde als er ervaring mee hebben

 

Het woord aptitude vind ik een mooi woord.

Je hoeft niet direct ervaring te hebben met een bepaalde taak of functie om er geschikt voor te zijn. Ook al heb je bepaalde kwaliteiten nog niet laten zien, je kunt ze wel in je hebben. Wellicht zijn ze in aanleg aanwezig.

Ik ben er een groot voorstander van om niet alleen ervaring van mensen te peilen en kwaliteiten te benoemen op grond van succeservaringen van een persoon.

 

Naast kwaliteiten op basis van ervaring is het belangrijk om ook geschiktheden in kaart te brengen.

Die geschiktheden krijg je boven water door informatie naar aanleiding van gedragsgerichte vragen te koppelen.

Het model Ervaring + Leren = Groeien helpt daarbij.

 

 

Het model Ervaring + Leren = Groeien

 

Door je als kandidaat voor te bereiden op een selectiegesprek volgens het model Ervaring + Leren = Groeien, geef je een selecteur inzichten die hij nodig heeft om te bepalen of jij de geschikte persoon bent voor de vacante functie.

Zeker als je dat doet naast of in het verlengde van een voorbereiding volgens STAR.

 

Ik help je op weg:

Ervaring:

Vertel over een ervaring die laat zien dat jij kunt wat van jou in de vacante functie wordt gevraagd. Vertel dat aan de hand van STAR.

Leren:

Vertel wat je hebt geleerd van die ervaring. Vertel hoe die ervaring jou verrijkt heeft waardoor je beter en slimmer bent geworden in je werk.

Groeien:

Vertel hoe die ervaring bijgedragen heeft aan jouw ontwikkeling als persoon en professional. En hoe je die ervaring gaat gebruiken om verder te groeien in je werk.

 

Met name de twee laatste punten, leren en groeien, zijn een mooie aanvulling op STAR.

Neem de tijd om jouw mogelijke antwoorden in kaart te brengen. Zorg dat jouw antwoorden de selecteur de informatie geven waar hij naar op zoek is. Als je je goed voorbereidt op een selectiegesprek, dan kun je daar vooraf een inschatting van maken.

 

 

Drie gedragsgerichte vragen om je als kandidaat op voor te bereiden

 

Als je rondvraagt of je op internet oriënteert naar veelgestelde vragen in een selectiegesprek, dan zal je allerlei vragen tegenkomen.

Ook vreemde vragen.

 

Ik geef je nog een drietal vragen waarvan het goed is om je erop voor te bereiden.

Het zijn geen functie specifieke vragen, maar vragen die voor elke functie gesteld kunnen worden.

  1. Vertel ons (me) eens over een moeilijke situatie en hoe je daarmee bent omgegaan?
  2. Wat zouden collega’s over jou zeggen als we hen daarnaar zouden vragen?
  3. Vertel ons (me) eens over een situatie dat je een moeilijk of onrealistisch verzoek kreeg van iemand. Dat je aan dat verzoek hebt voldaan. En dat men daarover heel enthousiast was.

Hoe heb je het verzoek opgepakt en wat was het resultaat?

 

 

Tot slot

 

Een goede voorbereiding is meer dan het halve werk.

Een gedragsgericht interview is een vorm van selectiegesprek waarop je je heel goed kunt voorbereiden.

Het programma ‘Bouw je ideale loopbaan’ is de ultieme voorbereiding daarop.

Kies afhankelijk van jouw behoeften voor de optie die het beste bij je past.

 

 

Wil je eerste je vragen aan me voorleggen?

Maar gerust een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

Dat kan via deze link.

 

 

 

 

Waarom je niet je tekortkomingen, maar je kwaliteiten centraal moet stellen

 

“Het is mooi om mijn kwaliteiten te inventariseren, maar in hoeverre kijken we ook naar waar ik niet goed in ben?”

De eerste succesverhalen hebben we door geëxerceerd en er veel kwaliteiten uit gehaald.

Zelf had hij er maar een stuk of twee, drie per verhaal. Voor mij als buitenstaander en ervaren luisteraar waren er uit elk concreet beschreven verhaal zo een twintigtal kwaliteiten te destilleren.

Kwaliteiten overigens, die door mijn klant heel duidelijk werden herkend. Ook al had hij ze zelf niet benoemd.

Kennelijk zijn veel kwaliteiten zo eigen, dat je ze zelf niet meer ziet als kwaliteit. Terwijl mogelijk jouw grootste kwaliteiten liggen bij wat je als vanzelf doet.

 

Opmerkelijk is het dat we kennelijk zo gewend zijn om naast onze sterktes te focussen op onze zwaktes, dat bovenstaande vraag met regelmaat aan mij wordt voorgelegd.

Mijn antwoord op die vraag is kort en krachtig:

Als ondernemer begin je geen zaak in waar je niet goed in bent. En waarschijnlijk zelfs ook geen zaak in wat je niet leuk vindt om te doen.

Waarom zou dat dan anders zijn voor een baan in loondienst?

 

Als ondernemer begin je ook geen zaak in waar je niet goed in bent

 

Als een ondernemer vorm en sturing geven aan je loopbaan

 

De Meer Waarde Benadering is een ondernemende benadering. Als je meer artikelen van mij gelezen hebt, dan is dat je vast al duidelijk geworden.

Succesvol werk maken van (ander) werk is niet anders dan als ondernemer jouw product of jouw dienst in de markt zetten.

Zo is een strategisch loopbaanplan eigenlijk ook hetzelfde als een ondernemingsplan.

In een ondernemingsplan geef je met betrekking tot jouw kwaliteiten aan, wat jou met name geschikt maakt voor het ondernemerschap zoals geschetst in jouw plan.

Daarnaast geef je aan welke kwaliteiten je misschien nog aanvullend in moet huren, dan wel zelf moet ontwikkelen om succesvol te zijn als ondernemer.

In een strategisch loopbaanplan geef je aan wat jouw kwaliteiten zijn die je relatief het liefste inzet in het werk dat je doet. En waarin je relatief ook het beste bent.

Op die kwaliteiten ligt met name jouw focus.

In tweede instantie komt pas de vraag welke kwaliteiten je eventueel nog verder moet ontwikkelen om het voor jou ideale werk te realiseren.

 

Daarom ligt in een traject bij MEER WAARDE IN WERK het accent op waar jij goed in bent en niet op jouw zwakke kanten.

 

 

Oog voor zwakke kanten is ons al vroeg aangeleerd

 

Marianne van Woerkom, universitair hoofddocent Human Resource Studies, Tilburg University en tevens NIAS/NSvP-fellow 2017-2018 zegt daarover:

“Deze denkwijze begint al in het onderwijs, waar ook elke leerling aan bepaalde maatstaven moet voldoen. Er moeten voldoendes gehaald worden; er is weinig aandacht voor de vakken waar de leerling juist in uitblinkt en talent voor heeft.

Doordat we het van jongs af aan gewend zijn, is het reparatie denken een vanzelfsprekend onderdeel geworden van ons denken over verbetering en verandering”.

Mogelijk vind je het daarom ook heel vanzelfsprekend dat je jouw zwakke kanten helder hebt. En dat je in een loopbaantraject een sterkte-zwakte analyse maakt.

In mijn aanpak kijken we daar anders naar.

 

 

Ook al ontwikkel je jouw zwakke kanten, je zult daarin nooit zo goed worden als mensen die daar juist hun kwaliteiten hebben

 

Zo ben ik zelf niet superhandig met betrekking tot het inrichten en onderhouden van technische bedrijfssystemen. En mijn interesse om mezelf daarin te bekwamen en ontwikkelen is er ook niet echt.

Bovendien is Kim, mijn VA (Virtueel Assistent) er heel handig in. Zo handig en snel als zij, zal ik er nooit in worden. En waar het voor mij toch een opgave blijft, zijn het voor haar leuke taken om op te pakken.

 

Hoe heerlijk is het als iedereen zich kan richten op waar hij goed in is en wat hij leuk vindt om te doen?

Ik denk dat we met elkaar de wereld dan ook een stukje mooier kunnen maken. Want iedereen heeft kwaliteiten, ongeacht intellectueel- of opleidingsniveau en ongeacht aandachtspunten, belemmeringen of beperkingen.

 

 

Kritische geluiden over functionerings- en beoordelingssystematieken

 

Functionerings- en beoordelingssystematieken liggen onder vuur. In kranten en HR-vakbladen wordt er regelmatig over geschreven.

Bij beoordelen gaat men ervan uit dat feedback in de beoordelingscyclus leidt tot verbetering. Als je als medewerker weet waar je minder goed in bent, dan zou je actief gaan werken aan verbetering.

De praktijk laat echter iets anders zien. Negatieve feedback leidt lang niet altijd tot gemotiveerde actie om tot leren en ontwikkelen te komen. Demotivatie is vaker het resultaat.

 

 

De Sterke Punten-benadering van Marianne van Woerkom

 

In de Sterke Punten-benadering wordt vooral gekeken naar de sterke punten van medewerkers.

Daarbij wordt er actief op zoek gegaan naar de unieke talenten en krachten van de medewerker. Vervolgens wordt bepaald hoe deze het beste ingezet kunnen worden op het werk.

Het gevoel van competentie dat ontstaat door de focus op sterke punten is een heel goede intrinsieke motivatie voor prestatie in werk en verdere talentontwikkeling.

Er vindt als het ware een omkering plaats, waarbij vanuit de sterke punten van de medewerker een match gezocht wordt met de taakeisen, in plaats van andersom.

 

Hoe mooi zou het zijn als deze benadering binnen HR wordt ingebed? Zodat de persoon en zijn kwaliteiten centraal staan in plaats van het functieprofiel.

 

Ik ben dan ook heel benieuwd naar de resultaten van het onderzoek.

 

 

 

Heb jij nog geen goed beeld van jouw sterke kanten?

En van de manier waarop je die als een ondernemer in wilt zetten in het werk dat je doet?

 

Meld je aan voor mijn programma ‘Bouw je ideale loopbaan’.

Gegarandeerd heb je na de drie trainingsdagen een scherp beeld van jouw kwaliteiten. Je kunt ze specifiek benoemen en voorbeelden geven waaruit blijkt dat je die kwaliteiten hebt.

 

 

 

 

Waarom het ‘hoe’ cruciaal is om je overtuigd en overtuigend te profileren met je kwaliteiten

 

Waar ben jij met name goed in?

Waarom moeten ze jou hebben voor deze functie en niet iemand anders?

Waarin onderscheid jij je van anderen, wat zijn jouw unique selling points?

 

Zie die vragen maar eens te beantwoorden en je overtuigd en overtuigend te profileren met jouw kwaliteiten.

Dat is lang niet voor iedereen gemakkelijk.

Misschien heb je wel enigszins een beeld van waar jij goed in bent. Maar je kwaliteiten specifiek benoemen en ze overtuigd en overtuigend over het voetlicht brengen, dat is weer een ander verhaal.

Het kan ook goed zijn, dat je het heel lastig vindt om jouw kwaliteiten te benoemen. Vooral omdat ze voor jouzelf zo gewoon zijn; “Dat doe ik gewoon zo” of “Zo ben ik gewoon”. En dat je je daarbij niet realiseert dat wat jij gewoon vindt, jou juist onderscheidt van anderen.

 

Door heel concreet te maken hoe je iets doet en dat specifiek te beschrijven in jouw succesverhalen, kun je jouw kwaliteiten boven water krijgen.

Bovendien kun je door die concrete beschrijving van het hoe, je overtuigd en overtuigend profileren met jouw kwaliteiten.

 

Hoe je je overtuigd en overtuigend profileert met je kwaliteiten

 

De concrete beschrijving van hoe je iets doet is cruciaal om jouw kwaliteiten boven water te krijgen

 

Ik geef je een voorbeeld:

“Ik ben gaan praten met managers/ directies van de participaties die al ver zijn op het gebied van duurzaamheid om te begrijpen waar zij behoefte aan hebben en wat zij gedaan hebben. Ook heb ik gesproken met ontwikkelaars van modellen of analyse instrumenten om bedrijven en businessmodellen te analyseren op het gebied van duurzaamheid (risico’s, opbrengsten) en op basis daarvan heb ik een functieomschrijving met rollen en doelen opgesteld”.  

 

In hoeverre krijg jij een beeld bij dit verhaal? Kun jij voor je zien hoe de verhalenverteller heeft gehandeld?

Ik heb er nog geen beeld bij. Ik schat in dat de verhalenverteller zelf, dat ook nog niet scherp heeft. Of misschien niet meer.

 

In vergelijkbare situaties krijg ik dat vaak bevestigd. Met daarbij dan de vermelding, dat het ook als probleem ervaren wordt als er in gesprekken met potentiële opdracht- of werkgevers gevraagd wordt naar een specificering.

 

Dat specifieke beeld van hoe jij gehandeld hebt is superbelangrijk. Niet alleen voor jouzelf als verhalenverteller, maar ook voor jouw toehoorder(s).

Zo vraagt bovenstaand voorbeeld om verduidelijking, wil ik onderbouwd kwaliteiten destilleren uit dit verhaal.

Er komen allerlei hoe-vragen in me op; bijvoorbeeld:

  • Hoe heb je participaties/ bedrijven geselecteerd?
  • Hoe heb je contact gelegd met managers/ directies?
  • Hoe ben je ontwikkelaars van modellen of analyse instrumenten op het spoor gekomen en hoe heb je een selectie gemaakt?
  • Hoe ben je te werk gegaan bij het opstellen van de functieomschrijving?

 

Het antwoord op die hoe-vragen heb ik nodig om mijn plaatje compleet te maken. Pas als dat het geval is, kan ik beargumenteerd kwaliteiten destilleren uit het verhaal.

 

 

Wat een concrete beschrijving van het hoe doet met jou als verhalenverteller

 

Niet alleen voor de toehoorder is het belangrijk dat je specifiek beschrijft hoe je iets gedaan hebt, maar ook voor jezelf.

Door in herinnering te halen hoe je iets concreet hebt aangepakt, kun je het weer voor je zien.

Je plaatst je psychologisch als het ware weer in die situatie. Met alle gewaarwordingen die daarbij horen. Bijvoorbeeld hoe gemakkelijk het je af ging. Of hoe leuk je het vond om te doen.

 

Het aan den lijve weer ervaren hoe het voor je was, heeft effect op jouw presentatie.

Het sterkt jou in jouw overtuiging van wat je kunt en wat je leuk vindt om te doen.

Ben je trots op wat je gedaan hebt en vooral ook hoe je het aangepakt hebt, dan straal je dat zowel verbaal als non-verbaal uit. Je gaat vanzelf bijvoorbeeld rechterop zitten, naar voren leunen en wat je vertelt kracht bij zetten door gebaren.

Vond je de activiteit of de taak leuk om te doen, dan gaan je ogen stralen als je het vertelt.

En door jouw enthousiasme en jouw zelfverzekerdheid en kracht weet je de ander mee te nemen in jouw verhaal.

 

 

Door de concrete beschrijving van het hoe, kun je je niet alleen overtuigd, maar ook overtuigend profileren met jouw kwaliteiten

 

Zoals ik als coach uit een concreet beschreven succesverhaal beargumenteerd kwaliteiten kan destilleren, zo kunnen jouw gesprekspartners dat ook.

Als trainer in het voeren van het criteriumgericht interview, spreek ik uit ervaring.

Kun jij een succesverhaal heel concreet beschrijven, dan kan zeker een getrainde toehoorder op zijn vingers tellen welke kwaliteiten hij zoal hoort in jouw verhaal.

Meestal zijn dat veel meer kwaliteiten dan de kwaliteit naar aanleiding waarvan jij jouw voorbeeld geeft.

 

Bovendien kun je door de voorbeelden die je geeft een gesprek sturen in de richting van de succesverhalen waarmee jij je wilt profileren.

Zoals Daan, een van de deelnemers aan het programma ‘Bouw je ideale loopbaan’ aangaf:

“Door de training kom je tijdens zo’n gesprek er achter waar het toe doet. Je weet het gesprek te sturen en hebt in een korte tijd een beeld van het bedrijf en of je erbij past”.

 

 

Kortom

 

Zorg voor specifiek beschreven voorbeelden, waaruit blijkt dat je bepaalde kwaliteiten hebt. Heb vooral aandacht voor de beschrijving van het hoe.

Dat helpt je niet alleen om zelf overtuigd te zijn van wat je te bieden hebt. Het zal je ook helpen om jouw gesprekspartners daarvan te overtuigen.

Want jouw succesverhalen zijn het bewijs van wat jij te bieden hebt.

 

 

Heb jij nog geen goed beeld van wat jij te bieden hebt op de arbeidsmarkt?

En van de koers die jij wilt varen?

Lees mijn aanbod betreffende het programma ‘Bouw je ideale loopbaan’ en bepaal welke optie het beste bij je past.

 

 

Wil je eerst je vragen aan me voorleggen?

Maak gerust een afspraak voor een oriënterend gesprek. Dat kan via deze link.