Hoe je met een winnaarsmentaliteit, een gedegen plan, goede conditie en de juiste bagage succesvol kunt veranderen van baan, ook al ben je vijftigplusser

 

De munitie van werkloze vijftigplussers is niet afdoende om werkgevers te overtuigen”.

Winnaarsmentaliteit is bij vijftigplussers ver te zoeken”.

Laat je niet van de wijs brengen en gek maken door wat je zo hier en daar leest of hoort.

Zeker nu, met de positieve ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zijn er volop kansen. Grijp die kansen, als je wilt veranderen van baan. Ook als vijftigplusser.

Maar ga niet in het wilde weg solliciteren of onvoldoende voorbereid contacten leggen met organisaties die interessant voor je zijn. Want dan loop je het risico dat je jouw kruit voortijdig verschiet.

Dat biedt niet alleen weinig kans op mooi werk. Door nul op je rekest raak je ook ontmoedigd, zeker als je dat vaker overkomt. Terwijl juist een positieve attitude cruciaal is voor succesvol veranderen van baan.

Zie veranderen van baan als een project. Voor een project maak je een gedegen plan. Meestal gaat daar onderzoek aan vooraf. Want zonder onderzoek loop je het risico dat je gaat bouwen op los zand.

Zorg naast een plan voor de juiste bagage, de juiste tools. En vraag je af of je het bouwen alleen af kunt. Hoogstwaarschijnlijk kun je hulp vanuit je netwerk of anderszins goed gebruiken. En veel mensen zullen je graag helpen.

 

Als vijftigplusser veranderen van baan; pak het projectmatig aan

 

Als vijftigplusser veranderen van baan is best spannend

 

Je weet wat je hebt en je weet niet wat je krijgt.

Veranderen van baan is zeker spannend als je jarenlang in een en dezelfde functie hebt gewerkt. En het wordt nog spannender als je jouw vertrouwde organisatie met alle zekerheden van dien, wilt verlaten.

Binnen je huidige organisatie werk maken van ander werk kan een goede tussenstap zijn. Een interne sollicitatie of jouw werkgever een voorstel doen hoe jij van betekenis kunt zijn, anders dan in het werk dat je nu doet. Wellicht is het een goede optie om op die manier een overstap te maken naar een ander vakgebied. En van daaruit te realiseren wat je uiteindelijk voor ogen hebt.

Voor dat dilemma staat een van mijn coachklanten. Bij twee organisaties is er een vergelijkbare vacature. De ene intern bij de organisatie waar hij nu werkt, de andere bij een vergelijkbare organisatie. Enerzijds trekt de interne vacature. Met name omdat die stap minder spannend is. Anderzijds wil hij eerlijk bekennen dat een loopbaanswitch én een switch naar een andere organisatie heel aanlokkelijk is. Dat voelt voor hem echt out of the box. Ook al vindt hij het spannend.

Het helpt om je te realiseren dat je eventuele risico’s kunt reduceren door goed je onderzoek te doen, alvorens een nieuwe baan bij een voor jou nieuwe organisatie te accepteren.

 

 

Een sterk verlangen voedt een winnaarsmentaliteit

 

Er zijn voorbeelden te over dat je succesvol kunt veranderen van baan, ook als vijftigplusser.

Cruciaal is een sterke wens, een sterk verlangen om jouw bakens te verzetten. Bij verlangen reik je naar iets dat nog buiten je bereik ligt. Verlangen is een afgeleide van het letterlijk verlengen van je arm om ergens bij te kunnen.

En hoe sterker het verlangen, hoe meer je jezelf zult uitdagen om jouw doel te realiseren. Dat sterkt jouw winnaarsmentaliteit. Dat doet jou doorgaan als het tegenzit. Drempels slechten en creatief alternatieve wegen bedenken om jouw doel, het verwerven of creëren van een mooie nieuwe baan, te realiseren.

Ontbreekt het sterke verlangen, dan ben je eerder geneigd om je neer te leggen bij de situatie zoals die is. Bijvoorbeeld maar af te wachten tot een werkgever jouw contract beëindigt omdat jouw functie komt te vervallen. Je daarbij niet realiserend dat het dan extra moeilijk wordt om aan ander werk te komen. Laat staan, mooi werk.

 

 

Een goed onderbouwd plan en de juiste tools sterken jouw zelfvertrouwen

 

Zelfvertrouwen is onontbeerlijk om succesvol te veranderen van baan.

Zelfvertrouwen is niet hetzelfde als vertrouwen in eigen kunnen of zelfeffectiviteit. Zelfvertrouwen zegt meer in zijn algemeenheid iets over het vertrouwen in jezelf.

Mensen met veel zelfvertrouwen zitten over het algemeen lekker in hun vel, geloven in hun eigen kracht en zijn geneigd om zaken in een positief licht te zien.

Het hebben van een doordacht plan sterkt je zelfvertrouwen. Zeker als je dat plan hebt gemaakt op basis van goed zelfonderzoek en onderzoek van de arbeidsmarkt. Stap voor stap kun je jouw plan uitvoeren en deelstappen afvinken. Daarbij is het succesvol afronden van elke stap weer een succesmoment op weg naar jouw doel.

Al die succesmomenten komen samen op het moment suprême, het gesprek voor de ideale functie met de ideale werkgever.

Dat ervoer ik afgelopen week weer heel duidelijk in een gesprek met een van mijn coachklanten ter voorbereiding op gesprekken naar aanleiding van een vacature.

Goed voorbereid door de eerdere stappen die zijn gezet, maak je als kandidaat van zo’n gesprek een mooi sluitstuk, met een mooi resultaat van dien. Zoals laatst iemand het verwoordde: “Het is een soort examen waarin je laat zien, dat je voorgaande stappen om succesvol werk te maken van werk goed hebt doorlopen.”

 

 

Veranderen van baan hoef je niet in je eentje te doen

 

Investeer in het opbouwen van een netwerk en onderhoud je netwerk.

In een vorig artikel gaf ik al aan dat netwerken steeds belangrijker wordt. Offline, maar zeker online.

Met name van vijftigplussers hoor ik nog met enige regelmaat dat ze bewust niet op Social Media zitten. Dat ze er echt een aversie tegen hebben.

Maar je kunt er gewoonweg niet meer omheen. Je kunt zeker niet zonder profiel op LinkedIn, als je succesvol wilt veranderen van baan.

Durf zichtbaar te zijn, zodat je gevonden kunt worden voor het werk dat je wilt doen en zelf mooi werk kunt vinden.

Misschien voelt het voor je ‘als uit je schulp kruipen’, maar realiseer je dat het daarbuiten waarschijnlijk veel mooier is dan je nu kunt bedenken.

En elkaar helpen en opties doorspelen, doen we graag. Zo is mijn ervaring.

 

 

 

En kun je bij het komen tot een plan en de uitvoering daarvan hulp gebruiken van een ervaren professional?

Neem gerust contact met me op. Ik begeleid je graag op jouw reis naar mooi werk.

 

 

 

 

Waarom het goed is om verder te kijken dan alleen naar talenten van mensen en wat dat betekent voor jou bij baanverwerving

 

Talent is goed, ambitie is beter’; het is een uitspraak van Lidewey van der Sluis, hoogleraar talentmanagement aan Nyenrode Business Universiteit. Zij zegt: ‘Je kunt nog zoveel aangeboren kwaliteiten hebben, maar als je lui bent of geen dromen hebt, word je daar nooit succesvol mee.’

Dat onderschrijf ik en het is een uitspraak naar mijn hart. Een uitspraak die organisaties ter harte kunnen nemen, maar waar je ook als baanverwerver jouw voordeel mee kunt doen.

 

Talenten van mensen zijn geen garantie voor succes

 

Organisaties zijn geneigd natuurtalenten hoger in te schatten dan harde werkers

 

Dat blijkt op basis van onderzoek.

Zij gaan ervan uit dat natuurtalenten zich nog volop door kunnen ontwikkelen, terwijl harde werkers mogelijk hun plafond al hebben bereikt. Terwijl het in de praktijk best zo kan zijn, dat je als organisatie beter te maken kunt hebben met een harde werker dan met een natuurtalent.

Volgens Lidewey van der Sluis zouden organisaties er dan ook goed aan doen zich bewust te worden van hun voorkeur voor die aangeboren kwaliteiten en meer oog te hebben voor het talent dat in hoofden en harten van harde werkers zit. En dat je dus niet direct ‘aan de buitenkant’ ziet.

 

Hoe krijg je als organisatie, talent van harde werkers boven water?

 

Talent van high potentials zie je vaak al aan de buitenkant. Door hun voorkomen, manier van presenteren, hoe ze zich kleden, hoe ze praten. Zie je het voor je?

Voor harde werkers ligt dat vaak anders en is er meer nodig om de talenten van iemand boven water te krijgen. Het vraagt verder kijken dan huidige kwaliteiten, oog hebben voor hun potentieel voor de organisatie.

Maar hoe krijg je die talenten, dat potentieel boven water? Door in een gesprek drie vragen aan de orde te stellen, zegt Lidewey van der Sluis in een artikel in MT SPROUT.

De eerste vraag is ‘Waarom werk jij eigenlijk?’ De tweede vraag: Waarom wil jij hier werken?’ En als derde vraag: ‘Hoe komt het dat jij kan wat je kan en weet wat je weet?’

Van de twee eerste vragen maakt mijn hart een sprongetje, want het zijn vragen die letterlijk en standaard aan de orde komen in mijn loopbaantrajecten. Ook de derde vraag komt aan de orde, zij het niet zo expliciet.

 

Waarom werk je eigenlijk?

 

Waarom werk je?’; misschien vind je het een vreemde vraag, maar jouw antwoord op die vraag zegt veel over wat jou drijft.

Het is overigens ook een vraag die mij, met enige regelmaat wordt voorgelegd. Bijvoorbeeld in de vorm van ‘Ben je nog steeds aan het werk?’.

Onlangs nog door een familielid. Voor mij voelt dat alsof men het opmerkelijk vindt dat ik nog steeds aan het werk ben. Kennelijk kan men zich moeilijk voorstellen dat je doorgaat met je werk, als dat gezien je leeftijd niet meer hoeft. Maar hoezo, niet meer hoeven? Over wiens behoefte of welke behoefte heb je het dan?

Mijn antwoord op de vraag Waarom werk je eigenlijk (nog):

Door mijn werk blijf ik me ontwikkelen, kan ik mijn bijdrage leveren aan waar ik warm voor loop, blijf ik midden in de maatschappij staan, heb ik veel sociale contacten, lever ik een bijdrage aan ons gezinsinkomen en niet onbelangrijk, krijg ik energie en ervaar ik voldoening.

Wat zou jouw antwoord zijn op de vraag ‘Waarom werk je?’

 

Waarom wil je hier werken?

 

De tweede vraag om te stellen aan kandidaten om verborgen talent te ontdekken of naar boven te halen, is ‘Waarom wil je hier werken’.

Het antwoord op die vraag, in combinatie met het antwoord op de vraag ‘Waarom werk je’, zegt iets over beweegredenen van mensen. En die beweegredenen zeggen op hun beurt veel over betreffende mensen. Want: ‘Je kunt nog zoveel aangeboren kwaliteiten hebben, maar als je lui bent of geen dromen hebt, word je daar nooit succesvol mee.’

Daar ben ik het helemaal mee eens. Het is dan ook goed om je terdege voor te bereiden op die vraag. Kun je daarvoor wel wat inspiratie gebruiken? Lees een van mijn vorige artikelen er nog eens op na.

 

Hoe komt het dat jij kan wat je kan en weet wat je weet?

 

Laat je bescheidenheid varen en laat zien en horen wat jouw kwaliteiten zijn. Geef concrete voorbeelden waaruit blijkt dat je genoemde kwaliteiten hebt en wat de inzet van jouw kwaliteiten de organisatie heeft opgeleverd.

Vertel wat jouw beweegredenen waren bij de stappen die je in je loopbaan hebt gezet en hoe je die hebt gerealiseerd.

Dat is met name relevant voor een veelgebruikte interviewtechniek van recruiters. In een eerder artikel heb ik die beschreven.

In aangepaste vorm zou je die techniek kunnen gebruiken om je antwoord voor te bereiden op de vraag ‘Hoe komt het dat jij kan wat je kan en weet wat je weet?’.

 

 

Zie je jezelf als een natuurtalent of eerder als een harde werker?

Ben je niet zozeer een natuurtalent, maar heb je door hard werken bereikt waar je nu staat in je loopbaan, onderschat jezelf niet. Durf je te profileren met je kwaliteiten en laat zien en horen wat jij een werkgever te bieden hebt.

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Neem gerust contact met me op.

 

 

 

 

Waarom eerst even ‘poedelen’ zo gek nog niet is, ook bij het verkennen van de arbeidsmarkt

 

Zwemmen is voor mij nog steeds geen favoriete bezigheid.

Ik weet nog goed dat ik bij het schoolzwemmen op de basisschool steeds weer een smoes wist te bedenken om niet mee te hoeven doen met de les.

Niet dat dat voor mij echt iets oploste, maar voor het moment zelf bood het een uitweg. Aan watervrij worden, waar tegenwoordig volop aandacht voor is, werd toen totaal geen aandacht besteed.

In het diepe springen vond ik doodeng. Maar ik moest het wel. Ik zie het nog voor me. Met een haak met een grote lus eraan, die ik vast kon grijpen, werd ik naar de kant getrokken. Eenmaal uit het bad, stond ik na te trillen op de rand van het zwembad.

Die actie maakte de watervrees er niet minder op. Integendeel.

Ik kan me dus heel goed voorstellen wat het betekent als je last hebt van koudwatervrees. En dan niet letterlijk maar figuurlijk, bijvoorbeeld als je stappen wilt zetten op de arbeidsmarkt.

 

Eerst even ‘poedelen’ bij het verkennen van de arbeidsmarkt

 

Watertrappen of leren zwemmen

 

Menig professional is flink aan het watertrappen om het hoofd boven water te houden in zijn baan.

Watertrappen kost veel energie. Je kunt je hoofd boven water houden, maar je komt geen steek verder. Je komt niet echt in beweging, maar blijft op dezelfde plek.

Ik hoor dat soms van mijn coachklanten. Ze zijn niet gelukkig met hun werk, maar ze houden hun hoofd boven water. Hun werk kost hen meer energie dan het hen oplevert. En houdt dat lang aan, dan leidt dat tot overspannenheid of burn-out.

Beter dan watertrappen is het om te leren zwemmen. Want zoals het voor een geoefende zwemmer heerlijk is om zich vrijelijk te bewegen in het water, zo is het als je loopbaanvaardig bent, heerlijk om je vrijelijk te kunnen bewegen op de arbeidsmarkt.

 

 

Bereid je goed voor op jouw sprong in het diepe bij het verkennen van de arbeidsmarkt

 

Zoals het niet verstandig is om in het diepe te springen, als je niet kunt zwemmen, zo is het ook niet verstandig om zonder meer in het diepe te springen met betrekking tot je loopbaan.

Ben je eraan toe om de sprong te maken, wees daarop dan goed voorbereid.

Zorg dat je loopbaanvaardig bent en dat je een beeld hebt van hoe het diepe water, de arbeidsmarkt eruitziet. Zorg dat je een helder doel hebt en eventueel een reddingsboei die je uit kunt werpen. Creëer bewust momenten van rust om terug en vooruit te kijken. Evalueer van tijd tot tijd of je nog goed op koers zit en stel zo nodig bij. Maak actief werk van ander werk en zorg dat je werk-vind-proces in beweging blijft.

 

 

Succesvol de sprong in het diepe maken vraagt om een goed plan

 

Zoals mijn coachklant heel terecht schreef:

“Ik denk dat ik wellicht wat meer tijd moet gaan nemen om het onderzoeksplan verder uit te werken. En dan wat (voor mijn gevoel dan) vrijblijvender kan gaan informeren bij mensen die dingen doen die me interesseren. Meer in gesprek zonder meteen voor mezelf eraan te koppelen dat er een nieuwe baan uit moet rollen. Maar meer nieuwsgierig zijn naar wat de ander doet en van daaruit kijken of dit bij mij zou kunnen passen.”

Het klopt dat het goed is om wat meer tijd te nemen om het onderzoeksplan uit te werken.

Het is goed om een geïntegreerd plan te maken, in plaats van random gesprekken te voeren met mensen.

Het doen van je onderzoek naar behoeften op de arbeidsmarkt is namelijk wezenlijk anders dan contacten leggen met mensen omdat je op zoek bent naar een baan.

Lees mijn stappenplan voor effectief onderzoek doen naar behoeften op de arbeidsmarkt.

Ook is het goed om bij het aangaan van gesprekken los te laten dat je op zoek bent naar een (andere) baan. Meer nieuwsgierig te zijn naar wat de ander doet en van daaruit te kijken of dat bij jou zou kunnen passen.

 

 

Eerst even ‘poedelen’ is zo gek nog niet om koudwatervrees op de arbeidsmarkt te overwinnen

 

Bij het aangaan van die gesprekken is het goed om eerst even te ‘poedelen’ en gesprekken aan te gaan met mensen die je laagdrempelig kunt benaderen. Waar je zo mogelijk vertrouwd mee bent, waarbij je in elk geval weinig afstand ervaart.

Zo kun je wennen aan het voeren van gesprekken in het kader van je onderzoek naar mogelijkheden op de arbeidsmarkt en waar mensen zoals jij nodig zijn.

Je zult merken dat je er steeds vaardiger in wordt en ook steeds meer je grenzen durft te verleggen. Zo zei een van mijn coachklanten: “We waren met elkaar in gesprek, bij wijze van spreken met de voeten ontspannen op tafel.”

Dat is een sfeer waarin je echt contact kunt maken met mensen en jezelf ook als mens echt kunt laten zien. En doordat de sfeer heel anders is dan in een sollicitatiegesprek, kun je je als vanzelf ook beter profileren.

 

 

Kortom

 

Zoals je, als geoefende zwemmer, je vrijelijk kunt bewegen in het water, zo kun je als geoefende werkmaker van werk je vrijelijk bewegen op de arbeidsmarkt en jouw mogelijkheden onderzoeken en jouw ideale werk realiseren.

Dus, ontwikkel je loopbaanvaardigheden en overkom aldus je koudwatervrees.

 

 

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het loopbaanvaardig worden en het overwinnen van je koudwatervrees?
Neem gerust contact met me op.

 

 

 

 

De overgang van skill-based werken is binnen het bedrijfsleven al in volle gang, lees ik in Trends in HR.

Steeds meer bedrijven zien dat het veel voordelen heeft om medewerkers in te zetten op basis van hun skills, in plaats van op basis van strikte functieomschrijvingen.

In de publieke sector is die verschuiving naar skill-based werken minder zichtbaar.

Denk bijvoorbeeld aan het onderwijs. Als docent geef je een specifiek vak of meerdere vakken. Eventueel gecombineerd met mentorschap. Wil je als docent niet langer voor de klas, dan is het meestal niet makkelijk om een andere functie te vinden of te creëren bij je huidige werkgever. Of het moet zijn als decaan, studieloopbaanbegeleider of leerlingbegeleider. Maar of dat dan functies zijn die bij je passen?

 

Skill-based werken zorgt voor meer flexibiliteit en meer mogelijkheden in je loopbaan.

 

Wat is skill-based werken?

 

Misschien heb je erover gelezen of gehoord.

Bij skill-based werken, maar ook bij skill-based werven ligt de focus op skills, vaardigheden. In plaats van op functietitels of werkervaring.

Zelf spreek ik liever over competenties, omdat competenties meer omvatten dan vaardigheden. Wil je nog eens nalezen hoe we die benoemen? Dat kan hier.

Bij skill-based werken gaat het om wat jij kunt en hoe je jouw vaardigheden kunt inzetten, ongeacht je formele rol of positie. Dat zorgt voor meer flexibiliteit en meer mogelijkheden in je loopbaan.

Zelf ervaar ik het als een goede ontwikkeling dat strakke omlijning van functies steeds meer wordt losgelaten. Dat men in plaats van te kijken wie er precies ‘in het hokje past’, meer oog heeft voor competenties van mensen en welk werk daar dan bij past.

 

Positieve effecten van de ontwikkeling naar meer skill-based werken voor jou als werknemer

 

Skill-based werken en werven zorgt voor werkgevers voor een dynamischer en flexibeler personeelsbestand. Voor jou als werknemer zorgt skill-based werken voor meer flexibiliteit en mogelijkheden in je loopbaan.

1. Meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen

Skill-based werken geeft je de mogelijkheid om je vaardigheden in verschillende rollen en projecten toe te passen. Dit betekent dat je je makkelijker kunt aanpassen aan veranderingen in de arbeidsmarkt en nieuwe kansen kunt grijpen zonder vast te zitten in een specifieke functie.

2. Verhoogde betrokkenheid en motivatie

Als je de kans krijgt om je vaardigheden te ontwikkelen en toe te passen, voel je je meer betrokken bij je werk. Skill-based werken moedigt je aan om nieuwe uitdagingen aan te gaan en jezelf continu te verbeteren. Dat leidt tot meer voldoening en motivatie.

3. Bredere carrièremogelijkheden

Door te focussen op je vaardigheden in plaats van op een specifieke functie, kun je een breder scala aan carrièremogelijkheden verkennen. Dit opent deuren naar verschillende sectoren en rollen, waardoor je je loopbaan diverser en interessanter kunt maken.

4. Continu leren en ontwikkelen

Skill-based werken stimuleert een cultuur van continu leren. Je wordt aangemoedigd om nieuwe vaardigheden te verwerven en bestaande vaardigheden te verbeteren. Dit helpt je niet alleen om relevant te blijven in een snel veranderende arbeidsmarkt, maar ook om jezelf persoonlijk te ontwikkelen.

 

Hoe skill-based werken als werkende te omarmen?

 

1. Identificeer en ontwikkel jouw kernvaardigheden

Begin met het in kaart brengen van je huidige vaardigheden. Denk na over welke competenties je al bezit en welke je verder wilt ontwikkelen. Dit kunnen zowel technische vaardigheden als soft skills zijn, zoals bijvoorbeeld communicatie en probleemoplossend vermogen.

2. Creëer een Persoonlijke Skill Matrix

Een skill matrix helpt je om je skills te visualiseren en hiaten te identificeren. Noteer je sterke punten en gebieden waar je nog kunt groeien. Dit geeft je een duidelijk overzicht van je capaciteiten en helpt je bij het plannen van je verdere ontwikkeling.

3. Creëer leer- en ontwikkelingsmogelijkheden

Investeer in jezelf door trainingen, workshops en cursussen te volgen die aansluiten bij de vaardigheden die je wilt ontwikkelen. Houd daarbij voor ogen dat leren een continu proces is. Als je tenminste bij wilt blijven en jezelf niet uit de markt wilt prijzen.

4. Investeer in netwerken en zoek mentorschap

Netwerken is een krachtige manier om je vaardigheden te ontwikkelen en nieuwe kansen te ontdekken. Vind mensen, die je als een mentor kunnen begeleiden en inspireren. Ze kunnen je waardevolle inzichten en adviezen geven om je loopbaan verder te ontwikkelen.

5. Pas jouw vaardigheden toe in diverse contexten

Zoek naar mogelijkheden om je vaardigheden in verschillende rollen en projecten toe te passen. Dit kan binnen je huidige organisatie zijn, maar ook daarbuiten. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan vrijwilligerswerk of freelanceprojecten. Dat zijn uitstekende manieren om je vaardigheden te testen en verder te ontwikkelen.

 

Conclusie

 

Ik zie de ontwikkeling naar meer skill-based werken als een positieve ontwikkeling die talloze voordelen biedt voor jou als werkende. Het stelt je in staat om flexibeler, gemotiveerder en beter voorbereid te zijn op de toekomst.

Door te focussen op je skills en continu te investeren in je persoonlijke ontwikkeling, kun je flexibel meebewegen met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. En doordat je kunt focussen op waar jij goed in bent en wat jij graag doet, zal je werk je ook meer voldoening geven.

 

Heb jij nog geen goed beeld van waar jij met name goed in bent en welke kwaliteiten jij graag inzet in je werk?

Laat het me horen.

Volgens ingewijden ben ik een expert in het boven water krijgen van kwaliteiten van mensen. Bovendien is het een aspect van mijn werk dat ik graag doe en waar ik energie van krijg.

Met de inzet van je kwaliteiten energie krijgen van je werk, dat gun ik jou ook.

 

 

 

 

Vijf aanwijzingen om je duurzame inzetbaarheid te vergroten

 

Als je te weinig alert bent op veranderingen, dan kan het zijn dat je in een situatie komt als een konijntje starend in de koplampen van een aanstormende auto.

 

Ontleen geen zekerheid aan een sociaal plan. Of aan een uitkering die je na ontslag te wachten staat.

Ontleen ook geen zekerheid aan een vaste baan. Zeker niet als overduidelijk is dat die vastigheid op de tocht staat.

Het gebeurt met regelmaat.

 

Niet elke werknemer vindt inzetbaarheid in werk belangrijk. Voelt zichzelf daarvoor niet direct verantwoordelijk, maar verwacht dat de werkgever bijvoorbeeld zorgt voor opleidingen.

Toch is het belangrijk dat je zelf investeert in persoonlijke en professionele ontwikkeling. Zodat je interessant blijft voor werkgevers en dus inzetbaar blijft.

Er zijn een aantal elementen die bepalend zijn voor inzetbaarheid in werk. Ik geef je vijf aanwijzingen om je duurzame inzetbaarheid te vergroten.

 

Hoe je zorgt voor duurzame inzetbaarheid in je werk

 

Inzetbaarheid in werk is weerbarstig

 

Er wordt veel geschreven en gesproken over duurzame inzetbaarheid.

Mensen zullen steeds langer doorwerken en de gemiddelde leeftijd op de werkvloer stijgt. Tegelijkertijd vragen economische en technologische ontwikkelingen wendbaarheid van organisaties.

Werkgevers en werknemers die ervoor zorgen dat ze fit blijven voor het steeds sneller veranderende werk, zijn op weg naar duurzame inzetbaarheid.

Maar dat is voor veel mensen nog een lange weg.

 

Als mensen eigen en andermans inzetbaarheid beoordelen, letten ze vaak meer op rimpels dan op competenties en flexibiliteit.

Ook leidinggevenden zijn vaak geneigd om loopbaankansen van werknemers te baseren op leeftijd.

Opleiding, loopbaanbegeleiding, huidig competentieniveau en bereidheid om van baan te veranderen doen er ook toe. Maar de invloed daarvan is veel minder groot dan van leeftijd.

Overigens wordt verwacht dat tijden veranderen en dat 50-plussers zelfs de toekomst hebben. Daarvoor is wel een cultuuromslag nodig.

 

 

Het onderhouden van inzetbaarheid in werk kost tijd en moeite

 

Zowel voor werkgevers als voor werknemers.

 

Er is een sterke relatie tussen inzetbaarheid in werk en de ontwikkeling van arbeidsidentiteit.

In een traject bij MEER WAARDE IN WERK is daar volop aandacht voor.

Je moet dan denken aan thema’s als ‘Wie ben ik en wat kan ik?’, ‘Wat wil ik?’, ‘Wat betekent werk voor mij en welke bijdrage wil ik leveren met wat ik doe in mijn werk?’ en ‘Hoe presenteer ik mezelf?’.

Die vragen zijn lang niet voor iedereen makkelijk te beantwoorden. De antwoorden zijn bovendien aan ontwikkeling onderhevig. Want wat eerder passend was, hoeft dat later niet meer te zijn.

 

Inzetbaarheid vraagt ook om continue bijscholing en het onderhouden van je netwerk.

Dat kost tijd en het gaat ook niet iedereen even gemakkelijk af.

 

 

Elementen die samen inzetbaarheid bepalen

 

Wellicht vraag je je af aan welke criteria je moet voldoen, wil je inzetbaar blijven in werk.

Ik noem een vijftal punten om je daar een idee van te geven:

 

  1. Beroepsexpertise

Wil je inzetbaar blijven voor werk, dan heb je kennis en vaardigheden nodig, passend voor het werk dat je wilt doen.

Bovendien moet je aan kunnen tonen dat je die kennis en vaardigheden daadwerkelijk hebt. Bijvoorbeeld aan de hand van diploma’s of EVC’s. Of aan de hand van concrete voorbeelden waaruit blijkt dat je die competenties bezit.

 

  1. Anticipatie en optimalisatie

Daarbij kun je denken aan het op eigen initiatief voorbereiden op toekomstige veranderingen in werk.

Bijvoorbeeld door tijdig bij te scholen. Of om te scholen in een andere richting, als het werk dat je tot dan toe hebt gedaan lijkt te gaan verdwijnen.

En bij optimalisatie aan best practices en de meest innovatieve praktijkvoorbeelden.

 

  1. Persoonlijke flexibiliteit

Je aan kunnen passen aan veranderingen in de wetenschap wat je waard bent, wat jouw toegevoegde waarde is.

Werk is nu eenmaal aan verandering onderhevig en de laatste jaren gaan de ontwikkelingen in werk heel snel.

 

  1. Organisatiesensitiviteit

Het vermogen om in organisatieverband te participeren en presteren. Je moet “weten hoe de hazen lopen.

Zodat je op de hoogte bent van ontwikkelingen, weet hoe de verhoudingen liggen en waarvoor je bij wie moet zijn.

 

  1. Balans

Je moet diverse belangen tegen elkaar af kunnen wegen en daarnaar handelen.

Bijvoorbeeld eigenbelang en het belang van de werkgever, werk en privé, nu en in de toekomst.

 

 

In een volgend artikel lees je meer over wat duurzame inzetbaarheid te maken heeft met je persoonlijkheid.

Hoe die jouw inzetbaarheid kan belemmeren of juist bevorderen. En wat de Meer Waarde Benadering, zoals ook beschreven in mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘ daarin voor jou kan betekenen.

 

 

Kun je in je ontwikkeling naar duurzame inzetbaarheid wel wat hulp gebruiken?

Bel (0575-544588) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’ en ‘gewoon’

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; je zult ze maar samen tegenkomen op je pad.

Zie er dan maar eens aan voorbij te gaan.

Wist je dat ze familie zijn van elkaar? Min of meer broertje en zusje?

Het is echt niet zo’n lekker span. Nee, ze kunnen je behoorlijk in de weg zitten. Zeker als ze met z’n tweeën zijn.

Helaas is dat vaak het geval. Ze trekken graag samen op. Want samen zijn ze sterk.

Ze zijn sterk in het dwarsbomen en verlammen van wie ze tegenkomen. En het is alsof ze een extra zintuig hebben voor hun prooi.

Zijn ze eenmaal op je pad, dan is het moeilijk om ze kwijt te raken.

Ze hebben de neiging om aan je te blijven plakken. Je moet van goede huize komen, wil je ze van je af kunnen schudden.

Maar ben je ze eenmaal kwijt, dan voelt dat als een overwinning. Dat sterkt je zelfvertrouwen.

Kom je ze een volgende keer dan weer tegen?

Alle kans dat ze met een grote boog om je heen lopen. Wetend dat ze jou toch niet meer te pakken krijgen.

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; als broertje en zusje een gevaarlijk span

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ zijn als broertje en zusje

 

In een van mijn vorige artikelen beschreef ik hoe een uitspraak als “Ik ga het nu gewoon doen” in negatieve zin je gedrag kan beïnvloeden.

Vooral als je eigenlijk weet dat het voor jou niet gewoon is. Dat er volop obstakels zijn op je weg. Obstakels of hobbels die je moet zien te trotseren.

 

Die obstakels dringen zich als vanzelf aan je op.

Vaak in de vorm van ja-maar’s:

“Ja maar, ik heb geen opleiding gedaan in die richting.”

“Ja maar, wie heeft daar geld voor over?”

“Ja maar, ik ken niemand binnen dat bedrijf.”

“Ja maar, er zijn nauwelijks vacatures in die richting.”

 

Vaak ben je je er niet van bewust wat je ermee zegt.

En zeker niet van wat ja-maar met je doet.

Net als gewoon doen kan ja-maar je behoorlijk verlammen. Met als gevolg dat je niet in actie komt.

Met ja-maar ontkracht je jezelf en verklein je je kansen op succes. In een van mijn vorige artikelen kun je nog eens nalezen hoe dat werkt.

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ hebben dan ook veel met elkaar gemeen. Ze zijn echt familie van elkaar. Ze zijn broertje en zusje. En ze trekken veel samen op.

 

 

Hoe je met ‘ja-en’ succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’

 

Ja-en zet je aan tot handelen en vergroot daardoor jouw kans op succes.

“Ja-en, ik heb geen specifieke opleiding in die richting gedaan, maar ik kan wel mijn expertise laten blijken.”

“Ja-en, door goed mijn onderzoek te doen krijg ik boven water welke partijen gebaat zijn bij mijn aanbod en er dus geld voor over hebben.”

“Ja-en, ik onderzoek in mijn netwerk wie me in contact kan brengen met iemand die werkt in of voor dat bedrijf.”

“Ja-en, solliciteren naar aanleiding van vacatures is ook niet dé weg. Ik ga gesprekken aan om de 70% aan werk die ‘onder water zit’ boven water te krijgen.”

 

Kijk je vanuit de positie van ja-en, dan ben je gericht op kansen en mogelijkheden.

En alle kans dat je je doelen daadwerkelijk realiseert.

Dat heeft deels te maken met selffulfilling prophecy. Maar ook met het psychologisch mechanisme van intern en extern attribueren.

 

 

Als jij denkt dat iets voor jou mogelijk is, dan zul je er vol voor gaan

 

Heb je een positief zelfbeeld?

Zo ja, dan ben je bij tegenslag eerder geneigd om die toe te schrijven aan externe factoren of aan pech. “Jammer dan, een volgende keer beter”, zal je reactie zijn.

Heb je een negatief zelfbeeld en zit het even tegen?

Dan ben je eerder geneigd om je mislukking toe te schrijven aan jezelf: “Zie je nou wel, dat ik het niet kan”, of “zie je wel, dat ze geen behoefte hebben aan mensen zoals ik”.

Een groot risico ligt dan op de loer. Want als jij denkt dat je het toch niet kunt of dat men toch niet zit te wachten op mensen zoals jij, waarom zou je je dan nog inspannen om het tegendeel te bewijzen?

Zo wordt de vicieuze cirkel in gang gezet.

En zo raak je ja-maar niet kwijt.

Integendeel, ja-maar blijft op je schouder zitten en blijft in je oor fluisteren waar en wanneer die maar kan.

 

 

Een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’

 

Een helder beeld hebben van het werk dat je wilt doen is een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.

Zoals Herna Verhagen, CEO van PostNL, aangaf in een interview in Intermediair Magazine:

“Zolang je je dromen achternagaat is iedereen tot heel veel in staat.”

Zij laat zich daarin inspireren door een uitspraak van Nelson Mandela: “The future belongs to those who believe in their dreams”.

In 2014 werd Herna Verhagen door Opzij uitgeroepen tot machtigste vrouw van Nederland.

In het interview met haar:

“Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan, maar ik was me wel op jonge leeftijd al bewust van mijn drijfveren. Al rond mijn vierde had ik de drive om de dingen de volgende dag beter te doen. Die drive is onlosmakelijk aan me verbonden. Het maakt ook dat ik gemakkelijk een knop kan omzetten bij tegenslagen.”

 

Je bewust zijn van wat je te bieden hebt is een ander krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.

Naast het hebben van een helder beeld van het werk dat je wilt doen.

Het is mijn ervaring als coach dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zijn kwaliteiten daadwerkelijk als kwaliteiten te zien.

Ook bij het destilleren van kwaliteiten uit succesverhalen ligt het gevaar van iets gewoon vinden op de loer.

Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.

 

 

 

Heb jij nog geen helder beeld van wat je te bieden hebt?

En van waar jij warm voor loopt en hoe jouw droombaan eruitziet?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

 

 

 

Tips om het vliegwiel op gang te brengen en momentum te creëren door het maken van een plan en je activiteiten consequent en consistent uit te voeren

 

De wens om een andere baan, ander werk te vinden is niet genoeg om die baan ook te realiseren. Ook al kun je die ideale baan, het werk dat je het allerliefste doet, voor je zien.

Je hebt een plan nodig om dat ideale werk te realiseren. Een plan dat je precies vertelt wat je iedere maand, iedere week en iedere dag te doen staat. En dat afgeleid is van een beproefde strategie.

Met zo’n plan creëer je momentum.

In eerste instantie kost het je tijd en energie om het proces een klein beetje in beweging te brengen. Maar als de beweging er eenmaal is, dan kost het steeds minder moeite om de beweging vast te houden en te versnellen.

In mijn artikel geef ik je tips om je baanverwerving te plannen, je activiteiten consequent en consistent uit te voeren en zo jouw vliegwiel op gang te brengen en momentum te creëren.

 

Hoe je momentum creëert in jouw werk-vind-proces

 

Hoe het creëren van momentum je helpt om je doelen met betrekking tot werk te realiseren

 

Wist je dat een vliegtuig de meeste brandstof verbruikt bij het opstijgen?

Na een minuut of drie wordt het brandstofverbruik tijdens de klim al minder totdat het vliegtuig op kruishoogte en kruissnelheid is. Relatief gezien verbruikt een vliegtuig daarna niet veel brandstof.

En wist je dat een zweefvliegtuig eenmaal boven, zelfs genoeg heeft aan de thermiek om verder te vliegen?

Maar daarvoor eerst de lucht in geholpen moet worden door een lier of een motorvliegtuig?

 

Voor jou als baanzoeker is het belangrijk om ervoor te zorgen dat jouw vliegwiel flink gaat draaien, zodat je op snelheid komt.

Zodat je net als een vliegtuig eenmaal op hoogte, relatief weinig brandstof nodig hebt om jouw doel te bereiken.

Werken aan werk gaat dan bijna als vanzelf. Je hebt de vaart erin, voelt de energie en de stuwkracht in de richting van je doel.

 

Dat is wat men bedoelt met momentum creëren.

Momentum is het Engelse woord voor impuls, een begrip uit de natuurkunde. Het betreft een grootheid die gerelateerd is aan de snelheid en de massa van een object. Die impuls wordt ook soms hoeveelheid van beweging genoemd.

Er is dan voldoende energie verzameld of vaart bereikt voor een verandering. De tijd, snelheid en/of stemming zijn dan rijp om een doorbraak te veroorzaken of te ondergaan.

 

Heb je momentum bereikt, dan ervaar je flow.

En die flow gaat je zeker helpen om jouw doelstelling met betrekking tot werk te realiseren.

 

 

Hoe je momentum creëert in jouw werk-vind-proces

 

Het opbouwen van momentum gaat niet vanzelf.

Het vraagt een constante, consequente inspanning van jouw kant. Je hoeft niet extreem hard te werken, maar je moet de trein op gang krijgen.

En ben je eenmaal goed op stoom, dan is het zaak om je momentum niet weg te laten glippen.

Doe je dat wel, dan ben je je snelheid kwijt en dan moet je weer helemaal opnieuw beginnen.

 

Heb je bijvoorbeeld een loopbaantraject gevolgd en als resultaat daarvan een helder beeld van het werk dat je wilt doen en van wat jij te bieden hebt op de arbeidsmarkt. Zorg dan dat je het momentum vasthoudt en laat je verder meenemen in de flow. Je zult merken dat je dan heel makkelijk vooruitkomt en je doel realiseert.

Je bouwt voort op de energie die je eerder hebt geïnvesteerd en profiteert van de stappen die je eerder hebt gezet. Hiermee vergroot je je snelheid. En hoe hoger je snelheid, des te sneller en met minder moeite je jouw doelen bereikt.

Dat wordt anders als je niet in actie blijft. Dan val je terug en het kost je vervolgens heel veel moeite om weer in de lucht te komen.

 

 

Concrete tips om momentum te creëren in jouw werk-vind-proces, dan wel om de vaart erin te houden als je eenmaal het momentum te pakken hebt

 

Momentum creëren of vasthouden van momentum gaan niet vanzelf. Je moet er iets voor doen.

Ik geef je een aantal tips:

 

1. Maak een plan

Of je nu start met jouw werk-vind-proces of bijvoorbeeld op eigen kracht na een loopbaantraject jouw doelstellingen wilt realiseren.

Heb je geen plan, dan krijg je de vaart er niet in. En zat je lekker op stoom na je loopbaantraject, dan zak je zonder concreet plan al gauw weer helemaal weg.

 

2. Reserveer tijd in je agenda voor de uitvoering van je plan

Plan wekelijkse activiteiten. Realiseer je daarbij dat je niet fulltime met baanverwerving bezig kunt zijn. Creëer naast werk maken van (ander) werk ruimte om andere dingen te doen.

Bepaal zelf hoeveel tijd je elke dag of elke week aan baanverwerving kunt besteden. Bijvoorbeeld elke ochtend een uur of misschien twee uur per dag of twee uur per week.

Committeer je daaraan en leg de uren vast in je agenda.

 

3. Realiseer je dat iedereen piekt op bepaalde uren van de dag

De een is een ochtendmens, de ander een avondmens. Plan je activiteiten voor de momenten op de dag dat jij het meest alert bent.

Overvraag jezelf daarbij niet.

Plan geen blokken van langer dan twee uur. Gun jezelf na twee uur een pauze.

 

4. Weet voor welke organisaties jij wilt werken en waarom

Maak een plan hoe je bij die organisaties (bedrijven/instellingen) binnen wilt komen. Jouw doel is om bij die organisaties een introductie te krijgen, want veel openstaande banen worden ingevuld via referrals.

 

5. Maak je plan concreet

Ga niet alleen tijd blocken in je agenda. En dan gaan zitten en je afvragen “Oké, wat ga ik nu doen?”.

Zet in je plan en dus in je agenda welke activiteiten je wanneer gaat doen.

Bijvoorbeeld:

  • Wekelijks 10 of misschien wel 20 nieuwe connecties maken.
  • Wekelijks 5 of 10 connecties opvolgen, bijvoorbeeld door ze een berichtje te sturen of te reageren op een van hun posts. Of een artikel te sturen, waarvan je inschat dat het interessant voor je connectie kan zijn.
  • Tenminste één informatief gesprek voeren per week; een nieuwe connectie ontmoeten en daarvan leren.
  • Op zijn minst 3 of 5 organisaties gaan volgen op LinkedIn en je achtergrondonderzoek naar die organisaties doen om te achterhalen of ze interessant voor jou kunnen zijn.

 

 

Tot slot

 

Door op die manier activiteiten te plannen en die consistent en consequent uit te voeren creëer je momentum. Je krijgt de vaart erin en komt in de flow.

En houd je dat vast en voorkom je dat je wegzakt en van ver weer omhoog moet komen.

 

 

 

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Coaching helpt je om in de lucht te blijven.

Als zeer ervaren coach kan ik je helpen concrete plannen te maken en goede acties te selecteren. Je begeleiden bij het uitvoeren van je acties, zodat je in de flow blijft. En mijn bijdrage leveren zodat jij je plannen realiseert.

Bel (0575-544588) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Waarom je in de communicatie je werkprofiel niet te smal moet maken met lieverkoekjes

 

Lieverkoekjes worden hier niet gebakken’; misschien heb jij die uitdrukking ook weleens gehoord. Mogelijk in je jeugd. Of misschien gebruik je die zelf af en toe als ouder of als je werkt met jonge jeugd.

Het is een uitdrukking die gebruikt wordt als iemand niet tevreden is met wat men hem geeft. En zegt liever iets anders te willen hebben. Of te doen.

Ik kan me die uitdrukking goed herinneren uit mijn jeugd.

In mijn coachtrajecten heb ik het af en toe ook over lieverkoekjes. En wel als we het hebben over het profiel van je ideale werk. Want in je profilering naar buiten toe is het niet slim om je te veel te profileren met je nice to haves, je lieverkoekjes. Lees waarom.

 

Met lieverkoekjes verklein je je kansen op de arbeidsmarkt

 

Wil je als werkgever sollicitanten binnenhalen: maak in vacatureteksten onderscheid tussen ‘musthaves’ en ‘nice to haves’

 

In een artikel in NRC las ik tips om als werkgever een vacaturetekst zo aantrekkelijk mogelijk te maken en sollicitanten binnen te halen.

Een van die tips is om in een vacaturetekst onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves. Om te beginnen bevordert dat de leesbaarheid. Maar niet alleen dat. Het is ook belangrijk voor de diversiteit.

Want zoals in het betreffende artikel ook naar voren komt: eerder dan mannen zijn vrouwen geneigd om niet te reageren als ze niet aan álle punten voldoen.

Dat herken ik bij mijn coachklanten. Mannen denken over het algemeen makkelijker dat ze iets wel kunnen, ook al hebben ze er nog geen ervaring mee. Zij laten zich in vergelijking met vrouwen niet zo snel afschrikken door wat in een vacaturebeschrijving gevraagd wordt.

Wil je nog eens lezen wat ik in een van mijn vorige artikelen daarover schreef, klik dan hier.

 

 

Ook als je focust op ander werk is het goed om in eerste instantie te focussen op de ‘musthaves’ en niet op de ‘nice to haves’, de lieverkoekjes

 

Daarbij maakt het niet uit of je wilt werken in loondienst of als zelfstandige.

In mijn coachtrajecten kom je tot een omschrijving van het profiel van je ideale werk als antwoord op drie vragen: ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’.

Zoals het voor een werkgever goed is om in vacatureteksten onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves, zo is het in jouw presentatie van het werk dat je wilt doen, goed om een vergelijkbaar onderscheid te maken in criteria met betrekking tot werk.

Maak je profiel niet te smal. Want doe je dat wel, dan verklein je je kansen. In die zin dat je met een smal profiel het risico loopt dat slechts een beperkte groep potentiële werkgevers of opdrachtgevers zich aangesproken voelt. Want een smal profiel kan al gauw de indruk oproepen dat je veel eisen hebt: ‘die heeft veel noten op haar zang’.

Met name in het antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ zitten over het algemeen de lieverkoekjes. Bijvoorbeeld werkplek/kantoor op fietsafstand, deels thuiswerken of in een kantoortje in de stad, goede koffie, parkeergelegenheid, flexibiliteit in werktijden en locatie, budget voor persoonlijke ontwikkeling.

 

 

Wat een en ander betekent voor jouw profilering en jouw besluitvorming

 

Mijn advies is om bijvoorbeeld op LinkedIn bij ‘info’ met name te beschrijven voor wat voor werk je beschikbaar bent en waar je dat werk zou willen doen. Bij dat laatste punt denk ik aan jouw favoriete kennis- of vakgebied en jouw favoriete werkveld en soort organisatie.

Beperk je dus in je profilering tot een antwoord op de eerste twee vragen met betrekking tot het profiel van je ideale werk: ‘Wat wil ik?’ en ‘Waar wil ik dat?’.

Dat betekent niet dat wat je opgeschreven hebt als antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ niet waardevol is. En niet meegenomen hoeft te worden in je besluitvorming. Het is zeker wel waardevol, maar lang niet in alle gevallen musthave. Het is aan jou om afwegingen te maken of een voorwaarde of criterium een musthave is of meer een lieverkoekje.

En wellicht kun je ook criteria min of meer tegen elkaar wegstrepen.

 

 

 

Heb je nog geen goed beeld van het werk dat je zou willen doen?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’.

 

En kun je wel wat hulp gebruiken om te komen tot een antwoord op de vraag ‘Wat wil ik nu echt?’

Leg contact met me. Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Hoe onderzoeken van het tegenovergestelde van de gewenste uitkomst leidt tot betere besluitvorming en oplossing 

 

De vakantietijd is weer aangebroken. Misschien heb je je koffer of je rugzak al ingepakt.  

Dat doet me terugdenken aan onze huttentochten en onze voorbereiding daarop. In de loop der jaren hebben we steeds duidelijker gekregen wat mogelijke risico’s zijn bij wandelen in de bergen en hoe we daarop kunnen anticiperen door een goede voorbereiding.  

Bij risico’s denk ik bijvoorbeeld aan het feit dat het weer in de bergen snel om kan slaan, van zonnig naar stormachtig, mistig of zelfs sneeuw in de hogere regionen. Ook kan onweer in de bergen gevaarlijk zijn. 

En mocht het mistig zijn of sneeuwen, dan loop je het risico te verdwalen omdat je de markering van de route mist. En loop je op grote hoogte, dan heb je risico op hoogteziekte. Of bij langdurige inspanning het risico van uitputting en uitdroging. 

Zo zijn er vast nog meer risico’s te noemen.  

Misschien vraag je je dan af of het nog wel leuk is om huttentochten te maken. Jazeker! Het is zelfs zo dat je door je bewust te zijn van de risico’s, je de juiste voorzorgsmaatregelen kunt nemen en zo de veiligheid en het plezier in je huttentocht kunt maximaliseren.  

 

Inversie denken is ook toepasbaar bij de baanverwerving

 

Inversie denken om te komen tot succes

 

Denken in termen van wat er mis kan gaan is een voorbeeld van inversie denken.  

Bij inversie denken onderzoek je het tegenovergestelde van je gewenste uitkomst.

In plaats van te beginnen met de vraag ‘Hoe kan ik succes behalen?’, vraag je je af ‘Wat kan tot mislukking leiden en hoe kan ik dat voorkomen?’.

Aanhakend bij mijn voorbeelden van risico’s bij het maken van een huttentocht, kan ik er met mee te nemen kleding voor zorgen dat ik voorbereid ben op snelle weersveranderingen.  

En door een goede planning van de route door M. en door gebruik van een goede kaart, een kompas of GPS kunnen we bij slecht zicht door mist of sneeuwval onze route vinden. En indien nodig, de route aanpassen en bij onweer hoogste punten vermijden.  

Om uitputting en uitdroging door langdurige inspanning te voorkomen, zorgen we dat we op onze tochten voldoende water bij ons hebben en rustpauzes nemen. En een goed gevuld EHBO-tasje voor eventuele verwondingen, blaren, tekenbeten of wat voor ongemak dan ook, mag natuurlijk niet ontbreken.  

Juist door na te denken over wat er zoal mis kan gaan, kun je een adequate inschatting maken van wat er nodig is om van je expeditie een succes te maken.  

De perspectiefverschuiving helpt je mogelijke valkuilen, risico’s en alternatieve oplossingen op het spoor te komen, waar je anders misschien niet aan zou denken.  

 

 

Inversie denken en baanverwerving

 

Inversie denken is ook toepasbaar bij de baanverwerving.  

In plaats van ‘hoe realiseer ik mijn ideale baan?’, kun je jezelf de vraag stellen ‘hoe kan ik ervoor zorgen dat ik mijn ideale baan niet realiseer?’. 

Gegarandeerd kun je dan een aantal punten opnoemen. Mogelijk meer punten dan wanneer ik je zou vragen om op te noemen wat er nodig is om je ideale baan te realiseren.  

Om je op weg te helpen noem ik er een aantal: 

  • Geen beeld hebben van het werk dat je wilt doen en de richting die je uit wilt gaan 
  • Geen beeld hebben van de omgeving waarin jij goed gedijt 
  • Geen beeld hebben van wat je op de arbeidsmarkt te bieden hebt, jouw kwaliteiten 
  • Geen bewijsmateriaal voor je kwaliteiten 
  • Je tijd en energie besteden aan zaken die niet echt uitmaken, in plaats van gefocust werk maken van ander werk 
  • Wachten op perfecte omstandigheden en zeggen ‘ik begin na mijn vakantie’ of ‘ik begin als ik eraan toe ben’ 
  • Verkeerde conclusies trekken uit falen: ‘ik krijg toch geen reactie op mijn vraag voor een gesprek’ 
  • Gebrek aan zelfvertrouwen: ‘werkgevers zitten niet op mij te wachten’ 
  • Niet willen investeren in het bouwen of uitbreiden van je netwerk 
  • Alles alleen willen doen  
  • Uren achter de computer op zoek naar vacatures om een beeld te krijgen van het werk dat je wilt doen 

 

Maak je lijst zo lang mogelijk. Heb je een en ander diepgaand geïnventariseerd? De volgende stap is dan het maken van de omkering naar wat je wél moet doen. Wil je jouw ideale baan realiseren.   

 

 

Tot slot

 

Heb je in jouw opsomming veel punten staan waarvan je denkt de positieve omkering niet in je eentje te kunnen maken?  

Laat het me horen 

In een oriënterend gesprek inventariseren we je vragen. En kunnen we in goed overleg komen tot een aanpak en een concreet plan.

 

 

 

 

Mensen leren hoe ze zelf kunnen sturen in hun loopbaan, dat is waar ik warm voor loop.

Een loopbaan is geen constante. Jijzelf en de arbeidsmarkt veranderen. Je ontwikkelt je gaande je loopbaan en levensfasen spelen een cruciale rol in het veranderen van loopbaandoelen. De arbeidsmarkt is voortdurend in ontwikkeling. Functies veranderen, functies verdwijnen en er komen nieuwe functies bij.

In een wereld waar verandering de enige constante is, zul je ervaren dat je beeld van een ideale baan evolueert naarmate jij zelf groeit en je je ontwikkelt.

Zo kan de baan die je op je twintigste nastreefde, op je dertigste of veertigste minder aantrekkelijk blijken. Je ideale baan is dus niet statisch, maar evolueert met jou mee.

Dat betekent dat je gaande je loopbaan mogelijk je koers van tijd tot tijd zult bijstellen en vervolgens moet kunnen navigeren naar je doel.

Waarom het beeld van je ideale baan kan veranderen en hoe je deze evolutie kunt omarmen door te leren navigeren in je loopbaan, lees je in mijn artikel.

 

Leren navigeren in je loopbaan
Foto: maxfluor / Shutterstock.com

 

Zelfkennis als sleutel om te begrijpen waarom je droombaan verandert

 

Bij de start van je loopbaan heb je vaak nog niet echt een goed beeld van waar je goed in bent, wat belangrijk voor je is en wat je zoekt in een baan. Vooral het antwoord op de vraag ‘Waaraan wil ik een bijdrage leveren met wat ik doe in mijn werk?’ is voor veel starters een moeilijke vraag. Dat is naar mijn ervaring ook zo voor mensen die al wat verder zijn in hun loopbaan.

Al werkende zul je ook ervaren wat je echt leuk vindt om te doen en welke van je kwaliteiten je in wilt zetten in je werk. Dat kristalliseert zich steeds verder uit. Want, je kunt wel goed zijn in iets, of je het ook leuk vindt om te doen, is vaak nog maar de vraag.

 

Veranderende prioriteiten en levensfasen

 

Levensfasen spelen een cruciale rol in het veranderen van je carrièredoelen. Misschien was je in het begin van je loopbaan gericht op snel opklimmen en prestige, terwijl je later meer waarde hecht aan werk-privébalans of maatschappelijke impact.

Ik hoor dat ook van coachklanten. Bijvoorbeeld: ‘Op zich heb ik een mooie baan, een goed salaris, een mooie leaseauto, volop ontwikkelingsmogelijkheden, maar toch schuurt het. Mijn werk kost me veel energie en ook ‘s avonds ben ik vaak nog aan het werk.’ ‘Klap die laptop nou eens dicht’, zegt mijn vriendin dan. En als ik me realiseer waar ik met mijn werk vooral een bijdrage aan lever, dan is dat niet waar ik warm voor loop.’

Wat dat betreft is het goed om te erkennen dat prioriteiten en waarden kunnen verschuiven. En dat het goed kan zijn om je loopbaandoel en om dat te bereiken je navigatiekeuzen, bij te stellen om beter aan te sluiten bij je huidige levensfase en persoonlijke behoeften.

 

Veranderingen op de arbeidsmarkt

 

De professionele wereld evolueert voortdurend en vraagt nieuwe vaardigheden en kennis. Daardoor kun je afhaken, maar het kan ook zijn dat je door het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden, nieuwe mogelijkheden ontdekt. Waardoor je oorspronkelijke ideale baan in een ander daglicht komt te staan.

Ook de werkomgeving kan je beeld van je ideale baan beïnvloeden. Zo kan bijvoorbeeld een rol in een dynamische startup aantrekkelijk zijn als je jonger bent, terwijl je later misschien de stabiliteit en voordelen van een gevestigd bedrijf waardeert.

Wat dat betreft is het goed om je bewust te zijn van hoe de cultuur en waarden van een organisatie al dan niet overeenkomen met jouw persoonlijke waarden en levensstijl.

 

Navigeren in je loopbaan

 

Onlangs zag ik op LinkedIn een bericht van een van mijn netwerkcontacten. Bijna negen jaar heeft hij voor een en hetzelfde bedrijf gewerkt. ‘Nu is het tijd om een andere koers te varen’, zegt hij. Op de foto bij het bericht staat hij aan het roer, een beeld dat past bij het werkveld waarin hij heeft gewerkt.

Zijn eerste stap wordt nu het bepalen van zijn doel. Om vervolgens uit te zoeken hoe hij daar naartoe wil navigeren. Rustig de tijd nemen om indrukken op te doen, te genieten van zijn ‘reis’ en misschien mogelijkheden op het spoor te komen waaraan hij nog niet heeft gedacht. Of de snelle route volgen en bijvoorbeeld gelijk op zoek gaan naar vacatures en solliciteren. En wat te doen als er figuurlijk ‘opstoppingen’ zijn of ‘omleidingen’, door gebrek aan ervaring of specifieke opleiding?

Hoe dan ook, heb je eenmaal je doel bepaald, dan is het de kunst en de kunde om de route te bepalen die het beste bij je past en alert te reageren op kansen of eventuele obstakels die zich voordoen. Of even te parkeren of voor anker te gaan om je te beraden hoe nu verder, als je het even niet weet.

 

Als een soort navigatie-coach kan ik jou daar heel goed bij helpen!

Neem gerust contact met me op voor het maken van een afspraak voor een kosteloos oriënterend gesprek.