Tag Archief van: richting bepalen

Visualisatieoefeningen die je helpen om je een voorstelling te maken van wat jij in je leven wilt brengen

 

Visualiseren; je een beeld vormen van iets, je voorstellen hoe iets eruit kan zien, iets zichtbaar maken.

Je denkt misschien dat het bij visualiseren met name gaat om het zien. Maar dat is niet het geval.

Het woord visualiseren wordt vaak gebruikt in de zin van het inzetten van je verbeeldingskracht. Dat wordt ook wel imagineren genoemd. Dat klinkt een beetje archaïsch, maar imagineren is duidelijk een wat ruimer begrip dan visualiseren.

Bij imagineren wordt niet alleen een beroep gedaan op het zien, maar bijvoorbeeld ook op het horen, het voelen, het ruiken. Misschien zelfs het motorisch aspect.

Beide begrippen worden door elkaar gebruikt.

In mijn artikel reik ik je in aansluiting op een van mijn vorige artikelen een tweetal visualisatieoefeningen aan. Bij die oefeningen wordt niet alleen een beroep gedaan op het zien, maar ook andere zintuigen worden erbij betrokken.

 

 

Visualiseren is niets nieuws

 

Eigenlijk doe je dat dagelijks, maar meestal niet bewust.

Je maakt je een voorstelling van wat je wilt bereiken alsof het al werkelijkheid is. Bijvoorbeeld een gerecht dat je wilt maken, een taart die je wilt bakken, een feest dat je wilt geven, een klimrek dat je wilt timmeren, een zolder die je wilt verbouwen.

Je hebt alle kans dat je bijvoorbeeld het gerecht al voor je ziet. Dat je ruikt hoe het ruikt en dat je proeft hoe het smaakt. Misschien loopt het water je zelfs al in de mond als je eraan denkt.

Voor dat soort visualisaties heb je geen visualisatieoefeningen nodig. Dat doe je als vanzelf. Je bent er ook niet bewust mee bezig. De beelden, geuren en smaken dringen zich als vanzelf aan je op.

 

 

Visualiseren aan de hand van visualisatieoefeningen

 

Als je visualiseren als techniek gebruikt om je voor te stellen wat je in jouw leven wilt brengen, bijvoorbeeld jouw ideale werk, dan doe je dat heel bewust.

Je gaat er dan echt voor zitten. Je zorgt op de een of andere manier dat je je ontspannen voelt. En met behulp van je verbeelding maak je een plaatje van wat je wenst. Met als doel het gewenste daadwerkelijk in je leven te brengen. Daarin doen zoveel mogelijk zintuigen mee.

Dat kun je zelf doen aan de hand van visualisatieoefeningen. Bijvoorbeeld de oefening Twintig jaar na nu, die ik verderop in mijn artikel beschrijf.

 

Visualisatieoefeningen kunnen ook het karakter hebben van een geleide fantasie.

Bij een geleide fantasie laat je je meenemen in het verhaal dat iemand vertelt en je stelt je voor hoe dat is.

Aan de hand van het verhaal, laat je beelden, gevoelens, geuren, geluiden opkomen.

 

 

Een tweetal voorbeelden van visualisatieoefeningen

 

De eerste oefening is een creatieve schrijfopdracht. De tweede oefening is een afgeleide van een geleide fantasie, zoals ik die ook gebruik in de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’.

 

1. 20 jaar na nu

Plaats jezelf in de toekomst. Stel je voor, het is 20 jaar na nu. Je zit aan je kop koffie en op je tablet lees je de krant. En ja…………….. jouw naam kopt in de krant. Onder de kop een artikel over jou. Het verhaal gaat over jouw prestaties, jouw bijdragen, waar het gebeurde en wat dat wat jij gedaan hebt betekent voor andere mensen. Er staan ook uitspraken in van jou, je vrienden, je collega’s.

 

Neem een leeg vel papier en schrijf erboven: ‘Twintig jaar na nu’, gevolgd door de kop van je artikel.

Als je tevreden bent met je kop, veronderstel dat die kop de aandacht trekt van duizenden lezers.

Nu, geef ze het verhaal. Schrijf in het artikel alles dat je maar waar wilt maken in de komende twintig jaar. Vergeet om realistisch of pragmatisch te zijn. Droom, fantaseer, schrijf wat je wilt. Neem net zoveel ruimte als je wilt.

 

Als je klaar bent, herlees je verhaal en geniet ervan.

 

 

2. Visualisatieoefening ‘Je ideale werk’

In deze oefening maak je je een voorstelling van je ideale werk. Je gaat fantaseren hoe je ideale werk er concreet uitziet.

In de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. is deze visualisatieoefening opgenomen als geleide fantasie. In het kader van dit artikel gaat het te ver om de hele opdracht in detail te beschrijven.

 

Ik geef je een aantal handreikingen om je op weg te helpen:

 

Hoe ziet in je ideale werk de omgeving eruit? Werk je binnen of buiten? Als je binnenshuis werkt, hoe ziet die ruimte eruit? En als je buiten werkt, hoe ziet je omgeving eruit?

Wat doe je op deze werkplek? Ben je veel op deze werkplek en wat ben je er aan het doen? Welke activiteiten doe je in je ideale werk?

Welke verantwoordelijkheden heb je? Werk je voor een grote of voor een kleine onderneming of werk je voor jezelf? Geef je leiding? En zo ja, aan veel of aan weinig mensen?

Welke talenten gebruik je en wil je ontwikkelen in je ideale werk? Welke uitdagingen kom je tegen die maken dat je jouw talenten zo volledig mogelijk kunt ontplooien?

Met wat voor mensen werk je samen? Als collega’s, als leidinggevenden?

 

Aan de hand van de vragen ga je visualiseren hoe het voor jou ideale werk eruitziet.

Je maakt er echt een ideaal plaatje van. Maak zichtbaar en voelbaar hoe het is om je ideale werk te doen.

 

En wil je de tijd en de rust pakken om geleid de hele visualisatieoefening te doen? Klik dan hier om deze te beluisteren.

 

Op die manier visualiseren zal je écht helpen om te realiseren wat je voor ogen hebt.

De ervaring van de handtherapeut in een van mijn vorige artikelen is daar een sprekend voorbeeld van.

 

 

 

Heb je nog geen helder beeld van hoe jouw ideale werk eruitziet?

Wil je door mij stapsgewijs begeleid aan het werk om te komen tot een antwoord op je vraag?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Waarom het zo gek nog niet is om te ‘winteren’; tot rust te komen en de tijd te nemen om op te laden voor een volgende periode

 

Mijn wekker gaat steevast elke ochtend om kwart voor zeven af. Door de week of in het weekend, zomer of winter; voor mij maakt dat geen verschil. Kennelijk is ook mijn lijf zodanig gewend aan dat ritme, dat ik mogelijk ook heel goed zonder wekker zou kunnen. Want meestal ben ik wakker voordat het tijd is om op te staan.

Ik heb dan ook niet direct behoefte aan een winterslaap. Alhoewel het misschien wel zo is, dat ik in het voorjaar en ‘s zomers meer energie heb dan hartje winter. Maar naar ik begrepen heb, is dat heel natuurlijk.

Wist je dat mensen in tegenstelling tot dieren zich veel minder aantrekken van de seizoenen? En dat het best goed zou zijn om een beetje beter te leren winteren?

 

 

Waar de natuur tot rust komt als de winter in aantocht is, jakkeren wij mensen vaak maar door

 

Wist je dat zelfs wijngaardslakken wegkruipen in de winter en hun huisje afsluiten met een slijmlaagje dat verkalkt tot een tijdelijk sluitplaatje? Al in de herfst treft de wijngaardslak zijn voorbereidingen en graaft een geschikt winterplekje, met beschutting tegen droogte en vorst. Ik vond het grappig om te lezen dat een wijngaardslak bij het graven van zijn holletje, zijn huisje gebruikt om grond te verzetten. Ik zou wel eens willen zien hoe zo’n slak dat doet.

Wat ‘winteren’ betreft kunnen wij mensen een voorbeeld nemen aan de natuur, die tot rust komt als de winter in aantocht is. Het zou goed zijn om na een periode figuurlijk te ‘winteren’; tot rust te komen en de tijd te nemen om op te laden voor een volgende periode. In plaats van maar door te jakkeren met al onze bezigheden en alles wat we nog zo nodig moeten.

Eerlijk gezegd, heb ik ook zelf gaandeweg steeds beter geleerd om de tijd te nemen om bewust stil te staan, letterlijk en figuurlijk. Al een aantal jaren nu, start ik mijn dag met een meditatieve wandeling, nog voor mijn ontbijt. Ik gun me de tijd om te wandelen met aandacht. Me daarbij als vanzelf, met al mijn zintuigen openstellend voor al het mooie dat met name de natuur te bieden heeft. Dat betekent dat ik dan ook letterlijk stil kan blijven staan om bijvoorbeeld de amandelen te bekijken, die al aardig beginnen te groeien en te rijpen. Of te luisteren naar het ruisen van de beek of de vogel- of insectengeluiden die ik hoor. Of te kijken naar de beweging van de wolken, die hun schaduw geven in het landschap.

 

Winteren is zo gek nog niet© Foto Martin Langbroek

Wat dat betreft is het ook goed om af en toe lekker lui te zijn. Dat geeft niet alleen rust, maar kan je ook op andere gedachten brengen. Maar lui zijn is lang niet voor iedereen gemakkelijk. Want hoe vreemd dat ook klinkt, luiheid vraagt discipline om goed om te gaan met en gebruik te maken van je tijd in een wereld van overvloed.

 

 

‘Winteren’ om op te laden voor een volgende periode

 

Het is goed om te ‘winteren’, ook al is het letterlijk geen winter; tot rust te komen en de tijd te nemen om op te laden voor een volgende periode. Bijvoorbeeld als je de overstap maakt naar een andere baan. Of na een ingrijpende gebeurtenis, positief of negatief.

Het leven is immers geen lineair proces. Het hoeft niet altijd beter en meer. Tegenslag en even stil staan horen erbij.

Niet voor niets zijn er bijvoorbeeld mensen die zich sterk maken voor rouwverlof. De Nederlandse wet kent geen echt wettelijk rouwverlof bij het overlijden van een partner of familie. Anders dan de vier dagen verlof (van overlijden tot en met de begrafenis of crematie) waar je als werknemer recht op hebt bij het overlijden van een familielid in de eerste graad. Denk daarbij aan het overlijden van je partner, een ouder of een van je kinderen. Alsof je na die vier dagen weer in staat zou zijn om de draad van je werk weer op te pakken.

Wil je enig zicht krijgen op verlofregelingen? Klik dan hier

 

 

Neem een sabbatical om tot rust te komen en de tijd te hebben om op te laden voor een volgende periode

 

Strikt genomen zou je bij een sabbatical denken aan een sabbatsjaar. Een heel jaar verlof dus. Maar ook een ‘mini sabbatical’ kan al heel verfrissend zijn. Zo koos een van mijn netwerkcontacten voor een mini sabbatical van drie maanden.

Het zou mooi zijn als je, net als volgens de Thora, elk zevende jaar zou kunnen gebruiken als sabbatsjaar om tot rust te komen, op te laden en je te bezinnen op hoe je verder wilt in je loopbaan. Helaas is dat vooralsnog een utopie.

Volgens de Thora is het sabbatsjaar het jaar waarin een stuk land onbebouwd moet blijven. In dat jaar krijgt het land rust. Hoe zou het voor jou zijn als jij als werknemer elk zevende jaar ook rust zou krijgen? Of bijvoorbeeld verlof om een studie te volgen, een onderzoek te doen of een boek te schrijven?

 

 

Tot slot

 

Zou jij ook wel een sabbatical willen nemen?

Bijvoorbeeld om voor jezelf helder te krijgen hoe je je leven en je werk verder vorm wilt geven?

Zie je voorlopig geen kans om zo’n sabbatical te nemen, maar wil je wel meer zicht op wat jou drijft en waar jij warm voor loopt?

Wil je handreikingen en tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen, anders dan met een sabbatical? Die vind je hier.

 

Wil je weten hoe je van elke werkdag een sabbatical maakt? Lees hoe je je leven zo inricht dat je altijd sabbatical hebt.

 

Weet je bij voorbaat dat je in je eentje daar niet uit gaat komen? Je weet me te vinden.

 

 

 

 

In hoeverre is gelaatkunde een geschikt instrument om een beeld te krijgen van talenten van mensen?

 

‘Iemands talent bepaalt al voor een groot deel hoe hij of zij eruitziet’, las ik in de nieuwsbrief van Werf&. Of anders geformuleerd: door te kijken naar het uiterlijk van mensen kun je het innerlijk beter begrijpen.

 

Ik herinner het me nog goed, ook al is het heel lang geleden. Ik liep stage bij een Adviesbureau voor Opleiding en Beroep, een AOB. Naast individuele beroepskeuzeonderzoeken deden we screenings van leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs. Met het oog op de te maken keuze voor de volgende stap in hun loopbaan.

Een hele testbatterij hadden de leerlingen doorgewerkt. Het was de taak aan ons als beroepskeuzeadviseurs om op basis van de testresultaten te komen tot een advies. Zonder dat we de leerlingen ontmoet hadden.

Meer dan eens kon het gebeuren dat ik al bij het binnenkomen van betreffende leerling in een paar seconden de indruk had ‘Het advies dat ik op basis van de testresultaten geformuleerd heb, gaat het niet worden.

Maar zoals testresultaten lang niet altijd een representatief beeld geven van wie iemand is als persoon en wat zijn kwaliteiten zijn, zo zijn ook bij de gelaatkunde, Fysionomie of Fysiognomie, kanttekeningen te maken.

 

In hoeverre is je talent af te leiden uit hoe je eruitziet?

 

Fysiognomie; karakter en talent afleiden van hoe je eruitziet; het fysieke lichaam, de vorm van het hoofd en het gezicht

 

Ook al kon ik toen ik stageliep nog niet direct duiden en woorden geven aan wat ik zag bij een eerste indruk, kennelijk vorm je je in luttele seconden een beeld van iemand. En maak je daar een interpretatie bij.

Het is dan ook geen wonder dat men zegt: ‘De eerste indruk telt’. En zelfs: ‘De eerste indruk is beslissend in een selectiegesprek.’

 

Fysiognomie is al heel oud. En nam bijvoorbeeld 3000 jaar geleden al een belangrijke plaats in, in Ayurveda, de Hindoeïstische gezondheidsleer. En nu nog steeds.

Ook de Griekse arts Hippocrates (ongeveer 400 jaar voor Christus) hield er zich mee bezig, resulterend in zijn temperamentenleer. In die leer gaat hij uit van de (ont-)menging van vier lichaamssappen: bloed (sanguis), gal (chole), slijm (phlegma) en zwarte gal (melancholos).

Het lichaamssap dat overheerst bepaalt je temperament, je persoonlijkheidstype. Je temperament moet je daarbij zien als een kwaliteit en niet als iets slechts. Ook al ben je misschien geneigd om daaraan te denken, bijvoorbeeld bij het melancholische type.

Volgens de leer van Hippocrates heeft iedereen alle vier de typen in zich: het sanguinische, het cholerische, het flegmatische en het melancholische. Maar een of meer typen overheersen.

 

 

Aan hoe je eruitziet en je verschijning kun je zien welk type je bent

 

En niet alleen welk type je bent, maar ook wat jou karakteriseert en wat jouw talent is.

Het sanguinisch type is een harmonische verschijning en heeft een luchtige blik op het leven. Zijn tred is vaak huppelend of verend.

Sanguinische types zijn sterk op de buitenwereld gericht. Het zijn sociale mensen, gericht op samenwerken. Hun basisemotie is blijheid. Ze hebben veel interesses, maar vinden het moeilijk om zich lang op één onderwerp te richten. Ze zijn snel afgeleid en kunnen daardoor chaotisch overkomen.

Het cholerisch type is qua lichaamslengte vaak aan de kleine kant, is doelgericht en heeft een stevige stap.

Net als het sanguinisch type is een cholerisch type naar buiten gericht, maar meer beïnvloedend, dan volgend. Een cholerisch type is meer resultaatgericht, competitief en daadkrachtig. De basisemotie is boosheid.

Het flegmatisch type is wat steviger en ronder, heeft een wat slomere gang en sloft als het ware door het leven.

Het flegmatisch type heeft een sterk innerlijk leven en is meer naar binnen gekeerd. Flegmatische types zijn echte gevoelsmensen. De basisemotie is angst.

Het melancholisch type is vaak lang en slank en is een beetje bleek van uiterlijk. Hij heeft een stevige tred, maar loopt meer op de voorvoet. Mogelijk komt die tred voort uit een zware beleving van het leven.

Het melancholische type is een echte denker. Het is een sterk mens met een sterk innerlijk leven. Hij heeft een rijke binnenwereld die van buiten niet altijd zichtbaar is. Ogenschijnlijk zijn het heel rustige mensen, maar van binnen kan het flink broeien. Ze zijn heel nauwkeurig en heel zorgvuldig. De basisemotie is bedroefdheid.

Het is de moeite waard om eens bij jezelf te rade te gaan in welk type jij je het meest herkent. En of de beschrijvingen passen bij het beeld dat jij van jezelf hebt.

 

 

Koppeling van de vier temperamenten aan de vier elementen: lucht, water, vuur en aarde

 

De vier temperamenten in de temperamentenleer van Hippocrates kun je ook koppelen aan de vier elementen lucht, water, vuur en aarde, die iets zeggen over jouw persoonlijkheid.

Bij het sanguinisch type overheerst lucht. Bij het element lucht passen persoonskenmerken als opgewekt en vrolijk. Maar ook het hebben van veel interesses, snel afgeleid zijn, altijd tijd te kort hebben en soms oppervlakkig zijn.

Bij het cholerisch type overheerst vuur. Vuur-mensen doen iets zodat zaken gaan veranderen. Zij willen actie en nemen de leiding, zijn gefocust op de toekomst, zijn vasthoudend, druk en kunnen opvliegend zijn.

Het flegmatisch type wordt gekenmerkt door het element water. Water-mensen zijn rustig, kalm, reageren vaak onbewogen, zijn ietwat dromerig en hebben veel tijd nodig.

Het melancholisch type heeft veel van het element aarde. Aarde-mensen houden van overzicht, denken veel na, vooral om te begrijpen en onthouden goed. Heb je veel van het element aarde, dan ben je niet alleen ernstig, maar kun je ook somber zijn en zwaarmoedig.

 

 

Aanleg aflezen aan hoe je eruitziet

 

Aanleg aflezen aan hoe iemand eruitziet doe je niet zomaar even. Dat vraagt veel oefening en ervaring.

Zo geeft bijvoorbeeld Wetzels in de nieuwsbrief van Werf& te kennen dat hij inmiddels meer dan 500 karakteranalyses heeft uitgevoerd.

Ook Claudia van het Kaar, bij wie ik de cursus heb gevolgd, geeft aan dat gelaatkunde meer is dan alleen theoretische kennis. Bijvoorbeeld over wat een kleine neus betekent en wat een grote.

Gelaatkunde is zeer zeker ook een technische vaardigheid. Hoe neem je waar? Waar let je op? Bijvoorbeeld: wanneer is een neus klein? Je moet gevoel voor verhoudingen en verschillen ontwikkelen en vergelijken.

En belangrijk is ook hoe je communiceert over je waarnemingen. Belangrijk daarbij is hoe je je waarneming op een veilige manier kun brengen. Veel vragen stellen in plaats van praten vanuit ‘jij bent zus en zo….’. Dus bijvoorbeeld ‘in hoeverre herken je ……bij jezelf?

Eigenlijk zoals ik in mijn coachtrajecten te werk ga als ik laat horen en zien welke kwaliteiten ik uit een succesverhaal heb gehaald. Dat komt neer op altijd toetsen of je indruk juist is.

 

 

Tot slot

 

Gelaatkunde is de populaire benaming voor Psychognomie. En wordt gezien als een pseudowetenschap.

Ook al wordt in het artikel van Werf& gesproken over wetenschap.

Het is heel interessant en leuk om er meer van te weten. Wetend dat we ons gelijk een indruk vormen als we iemand ontmoeten en met ons gedrag reageren op iemands fysieke verschijning. Zo worden bijvoorbeeld meer talenten toegekend aan iemand die er goed uitziet. En minder talenten aan iemand die er minder goed uitziet.

Wat je waarneemt aan iemands fysieke verschijning en wat je aan gedrag ziet, daar zijn theorieën over. Bijvoorbeeld de beschreven temperamentenleer. Maar zover ik weet, is niet wetenschappelijk aangetoond dat het zo is. En voordat je er erg in hebt, ben je aan het discrimineren.

Wat ik wel weet, is dat men afstand heeft genomen van frenologie, de leer die stelde dat aanleg en karakter door de groei van bepaalde hersendelen worden bepaald. Het karakter en de aanleg zouden dan uit de vorm van de schedel kunnen worden afgeleid, die bepaalde knobbels zou vertonen.

Wat dat betreft vind ik het wel grappig dat we het nog wel steeds hebben over een wiskundeknobbel en talenknobbel, terwijl daar wetenschappelijk geen bewijs voor is.

 

Dat gelaatkunde een pseudowetenschap is en geen wetenschap, betekent niet per definitie dat gelaatkunde niet van betekenis kan zijn. Kennis van gelaatkunde kan je handreikingen geven waardoor je meer zicht krijgt op de elementen in iemands verschijning en gelaat die maken dat jij die verschijning op een bepaalde manier interpreteert.

Maar denk je het talent van iemand af te kunnen leiden uit hoe iemand eruitziet? Ik heb mijn twijfels. Het is in elk geval goed om je bewust te zijn van de valkuilen en de irrationaliteit die erin zit.

 

 

 

Heb jij nog onvoldoende zicht op jouw kwaliteiten en met name jouw talenten?

Neem gerust contact met me op.

Door mijn manier van werken in mijn coachtrajecten, anders dan met gelaatkunde, krijgen we jouw kwaliteiten in kaart. En kun jij je succesvol profileren op de arbeidsmarkt met jouw kwaliteiten en met het werk dat jij wilt doen.

 

 

 

 

Waarom zingeving misschien wel de belangrijkste competentie is, essentieel voor jouw professionele toekomst

 

Ik loop er min of meer tegenaan, dat ik nog niet weet wat mijn ‘missie’ is. Al is het wel helder dat ik meer een ‘hoe’-persoon ben dan een ‘waarom’-persoon, op grond van het boek van Simon Sinek. Echter, de ‘missie’ is van belang in combinatie met mijn talenten en passies, om een juiste nieuwe baan te vinden om congruent te zijn met mezelf.“

Dat mailde mij een van mijn coachklanten. En het belang van missie onderschrijf ik helemaal.

Wist je dat zingeving gezien wordt als een van de drie essentiële competenties voor de toekomst? Dat het misschien wel de belangrijkste is, naast autodidactisch vermogen en empathie?

En dat je de competentie zingeving tot de motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling kunt maken?

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Hoe je zingeving maakt tot motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling

De toekomst van werk

 

De inhoud van werk verandert steeds sneller.

De diversiteit neemt toe. Om die trend bij te benen wordt het ontwikkelen van toekomstbestendige competenties steeds belangrijker.

Je kunt daarbij denken aan vaardigheden die niet vervangen kunnen worden door een robot. Maar ook aan vaardigheden die juist met de robotisering te maken hebben.

 

Strak omlijnde beroepen zie je nog maar nauwelijks.

Zo je nog van beroepen wilt spreken, neemt het aantal beroepen steeds meer toe. Er zijn beroepen die verdwijnen, maar er komen vooral ook veel nieuwe beroepen, beter nieuwe functies, bij.

Nieuwe functies die je in 2022 zult tegenkomen zijn bijvoorbeeld: work-life coach, head of workplace systems, work tech upgrader, High Impact, Low Frequency-consultant (HI-LF-consultant), selection experience designer.

Voor 2022 wordt een grote toekomst voorspeld voor onder andere: adviseur onderwijs en arbeidsmarkt, stikstofdeskundige, zorg-vliegende keep, skillsrecruiter, recyclinganalist, home wellness technicus, klimaatexpert.

Je ziet niet alleen de verandering van beroepen naar functies, maar vaste functies ontwikkelen ook naar tijdelijke rollen.

Die ontwikkeling brengt met zich mee dat functietitels maar ten dele iets zeggen over de inhoud van de functie. En dat aan een bepaalde functie-inhoud verschillende functienamen kunnen worden gekoppeld.

 

 

Essentiële competenties voor de toekomst van werk

 

Welke competenties zijn toekomstbestendig als de inhoud van functies steeds meer aan verandering onderhevig is?

En welke competenties moet een kandidaat hebben om geschikt te zijn voor een bepaalde vacature, als de inhoud van de functie zich ontwikkelt en dus verandert?

 

Autodidactisch vermogen ziet men als een van de drie essentiële toekomstbestendige competenties.

Jezelf ontwikkelen als persoon en als professional is cruciaal om interessant te blijven voor werkgevers.

Voor nu, maar zeker voor de toekomst.

Een autodidact is gedreven om bij te blijven en te leren. Hij is daarbij niet afhankelijk van wat een werkgever hem aanbiedt, maar hij initieert zelf zijn leerproces.

 

Empathie is een tweede essentiële competentie voor de toekomst.

Onze maatschappij wordt steeds vluchtiger en er wordt steeds meer elektronisch en via Social Media gecommuniceerd.

Echt contact maken doen we steeds minder, zeker de jongere generatie. Terwijl echt contact maken steeds belangrijker wordt en niet vervangen kan worden door een robot.

Om écht contact te maken is empathie essentieel.

Binnen bijna elk beroep, niet alleen binnen de sociale beroepen, maar in ieder werk waar je te maken krijgt met mensen; zoals bijvoorbeeld je collega’s.

Binnen iedere vorm van communicatie is het essentieel om jezelf te kunnen verplaatsen in het standpunt of de beleveniswereld van de ander, om de ander te kunnen begrijpen.

 

 

Zingeving als belangrijkste competentie voor de toekomst

 

Zingeving is de vaardigheid om een taak, actie of ervaring te kunnen koppelen aan een doel dat voor jou belangrijk is. Het gaat daarbij om een hoger doel, jouw purpose, jouw persoonlijke missie.

Zingeving heeft te maken met het waarom jij doet wat je doet. Je kunt het doel van iets inzien. Sterker nog, jijzelf bent het die betekenis geeft aan wat je doet.

Zingeving heb je nodig om jezelf te motiveren voor wat je doet of gaat doen. Zingeving geeft je de energie om zaken aan te pakken, door te gaan als het even tegenzit of minder leuk is en vol te houden tot het doel is bereikt.

Als je weet waarom je iets doet en je je met jouw doel kunt verbinden, dan kost het ook minder energie, zeker mentaal. Want ook al kost wat je doet je fysiek energie, psychisch, mentaal geeft het energie.

Zo werkt zingeving als motor en is het wellicht de belangrijkste competentie voor de toekomst.

 

Ontbreekt zingeving of zie je de zin niet in van wat je doet, dan kost het je heel veel energie. Bijvoorbeeld in je werk.

Misschien heb je dat zelf ook al eens ervaren. Het werk kan dan zelfs leiden tot een burn-out.

Aan een burn-out kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen, maar werk of een organisatie die niet aansluiten bij je persoonlijke missie zijn daarbij belangrijke factoren. Of werk dat zoveel tijd en aandacht van je vraagt, dat er absoluut geen ruimte meer is voor wat naast werk belangrijk voor je is.

 

 

Zingeving als motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling

 

Waarom doe je wat je doet qua werk?

Voor lang niet iedereen is die vraag makkelijk te beantwoorden. Ik ervaar dat in coachtrajecten.

Soms is het ook een vraag die mensen zich expliciet stellen op het moment dat ze vastlopen in hun werk. Bijvoorbeeld omdat ze niet langer voldoening ervaren of plezier hebben in hun werk.

Of omdat in sollicitatietrajecten daarnaar wordt gevraagd. Bijvoorbeeld aan hand van vragen als ‘Waarom deze functie voor jou?’ of ‘Waarom wil je voor onze organisatie werken en niet ergens anders?’.

 

Heb je eenmaal helder wat jou drijft, dan werkt dat als motor voor jouw ontwikkeling als persoon en als professional.

Jouw persoonlijke missie geeft je niet alleen energie, maar werkt ook als een meetlat waar je keuzes aan af kunt meten. En zo je energie in banen kunt leiden in de richting van jouw doel.

Dat kan betekenen dat je ervoor kiest om op een bepaald moment jouw koers met betrekking tot werk bij te stellen, omdat je koers niet langer bijdraagt aan het realiseren van jouw hogere doel.

Of dat je een opleiding gaat volgen om jezelf te kwalificeren voor werk in lijn met jouw persoonlijke missie.

Of dat je jouw werk anders in gaat richten, jouw baan zodanig kneedt, dat die weer beter past bij jouw doelen.

Daarbij kunnen zinloze handelingen of taken ook aanleiding zijn tot optimalisatie of innovatie.

 

Op die manier maak je de competentie zingeving tot motor van ontwikkeling van jezelf als persoon en als professional.

 

 

 

Heb jij nog niet zo scherp wat jou drijft en waar je een bijdrage aan wilt leveren met wat je doet in je werk?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

Of neem contact met me op voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe te kiezen als je meer opties hebt met betrekking tot werk

 

De vraag wat te kiezen of hoe te kiezen als je meer opties hebt met betrekking tot werk, is een vraag die me met regelmaat wordt voorgelegd. Niet alleen door coachklanten.

Bijvoorbeeld op loopbaanadvies.net:

Ik verkeer in de luxe om te mogen kiezen tussen twee aangeboden banen. Echter, ik kan niet kiezen! Beide opties hebben zo hun eigen voordelen maar ik weet gewoon niet waar ik het best aan doe gezien mijn toekomst. Maar moet ik juist wel kijken naar die toekomst, waarvan nog niets vaststaat, of moet ik meer leven in het nu?”

Kunnen kiezen uit twee of meer banen komt vaker voor dan je denkt. Ook al ben je zelf misschien al lang blij als je één concrete optie hebt.

Het is zelfs belángrijk om keuzemogelijkheden te hebben. Want als je geen keuzemogelijkheden hebt, dan ben je de slaaf van het enige alternatief dat je ziet.

Maar als je dan daadwerkelijk kunt kiezen, hoe pak je dat dan aan? In mijn artikel help ik je op weg.

 

Help! Wat moet ik nu kiezen?

 

Een goed gevoel van richting is cruciaal om een goede keuze te kunnen maken

 

Met opzet schrijf ik gevoel. Weten is niet genoeg.

Het bepalen van je richting is namelijk meer dan een rationeel proces.

Je kunt zaken verstandelijk mooi op een rij zetten en beargumenteren. Maar als ze niet gedragen worden door je gevoel of innerlijk weten, dan blijf je hangen in je hoofd.

De kans is dan klein dat je daadwerkelijk overgaat tot actie. Menig coachklant kan daar zijn eigen voorbeeld van geven. En misschien herken je het zelf ook.

En als je wel overgaat tot actie, dan loop je het risico eerder af te haken, als het even tegenzit. Want als jij niet gedreven wordt door vuur van binnenuit, dan heb je veel meer doorzettingsvermogen en discipline nodig.

 

Een goed gevoel van richting is belangrijk om keuzealternatieven te beoordelen.

Ook al weet je nooit zeker wat de toekomst jou brengt.

Welke keuzealternatieven leiden je in de richting van je doel? En welke keuzealternatieven leiden je er misschien eerder van af?

Kiezen in de richting van je doel betekent overigens niet, dat je loopbaan altijd een rechtlijnig traject moet zijn. Een uitstap naar rechts of naar links of misschien een stap terug, kunnen een middel zijn om uiteindelijk te realiseren wat je voor ogen hebt.

 

 

Gaan voor zomaar een baan kan riskant zijn

 

Heb je nu geen werk? Dan is de verleiding groot om concessies te doen met betrekking tot je loopbaan en vooralsnog te gaan voor een baan. Dat is heel begrijpelijk.

Heb je nu werk? Of kun je het je permitteren om meer tijd te pakken voor veroveren van werk dat écht bij je past? Ga dan voor je loopbaan. Ook al weet je niet exact wat de toekomst je brengt.

Want, het hoeft niet zo te zijn, maar gaan voor zomaar een baan kan riskant zijn. Niet alleen voor je lichamelijk en psychisch welbevinden, maar ook voor je loopbaan.

 

 

Voortijdig toehappen kan een valkuil zijn

 

In een van mijn vorige artikelen heb je wellicht gelezen over mijn stappenplan om succesvol werk te maken van werk dat optimaal bij je past.

In stap 9 krijg je keuzemogelijkheden in beeld die passen in het profiel van het voor jou ideale werk.

Het kan zijn, dat men jou eerder in je onderzoeksproces al een aanbod doet. Op basis van ervaringen van coachklanten zou ik daarvan zo een aantal voorbeelden kunnen noemen.

Het is echter de kunst om daar niet gelijk op in te gaan. Zeker als het aanbod niet past bij de richting die jou voor ogen staat.

Het kan een valkuil zijn om voortijdig toe te happen. Gevleid als je je voelt door de waardering die je krijgt.

Wees je bewust van wat je te bieden hebt en houd zelf de regie.

 

 

Hoe je kunt kiezen als je meer opties hebt met betrekking tot werk

 

In een eerder artikel gaf ik je een stappenplan voor het oplossen van een loopbaandilemma.

Maar hoe te kiezen als je meer dan twee opties hebt?

Een handig hulpmiddel daarbij is een besluitvormingsmatrix. Daarin werk je uit hoe je alternatieven scoren op de criteria, die voor jou belangrijk zijn met betrekking tot werk.

 

Ik geef je een stappenplan:

  1. Inventariseer de criteria die voor jou belangrijk zijn met betrekking tot werk.

Maak daarbij gebruik van het profiel van het voor jou ideale werk. Zet de criteria aan de zijkant van je blad horizontaal onder elkaar.

 

  1. Geef je criteria een wegingsfactor mee.

Niet elk criterium zal even belangrijk voor je zijn.

Ik geef je een voorbeeld.

Ontwikkelkansen is voor jou een belangrijk criterium voor werk. Het is belangrijker dan bijvoorbeeld de afstand wonen-werk.

Het criterium ontwikkelkansen geef je dan bijvoorbeeld maximaal 20 punten. En reisafstand woon-werk (minder dan 50 km of 1 uur reistijd) maximaal 10 punten.

 

  1. Zet aan de bovenkant van je blad verticaal de alternatieven.

Dat zijn dus de concrete opties, die je hebt.

 

  1. Ga na hoe die opties scoren op de door jou aangegeven criteria.

Die scores komen te staan naast het betreffende criterium. Doe dat voor elk alternatief dat je hebt.

 

  1. Tel de scores per alternatief bij elkaar op

De totaalscores per alternatief geven je een beeld van hoe de verschillende alternatieven scoren op jouw criteria met betrekking tot werk.

 

  1. Welk alternatief scoort het hoogst op de door jou aangegeven criteria?

 

Het is mijn ervaring dat zo’n matrix je helpt om te komen tot een besluit.

Het is wel goed om je daarbij te realiseren dat het een hulpmiddel is, aan de hand waarvan je op een rationele manier afwegingen maakt.

En kiezen is zeer zeker ook een emotioneel proces.

Het kan dus heel goed zijn dat aan de hand van de matrix een bepaald alternatief als het hoogst scorend uit de bus komt. Maar, nadat je er een nachtje over geslapen hebt, je toch kiest voor een alternatief met een lagere totaalscore.

 

Want wanneer is voor jou een keuze een goede keuze?

Ik lees graag je reactie.

 

 

Meer over het werken met de besluitvormingsvormingsmatrix en andere besluitvormingstechnieken lees je in mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT’.

En kun je wel wat hulp gebruiken bij het maken van je loopbaankeuze? Neem gerust contact met me op.

 

 

 

 

Kritische kanttekeningen bij het aansporen van mensen om hun dromen te volgen

 

Volg je dromen’, ‘geef nooit op’, en ‘vind je passie’ zijn goed bedoelde, maar slechte adviezen, volgens onderzoek van Stanford en Yale-NUS College.

Volgens de onderzoekers is het is niet zo dat je passie in je zit, min of meer vaststaat en wacht om ontdekt te worden. Het is geen mysterieuze kracht die wanneer je die eenmaal gevonden hebt, alle obstakels opruimt op je pad.

In feite, betogen zij, kan het pittige mantra ‘vind je passie’ een gevaarlijke afleiding zijn.

Het aansporen van mensen om hun passie te volgen kan ervoor zorgen dat ze op één paard wedden en vervolgens opgeven als dat paard verliest.

‘Laten we minder gepassioneerd zijn over passie’ zegt O’Keefe, hoofdonderzoeker en als psycholoog verbonden aan Yale-NUS College.

Waarom?

Je leest het in mijn artikel.

 

Vind je passie, is een slecht advies

 

Theorieën over interesse: de statische en de op groei gerichte theorie

 

Ligt interesse vast? Of kun je interesse ontwikkelen?

In het genoemde onderzoek zetten de onderzoekers twee theorieën over interesse naast elkaar; de statische theorie en een groeitheorie.

De statische theorie gaat ervan uit dat wij allemaal een passie in ons hebben die erop wacht om gevonden te worden.

Deze statische theorie leidt ertoe dat interesse van mensen in andere gebieden dan hun droomgebied afneemt.

Bovendien anticiperen mensen die hun ene passie najagen te weinig op moeilijkheden en geven ze sneller op als het tegenzit.

 

De groeitheorie stelt dat dromen en passies ontwikkeld en gevoed moeten worden.

Als je ervan uit gaat dat je dromen kunt ontwikkelen, dan sta je meer open voor nieuwe en andere interesses en je hebt de ruimte om verschillende interesses te volgen.

Bovendien houd je er volgens de groeitheorie eerder rekening mee dat het proces moeilijk kan zijn.

Daardoor biedt de groeitheorie volgens de onderzoekers een breder en realistischer perspectief.

 

 

Link naar het onderzoek van Carol Dweck

 

Het onderzoek bouwt voort op het werk van Stanford psycholoog Carol Dweck. Zij heeft veel geschreven over de positieve effecten van een groei mindset. Ze werkte ook mee aan de nieuwe studie.

Dwecks vorige onderzoek heeft aangetoond dat mensen die werken aan zichzelf zien als work in progress en die geloven in de mogelijkheden van ontwikkeling, over het algemeen gelukkiger, gemotiveerder en succesvoller zijn.

In de groei mindset is de hand die je geboden wordt slechts het startpunt voor ontwikkeling. De groei mindset is gebaseerd op de overtuiging dat je basiskwaliteiten zaken zijn die je kunt ontwikkelen door je inspanningen”.

 

Redenerend vanuit de groeitheorie kan een passie ontspruiten aan een vonkje interesse dat in je zit. Door vasthoudend te investeren in ontwikkeling van die interesse, kan dat vonkje uitgroeien tot een vurige passie.

 

 

Waarom het goed is om minder gepassioneerd te zijn over passie

 

We moeten zorgvuldig afwegen wat we communiceren met mensen over interesses en passies,” zegt Yale-NUS College psycholoog Paul O’Keefe, de hoofdonderzoeker.

“Ouders, docenten en werkgevers halen het meest uit mensen als ze suggereren dat je interesses moet ontwikkelen en dat je ze niet eenvoudigweg vindt. Mensen vertellen dat ze hun passie moeten vinden, suggereert dat die passie in je zit en bij wijze van spreken gewoon wacht om te worden onthuld. Mensen vertellen dat ze hun passie moeten volgen suggereert dat de passie het leeuwendeel van het werk voor je doet.”

 

 

Waarom het goed is om te denken en te communiceren in termen van ‘passie ontwikkelen

 

O’Keefe waarschuwt dat de richtlijn ‘vind je passie’ een passief proces suggereert.

Zeg je daarentegen tegen mensen dat ze hun passie moeten ontwikkelen, dan appelleert dat aan een actief proces waar je zelf greep op hebt. En dat impliceert dat het een uitdaging kan zijn om er gevolg aan te geven.

En dat, zegt hij: “is een realistische manier van denken.”

Ga niet op zoek naar iets magisch, naar iets waarvoor jij bent voorbestemd om het te doen, ook al weet je nog niet wat het is. Het is productiever om interesses flexibel te benaderen, als potentieel eindeloos.

Een groei mindset, in plaats van een statische mindset vergroot de kansen dat je je passie vindt. En de wilskracht hebt om die passie meester te worden.

 

 

De groei mindset toegepast op werk en loopbaan

 

Ga niet uit van één passie die je moet zien te vinden.

Stel je open voor de mogelijkheden die op je pad komen. Laat je daarbij leiden door jouw persoonlijke missie en het profiel van het werk dat jij wilt doen.

Durf daarbij te experimenteren. Ga uitdagingen aan en ervaar of er een vonk overspringt.

Mogelijk komen er zaken op je pad, die je nog niet in het vizier had, maar waarvan je wel in vuur en vlam raakt.

Zo verging het ook een van mijn coachklanten. In een tussenjaar creëerde ze de mogelijkheid om diverse taken op zich te nemen, daarmee te experimenteren en ervaring op te doen. En zo te leren waar ze met name warm voor loopt en daarmee haar passie te ontdekken.

 

De onderzoekers vergelijken deze benadering van leren met de liefde.

Degenen die zoeken naar hun ene ware liefde hebben onrealistische verwachtingen en kunnen eindeloos en zonder resultaat blijven zoeken.

Terwijl degenen die geloven dat de liefde een project is en een proces, meer geduld zullen uitoefenen als hun partner niet helemaal voldoet aan hun verwachtingen en uiteindelijk zullen ze momenten van ware liefde ervaren.

 

Pas die redenering toe op interesses en je kansen om daadwerkelijk hartstochtelijk gefascineerd te zijn nemen toe.

 

 

 

Kun je daarbij wel wat ondersteuning gebruiken?

Laat het me horen. Graag loop ik met je mee op jouw ontdekkingstocht.

 

 

 

 

Een drietal factoren die een cruciale rol spelen bij het ervaren van voldoening in je werk

 

“Eind 2014 ben ik afgestudeerd aan de universiteit. Sindsdien heb ik vier banen gehad, maar die geven me geen voldoening. Ik werk nu als beleidsmedewerker bij een gemeente, maar dit kost me bakken met energie. Ik besef me dat ik niet het werk doe waar ik gelukkig van word, want ik ben geen denker, maar wil graag concreet bezig zijn, uitvoeren, verschil maken.” (Miranda, op loopbaanadvies.net)

 

Hoe is dat voor jou? Krijg jij voldoening van je werk of werk je om te werken?

 

Het verhaal van Miranda staat namelijk niet op zichzelf. Opmerkingen over ervaringen met dezelfde strekking hoor ik meer. Vaak zijn die ook aanleiding om contact te leggen met mij als loopbaancoach.

De meesten van ons werken niet alleen voor het geld, maar daarnaast willen we ook graag voldoening krijgen van ons werk. Bij voldoening denken we dan aan met plezier ons werk doen en tevreden zijn over het resultaat.

 

voldoening in je werk of alleen werken voor de euro's

© foto  Martin Langbroek

Voldoening krijgen van je werk, wat is daarvoor nodig?

 

Dat is natuurlijk heel subjectief. Maar voor iedereen geldt:

  • dat er een relatie is tussen het inzetten van je top 5 aan kwaliteiten en de arbeidstevredenheid die dat geeft
  • dat de werkomgeving en de condities die daarin een rol spelen een bepalende factor zijn bij het ervaren van plezier in je werk
  • dat een hoge mate van congruentie van jouw waarden en doelen en die van de organisatie belangrijk is voor het ervaren van voldoening.

 

 

In hoeverre past het werk bij jouw vaardigheden en bij jouw persoonlijkheid?

 

Zo is Miranda naar eigen zeggen geen denker. Zij is liever concreet bezig. Ik schat in dat ze dan ook graag resultaten wil zien van haar werk.

Het kan best zo zijn, dat Miranda haar werk als beleidsmedewerker voor de buitenwacht goed doet. Maar kennelijk kost het haar veel energie. Bijvoorbeeld omdat ze ‘op haar tenen moet lopen’, of omdat ze liever andere vaardigheden gebruikt.

Mensen denken vaak dat je vooral werk moet kiezen waar je goed in bent. Alsof dat hét criterium is om te bepalen of werk al dan niet passend is.

Zo denkt men ook vaak dat bezig zijn met iets dat je goed kunt ook als vanzelf plezier oplevert, terwijl dat beslist niet zo hoeft te zijn. Je kunt bijvoorbeeld heel goed zijn in het werken met Excel, maar het stomvervelend vinden.

Met de Meer Waarde Benadering, zoals beschreven in mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘ ontdek je waar je goed in bent in relatie tot arbeidstevredenheid. Je komt tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten. Bij die rangordening kijk je niet alleen naar hoe goed je in iets bent, maar ook naar de vraag hoe graag je die kwaliteit inzet.

Zo kom je dan tot een ‘top vijf’, de vijf kwaliteiten waarin jij het beste bent en waar je relatief ook het liefst mee bezig bent.

Als je die ‘top vijf’ daadwerkelijk kunt inzetten in je werk, dan werkt dat als een dynamo. Daar krijg je energie van. Daar laad je je accu mee op. En zo voorkom je dat je, net als Miranda, leegloopt en geen energie meer over hebt aan het eind van je dag.

 

 

In hoeverre passen je werkomgeving en de condities die daarin een rol spelen bij jou?

 

Om voldoening te ervaren en je goed te voelen in je werk is niet alleen de inhoud belangrijk. Ook de omgeving waarin je werkt en de condities spelen daarbij een rol. Zie mijn artikel over dat onderwerp.

Heb jij je optimale werkomgeving nog niet in kaart gebracht, doorloop dan eens de vragen in mijn artikel en schrijf de antwoorden voor jezelf op.

 

 

In hoeverre past je werk bij je persoonlijke doelen en waarden?

 

Waar loop jij warm voor? Wat betekent werk voor jou? En welke bijdrage wil jij leveren door hetgeen je doet in je werk?

Jouw antwoord op die vragen zegt iets over jouw persoonlijke drijfveren, jouw waarden, jouw persoonlijke missie met betrekking tot werk.

Je werkmissie vinden en zeker die missie formuleren is niet gemakkelijk. Maar als je je missie eenmaal helder hebt, dan geeft je dat enorme kracht. In een coachtraject ga je daar aan de hand van allerlei opdrachten dan ook mee aan het werk.

Als voorbeeld ter inspiratie, een fragment uit de werkmissie van een van mijn coachklanten:

“Ik lever een bijdrage aan de groei van de organisatie door de organisatie efficiënter te maken door slimmer werken en door nieuwe groeikansen te vinden en de concurrentie te slim af te zijn”.

Bij de organisatie waar hij werkt krijgt hij alle kansen om zijn missie daadwerkelijk vorm te geven. Temeer omdat zijn persoonlijke missie perfect aansluit bij de missie van de organisatie waarvoor hij werkt: “Our mission is to help companies of all sizes and industries to run better”.

Hetzelfde geldt voor zijn waarden. Zo hecht mijn coachklant bijvoorbeeld veel waarde aan ‘vrijheid’. Die waarde heeft ook de organisatie hoog in het vaandel staan: “Since the company’s founding, we have set out to create the kind of corporate culture that gives employees the personal freedom they need to achieve their individual goals, while supporting the objectives of the company”.

 

 

Een goede match tussen jouw persoonlijke doelen en waarden en de waarden en doelen van de organisatie waar jij werkt geeft voldoening

 

Zo heeft mijn coachklant, zeker na enige bijsturing van zijn koers, veel voldoening in zijn werk. En kennelijk is dat voor Miranda niet het geval. Zij wil graag ’verschil maken’ en als beleidsmedewerker bij de gemeente heeft zij niet het gevoel dat zij dat doet.

 

Wist je dat gedeelde waarden en doelen ook het bedrijf ten goede komen?

Dat ze zorgen voor een krachtige bedrijfscultuur, die leidt tot hoge winsten? Ik las daarover een artikel in P&Oactueel.

Als voorbeeld Apple: ‘Hoe komt het dat Apple financieel zo succesvol is?’

Het antwoord daarop:

“Natuurlijk omdat het systeem goed georganiseerd is en iedereen gecommitteerd is aan een goede uitkomst………… Maar vooral omdat alle medewerkers intrinsiek willen bijdragen aan het belangrijkste doel: Design insanely great products that people can use.” (Laouchez, P&Oactueel-Management)

 

Logisch, dat organisaties bij een sollicitatie of in een netwerkgesprek van jou willen weten waarom je bij hun organisatie wilt werken. Zij willen toetsen in hoeverre jouw doelen en waarden passen bij hun bedrijf.

Want als er sprake is van een goede match, dan komt dat niet alleen de organisatie, maar ook jou als werknemer ten goede.

 

 

Ben jij op zoek naar meer voldoening in je werk, maar heb je onvoldoende zicht op waar het in je huidige werk aan schort, lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘.

Heb je specifieke vragen met betrekking tot je loopbaan of geef je de voorkeur aan een individueel begeleidingstraject, bel (0575-544588) of e-mail ([email protected]) me voor een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je profileren als alleskunner tegen je werkt in plaats van dat je er je voordeel mee doet

 

“Ik wil focus aanbrengen in mijn dienstverlening als zelfstandige. Wat is de klantengroep die past bij mijn talent of ‘rode draad’. Wie is nu echt mijn klant en belangrijker; wat is zijn vraag?”

Enerzijds wil ze graag weten op welke klant ze zich wil richten en in welke klantvragen ze zich wil specialiseren. Anderzijds wil ze eigenlijk niet kiezen, maar haar aanbod zo breed mogelijk houden. Om geen klant te hoeven missen.

Soms is men heel gericht op zoek naar een echte alleskunner. Dan ben je in je voordeel als jij die alleskunner bent.

Maar je profileren als alleskunner kan ook tegen je werken. Of je nu zelfstandig ondernemer bent of op zoek bent naar een baan in loondienst.

Hoe dat werkt en wat de oplossing daarvoor is, lees je in mijn artikel.

 

Doe jezelf niet tekort door je te profileren als alleskunner

 

Door je als alleskunner te profileren doe je jezelf tekort als ondernemer

 

Je maakt het je moeilijk als je alles voor iedereen doet. Bijvoorbeeld als coach.

Als ondernemer je profileren als alleskunner werkt echt tegen je. Ook al denk je zelf dat je door niet te kiezen je klantgroep breed en dus groot houdt.

Als je niet kiest, dan kun je alleen maar in algemene zin communiceren over wat je doet en voor welke problemen jij de oplossing bent. Ook de klantgroepen waarmee je wilt werken blijven vaag, want in principe kan dat iedereen zijn.

En hoe wil je je klant bijvoorbeeld aanspreken op je website, als je niet helder hebt wie jouw klant eigenlijk is?

 

Niet alleen maak je het voor jezelf moeilijk als alleskunner, maar ook voor je klant.

Zou jij kiezen voor iemand die alles kan?

Ik niet, ik ga graag op zoek naar een expert op het terrein waar ik hulp of begeleiding bij nodig heb. Ik denk dat hetzelfde geldt voor meer mensen.

En wat denk je van jouw zichtbaarheid en vindbaarheid als zelfstandige alleskunner? Er wordt immers meestal naar specifieke expertise gezocht.

 

Durf dus te kiezen voor welke problemen jij met name de oplossing bent en/of specificeer je doelgroep.

 

Ik geef je een paar tips in de vorm van reflectievragen:

  • Waar loop je het meest warm voor? Waar gaat jouw vuurtje van branden? Waaraan wil jij een bijdrage leveren met wat je doet in je werk?
  • Met welke mensen heb je de meeste connectie? Voor welke mensen heb je een passie?
  • Welke specifieke dienstverlening of welk specifiek product past het beste bij jou?
  • Als je nu al klanten hebt; welke klanten trek je nu al aan? Met welke van die klanten werk je het liefst?
  • Met welke klanten identificeer je je het gemakkelijkst? Misschien wel omdat ze tot dezelfde groepen behoren als jij?

 

 

Door je als alleskunner te profileren in sollicitatietrajecten, doe je jezelf tekort

 

Bijvoorbeeld door te solliciteren naar elke functie die maar enigszins bij je past.

Wees selectief in de functies waar je werk van maakt. Ook al voel je de hete adem van het UWV in je nek. Of heb je anderszins het gevoel dat je niets te kiezen hebt.

Een werkgever of een selecteur is op zoek naar een geschikte kandidaat voor een specifieke functie.

Een werkgever is niet op zoek naar iemand die een baan zoekt. Integendeel, hij wil een professional die optimaal matcht met het profiel dat hij voor ogen heeft.

Dat is meestal niet iemand die alles kan of denkt alles te kunnen. Dat is eerder iemand die dé oplossing is voor zijn specifieke probleem.

Het is ook niet iemand die op alles solliciteert wat maar enigszins past. Bijvoorbeeld om maar aan de sollicitatieplicht te voldoen.

Als selecteur proef je dat uit een cv en uit een sollicitatiebrief. Want je denken over je kansen op de arbeidsmarkt beïnvloedt je handelen. Nog voordat jij je cv hebt opgesteld of je sollicitatiebrief hebt geschreven.

En zoals eerder aangegeven, je hebt de meeste kans op een baan als je gaat voor je ideale baan.

 

Durf dus te kiezen en te gaan voor een baan die echt bij je past.

Ik geef je een paar tips:

  • Wees selectief in de vacatures waarop je reageert.
  • Twijfel je of een vacature bij je past, doe je onderzoek. Bel bijvoorbeeld de contactpersoon met betrekking tot de vacature. Stel je vragen om een goed beeld te krijgen van de organisatie en de functie. Of bekijk of je iemand in je netwerk hebt, die betreffende organisatie of functie kent.
  • Spits je cv toe op de functie die je ambieert.
  • Wees selectief in wat je vermeldt in je cv. Een selecteur wil in een cv zien, wat hij zoekt. Al het overige leidt alleen maar af.
  • Houd voor ogen dat een cv is bedoeld om de aandacht te trekken. Je wilt een selecteur nieuwsgierig maken naar wat je nog meer hebt gepresteerd. Hem verleiden om het gesprek met jou aan te gaan. Je wilt dat hij denkt “die wil ik spreken”.
  • Doe jezelf niet tekort door een hele trits kwaliteiten van jezelf in je cv te benoemen, maar er verder niets mee te doen. Laat bij de beschrijving van je prestaties zien, met inzet van welke kwaliteiten jij die resultaten hebt bereikt.

 

 

Al met al werkt je profileren als alleskunner eerder tegen je, dan dat je er je voordeel mee doet.

Durf keuzes te maken, selectief te zijn en durf te gaan voor het werk dat jij voor ogen hebt.

 

 

Heb je nog geen goed beeld van het werk dat je wilt doen? Of van het werk dat goed bij je past?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected] ) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je door inzicht in factoren die van invloed zijn op bevlogenheid, daar meer grip op krijgt in je werk

 

Een baan die aansluit bij waar jij warm voor loopt, waarin je je talenten kunt inzetten en waar je energie van krijgt, maakt gelukkig.

Ben je een bevlogen werker, dan ben je enthousiast over wat je doet, voel je je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.

Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.

Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost.

 

Hoe zit het met jouw bevlogenheid in werk?

Sta je op een enthousiaste en energieke manier in je werk? Of heb je het gevoel dat je er meer plezier en bevrediging uit zou kunnen halen dan nu het geval is? Of heb je nu misschien nauwelijks plezier in je werk en raak je er ook totaal niet door geboeid?

Dan is het tijd om bij te sturen.

 

Hoe zit het met jouw bevlogenheid in je werk?

 

Bevlogenheid; wat is het eigenlijk?

 

In plaats van over bevlogenheid als losstaand begrip te praten, heb ik het liever over bevlogen je werk doen.

Naar mijn idee zegt bevlogenheid vooral iets over hoe je iets doet.

Bevlogen mensen gaan helemaal op in wat ze doen. Dat kan zijn in werk, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld in de vrije tijd.

 

Ze hebben een positieve attitude, zijn enthousiast over wat ze doen, vol energie. Als ze bezig zijn met iets kunnen ze alles om zich heen vergeten, ook de tijd.

Zij lopen warm voor wat ze doen en voelen zich er capabel voor. Die twee componenten, willen en kunnen, maken dat bevlogen mensen alles geven in wat ze doen.

Gefocust werken ze aan hun taken en als je focust, dan kun je ook goede prestaties leveren. Dat is wat je bij bevlogen mensen ziet.

 

 

De werkomgeving is voor vijftig procent bepalend voor bevlogenheid

 

Bevlogenheid heeft voor minder dan een kwart te maken met iemands persoonlijkheid.

Ook al zegt men soms dat iemand bevlogen is, alsof het een persoonskenmerk is.

Het blijkt dat in werk, de werkomgeving voor vijftig procent bepalend is.

Dat betekent dat als je nu weinig bevlogenheid in je werk ervaart, mogelijk verandering van werkomgeving je al een flinke boost kan geven.

Als je tenminste inzicht hebt in de factoren in je werkomgeving die maken dat je nu niet bevlogen bent.

 

Taakeisen die aan je worden gesteld kunnen als stressoren worden ervaren, maar ook als uitdaging.

Dat hangt af van de energiebronnen die er zijn om de taakeisen op te vangen.

Die energiebronnen kunnen persoonlijk gerelateerd zijn, maar ook werk gerelateerd en dus gekoppeld aan je werkomgeving.

Ervaar je bijvoorbeeld volop steun van collega’s en je leidinggevende en zijn er ook volop mogelijkheden om je te ontplooien, dan zal je taakeisen eerder zien als een uitdaging. Wetend dat je hulpbronnen in je omgeving aan kunt boren, mocht dat nodig zijn.

Is dat het geval, dan kun je je taken over het algemeen ook beter aan en kun je goed op hoog niveau functioneren.

Ontbreekt sociale steun, krijg je weinig feedback over je functioneren en ervaar je weinig autonomie in je werk?

Dan heeft dat een negatief effect op jouw bevlogenheid. Taakeisen zal je dan eerder als stressoren ervaren. En houdt dat lang aan, dan kan dat bijvoorbeeld leiden tot burn-out.

 

 

Een goede balans tussen taakeisen en energiebronnen is cruciaal voor bevlogenheid

 

Arnold Bakker heeft dat weergegeven in zijn JD-R-model. JD staat voor Jobdemands (taakeisen) en R voor Resources (hulpbronnen/ energiebronnen).

 

 

© JD-R-model: Arnold Bakker

 

Arnold Bakker is hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij doet onderzoek naar bevlogenheid op het werk.

 

Volgens Bakker is het belangrijk voor bevlogenheid dat er een balans is tussen taakeisen en hulpbronnen.

Is die balans er, dan zullen werknemers niet gauw opbranden, maar juist heel bevlogen hun werk kunnen doen.

Is er disbalans en kosten de taakeisen heel veel energie, dan roept dat stress op. Houdt dat lang aan, dan kan de stress chronisch worden, gaan de prestaties omlaag en kan de chronische stress leiden tot burn-out.

 

Hulpbronnen zoals ontplooiingsmogelijkheden, autonomie, sociale steun en feedback over je prestaties geven vooral energie, maar ook motivatie.

Dat helpt om je enthousiasme vast te houden en je doelen te realiseren, zodat je prestaties goed zijn.

Bovendien helpen de hulpbronnen jou om het ongewenste effect van taakeisen of stressoren op te vangen.

 

De hulpbronnen hebben overigens vooral effect op bevlogenheid als de taakeisen heel hoog zijn.

 

 

Hoe taakeisen, werk gerelateerde en persoonlijke hulpbronnen in onderlinge samenhang invloed hebben op bevlogenheid

 

Als je bevlogen bent en goed presteert, dan heb je alle kans dat je niet alleen meer steun van anderen krijgt, maar ook meer autonomie.

In het model van Bakker vind je die autonomie terug bij de werk gerelateerde hulpbronnen.

Bovendien krijg je als je goed presteert, ook meer zelfvertrouwen, meer gevoel van eigenwaarde en zelfeffectiviteit en word je stressbestendiger.

In het model zie je dat bij de persoonlijke hulpbronnen.

 

Zo kan de werkomgeving in combinatie met de persoonlijkheid ervoor zorgen dat iemand opbrandt in zijn werk of juist heel gemotiveerd presteert.

 

En zo kun jij door meer inzicht in factoren die van invloed zijn op bevlogenheid, daar meer grip op krijgen in je werk.

 

 

 

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Bel (0575-544588/06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Waarom het belangrijk is om jouw top vijf aan kwaliteiten heel helder te hebben om te komen tot een goede match met een functie

 

Waar je goed in bent, vind je ook leuk om te doen. Dat wordt vaak gedacht.

En wat je leuk vindt om te doen, daar ben je ook goed in.

Maar beide veronderstellingen zijn niet per definitie waar. Je kunt wel goed zijn in iets, maar of je het ook leuk vindt om die kwaliteit in te zetten, dat is nog maar de vraag.

Aan de andere kant kan het zijn dat je het leuk vindt om met bepaalde activiteiten bezig te zijn, maar dat het je niet gemakkelijk afgaat. Je bent er niet goed in.

In mijn trainingen en mijn coachtrajecten filter ik dat. Je komt dan tot een top vijf van jouw kwaliteiten. Dat zijn de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in je werk en waarin je relatief ook het beste bent.

Kun je jouw top vijf onvoldoende kwijt in jouw werk? Dan heb je grote kans dat je minder gelukkig bent met dat werk. Dat je het gevoel hebt dat je niet kunt groeien, bloeien en excelleren.

 

Jouw top five aan kwaliteiten en de juiste functie voor een goede match

 

Aanleiding om je te oriënteren op een volgende loopbaanstap

 

Vaak doen coachklanten een beroep op mij als loopbaancoach omdat ze zich willen oriënteren op een volgende loopbaanstap. Soms uit eigen initiatief, soms gedwongen.

In geval van eigen initiatief, ervaart betrokkene meestal onvoldoende plezier en voldoening in zijn werk. Of heeft hij het nog naar zijn zin in zijn werk, maar voorziet dat voldoening en plezier op deze plek eindig zijn.

 

 

Zo heeft een van mijn coachklanten de ervaring dat hij na een jaar of drie, hooguit vier, uitgekeken is op zijn werk en toe is aan een nieuwe uitdaging. In zijn loopbaan is hij ook al ettelijke keren veranderd van baan.

Hij vraagt zich af wat maakt dat die ervaring zich steeds herhaalt.

 

Op dit moment heeft hij het al ruim drie jaar goed naar zijn zin in zijn werk. Ook de organisatie wil hem graag behouden en faciliteert dan ook zijn loopbaantraject.

Het is de uitdaging om uit te zoeken waar het op een gegeven moment dan precies aan schort. Wat het hete hangijzer is dat hem doet switchen van baan.

Gaande het traject kregen we de vinger erachter. Met name toen zijn top vijf aan kwaliteiten helder werd.

 

 

De ’top vijf’ aan kwaliteiten als cruciale factor bij het ervaren van voldoening en plezier in je werk

 

Met triggervragen wil ik meer duidelijkheid krijgen met betrekking tot de chaos in mijn hoofd”.

Zo kwam hij bij me binnen.

Voor zijn gevoel was het chaos in zijn hoofd. Ik begrijp dat het zo kan voelen.  Maar als je die chaos door een gestructureerde aanpak weet te ontwarren, dan valt het alles mee.

 

Wat mijn coachklant betreft, blijkt het al dan niet kunnen inzetten van zijn top vijf aan kwaliteiten het hete hangijzer.

In die top vijf zitten kwaliteiten zoals:

  • Met gemak me inwerken in een voor mij nieuwe situatie, daarbij me goed voorbereiden en me laten informeren en adviseren om beslagen ten ijs te komen.
  • Welbewust investeren in het opbouwen van relaties en het winnen van vertrouwen van de klant, vanuit interesse aansluiten bij en rekening houden met wie ik voor me heb en welbewust kiezen van een insteek die daarbij past.

Bij doorpraten werd heel helder dat bijvoorbeeld bovenstaande kwaliteiten minder aangesproken worden, naarmate hij langer in een en dezelfde functie werkzaam is. Als hij dus te maken heeft met steeds dezelfde klanten en eenzelfde product.

Dat voor ogen houdend, is het op dit moment een uitkomst voor hem als hij de overstap kan maken naar een andere productgroep. Waarbij hij dan ook als vanzelf met andere klanten te maken heeft. En hij de als voorbeeld genoemde kwaliteiten weer volop in kan zetten.

 

Een ander voorbeeld van een kwaliteit in zijn top vijf is:

Het met overzicht en gestructureerd leiden van een vergadering of geven van een presentatie, daarbij me overtuigend en passievol presenteren, beeldend beschrijven van mijn verhaal en alert en tactisch reageren op moeilijke vragen.

Een combinatie van werken in een andere productgroep bij zijn huidige werkgever en een docentschap of gastdocentschap bij een passende hbo-opleiding spreekt hem dan ook erg aan.

Naast een parttime docentschap of gastdocentschap zou parttime begeleiden van afstudeerders, ook goed bij hem passen.

Bovendien kan dat ook van meerwaarde zijn voor zijn huidige werkgever. Dus een mooie win-win situatie.

 

 

Kortom

 

Het voorbeeld van mijn coachklant laat zien hoe belangrijk het is, dat je jouw top vijf aan kwaliteiten heel helder hebt om te komen tot een goede match met een functie. Zodat je plezier en voldoening ervaart in je werk.

Overigens is alleen die goede match geen garantie dat je ook op termijn goed gedijt. Om het vuurtje brandend te houden is er over het algemeen nog wat meer nodig.

Meer daarover lees je in mijn volgend artikel.

 

 

 

Heb jij nog geen helder beeld van waar met name jouw kwaliteiten liggen? 

Laat staan, wat de kwaliteiten zijn die je relatief het liefste inzet en waarin je relatief ook het beste bent?

Neem gerust contact met me op.

Gegarandeerd krijg je in een individueel loopbaantraject een helder beeld van jouw kwaliteiten en met name jouw top five.