Handreikingen om in de flowmodus te komen

 

Flow; je kent en herkent het zelf vast wel. Van die momenten dat je je helemaal ‘top’ voelt en topprestaties levert.

Dat je gefocust aan het werk bent en je werk superlekker loopt. Alsof het vanzelf gaat. En je je niet bewust bent van plaats en tijd.

Voor mij is dat bijvoorbeeld als ik een artikel schrijf en de tekst als het ware vanzelf uit mijn pen vloeit. Of als ik bezig ben met mijn keramiek en zodanig daarin opga, dat ik mijn omgeving en de tijd vergeet.

Of bij mijn coaching. Dat ik samen met mijn coachklant zo lekker aan het werk ben, dat het proces zich heel organisch voltrekt en een en ander zich gaande het proces ontvouwt.

Onlangs nog, had ik die ervaring en deelde die spontaan met mijn coachklant. Zelf voelend hoeveel energie het me geeft als ik lekker in de flow ben.

 

In de flow zitten is goed voor je lichaam en je geest. En weet dat flow universeel is; iedereen kan in de flow komen en je kunt zelf flow oproepen.

Ik geef je een aantal handreikingen om in de flowmodus te komen.

 

In de flow zitten is goed voor lichaam en geest

In de flow zitten voelt flowy

 

In flow leidt elke actie, elk besluit naadloos naar het volgende. Er is beweging, het proces vloeit voort.

Wat dat betreft vind ik flowy ook een mooi woord, ook al is het Engels. Het staat voor vloeiend, zwierig.

Zie je het voor je? Of ervaar je in je lijf hoe dat is?

Die vloeiende, zwierige beweging ontstaat niet vanzelf. Om de beweging op gang te laten komen, is focus nodig. Flow ontstaat alleen als je aandacht hebt voor waar je mee bezig bent.

 

 

Flow voelt niet alleen flowy, neurobiologisch is flow ook flowy

 

In flow worden er andere hersenstructuren actief.

Elke hersenstructuur die snelle besluitvorming zou kunnen belemmeren, wordt letterlijk afgesloten. Transient hypofrontality; de prefrontale cortex, het deel van ons brein waar de hogere cognitieve functies zitten, gaat langzamer werken.

De bewuste verwerking, het extrinsieke systeem, wordt ingeruild voor de veel snellere en efficiëntere verwerking van het onderbewuste, intrinsieke systeem.

Bovendien worden als je in flow bent, ook geluksstofjes als dopamine en endorfine aangemaakt.

Daarom voelt flow ook zo flowy en krijg je er energie van.

 

 

Vijf intrinsieke motivatiefactoren

 

Zoals gezegd, gaat in flow het extrinsieke systeem langzamer werken. Terwijl het intrinsieke systeem juist sneller gaat werken.

Het is dan ook geen wonder dat intrinsieke motivatoren een cruciale rol spelen bij het al dan niet in flow komen.

Bij die intrinsieke motivatoren kun je denken aan nieuwsgierigheid, passie, missie, autonomie en meesterschap.

Passie heeft daarbij niet alleen betrekking op wat je heel erg leuk vindt om te doen. Maar ook op waar jij graag een bijdrage aan levert. Omdat je bijvoorbeeld vindt dat we het tij moeten keren en zaken anders moeten organiseren: eerlijker, menselijker, inspirerender en innovatiever.

Passie in die laatste betekenis raakt aan missie. Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.

Meesterschap staat voor de drijfveer om goed, een expert te worden in wat je doet. En autonomie heeft te maken met vrijheid, die nodig is om je passie en je missie te volgen.

 

 

Fysieke en mentale gezondheid als fundament voor flowervaringen

 

Fysieke en mentale gezondheid zijn van invloed op in de flow komen. Heb daar dan ook aandacht voor.

Zorg bijvoorbeeld dat je zeven of acht uur slaapt, genoeg drinkt, goede voeding tot je neemt en een sociaal netwerk hebt voor support.

Realiseer je dat angst een negatieve invloed heeft op flow. Schrijf bijvoorbeeld eens dagelijks drie zaken op waarvoor je dankbaar bent. Dat heeft een positief effect op je welbevinden en vermindert angst.

 

 

Vind je eigen flow-triggers

 

Ga bij jezelf eens na wat momenten zijn dat je je het lekkerst voelt en betere prestaties levert? Schrijf die eens op.

En wat doe je mogelijk om ervoor te zorgen dat je gefocust met iets bezig kunt zijn en dus in de flow te komen? Heb je daar je eigen rituelen voor? Of neem je maatregelen zodat je niet uit je concentratie gehaald wordt?

Zet je bijvoorbeeld zoals Elke Geraerts, CEO van Better Minds at Work en doctor in de psychologie, een fysiek olifantje op je bureau of op je laptop? Om aan je omgeving te laten zien dat je geconcentreerd bezig bent en niet gestoord wilt worden? Of hang je een bordje ‘niet storen’ op je deur of gebruik je een app om niet gestoord te worden?

 

 

Psychologische triggers voor flow en je sociale omgeving als trigger

 

Bij psychologische triggers voor flow kun je naast de al genoemde gefocuste aandacht denken aan heldere doelen; weten wat je doet en waarom je het doet. En het gevoel hebben dat je ‘in control’ bent en competent voor wat je doet.

Ook directe feedback, weten hoe je iets nog beter kunt doen, helpt om in de flow te komen.

Je kunt je vast wel voorstellen dat je makkelijker in de flow komt als de taken waarmee je bezig bent het midden houden tussen te saai en te moeilijk; Goudlokje taken.

Met betrekking tot je sociale omgeving is het samen met gelijkgestemden bezig zijn met het realiseren van een duidelijk doel, een trigger voor flow. Net als goede communicatie met elkaar en als er serieus gewerkt wordt.

Een duidelijke einddatum waarop iets moet worden afgeleverd kan ook een trigger zijn. In die zin dat je niet het risico wilt lopen dat je niet op tijd kunt (op)leveren.

 

 

 

PS: Mis je momenten van flow in je werk?

Vraag je je af hoe je je werk meer naar je hand kunt zetten zodat het beter bij je past? Kun je je kwaliteiten onvoldoende inzetten? Of werkt de omgeving eerder negatief voor je in plaats van dat die je inspireert?

Maak een afspraak voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

 

Tips hoe je kunt voorkomen dat je weten je op een dwaalspoor brengt.

 

Blindvaren; zonder twijfel vertrouwen op iemand of iets.

Je doet het heel gemakkelijk. Bijvoorbeeld als het gaat om informatie of advies van iemand die je hoog acht. Iemand waarvan je verwacht dat die van wanten weet.

Blindvaren op informatie of advies van anderen is niet zonder risico.

Maar wist je dat het ook risicovol is om te blindvaren op wat je zelf weet? Dat je eigen weten misleidend kan zijn?

Dat je jezelf bijvoorbeeld gemakkelijk laat leiden door informatie, die onvolledig of niet juist is? En dat je op grond van die gebrekkige informatie je eigen interpretaties maakt?

Je denkt dan, het te weten. Maar in werkelijkheid laat je je gedrag bepalen door veronderstellingen en waarheden zoals jij die ziet. Terwijl het geen algemeen gedeelde waarheden zijn. Laat staan, dat ze objectief zijn.

Je aannames kunnen je flink op een dwaalspoor brengen. Ook al denk je zelf dat je goed bezig bent. Dat geldt ook met betrekking tot je loopbaan.

Ik geef je een aantal tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt.

 

Waarom je niet moet blindvaren op wat je denkt te weten

 

Blindvaren op grond van wat je denkt te weten, beperkt je mogelijkheden

 

Onlangs las ik daarvan een historisch voorbeeld.

Lang geleden dachten mensen te weten dat de aarde plat was. Voor hen was dat de waarheid. Ze lieten hun gedrag daardoor bepalen.

Ze waren dan ook bang dat als ze te ver reisden, dat ze dan over de rand van de aarde zouden vallen. Het merendeel van de mensen deed dat dan ook niet.

 

Totdat men ontdekte dat de aarde rond was. Een ogenschijnlijk detail, maar het had grote impact op het wereldbeeld en er ging een wereld aan mogelijkheden open.

 

Zo kan het ook gaan met betrekking tot je loopbaan.

Misschien heb je het helemaal niet naar je zin in je huidige werk. Maar denk je te weten dat je geen alternatieven hebt. Dat je moet blijven zitten waar je zit en dat je je maar moet schikken in je lot.

Stel je voor dat je de stap naar buiten zou wagen? Misschien val je dan figuurlijk wel over de rand.

 

Hoe anders zou je wereld van werk eruitzien, als je zou weten dat die niet zo plat is, als je denkt?

Als je zou weten dat er mogelijkheden zijn, die je nu nog niet ziet? En dat je heus niet zo gemakkelijk over de rand valt als je misschien zelf vreest?

 

We laten ons gedrag bepalen door wat we weten.

Sterker nog, door wat we denken te weten. Zeker als individu.

Het is goed om je te realiseren, dat je je eigen interpretatie maakt op grond van wat je waarneemt. Je maakt je eigen veronderstellingen. Soms op grond van onvolledige of verkeerde informatie.

Dat betekent dat je weten vaak geen objectief weten is, maar persoonlijk gekleurd.

Wees dan ook voorzichtig met wat je denkt te weten, want het is niet zonder risico om te blindvaren op wat je weet.

 

 

Een aantal tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt

 

Durf jezelf te bevragen op je veronderstellingen en ter discussie te stellen wat je geneigd bent voor waar aan te nemen. Stel je open voor nieuwe mogelijkheden. Ga gesprekken aan en verruim je horizon.

 

Ik geef je een aantal concrete tips met betrekking tot je loopbaan:

 

1. Durf jezelf te bevragen op je veronderstellingen

Doe dat aan de hand van de volgende vier vragen:

  • Is het waar?
  • Weet ik absoluut zeker dat het waar is?
  • Hoe reageer ik, wat gebeurt er als ik geloof dat het waar is?
  • Wie zou ik zijn en wat zou ik doen als ik die veronderstelling niet had?
     

2. Doe je onderzoek naar een vacature

Controleer in een gesprek, voorafgaand aan daadwerkelijk solliciteren, of jouw interpretatie klopt.

Bereid een aantal relevante vragen voor om helder te krijgen of het beeld dat jij van de vacature hebt, overeenkomt met het beeld dat de organisatie ervan heeft.

 

3. Vraag feedback op gesprekken

Zeker in een selectietraject. Of als je anderszins in gesprek bent met potentiële werkgevers.

Verifieer of jouw indruk van het gesprek overeenkomt met die van je gesprekspartner(s). En bij een afwijzing, of de reden van afwijzing overeenkomt met wat jij had ingeschat.

 

4. Doe zelf je onderzoek naar waar mensen zoals jij nodig zijn

Als je weinig vacatures ziet betreffende het werk dat jij wilt doen, dan wil dat nog niet zeggen, dat er geen behoefte is aan mensen zoals jij.

Trek daarbij niet te snel conclusies. Ga bijvoorbeeld niet af op de mening van één persoon. Want daarmee doe je jezelf tekort. Je denkt het dan te weten, maar de mening van één persoon is absoluut nog onvoldoende bewijs.

 

5. Stel je niet afwachtend op, maar neem zelf de verantwoordelijkheid voor je loopbaan.

Kun je daarvoor nog wat tips gebruiken? Die vind je hier.

Als je aan het werk gaat met die tips zul je al ervaren dat er meer kansen voor je zijn, dan je aanvankelijk had gedacht.

 

6. Durf af te wijken van de traditionele manier van baanverwerving

Focus niet langer op traditioneel solliciteren. Focus niet op het zoeken en vinden van vacatures en het schrijven van sollicitatiebrieven.

Stel je niet afhankelijk op van selecteurs, werving- en selectiebureaus of recruiters, maar neem zelf de regie.

 

7. Laat je niet uit het veld slaan als het een keer tegen zit

Krijg je nul op je rekest of bereik je anderszins niet het gewenste resultaat, zoek de oorzaak daarvan niet altijd bij jezelf.

En zie nul op je rekest ook niet direct als een bevestiging van een van jouw veronderstellingen.

De oorzaak kan ook bij de ander liggen. Of het is domweg een kwestie van pech of geluk.

 

 

Kortom

 

Laat je niet op een dwaalspoor brengen door wat je denkt te weten.

Wat dat betreft heb ik ooit een veelzeggende uitspraak gehoord.

Vrij vertaald vanuit het Engels:

Niet het gebrek aan kennis berokkent de mens schade, maar denken dat iets een feit is, terwijl het dat niet is”.

 

 

Heb jij nog aanvullende tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt?

Ik lees het graag.

 

 

 

 

 

Wat te doen als je werk je makkelijk afgaat, maar je niet blij wordt van je werk

 

Dat doet me denken aan een van mijn coachklanten. Hoogopgeleid, goed netwerk, krachtig cv. Ze leidde projecten alsof het haar tweede natuur was. Deadlines haalde ze naar haar zeggen “met twee vingers in haar neus” en presentaties gaf ze zonder blikken of blozen. Alles klopte. Maar toch: “Ik leef echt voor het weekend”, zei ze tegen me.

Op papier zat ze op haar plek. In de praktijk kostte haar werk haar veel energie.

We gingen samen aan de slag.

Niet met competentietests of functiebeschrijvingen. Wel met vragen: ‘Wat geeft je voldoening?’, ‘Wanneer voel je je echt in flow?’, Wat zijn activiteiten waarbij je de tijd vergeet?

En aan het werk met allerlei gerichte opdrachten, zoals bijvoorbeeld het schrijven van zogenoemde succesverhalen.

Al doende kwamen we tot de kern van haar loopbaanvraag: ze kon haar werk prima doen, maar het gaf haar geen voldoening, geen gevoel van betekenis met het werk dat ze deed.

Dat is een thema dat ik vaker hoor van mijn coachklanten.

 

 

Competenties versus drijfveren: een wereld van verschil

 

Competenties zijn je vaardigheden. Wat je kunt. Wat je hebt geleerd. Vaak ook: waar je voor bent opgeleid. Ze zijn meetbaar, aantoonbaar en te bewijzen in een cv of assessmentrapport.

Drijfveren zijn iets anders. Drijfveren gaan over wat jou bewéégt. Wat je energie geeft. Wat je belangrijk vindt. Ze zijn vaak minder zichtbaar, maar des te bepalender. Zeker op de lange termijn.

Het pijnlijke is: veel professionals bouwen een loopbaan op basis van wat ze goed kunnen. Zonder serieus stil te staan bij wat hen werkelijk drijft.

 

Waarom drijfveren zwaarder wegen dan competenties

 

Je kunt jarenlang functioneren op competentie. Maar vroeg of laat gaat het wringen. Want als je je werk louter baseert op wat je goed kunt, en niet op waar jij warm voor loopt, waar jij een bijdrage aan wilt leveren, dan loop je het risico op leegte, moeheid, zinverlies.

Drijfveren vormen je innerlijke kompas. Ze geven richting. Als je werk in lijn ligt met je drijfveren, dan voelt het licht, kloppend, betekenisvol. Dan werk je niet alleen met je hoofd en je handen, maar ook met je hart. Dan krijg je energie van je werk in plaats van dat het je energie kost.

 

De sleutel tot duurzame voldoening

 

In mijn coachtrajecten zie ik het keer op keer: de echte verandering ontstaat als iemand zich losmaakt van het keurslijf van ‘moeten’ en contact maakt met wat hij of zij werkelijk belangrijk vindt.

Twee belangrijke vragen om jezelf te stellen:

  1. Wat betekent werk voor mij?
  2. Welke bijdrage wil ik leveren met wat ik doe in mijn werk?

De tweede vraag is misschien nog belangrijker dan de eerste vraag. Want wil je duurzame voldoening ervaren van je werk, dan is het mooi als je met name die kwaliteiten in kunt zetten in je werk, die nodig zijn om de bijdrage te leveren die voor jou betekenisvol is.

En ja, daar hoort soms ook bij dat je iets loslaat dat je goed kúnt. Want iets goed kunnen is geen doorslaggevende reden om het je hele carrière te blijven doen.

 

Dus stel jezelf vandaag eens die andere vraag:

Niet: ‘Wat kan ik allemaal?’, Maar:
‘Wat wíl ik nou eigenlijk echt?’

 

En als je voelt dat het tijd is om daar serieus mee aan de slag te gaan: ik help je graag tot de kern te komen. Zodat je het werk kunt vinden of creëren dat klopt met wie jij bent, wat jij te bieden hebt en de bijdrage die jij wilt leveren.

Neem gerust contact met me op (marlene@meerwaardeinwerk.nl | 06-54762865).

 

 

 

 

Waarom je met een moreel ambitieus leven niet vroeg genoeg kunt beginnen

 

‘Verspilling van talent is de grootste verspilling van onze tijd’; dat zegt Rutger Bregman in zijn artikel op decorrespondent.nl

‘Over de hele wereld zijn er miljoenen mensen die een grote bijdrage kunnen leveren aan een betere wereld, maar het niet doen.’

Een deel daarvan, ongeveer de helft van de wereldbevolking, krijgt daarvoor niet de kans. Maar het problematische is, dat met name de mensen die de kans wel krijgen, die kans onvoldoende benutten.

Enerzijds omdat ze blijven hangen in wat hij noemt ‘suffe, nutteloze of schadelijke banen’. Anderzijds door gebrek aan wat hij noemt ‘morele ambitie’; de wil om de wereld een veel betere plek te maken.

 

Verspilling van talent is de grootste verspilling van onze tijd

 

Verspilling van talent door de vele parttimebanen

 

We hebben nog steeds te kampen met krapte op de arbeidsmarkt.

Bij die krapte is het probleem niet zozeer dat de mensen er niet zijn, maar de mensen die er zijn, zorgen voor onvoldoende economisch aanbod.

Het gemiddelde aantal werkuren per week is 29. Zeven op de tien vrouwen in ons land werken tussen de 12 en 32 uur. En dat terwijl beneden de leeftijd van 35, vrouwen hoger opgeleid zijn dan mannen. En meisjes betere prestaties leveren in het onderwijs dan jongens.

Maar helaas, gaat twee derde van de vrouwen die hoger onderwijs hebben gevolgd, parttime werken. Of werkt misschien helemaal niet buitenshuis.

En ook steeds meer mannen hebben een parttimebaan.

 

 

Angst voor verandering; de eerste ouderdomsziekte die zich aandient

 

‘De meeste mensen die de dertig zijn gepasseerd veranderen nog maar zelden van koers. Wie eenmaal een labrador, een taartschep of een elektrische grasmaaier heeft, is doorgaans een verloren zaak.’, zegt Bregman.

Ook al moet ik glimlachen bij die uitspraak, ik ben het niet helemaal met Bregman eens.

Deels hoor ik als loopbaancoach redenen waarom mensen denken dat ze hun koers niet bij kunnen stellen, verantwoordelijk als ze zich voelen voor verplichtingen die ze zijn aangegaan. Zoals bijvoorbeeld de kosten van hun hypotheek of de levensstandaard die ze zich eigen hebben gemaakt. Die ze graag voortzetten en waarop ze niet in willen leveren.

Aan de andere kant komen mensen bij mij terecht met hun loopbaanvragen, juist omdat ze het verschil willen maken met de bijdrage die ze leveren met hun werk.

Omdat ze niet langer in hun ogen nutteloos werk willen blijven doen of niet langer een bijdrage willen leveren aan wat voor hen niet betekenisvol is. Bijvoorbeeld toezicht uitoefenen op het toezicht of een bijdrage leveren aan het verhogen van de omzet van het bedrijf, terwijl ze niet achter het product kunnen staan.

En dan gaat het met name om eind dertigers, begin veertigers.

 

 

Financially Independent, Retire Early (FIRE)

 

FIRE; het is maar hoe je ernaar kijkt.

Bregman ziet aanhangers van FIRE niet als ambitieus en niet als idealistisch in de zin van de wereld een betere plek maken.

Aanhangers van FIRE streven ernaar om in korte tijd zoveel mogelijk geld te verdienen en/of te maken bijvoorbeeld door beleggingen, zodat ze tussen hun dertigste en veertigste financieel onafhankelijk zijn en lekker vroeg kunnen genieten van het vrije, blije leven en hun pensioen.

Bijvoorbeeld het verhaal van Puck Landewé in de Volkskrant. Ze is nu 33 en verwacht over een jaartje niet meer te hoeven werken omdat ze dan in principe kan leven van haar rendement uit beleggingen.

Ernst-Jan Pfauth, zelf FIRE-aanhanger, kijkt daar in Opinie in NRC anders naar.

Hij heeft zich verdiept in de ideeën van Pete Adeney, de grondlegger van FIRE. Dan blijkt FIRE niet te draaien om maximaliseren van inkomen, maar om minimaliseren van uitgaven. Als je minder uitgeeft, hoef je ook minder te sparen om financieel vrij te zijn.

En Adeney gelooft dat als we niet meer afhankelijk zijn van een salaris, we ons inzetten voor zaken die we echt belangrijk vinden.

In Adeney’s visie is FIRE dus geen ‘snel rijk worden programma’. FIRE worden draait om keuzes maken. Wel met pensioen, maar niet stoppen met werken. FIRE draait dan om Happy, Opportunity-rich en Time-rich (HOT). Balans en levensgeluk in het hier en nu.

Dat klinkt heel anders dan in korte tijd zo snel mogelijk rijk zien te worden, zodat je zo snel mogelijk een vorm van vrijheid bereikt waarbij je ‘niets meer hoeft’.

 

 

Morele ambitie; de wil om de wereld een veel betere plek te maken

 

Ze zijn er, mensen met de ambitie van een carrièretijger in combinatie met idealisme. Ik denk daarbij meteen aan Greta Thunberg. Zelf heb je vast andere voorbeelden.

Mensen met morele ambitie hebben plichtsbesef; ze voelen het als een plicht om met hun talenten de wereld een veel betere plek te maken. Bovendien worden ze gedreven door pure ambitie. Ze geloven dat ze het verschil kunnen maken. Denken dat er veel meer mogelijk is dan dat we nu doen. En ze komen in actie.

 

Welke carrièreladder wil jij beklimmen?

Zie je je werk vooral als een bron van inkomsten? Misschien zelfs een beetje als een noodzakelijk kwaad? En ben je niet zo kritisch met betrekking tot de inhoud van je werk?

Of heb je wel degelijk ambitie en wil je werk maken van waar jij een bijdrage aan wilt leveren? Waar jij warm voor loopt om de wereld een veel betere plek te maken?

Wil je een moreel ambitieus leven leiden? Volgens Bregman kun je dan niet vroeg genoeg beginnen. Want voordat je er erg in hebt, zit je vast in een doorsneebaan met gouden handboeien en kun je nog geen fractie van je tijd en inkomen missen omdat je de nodige (en onnodige) verplichtingen al bent aangegaan.

Als je de sprong durft te wagen, dan zijn volgens Bregman de mogelijkheden eindeloos. Want juist omdat zoveel mensen hun talent verspillen, kunnen moreel ambitieuze mensen verschil maken.

 

 

Tot slot

 

Vind je je huidige baan vrij nutteloos?

Of vind je dat jouw baan niets of weinig toevoegt aan de samenleving?

Vind je je huidige baan misschien zelfs ronduit schadelijk?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT? – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Ben je nieuwsgierig naar de mogelijkheden voor begeleiding op jouw weg naar mooi werk?

Neem contact met me op.

 

 

 

 

 

De overgang van skill-based werken is binnen het bedrijfsleven al in volle gang.

Steeds meer bedrijven zien dat het veel voordelen heeft om medewerkers in te zetten op basis van hun skills, in plaats van op basis van strikte functieomschrijvingen.

In de publieke sector is die verschuiving naar skill-based werken minder zichtbaar.

Denk bijvoorbeeld aan het onderwijs. Als docent geef je een specifiek vak of meerdere vakken. Eventueel gecombineerd met mentorschap. Wil je als docent niet langer voor de klas, dan is het meestal niet makkelijk om een andere functie te vinden of te creëren bij je huidige werkgever. Of het moet zijn als decaan, studieloopbaanbegeleider of leerlingbegeleider. Maar of dat dan functies zijn die bij je passen?

 

Skill-based werken zorgt voor meer flexibiliteit en meer mogelijkheden in je loopbaan.

 

Wat is skill-based werken?

 

Misschien heb je erover gelezen of gehoord.

Bij skill-based werken, maar ook bij skill-based werven ligt de focus op skills, vaardigheden. In plaats van op functietitels of werkervaring.

Zelf spreek ik liever over competenties, omdat competenties meer omvatten dan vaardigheden. Wil je nog eens nalezen hoe we die benoemen? Dat kan hier.

Bij skill-based werken gaat het om wat jij kunt en hoe je jouw vaardigheden kunt inzetten, ongeacht je formele rol of positie. Dat zorgt voor meer flexibiliteit en meer mogelijkheden in je loopbaan.

Zelf ervaar ik het als een goede ontwikkeling dat strakke omlijning van functies steeds meer wordt losgelaten. Dat men in plaats van te kijken wie er precies ‘in het hokje past’, meer oog heeft voor competenties van mensen en welk werk daar dan bij past.

 

Positieve effecten van de ontwikkeling naar meer skill-based werken voor jou als werknemer

 

Skill-based werken en werven zorgt voor werkgevers voor een dynamischer en flexibeler personeelsbestand. Voor jou als werknemer zorgt skill-based werken voor meer flexibiliteit en mogelijkheden in je loopbaan.

1. Meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen

Skill-based werken geeft je de mogelijkheid om je vaardigheden in verschillende rollen en projecten toe te passen. Dit betekent dat je je makkelijker kunt aanpassen aan veranderingen in de arbeidsmarkt en nieuwe kansen kunt grijpen zonder vast te zitten in een specifieke functie.

2. Verhoogde betrokkenheid en motivatie

Als je de kans krijgt om je vaardigheden te ontwikkelen en toe te passen, voel je je meer betrokken bij je werk. Skill-based werken moedigt je aan om nieuwe uitdagingen aan te gaan en jezelf continu te verbeteren. Dat leidt tot meer voldoening en motivatie.

3. Bredere carrièremogelijkheden

Door te focussen op je vaardigheden in plaats van op een specifieke functie, kun je een breder scala aan carrièremogelijkheden verkennen. Dit opent deuren naar verschillende sectoren en rollen, waardoor je je loopbaan diverser en interessanter kunt maken.

4. Continu leren en ontwikkelen

Skill-based werken stimuleert een cultuur van continu leren. Je wordt aangemoedigd om nieuwe vaardigheden te verwerven en bestaande vaardigheden te verbeteren. Dit helpt je niet alleen om relevant te blijven in een snel veranderende arbeidsmarkt, maar ook om jezelf persoonlijk te ontwikkelen.

 

Hoe skill-based werken als werkende te omarmen?

 

1. Identificeer en ontwikkel jouw kernvaardigheden

Begin met het in kaart brengen van je huidige vaardigheden. Denk na over welke competenties je al bezit en welke je verder wilt ontwikkelen. Dit kunnen zowel technische vaardigheden als soft skills zijn, zoals bijvoorbeeld communicatie en probleemoplossend vermogen.

2. Creëer een Persoonlijke Skill Matrix

Een skill matrix helpt je om je skills te visualiseren en hiaten te identificeren. Noteer je sterke punten en gebieden waar je nog kunt groeien. Dit geeft je een duidelijk overzicht van je capaciteiten en helpt je bij het plannen van je verdere ontwikkeling.

3. Creëer leer- en ontwikkelingsmogelijkheden

Investeer in jezelf door trainingen, workshops en cursussen te volgen die aansluiten bij de vaardigheden die je wilt ontwikkelen. Houd daarbij voor ogen dat leren een continu proces is. Als je tenminste bij wilt blijven en jezelf niet uit de markt wilt prijzen.

4. Investeer in netwerken en zoek mentorschap

Netwerken is een krachtige manier om je vaardigheden te ontwikkelen en nieuwe kansen te ontdekken. Vind mensen, die je als een mentor kunnen begeleiden en inspireren. Ze kunnen je waardevolle inzichten en adviezen geven om je loopbaan verder te ontwikkelen.

5. Pas jouw vaardigheden toe in diverse contexten

Zoek naar mogelijkheden om je vaardigheden in verschillende rollen en projecten toe te passen. Dit kan binnen je huidige organisatie zijn, maar ook daarbuiten. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan vrijwilligerswerk of freelanceprojecten. Dat zijn uitstekende manieren om je vaardigheden te testen en verder te ontwikkelen.

 

Conclusie

 

Ik zie de ontwikkeling naar meer skill-based werken als een positieve ontwikkeling die talloze voordelen biedt voor jou als werkende. Het stelt je in staat om flexibeler, gemotiveerder en beter voorbereid te zijn op de toekomst.

Door te focussen op je skills en continu te investeren in je persoonlijke ontwikkeling, kun je flexibel meebewegen met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. En doordat je kunt focussen op waar jij goed in bent en wat jij graag doet, zal je werk je ook meer voldoening geven.

 

Heb jij nog geen goed beeld van waar jij met name goed in bent en welke kwaliteiten jij graag inzet in je werk?

Laat het me horen.

Volgens ingewijden ben ik een expert in het boven water krijgen van kwaliteiten van mensen. Bovendien is het een aspect van mijn werk dat ik graag doe en waar ik energie van krijg.

Met de inzet van je kwaliteiten energie krijgen van je werk, dat gun ik jou ook.

 

 

 

 

In plaats van schaamte weg te drukken, durf erbij stil te staan 

 

Schaamte is een rotgevoel; dat zul je met me eens zijn. Als je je schaamt, dan wil je daarvan weg. Terwijl het juist goed is om erbij stil te staan. Omdat schaamte je de weg wijst naar jouw verlangen.

Schaamtevrij worden is de manier om schaamte in te zetten als krachtbron.

 

Schaamte wijst je de weg naar je verlangen

 

Verschil tussen schaamteloos en schaamtevrij

 

Ook al lijken de begrippen ‘schaamteloos’ en ‘schaamtevrij’ ogenschijnlijk op elkaar. Er is een wezenlijk verschil.

Ben je ‘schaamtevrij’, dan etaleer je je schaamte, in plaats van dat je je schaamte verbergt. Zoals Aukje Nauta in haar boek nooit meer doen alsof aangeeft: ‘Je kunt gelijktijdig trots zijn op wie je bent, wat je doet en weet en durft jezelf openlijk te schamen en je schaamte de vrije loop te laten.’

Schaamte is dus niet de tegenpool van trots; je kunt tegelijk schaamte en trots ervaren. Als je je schaamte paart aan trots, dan mag de schaamte er zijn. Dan laat je die vrij.

Bij ‘schaamteloos’ kun je denken aan lompheid, botheid, brutaliteit. Dat is dus echt totaal anders.

 

 

Je schaamte onderzoeken om te komen tot inzichten met betrekking tot je verlangen

 

Om schaamtevrij te worden helpt het om je schaamte zorgvuldig te gaan onderzoeken.

Aukje Nauta beschrijft 5 stappen om te komen tot diepere inzichten over wat je werkelijk wilt.

 

Stap 1: Herken de schaamtesignalen

Mensen die zich schamen verbergen zich voor de buitenwereld of gaan het gevecht aan; flight of fight.

Misschien is ‘flight’ voor jou persoonlijk herkenbaarder dan ‘fight’.

Zowel bij vluchten als bij vechten probeer je de kloof die je bij schaamte ervaart, tussen wie je bent en wie je graag wilt zijn, te dichten.

Bij vluchten bijvoorbeeld door je klein te maken of je handen voor je ogen te slaan. Maar het kan ook zijn dat je in gesprekken met collega’s, vrienden of familie oppervlakkig blijft, omdat je een open gesprek wilt ontvluchten. En kiest voor onderwerpen die veilig voelen omdat er schaamte in het spel is.

Aukje Nauta zegt daarover: ‘De belangrijkste indicator van schaamte is niet wat er gezegd wordt, maar wat er niet gezegd wordt.’

 

Stap 2: Erken de schaamte

Zeg tegen jezelf: ‘Hé, ik schaam me.’

En schaam je niet voor je schaamte.

Schaamte is tegelijk iets moois en iets lelijks.

Het mooie is dat schaamte laat zien dat je je bewust bent van je falen. Dat je inziet dat je sociaal en moreel tekortschiet. Dat er iets aan jezelf te verbeteren valt. Dat je je ervan bewust bent dat je kunt leren en groeien.

Het lelijke (of noem het, het vervelende, het voor jou negatieve) is dat schaamte je imperfectie laat zien in relatie tot anderen.

 

Stap 3: Beschrijf je schaamte

Schrijf echt op en omschrijf heel precies wat de kloof is tussen wie je bent en wie je wilt zijn.

En verder

 

Stap 4: Onderzoek je verlangen

Wat ligt er achter die norm waarvan je afwijkt, waardoor je dat gevoel van schaamte ervaart?

Welke waarde ligt er ten grondslag aan de norm of normen die jouw schaamte opwekken?

Doe zelfonderzoek naar het verlangen: omschrijf zorgvuldig wat je nu precies wilt en waarom je dat wilt:

  • Waar verlang jij ten diepste naar?
  • Wat wordt er gezien de groepsnorm van je verlangd?
  • Wat betekent die botsing voor wat je werkelijk wilt?

 

Stap 5: Onderzoek met wie je je wilt verbinden

Het verlangen achter je schaamte is volgens Aukje Nauta ten diepste een verlangen om erbij te horen, omarmd te worden, bemind te worden.

Je wilt je met anderen verbinden.

 

Samenvattend voor dit artikel en mijn vorige artikel:

Wil je schaamte inzetten als krachtbron voor leven en werken?

  • Het begint met het besef dat schaamte een krachtbron is
  • Schaamte is niet iets om weg te stoppen of te overschreeuwen
  • Schaamte is iets om te koesteren vanuit het besef dat je net als ieder ander mensen zoekt naar manieren om je liefdevol te verbinden met de mensen om je heen
  • Schaamte wijst je zodoende de weg naar je verlangen
  • Deel dus je schaamte, etaleer haar openlijk. Niet alleen verdwijnt dan het rotgevoel dat met schaamte gepaard, het opent ook de weg naar je verlangen door jezelf, je omgeving of allebei te verbeteren
  • Maak je verlangen manifest en realiseer je dat dat verlangen ook van betekenis is voor keuzes die je maakt in je loopbaan.


Zie je nog niet hoe je jouw verlangens kunt verbinden met je loopbaanoriëntatie? 

Ik help je graag op weg.

 

 

Eerste aanzet tot het benutten van schaamte als krachtbron

 

‘Oh, ik ben zo stom geweest’, zegt ze. Ze had gekeken op het profiel van een persoon die ze wilde contacten voor meer informatie over haar vraag. En had gezien dat hij teruggekeken had op haar profiel.

We voeren het coachgesprek online via Teams en terwijl ze het zegt, zie ik dat ze zich schaamt.

Als in een reflex pak ik het boek dat op mijn bureau ligt. ‘Daarvoor hoef je je niet te schamen. Daar is niets mis mee.’, zeg ik. En ik houd de cover van het boek voor de camera en vraag haar ‘Kun je het zien?’.

 

Ik heb het over het boek van Aukje Nauta met als titel nooit meer doen alsof en als ondertitel ‘Denk je schaamte om en maak het je kracht.’

Het boek ligt voor mij nog binnen handbereik omdat ik het net gelezen heb en nog even bij de hand wil houden.

 

Spontaan zeg ik tegen mijn klant ‘Je hoeft je helemaal niet te schamen, het is juist krachtig dat je actief op zoek gaat naar de persoon waarvan je inschat dat die voor jou van betekenis kan zijn. En dat je zijn profiel bekeken hebt om je alvast een beeld van hem te vormen.’

 

Je schaamte inzetten als krachtbron

 

Aukje Nauta, auteur van ‘Nooit meer doen alsof’

 

Ik ontmoette Aukje Nauta op een zogenoemde ‘Zalige zondag’ in de Theaterloods van Radio Kootwijk.

Aukje Nauta is psycholoog, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden, organisatieadviseur en voormalig kroonlid van de SER. Als loopbaanprofessional ken ik haar als spreker en schrijver over met name duurzame inzetbaarheid.

Zelf noemt ze zich een ‘nepprofessor’. Publiceren in wetenschappelijke tijdschriften doet ze nauwelijks meer en voor het begeleiden van promovendi heeft ze naar haar zeggen al helemaal geen tijd meer, op die ene dag in de week dat ze aan de universiteit verbonden is.

Ze focust nu op het populariseren van psychologische wetenschap. En is als wetenschapper lid van het team van de Theaterloods.

 

 

Wat is schaamte precies?

 

Aukje Nauta definieert schaamte als: ‘een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie je bent niet voldoet aan bepaalde normen.’

 

Schaamte als een sociale emotie.

Als je je schaamt, zegt Nauta, dan ben je bang dat andere mensen je zien als incompetent, misvormd, belachelijk of anderszins onder de maat.

Als je je schaamt, dan strookt wat je doet niet met hoe het hoort en de schaamte maakt je daar pijnlijk van bewust.

Je hebt persoonlijk last van jezelf en dat wordt veroorzaakt doordat je je tegenover andere mensen niet goed genoeg voelt.

 

Schaamte als een morele emotie.

Mijn coachklant die op het profiel gekeken had van de persoon die mogelijk voor haar van betekenis kon zijn, schaamde zich omdat ze het gevoel had dat ze had zitten gluren op andermans profiel.

De schaamte deed haar beseffen dat dat misschien ongepast was en eigenlijk niet door de beugel kon.

In mijn optiek is het overigens ongepaster om anoniem profielen te bekijken, dan in alle openheid met je eigen profiel zichtbaar te zijn als bezoeker van het profiel van iemand anders.

Voor mij voelt anoniem een profiel bezoeken pas echt als ‘gluren’. Maar dat is heel persoonlijk.

 

Schaamte als pijnlijke emotie

Als je je schaamt, dan heb je het gevoel dat je tekortschiet. Je wordt je pijnlijk bewust van de discrepantie tussen wie je bent en wie je graag zou willen zijn.

En eigenlijk wil je je het liefst verbergen, maar juist door het schaamrood val je nog meer op en trek je juist de aandacht. Terwijl je dat nou net niet wilt.

Om niet gezien te worden kan het zijn dat je als in een reflex je gezicht verbergt door je handen voor je gezicht te slaan. Zoals kinderen hun handen voor hun gezicht kunnen houden om te manifesteren dat ze er niet zijn.

 

 

Je schaamte inzetten als krachtbron; een eerste aanzet

 

Aukjes definitie van schaamte – een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie je bent niet voldoet aan bepaalde normen – geeft aan dat er achter schaamte iets moois zit.

Mensen willen deugen, voor zichzelf en voor anderen. Denk daarbij maar aan het boek van Rutger Bregman De meeste mensen deugen. En volgens Nauta is ‘deugen’ het verlangen waar schaamte je op wijst.

Schaamte wordt voor jou een krachtbron als je ontdekt dat er een verlangen achter verborgen is, een verlangen om te deugen.

 

Welke stappen daarvoor nodig zijn, lees je in mijn volgende artikel.

 

 

 

 

Waarom je niet langer afhankelijk hoeft te zijn van vacatures, recruiters of een werving- en selectiebureau

 

‘Hij maakt indruk. Heeft een representatief voorkomen en past precies in het plaatje. Het gesprek heeft een mooie cadans van zenden en ontvangen.

Na een onderhoudende dialoog van een klein uurtje pakt hij zijn spullen. Hij staat gedecideerd en vol zelfvertrouwen op.

Waarna ik niet anders kan dan volgen. Hij steekt zijn hand uit en ik schud hem gedwee. Hij zegt “Dank je wel voor het prettige gesprek.” En: “Je hoort nog van mij.

Vertwijfeld blijf ik achter. Ik ben toch de werkgever die net een sollicitatiegesprek heeft gevoerd?’

 

Ik las het in een ikje in NRC.

Ik kan me goed voorstellen dat je als werkgever verbaasd opkijkt als het je overkomt. En dat je vertwijfeld achterblijft. Zeker als je die ervaring nog niet eerder hebt gehad.

Maar andere tijden, andere manier van denken over baanverwerving. Het is niet langer alleen de werkgever die het voor het zeggen heeft in een selectieproces.

Zeker nu, met de krapte op de arbeidsmarkt.

Als werk- of opdrachtnemer is het dan ook goed om je te realiseren wat je waard bent op de arbeidsmarkt en dat een werk- of opdrachtgever blij mag zijn als je voor hem of haar wilt komen werken.

In plaats van dat jij in je handjes mag klappen dat je geselecteerd bent voor de vacante functie.

 

Andere manier van denken over baanverwerving

 

Traditioneel solliciteren versus de Meer Waarde Benadering

 

Zoeken naar vacatures of je inschrijven bij een werving- en selectiebureau of een recruiter; het zijn voor mij voorbeelden van traditionele baanverwerving.

Je stelt je afhankelijk op van anderen. Of je nu reageert op een vacature met het schrijven van een sollicitatiebrief of het gesprek aangaat met een recruiter of een medewerker van een werving- en selectiebureau.

De ander heeft het voor het zeggen of jij uitgenodigd wordt voor een gesprek. Of voor een vervolggesprek, als je bij een eerste gesprek een goede indruk hebt gemaakt.

Ook de arbeidsvoorwaarden worden voor je bepaald en het is voor jou nog afwachten in hoeverre je daarover kunt onderhandelen.

 

Dat wordt anders als je je een andere manier van denken over baanverwerving eigen maakt. En zelf de regie pakt over je loopbaan.

Zoals een van mijn coachklanten op LinkedIn schreef: ‘Gedreven laat ik me niet voor één gat vangen en ga ik zelf op onderzoek uit.

De Meer Waarde Benadering, zoals beschreven in mijn boek WAT WIL IK NU ECHT? is gestoeld op die andere manier van denken.

In die andere manier van denken over baanverwerving ben je niet langer afhankelijk van vacatures, recruiters of een werving- en selectiebureau.

Dat betekent dat je vele malen meer informatiebronnen tot jouw beschikking hebt dan bij de traditionele baanverwerving.

En afwachten tot je uitgenodigd wordt voor een gesprek, dat doe je niet. Nee, je arrangeert zelf je gesprekken. En zoals in het ikje verwoord, jij laat nog wel horen of een vervolggesprek voor jou al dan niet de moeite waard is.

 

 

Zelf je onderzoek doen naar waar mensen zoals jij nodig zijn

 

Gesprekken aangaan bij organisaties die interessant voor je zijn. Omdat zij matchen met waar jij een bijdrage aan wilt leveren.

Bij het doen van je onderzoek voer je gesprekken om helder te krijgen wat jouw toegevoegde waarde kan zijn voor organisaties. Of anders gezegd: voor welke problemen van werkgevers jij de oplossing bent.

Je onderzoekt vanuit jouw kracht, wetend welke waarde jij levert met jouw kwaliteiten, of je waarde kunt toevoegen aan een specifieke organisatie.

En niet onbelangrijk, of de betreffende organisatie qua werkomgeving bij je past.

 

Ik vind het dan ook heel krachtig als je, je bewust bent van wat je te bieden hebt op de arbeidsmarkt en zelfverzekerd een dialoog kunt voeren met een potentiële werkgever.

En je door het stellen van goede vragen aan de weet kunt komen wat je weten wilt en daarbij vol zelfvertrouwen de regie houdt.

 

Dat is totaal anders dan hopen dat je uitgenodigd wordt voor een sollicitatiegesprek, hopen dat je door mag naar de volgende ronde en hopen dat je geselecteerd wordt voor de vacante functie.

En dan nog maar hopen dat de baan is wat je ervan had verwacht.

 

 

 

Wil jij je die andere manier van denken over baanverwerving eigen maken?

Zelf de regie pakken over je loopbaan?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT?

 

En schat je bij voorbaat in, dat je wel wat hulp kunt gebruiken bij het vinden of creëren van voor jou waardevol werk?

Neem contact met me op. Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Hoe de bouwstenen van een strategisch loopbaanplan overeenkomen met de elementen van een ondernemingsplan

 

In hoeverre is de Meer Waarde Benadering, zoals beschreven in het boek ‘Wat wil ik nu echt?‘, ook toepasbaar bij het vinden van inhuuropdrachten en op termijn bij het starten van een eigen bedrijf?

Voor Niels, een van mijn coachklanten, was dat een vraag waar hij graag een antwoord op had.

Varianten op die vraag worden mij ook met regelmaat gesteld in oriënterende gesprekken voor een individueel loopbaantraject. “Misschien wil ik iets voor mezelf. In hoeverre helpt de Meer Waarde Benadering me dan om te realiseren wat ik voor ogen heb?”

Wist je, dat het voor de aanpak eigenlijk geen verschil maakt of je op zoek bent naar een baan in loondienst of dat je iets voor jezelf wilt beginnen?

En dat de elementen van een strategisch loopbaanplan overeenkomen met de elementen van een ondernemingsplan?

Als je op basis van de Meer Waarde Benadering de bouwstenen hebt verzameld voor jouw strategisch loopbaanplan, dan heb je ook de bouwstenen voor jouw ondernemingsplan.

 

Waarom een strategisch loopbaanplan eigenlijk hetzelfde is als een ondernemingsplan

 

Een ondernemingsplan; strategische management planning met betrekking tot een eigen onderneming

 

In een ondernemingsplan zet je je plannen op een rij met betrekking tot de door jou te starten onderneming. Ook beschrijf je de strategie die je gaat volgen om succesvol vorm en sturing te geven aan je business.

Een ondernemingsplan is een persoonlijk document. Er is geen bepaalde standaard. Wel zijn er bepaalde elementen die steeds terugkomen in een ondernemingsplan.

Je beantwoordt bijvoorbeeld vragen als: Wat wil ik precies gaan doen? Waar ga ik me vestigen? Welke rechtsvorm kies ik? Is er een markt voor mijn product en hoe kom ik aan klanten? Hoeveel geld heb ik nodig om mijn plannen van de grond te krijgen?

 

 

Meer Waarde Benadering; strategische management planning met betrekking tot jezelf

 

Sturing geven aan je loopbaan met de Meer Waarde Benadering is een managementproces.

Sturing geven aan dat proces vraagt management planning. Om dat vooruitziend beleid uit te kunnen stippelen heb je veel informatie nodig; informatie over jezelf en informatie over de arbeidsmarkt.

Sturing geven aan je loopbaan met de Meer Waarde Benadering is strategische management planning.

Wil je namelijk succesvol vorm en sturing geven aan je loopbaan, dan heb je een goede strategie nodig.

 

 

Parallellen tussen een ondernemingsplan en een strategisch loopbaanplan

 

De Meer Waarde Benadering als loopbaanstrategie is in essentie niet anders dan wanneer een ondernemer zijn product of dienst in de markt wil zetten.

Wil je als ondernemer succesvol zijn, dan moet je weloverwogen je product of dienst en je marketingstrategie bepalen.

Voor jou als baanzoeker is dat niet anders.

 

 

Hoe de bouwstenen van een strategisch loopbaanplan overeenkomen met de elementen van een ondernemingsplan

 

1.   Persoonlijke eigenschappen en vaardigheden

 

In een ondernemingsplan:

Wat zijn jouw persoonlijke eigenschappen en vaardigheden als ondernemer? Wat maakt jou met name geschikt voor het ondernemerschap?

Welke kwaliteiten heb je zelf en welke kwaliteiten zou je misschien aanvullend in moeten huren om succesvol te zijn als ondernemer?

 

In een strategisch loopbaanplan:

Waar ben jij met name goed in?

Wat is jouw top vijf; de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in het werk dat je doet en waarin je relatief ook het beste bent?

Welke kwaliteiten moet je eventueel nog verder ontwikkelen om het voor jou ideale werk te realiseren?

 

2.   Jouw persoonlijke missie en met name jouw missie met betrekking tot werk

 

In een ondernemingsplan:

Waarom start je dit bedrijf? Wat denk je ermee te bereiken? Wat is jouw missie en wat zijn jouw doelen met het bedrijf?

Waarom wil je juist nu starten met het ondernemerschap?

 

In een strategisch loopbaanplan:

Wat betekent werk voor jou? En welke bijdrage wil jij leveren met het werk dat je doet?

Hoe verhoudt je werk zich tot andere zaken die belangrijk voor je zijn?

Uitgaande van jouw persoonlijke missie met betrekking tot werk, welke kwaliteiten van jezelf wil je dan met name inzetten in het werk dat je doet?

 

3.   Problemen waarvoor jij de oplossing bent

 

In een ondernemingsplan:

Hoe omschrijf je de huidige situatie van jouw klanten of opdrachtgevers? Tegen welke problemen lopen zij aan? Hoe gaan zij daar nu mee om?

Hoe kun je jouw beweringen staven met feiten?

 

In een strategisch loopbaanplan:

Voor welke problemen van werkgevers ben jij de oplossing?

Waar liggen behoeftes op de arbeidsmarkt? Welke professionals zijn er met name nodig, mede gezien de ontwikkelingen?

Heb je daarnaar je onderzoek gedaan?

 

4.   Omschrijving van jouw product of jouw dienst

 

In een ondernemingsplan:

Welke oplossing draag jij aan voor het probleem dat jij (bij punt 3) hebt geïdentificeerd en waarvoor jij met jouw onderneming de oplossing bent?

Wat wil je met jouw dienst of product bereiken en hoe verloopt dat proces?

 

In een strategisch loopbaanplan:

Wat is het product dat of de dienst die jij in de markt wilt zetten? Ook al werk je in loondienst?

Hoe ziet het profiel van het voor jou ideale werk eruit? Wat is jouw werkprofiel?

 

5.   Jouw afzetmarkt

 

In een ondernemingsplan:

Waar zit men te wachten op jouw product of jouw dienst? Waar liggen met name kansen? Hoe ziet jouw afzetmarkt eruit?

 

In een strategisch loopbaanplan:

Waar is er behoefte aan mensen zoals jij?

Waar spelen daadwerkelijk de problemen waarvoor jij de oplossing bent en welke organisatie matcht met het profiel van het voor jou ideale werk?

 

6.   De concurrenten in kaart

 

In een ondernemingsplan

Met wie ga je de concurrentie aan? Wat doe jij anders dan je concurrenten of wie ben jij anders dan je concurrenten?

Wat zijn jouw Unique Selling Points (USP’s)?

 

In een strategisch loopbaanplan:

Hoe verhoudt wat jij te bieden hebt zich tot jouw concurrenten?

Hoe onderscheid jij je van hen? Wat zijn jouw unieke verkooppunten, jouw Unique Selling Points (USP’s)?

 

7.   Je marketingplan

 

In een ondernemingsplan:

Hoe ga je je product of dienst daadwerkelijk in de markt zetten? Hoe ga je je product of dienst promoten? En hoe gaat je marketingplan er uit zien?

 

In een strategisch loopbaanplan:

Hoe ziet jouw actieplan eruit, zodat je het werk realiseert dat je voor ogen hebt?

Welke organisaties ga je benaderen en hoe ga je dat vervolgens doen?

 

 

Kortom:

Heb je aan de hand van de Meer Waarde Benadering de bouwstenen voor jouw strategisch loopbaanplan helder in beeld?

Dan heb je ook de essentiële elementen voor jouw ondernemersplan in kaart.

 

 

Wil jij leren hoe je als een ondernemer werk maakt van (ander) werk, ook al werk je in loondienst?

Lees mijn boek Wat wil ik nu echt?

Schat je bij voorbaat in dat je daarbij wel wat hulp kunt gebruiken? Neem contact met me op voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Waarom een hoog ZQ nodig is om succesvol te zijn in je loopbaan

 

Succesvol zijn in je loopbaan; een kwestie van ontwikkelbereidheid en aanpassingsvermogen, stelde ik in een van mijn vorige artikelen.

De arbeidsmarkt en de banen/functies zijn onderhevig aan snelle veranderingen. Daardoor zul je als werkende vaker geconfronteerd worden met transities. Bovendien ontwikkel je je ook als mens en als professional, waardoor het kan zijn dat bepaald werk of een bepaalde functie op een gegeven moment niet goed meer bij je past.

Je bent steeds meer zelf verantwoordelijk voor het vormgeven van je loopbaan. Wil je goed voorbereid zijn op de veranderingen op de arbeidsmarkt, dan moet je proactief en strategisch loopbaangedrag kunnen laten zien.

De kansen op succesvol zijn in je loopbaan zijn groter als je zelf stappen kan zetten in je werk, die zowel van waarde zijn voor jezelf als voor anderen. Bijvoorbeeld de organisatie waarvoor je werkt of wilt werken.

Zelf die stappen kunnen zetten vraagt een hoog Zelfsturing Quotiënt, een hoog ZQ.

 

Succesvol zijn in je loopbaan

 

Intelligentie Quotiënt (IQ) en Emotioneel Quotiënt (EQ)

 

Is het ZQ het nieuwe IQ? las ik op de site van Noloc, de beroepsvereniging van loopbaanprofessionals en jobcoaches. Marinka Kuijpers, bijzonder hoogleraar Open Universiteit en directeur Loopbaangroep, schreef er een artikel over.

Mensen met een hoog IQ kunnen kennis beter en op een hoger niveau benutten. In een kennissamenleving hebben mensen met een hoog IQ een voorsprong op anderen. Overigens wil een hoog IQ nog niet zeggen dat je ook een hoog EQ hebt, dat je ook emotioneel intelligent bent.

Waar het Intelligentie Quotiënt iets zegt over je intellectuele capaciteiten, zegt het Emotioneel Quotiënt iets over de mate waarin je emoties kunt aanvoelen, verwerken en reguleren. Daarbij kun je zowel denken aan emoties van jezelf als van anderen.

Een hoog EQ wijst op interpersoonlijke en intrapersoonlijke vaardigheden die helpen om betere beslissingen te nemen met betrekking tot jezelf en anderen.

Daarbij hebben interpersoonlijke vaardigheden te maken met hoe je omgaat met andere mensen en je vermogen om je aan te passen aan de sociale context. Terwijl intra persoonlijke vaardigheden iets zeggen over je zelfbewustzijn, zelfmanagement (zelfbeheersing en controle over eigen emoties), aanpassingsvermogen, doelgerichtheid en optimisme.

 

 

Naast Intelligentie Quotiënt en Emotioneel Quotiënt wordt het Zelfsturing Quotiënt steeds belangrijker

 

Door internet is het voor iedereen makkelijker om kennis op te doen. En met behulp van Artificiële Intelligentie die ook door te geven aan anderen.

Maatschappelijk gezien is het resultaat van die ontwikkelingen een nivellering van macht door kennis. En een verschuiving van het belang van beschikken over kennis naar kunnen sturen; sturen op welke kennis je waar en waarvoor wilt ontwikkelen en inzetten.

Loopbaansucces hangt daarbij af van de inzet van persoonlijke kwaliteiten voor de behoeften van de omgeving.

Het Zelfsturing Quotiënt (ZQ) zegt dan iets over de mate waarin je in staat bent tot zelfsturing vanuit persoonlijke kwaliteiten en waarden om van waarde te zijn voor de omgeving. Voor de privéomgeving, leer- en werkomgeving in het bijzonder en de samenleving als geheel.

 

 

Een ZQ is beter te ontwikkelen dan een IQ

 

Door flink te oefenen met wat in IQ tests gemeten wordt, kun je je IQ een beetje opvijzelen.

Voor zover ik weet, zijn er nog geen tests om je ZQ te meten. Wat ik wel weet en in mijn coachtrajecten steeds weer ervaar, is dat zelfsturing een vaardigheid is die je goed kunt ontwikkelen.

Sterker nog, mijn aanpak in coachtrajecten en zoals beschreven in mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ is juist gericht op de ontwikkeling van die zelfsturing. Zodat je vanuit een visie op jouw toekomst om kunt gaan met onzekerheden op de arbeidsmarkt, tijdig bij kunt sturen, jouw koers uit kunt stippelen en waardevol werk kunt realiseren. Niet alleen waardevol voor jezelf, maar ook economisch gezien.

 

 

Tot slot

 

Wil je de vaardigheden ontwikkelen die je nodig hebt om proactief loopbaangedrag te laten zien en strategisch met je loopbaan om te gaan?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt? ‘. Met mijn boek kun je je die vaardigheden eigen maken. Heb je die eenmaal in je vingers, dan kun je je vrijelijk bewegen op de arbeidsmarkt en tijdig bijsturen als dat nodig is.

Ik hoor dat vaak van mijn coachklanten: ‘Ik weet nu hoe het werkt. Mocht mijn project afgerond zijn, mijn functie komen te vervallen of ik uitgekeken raken op mijn werk, dan weet ik wat me te doen staat.’

 

Schat je bij voorbaat in dat je wel wat begeleiding kunt gebruiken om loopbaanvaardigheden en zelfsturing te ontwikkelen?

Lees mijn aanbod over individuele loopbaancoaching.