Deel 1 uit een serie van drie artikelen over het destilleren van persoonlijke kwaliteiten uit je levensverhalen

 

  • Heb jij scherp voor ogen wat je op de arbeidsmarkt te bieden hebt?
  • Weet jij wat je onderscheidt van je concurrenten?
  • Weet jij hoe je levensverhalen je kunnen helpen om je te profileren voor een baan?

 

Een goede voorbereiding is het halve werk als je fijn werk wilt vinden en krijgen, schreef ik in een vorig artikel.

Deel van die goede voorbereiding is het in kaart brengen van jouw persoonlijke kwaliteiten en van wat jij dus op de arbeidsmarkt te bieden hebt.

Schrijven van levensverhalen kan je daarbij helpen. In mijn vorig artikel gaf ik dat al aan.

Heb je nog geen levensverhalen geschreven, maar voel je je inmiddels uitgedaagd om dat wel te gaan doen? Lees mijn stappenplan.

 

In een serie van drie artikelen, waarvan hier het eerste artikel, laat ik je zien hoe je persoonlijke kwaliteiten kunt destilleren uit jouw verhalen. En hoe je levensverhalen je dus helpen om scherp te krijgen wat jij op de arbeidsmarkt te bieden hebt.

 

Kwaliteiten destilleren uit levensverhalen

 

Persoonlijke kwaliteiten destilleren uit levensverhalen

 

‘Destilleren’ klinkt in dit verband misschien wat vreemd in je oren, maar toch geeft het begrip ‘destilleren’ goed aan waarover het gaat.

Volgens Wikipedia is destillatie een techniek om door middel van verdamping twee of meer stoffen in een oplossing te scheiden, gebaseerd op het verschil in kookpunt van deze stoffen.

Schrik niet, je hoeft geen laboratorium in te gaan richten en ook koken is er niet bij.

Wel gaan we bij het werken met levensverhalen meerdere componenten uit een mengsel van elkaar scheiden.

Het gaat om het geheel aan persoonlijke kwaliteiten dat jouw ervaring tot een succeservaring heeft gemaakt. Het is de moeite waard om daaruit  jouw specifieke persoonlijke kwaliteiten te destilleren, zodat  deze zichtbaar en benoembaar worden.

 

Voordat je daadwerkelijk aan de slag gaat met het benoemen van jouw persoonlijke kwaliteiten wil ik je zicht geven op wat we bij MEER WAARDE IN WERK onder persoonlijke kwaliteiten verstaan.

 

 

Bij persoonlijke kwaliteiten kun je denken in categorieën

 

‘Kwaliteiten’ is een veelomvattend begrip. Het staat voor alles wat jij te bieden hebt. Om je te helpen het volledige bereik van je kwaliteiten te ontdekken is het goed om te denken in categorieën.

 

Bij MEER WAARDE IN WERK delen we persoonlijke kwaliteiten in, in drie hoofdgroepen:

1. basisvaardigheden;

2. specifieke vaardigheden;

3. persoonskenmerken of karaktertrekken.

 

Ad 1. Basisvaardigheden

Basisvaardigheden kun je zien als de gereedschappen van het dagelijks leven. Je leert ze al heel vroeg en als je ouder wordt zijn ze vanzelfsprekend. Voorbeelden zijn lezen, schrijven, autorijden, plannen en prioriteiten stellen. Hoewel iedereen deze basisvaardigheden routinematig gebruikt, zijn ze als kwaliteit zeker wel van betekenis.

 

Ad 2. Specifieke vaardigheden

Specifieke vaardigheden zijn verworven door studie of door werkervaring. Ze zijn vaak ingewikkeld, bijvoorbeeld het programmeren van computers, het  beoordelen van creditrisico’s of kennis van financiële markten. Meestal hebben ze ook een eigen vaktaal.

In elke baan en door levenservaring ontwikkel je een aantal van deze vaardigheden. Het is mijn ervaring dat coachklanten vaak verrast zijn te ontdekken dat ze veel meer specifieke vaardigheden bezitten dan ze dachten.

 

Ad 3. Persoonskenmerken of karaktertrekken

Persoonskenmerken beschrijven de manieren waarop jij je gedraagt of de manier waarop jij je aanpast aan je omgeving. Als mensen je omschrijven als enthousiast, zorgzaam, vasthoudend of onafhankelijk, dan beschrijven ze je persoonskenmerken.

Het zijn meestal eigenschappen, die je al heel jong laat zien en die door de tijd hetzelfde blijven.

Het is niet altijd gemakkelijk om je eigen karaktertrekken te definiëren.  Vaak voelen we ons van binnen anders dan dat we ons naar de buitenwereld presenteren. Iemand die zich verlegen voelt bijvoorbeeld, hoeft niet verlegen over te komen bij anderen. Ook voelen persoonskenmerken vaak als zo eigen aan wie je bent, dat je ze zelf niet meer onderkent als kwaliteit.

Door deze categorie kwaliteiten toe te voegen verbreed je je omschrijving van kwaliteiten en je voegt een dimensie en kleur toe aan je zelfportret.

 

 

In het volgende artikel lees je meer over de kunst om met andere ogen naar jouw succesverhalen te kijken en de kunst van het specifiek benoemen van jouw persoonlijke kwaliteiten.

 

 

 

Wil je in een oriënterend gesprek je vragen met betrekking tot je loopbaan aan me voorleggen ? Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail me ([email protected]) voor het maken van een afspraak.

 

 

 

 

Wat je levensverhaal je kan leren over je toekomst 

 

Ik heb een afspraak met Mischa. Ons tweede coachgesprek alweer. Wat een ontwikkeling heeft ze sindsdien al doorgemaakt. Ons oriënterend gesprek herinner ik me nog goed. Naar haar gevoel was het algehele malaise. Tijd voor iets anders, maar wat? Bovendien, wat zou ze kunnen? De toekomst was voor haar één groot vraagteken.

Ook al wist Mischa nog niet wat dat andere zou kunnen zijn, de antwoorden op haar vragen droeg ze bij zich. Maar zij realiseerde zich dat niet.

Zij heeft namelijk de sleutel tot een unieke opslagplaats van waardevolle gegevens. Het is de kunst om die opslagplaats te openen en de waardevolle gegevens eruit te halen. Als coach kan ik haar daarbij heel goed helpen. En zo, eigenlijk net als een beeldhouwer, expliciteren wat er al is.

 

Dat kan, door te werken met levensverhalen, een belangrijk onderdeel van de Meer Waarde Benadering.

 

hoe je levensverhaal de brug vormt naar jouw betekenisvolle toekomst photo credit: Dougtone

 

Werken met levensverhalen

 

Levensverhalen gaan over specifieke herinneringen. Je ziet het duidelijk voor je en denkt met plezier terug aan wat je toen deed. Het zijn jouw succesverhalen. Elk verhaal werk je uit en leg je vast op een stuk papier of op je tablet. Hoe je die verhalen het beste kunt schrijven kun je lezen in mijn stappenplan. Daarover straks meer.

Al schrijvend zul je voelen waar jij warm voor loopt. Dat bedoel ik niet alleen figuurlijk, maar zelfs letterlijk. Je zult ervaren dat je hart bij sommige verhalen sneller gaat kloppen. Je krijgt een blos op je wangen en je voelt dat je spieren ontspannen of juist aanspannen, omdat je jezelf bijvoorbeeld overwon.

Dat effect zal sterker zijn naarmate je je verhaal specifieker maakt. Psychologisch gezien is dat goed te verklaren. Als het je lukt om in je herinnering de film terug te draaien en weer af te spelen, dan beleef je je ervaringen opnieuw. Met alle gewaarwordingen van dien. Je ziet het weer voor je en je voelt weer hoe het voelde. Misschien ruik je zelfs de geuren.

Ik herinner me een eigen levensverhaal, met als titel ‘Handgeweven, Marlène Langbroek’. Een verhaal over het spinnen en verven van wol en vervolgens het weven van een jasje. Al schrijvend rook ik de lucht van de ongewassen wol en voelde ik het wolvet tussen mijn vingers.

 

Bepaalde verhalen zullen het eerst opborrelen in je herinnering en dat is niet voor niets. Wellicht zijn dat verhalen die, zij het misschien nog onbewust, grote impact op je leven hebben gehad of anderszins je leven heel erg kleuren. Een van mijn coachklanten noemde het ‘sleutelverhalen’.

Die sleutelverhalen kunnen een ander licht werpen op je motieven of drijfveren. Voor jou zelf kunnen ze een verklaring geven waarom je bepaalde keuzes maakt of de dingen doet zoals je ze doet. Zo word je je bewust van wat je werkelijk drijft en van wat jij met name in de wereld wilt zetten.

 

Door je verhalen zul je ook ervaren waar jij goed in bent, waar jouw kracht ligt. In jouw levensverhalen komen jouw kwaliteiten boven drijven. Je zult ontdekken dat het er heel wat zijn. Iedereen heeft zijn kwaliteiten, ook al zie je die zelf misschien nog niet direct.

Een ander kan je daarbij helpen en je wijzen op kwaliteiten die je zelf nog niet ziet. Zo verging het ook Mischa. Eigenschappen en vaardigheden kunnen zo van jezelf zijn, dat je ze niet meer onderkent en als gewoon ervaart. Maar zo gewoon zijn ze vaak niet.

Misschien zijn er ook wel kwaliteiten die je eerder als last ervaart, dan dat je er blij mee bent. Temeer omdat je merkt dat je met regelmaat in je valkuilen schiet. Die minder goede kant kunnen we in de coaching goed oppakken.

 

Door te werken met levensverhalen kun je aan den lijve en in je lijf ervaren waar je goed in bent. Bovendien kun je dat staven met eigen voorbeelden uit jouw eigen levensverhaal. Dat geeft kracht, want mede naar aanleiding van het werken met de verhalen heb jij ervaren wat jouw toegevoegde waarde is.

Op grond van jouw levensverhaal ben je je nog meer bewust van wat jou drijft en voel je verbondenheid met hoe jij van betekenis wilt zijn voor de samenleving. Daardoor kun je anderen daarvan overtuigen en je ideaal realiseren.

 

Zo vormen levensverhalen een betekenisvolle brug naar de toekomst. Een uitdaging om ermee aan de slag te gaan.

 

 

Wil je alvast een start maken met het schrijven van levensverhalen?

 

Hierbij mijn stappenplan:

 

Stap 1

Begin met het ophalen van specifieke herinneringen toen je bij iets was betrokken dat je je vrij duidelijk en met plezier herinnert. Denk aan perioden van vrij zijn, leren, studeren, werken. Zo mogelijk herinneringen uit iedere levensfasen. Bijvoorbeeld leren fietsen, een uitgave van je clubblad verzorgen, onderhandelen over een aankoop of over een contract, een teamvergadering voorzitten, zitting nemen in een discussiegroep of denktank.

 

Stap 2

Leg die herinneringen vast op een stuk papier of op je tablet. Schrijf op wat er in je opkomt. Let niet op belangrijkheid of speciale betekenis. Je ervaringen kunnen algemeen bekend zijn of vertrouwelijk, objectief waarneembaar of introspectief. Maak je lijst snel en zo lang als je kunt. Gebruik eenvoudig een sleutelwoord of een korte zin om je die ervaring voor de geest te halen.

 

Stap 3

Neem nu tijd om het hele verhaal van één van deze levenservaringen op te schrijven. Kies het verhaal dat je het meeste aanspreekt als je begint te schrijven. Bekommer je niet om een tijdsvolgorde. Denk vooral aan het beantwoorden van de drie HOE vragen:

  1. Hoe raakte ik betrokken? Eén of twee zinnen is voldoende.
  2. Hoe handelde ik destijds? In detail uitwerken; het grootst deel van je verhaal gaat over hoe jij te werk ging.
  3. Hoe voelde ik mij daarbij? Eén of twee zinnen zijn weer voldoende.

Houd het schrijven eenvoudig, maar levendig en gedetailleerd. Schrijf alsof je deze gebeurtenissen herbeleeft.

 

Stap 4

Heb je eenmaal één levensverhaal geschreven, ga dan door met schrijven. Schrijf een verhaal over een ervaring in je vrije tijd, een verhaal over een leer- of studiemoment en nog een over een werkervaring. Blijf de komende dagen/weken schrijven tot je 6 of 8 verhalen hebt.

 

 

Destilleren van persoonlijke kwaliteiten uit levensverhalen

 

In een serie van drie artikelen lees je meer over het destilleren van kwaliteiten uit jouw levensverhalen.

Het eerste artikel geeft je zicht op wat we bij MEER WAARDE IN WERK onder kwaliteiten verstaan en hoe je door te denken in categorieën het volledige bereik van je kwaliteiten kunt ontdekken.

In het tweede artikel laat ik je zien waarom het identificeren en benoemen van eigen persoonlijke kwaliteiten een hele kunst is. Maar, ik geef je handreikingen hoe je die kunst in de vingers kunt krijgen.

Een stappenplan om daadwerkelijk aan het werk te gaan met het benoemen van je persoonlijke kwaliteiten uit eigen levensverhalen, geef ik je in een derde artikel.

 

 

 

In hoeverre heb jij ervaring met het schrijven van levensverhalen om te komen tot een antwoord op je loopbaanvraag? Wat heeft het schrijven je opgeleverd? Wil je dat delen? Ik lees het graag.

 

 

 

 

Waarom we vaker moeten vragen ‘waarom?’ 

 

In het NRC van dinsdag 10 januari las ik een artikel van Harry Starren met als onderwerp
‘Waarom….. we vaker moeten vragen: waarom? “Goede adviseurs stellen de waarom-vraag vermomd in eindeloze herhaling. Coaches doen het ook”.

Waarom doen ze dat? Zo vraag je je wellicht af?

 

Ik heb een afspraak met Walter. Zijn arbeidscontract wordt niet gecontinueerd en ik heb met hem een gesprek om samen een  begeleidingstraject uit te stippelen.  

In het gesprek wordt me al snel duidelijk dat er eerst een andere hobbel genomen moet worden. Zijn werkgever heeft hem gevraagd om een berichtje te maken over zijn vertrek, dat de organisatie ingestuurd kan worden.

 

Het geheim van waarom-vragen

 

Walter zit daarmee in zijn maag. Enerzijds wil hij de organisatie niet afvallen en zich negatief uitlaten over de manier waarop hij toch min of meer aan de kant is gezet. Aan de andere kant wil hij trouw blijven aan zichzelf en oprecht communiceren over de reden van zijn vertrek.

Voor Walter is dat een dilemma. Hoe formuleer je zoiets? Al vragen stellend als coach en luisterend naar de antwoorden van Walter ontstaat er een beeld van hoe hij in de organisatie heeft gewerkt, waar hij met name van heeft genoten, waar zijn kracht ligt en wat er veranderd is door de reorganisatie en de functiewijziging.

Daardoor wordt ook helder wat hem belemmerde om optimaal te functioneren en te groeien en te bloeien in de nieuwe functie.

Op basis van de antwoorden van Walter formuleren we een aanzet tot een tekst, die als berichtje op intranet gezet kan worden. Walter is helemaal opgelucht. Hij had er enorm tegen op gezien en zat er mee in zijn maag.

Hij staat versteld van het resultaat en zegt dan ook “het zijn mijn eigen woorden, die ik nu op papier heb staan. Hoe kan het dat ik het zelf niet heb kunnen formuleren?”

 

Ja, hoe kan dat? De antwoorden op de vragen zaten immers al in hem opgesloten. Maar door de vragen zijn ze als het ware eruit gehaald. Dat is nu het mooie effect van het stellen van goede vragen.

 

 

Een vraag, met name ook de ‘waarom-vraag’ doet nadenken

 

Ze brengt je in wezen tot diepere lagen, waarin de antwoorden voor jou nog niet direct te grijpen zijn. Wellicht is het daar voor jou een grote brij waarin nog weinig structuur te ontdekken is.

Waarom spreekt een bepaalde functie je aan? Of waarom wil je iets graag? En waarom ben jij bij uitstek de geschikte kandidaat voor de functie? Of waarom moet de selecteur jou kiezen en niet iemand anders?

Waarom-vragen zijn lang niet altijd gemakkelijk te beantwoorden. Een waarom-vraag roept een rechtlijnig daarom-antwoord op, maar de werkelijkheid is vaak veel complexer.

Heb je eenmaal het voor jou passende antwoord op de vragen gevonden, dan voel je ook de kracht om er vol voor te gaan. Het antwoord geeft je energie en brengt je in beweging.

En het wonderlijke is, dat je het antwoord niet hoeft te bedenken. Zoals aangegeven, het zit al in je. Het is de kunst om dit antwoord naar boven te halen, eruit te halen.

 

 

Verplaats je eens in de rol van een beeldhouwer

 

Het creatieve proces begint al met het uitzoeken van een passend blok steen. Zo’n blok is niet zomaar een steen. Neen, zo’n steen heeft de beeldhouwer al iets te vertellen. Er zit al iets in en het is de kunst om dat eruit te halen.

Ben je daar als beeldhouwer toe in staat, dan ontstaat er iets moois, een werkstuk dat klopt. Een vorm die past bij het verhaal dat in de steen verborgen zit. Daardoor kan wat aanvankelijk gewoon een blok steen was, een prachtig kunstwerk worden.

 

 

In mijn werk als coach is het eigenlijk niet anders

 

De antwoorden op de vragen van de coach liggen opgesloten in de gecoachte zelf. Voor mij als coach de kunst om je te helpen die antwoorden eruit te halen, door het stellen van de juiste vragen. En dan lijken de antwoorden als vanzelf te komen.

Maar je kunt ook jezelf vragen stellen. Reflectie, bewust stil staan bij jezelf, stil staan om diepgang te krijgen en daarna vaart te kunnen maken. Het is de moeite waard om daar aandacht en tijd voor vrij te maken. Het geeft je vleugels, het geeft je energie. En het geeft je antwoorden op vragen waar je anders mee rond blijft lopen en die misschien onoplosbaar lijken.

Heb je de antwoorden op je vragen gevonden, dan kun je je ook overtuigd en overtuigend presenteren en profileren. Je positie thuis en op je werk zal daardoor zeker sterker worden.

 

Wat zijn jouw ervaringen? Ik lees het graag.

 

 

 

 

Hoe je jouw persoonlijke biotoop in kaart brengt, de omgeving waarin jij groeit en bloeit

 

In gesprekken met coachklanten hoor ik geregeld dat ze niet happy zijn met het werk dat ze doen. Ze denken dan al gauw dat ze een andere koers moeten gaan varen, een andere richting in moeten slaan. Toch is dat vaak niet het geval.

Om je goed te voelen in je werk is niet alleen de inhoud belangrijk. Ook de omgeving waarin je werkt en de condities spelen daarbij een rol. Zoals planten een bepaalde omgeving en condities nodig hebben om optimaal te kunnen groeien en bloeien, zo heb jij dat ook. Planten hebben hun biotoop en jij hebt jouw persoonlijke biotoop. En het woord ‘persoonlijk’ zegt het al, die biotoop is voor iedereen verschillend.

 

foto credits: Martin Langbroek

 

Bij een slechte match met je persoonlijke biotoop kom je niet tot bloei.

 

Kijk maar eens naar een plant die op een voor haar verkeerde plek staat. De blaadjes verdrogen of gaan hangen. Als je niet voor andere condities zorgt, dan knakt de stengel of je plant verdroogt of verrot. De groei, de levenskracht gaat eruit. Bij mensen is dat helaas niet anders.

Neem Wouter. Wouter kwam in 2008 bij een nieuwe werkgever in dienst. Erop terug kijkend geeft hij aan, al vanaf het begin niet lekker in zijn vel te hebben gezeten. De cultuur was te bureaucratisch. Te veel vaste procedures, die in zijn ogen beter zouden kunnen. Overal verantwoording van af moeten leggen, te veel ad hoc opdrachten, te ambtelijk, weinig beslissingsbevoegdheid, stroperige communicatielijnen en lange beslissingstermijnen. Allemaal zaken die niet bij Wouter passen.

Wouter kon zijn plek dan ook niet vinden in deze organisatie. Hij kon niet groeien en bloeien. Integendeel, het werk kostte hem veel energie en het werk gaf hem weinig voldoening. Dat werd ook opgemerkt door zijn leidinggevende. In overleg werd zijn contract beëindigd en Wouter doorloopt bij mij nu een outplacementtraject.

Helaas worden we ons vaak pas bewust van wat we nodig hebben om goed te gedijen, als we vertoeven in een omgeving die minder goed bij ons past. Maar het is nooit te laat om bij te sturen. Ik heb dan ook menigeen zien opbloeien na een switch.

 

 

Breng voor jezelf in kaart wat voor jou de omgeving is waarin jij goed gedijt.

 

Hoe ziet jouw persoonlijke biotoop eruit, de omgeving die optimaal bij je past?

Stel jezelf de volgende vragen:

 

Vraag 1: Met wie werk je graag (en met wie niet)?

Schrijf eens op wat voor jou kenmerken zijn van mensen waar jij een voorkeur voor hebt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan kenmerken als ondernemend, creatief, innovatief, op samenwerking gericht, durf om hun nek uit te steken.

Schrijf alles op wat in je opkomt. Het helpt om concrete personen voor de geest te halen. Met welke mensen werk jij prettig? Wat typeert hen?

En wat zijn kenmerken van mensen waar jij een aversie tegen hebt? Zijn dat bijvoorbeeld mensen die egocentrisch zijn, pietluttig of slecht kunnen luisteren?

Heb je al je voorkeuren voor mensen en aversies opgeschreven? Markeer dan de voor jou vijf belangrijkste kenmerken, zowel bij de voorkeuren als bij de aversies. Wat heb je echt nodig en wat moet je beslist vermijden?

 

Vraag 2: Welke werkomgeving vind jij prettig (en welke absoluut niet)?

Voor welke arbeidsomstandigheden heb jij een voorkeur? Houd je bijvoorbeeld van afwisseling qua werkplek en taken? Vind je het fijn om zelf je agenda te kunnen bepalen? Zijn ontwikkelingsmogelijkheden voor jou belangrijk?

En waar heb jij een aversie tegen? Heb je er een hekel aan om over alles verantwoording af te moeten leggen? Vind je het een ramp om steeds weer opgezadeld te worden met ad hoc opdrachten? Of voel je je helemaal opgesloten in een 9-5 cultuur?

Schrijf al je voorkeuren en aversies over arbeidsomstandigheden eens op. Ook bij deze stap markeer je de voor jou vijf belangrijkste. Wat heb je echt nodig en wat moet je vermijden?

 

Vraag 3: Voor welk type organisatie zou jij graag willen werken?

Zijn dat profit-organisaties of heb jij een voorkeur voor non-profit? Werk je het liefst in een productieomgeving of in de dienstverlening? Werk je graag in een dynamische, slagvaardige organisatie? Of bij een internationale organisatie misschien?

Ook hier, waar heb jij een aversie tegen? Een logge organisatie? Een chaotische organisatie, waarin het voortdurend onrustig is omdat er met alle winden wordt meegewaaid? Een ambtelijke, bureaucratische organisatie?

Noteer ook hierbij de kenmerken van organisaties. En highlight de vijf belangrijkste voorkeuren en aversies.

 

Als je je voorkeuren en aversies hebt geïnventariseerd, kun je bepalen wat je echt nodig hebt en wat je moet vermijden.

Dan kun je goed gedijen in je werk. Neem het op in het profiel van het werk dat je zoekt. En neem het mee in je onderzoek naar voor jou passende mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Bij een goede match kun je tot bloei komen.

 

En zo voorkom je dat je, net als Wouter, op een voor jou verkeerde plek belandt. Je wilt toch niet wegkwijnen omdat de omgeving en de condities niet bij jou passen?

 

 

 

 

Op loopbaanadvies.net lees ik, als adviseur, de vraag van Hans. “Ik heb het boek van Marc Schabracq ‘Wat nu?’ gelezen en alle vragen beantwoord. Ik ben niet tot de kern gekomen. Zal ik misschien ook niet toelaten, als ik het alleen moet doen”. Hans vraagt zich af “Wat nu?”.

De ervaringen van Hans zijn geen uitzondering. Veel mensen hebben de hoop dat hun probleem wordt opgelost door het doorwerken van een zelfhulpboek. “Als ik alle opdrachten netjes uitwerk en doe wat er in het boek beschreven staat, dan komt de oplossing vanzelf”. Maar zo werkt het meestal niet. Waarom eigenlijk niet?

 

zelfhulpboek

 

Zelfhulpboeken worden veel verkocht

 

Loop maar eens een willekeurige boekwinkel binnen en kijk eens hoeveel er staan. Voor de meest uiteenlopende problemen is een zelfhulpboek te koop.

Ook over loopbaanvragen zijn er veel boeken te koop. Boeken met veelbelovende titels als ‘In dertig dagen uit je burnout’, ‘Een volle agenda, maar nooit druk’, ‘Aan het werk met je talent en je passie’. Een aanlokkelijk vooruitzicht. Wie wil dat niet? Geen wonder dat die boeken veel worden verkocht.

Als je worstelt met een probleem of vraag, is het heel begrijpelijk dat je in eerste instantie zelf probeert te komen tot een antwoord. Je denkt dan vaak dat een boek daarbij kan helpen. Bovendien is een boek gauw gekocht en sowieso veel goedkoper dan het inhuren van een coach.

Maar loop voor de aardigheid eens naar je eigen boekenkast en kijk eens welke zelfhulpboeken jij hebt staan. In hoeverre heb je ze gelezen? En heb je er ook echt iets mee gedaan?

 

 

Alhoewel zelfhulpboeken veel worden verkocht, wordt er maar bitter weinig echt mee gedaan

 

De onderzoekscijfers zullen je verbazen. Wist je dat maar 70% van de gekochte zelfhulpboeken daadwerkelijk gelezen wordt? En sterker nog, dat 95% van de lezers kennelijk niets doet met de inhoud? Misschien hoor jij bij die uitzonderlijke 5%. Als dat zo is, mijn compliment!

Maar heeft het bij jou gewerkt, is jouw probleem opgelost met het doorwerken van een boek? Heb je een antwoord gekregen op jouw vraag? Of verging het je zoals Hans? Of Michiel, nu een van mijn coachklanten.

In ons oriënterend gesprek vertelde Michiel mij zijn verhaal.

Michiel heeft het hele boek van Bolles “Welke kleur is jouw parachute?” doorgeploegd en alle opdrachten keurig uitgewerkt. Heel consciëntieus is hij met het boek aan de gang geweest. Hij heeft voor zichzelf al heel wat op een rij gezet, maar komt er alleen niet uit. Hij heeft nog geen antwoord op zijn loopbaanvraag en krijgt in zijn eentje niet helder wat hij nu echt wil.

 

 

Ook al is een zelfhulpboek theoretisch goed onderbouwd, de praktijk is vaak complexer dan de theorie

 

In een boek worden thematieken vaak rechtlijnig voorgesteld: werk de opdrachten uit, dan kom je als vanzelf tot het antwoord op je vraag.

Maar de weg is vaak niet zo rechtlijnig als wordt gedacht. En achter één vraag zitten vaak verschillende deelvragen, met voor iedereen weer andere accenten. Maar zelden sluit een boek dan ook aan op jouw specifieke, persoonlijke vraag.

Bovendien helpt een zelfhulpboek vooral om in dialoog te gaan met jezelf. Als je dat al kunt, want het is niet gemakkelijk om kritisch het gesprek aan te gaan met jezelf. Een boek geeft geen feedback en vraagt niet door. Het confronteert je ook niet met tegenstrijdigheden in jouw verhaal.

Daardoor loop je het risico te blijven hangen in het beeld dat jij van jezelf hebt. Je onderkent je eigen valkuilen en blinde vlekken niet. Zoals Hans het zo helder aangaf in zijn vraag “Zal ik misschien ook niet toelaten, als ik het alleen moet doen”. Wellicht een heel terechte opmerking van Hans, een opmerking die overigens wel getuigt van zelfkennis.

Het gevolg is dan ook vaak dat je niet echt in beweging en tot een oplossing komt met alleen het werken met een zelfhulpboek. Daarvoor zijn ook gesprekken met anderen nodig, de externe dialoog. Zoals Marlies, een van mijn studenten, het zo mooi verwoordde: “Achteraf moet ik zeggen dat mijn eigen gedachten en diverse gesprekken met anderen toch meer hebben opgeleverd dan het boek ‘Alles over loopbaanplanning’”.

 

 

Helpt een zelfhulpboek dan helemaal niet?

 

Een zelfhulpboek kan zeker wel een beetje helpen, maar stel je er niet teveel bij voor. Het is een eerste stap. Ga daarnaast gesprekken aan met anderen. Kom je er dan nog niet uit, raadpleeg dan een professional. Voor loopbaanvragen is dat een loopbaancoach.

 

Wat zijn jouw ervaringen met zelfhulpboeken en wil je ze delen? Ik zie je reacties graag tegemoet.