Tag Archief van: persoonlijke kwaliteiten

Hoe perfectionisme je gedrag negatief kan beïnvloeden

 

 

Ik ben een perfectionist”, zegt ze trots.

En zij is niet de enige die trots is op haar perfectionisme. Alsof perfectionisme een kwaliteit is.

Perfectie zie ik eerder als een illusie dan een realiteit. Niets kan perfect zijn. Want ook al lever je kwaliteit, hoogstwaarschijnlijk kan het altijd nog beter.

Streven naar perfectie is voor mij dan ook eerder een valkuil dan een kwaliteit. Ik zie het als een vervormde, ongezonde variant van streven naar kwaliteit.

Ben jij zelf een perfectionist, dan heb je vast al ervaren hoe je perfectionisme je flink dwars kan zitten.

Zou je stiekem misschien wel graag iets willen leren van mensen die de lat een heel stuk lager leggen dan jij? Van die mensen, die naar jouw gevoel er de kantjes vanaf lopen? En zo veel gemakkelijker in het leven staan dan jij?

 

Hoe perfectionisme eerder een valkuil is dan een kwaliteit

 

Bepaalde mate van perfectionisme is niet verkeerd

 

Misschien moet je het dan geen perfectionisme noemen, maar streven naar een goed resultaat.

Ik ben daar een groot voorstander van.

Gedreven een goed resultaat willen bereiken is waardevol. Het helpt je om het beste uit jezelf te halen en is zo een bron van motivatie om goede resultaten te leveren.

 

Als je bij alles wat je doet, streeft naar het hoogst haalbare wordt dat heel anders. Dan wordt perfectionisme al gauw een probleem.

 

Perfectionisme als probleem omdat je nooit tevreden bent over jezelf

 

Als perfectionist ben je nooit of in elk geval niet gauw tevreden over jezelf, omdat het altijd beter kan.

Je kunt niet tevreden zijn met het resultaat dat je op een bepaald moment hebt bereikt. Je blijft dan bijvoorbeeld maar doorgaan met je werk omdat het voor jou nog niet perfect is.

Perfectionisme is dan echt een grote valkuil, die bijvoorbeeld uiteindelijk kan leiden tot burn-out. Vooral ook omdat je jouw lat heel hoog legt en steeds maar door blijft gaan om het niveau te bereiken dat je jezelf hebt opgelegd.

En ontaardt je aanpak niet in een burn-out, dan loop je het risico dat je contract niet wordt verlengd. Simpelweg omdat je in de ogen van je werkgever onvoldoende tempo maakt en dus niet de resultaten behaalt die men verwacht.

Misschien is jou dat ook al eens overkomen.

 

Als perfectionist ben je geneigd om ook tegenover de buitenwereld aan te geven dat je de lat voor jezelf hoog legt. Voor jou voelt dat ook zo.

Maar bijvoorbeeld Tony Robbins ziet dat anders:

“Perfectionisme is niet de hoogste, maar de laagste lat die je kan hebben, want het is een onhaalbare eis aan jezelf.”

 

 

Perfectionisme als probleem omdat je uitdagingen uit de weg gaat

 

Ben je een echte perfectionist, dan is er alle kans dat falen een absolute doodzonde voor jou is.

 

Falen wil je dan ook vermijden.

Met als gevolg dat je geneigd bent om echte uitdagingen uit de weg te gaan en je lat dus laag te leggen. Om te voorkomen dat je je doelstelling niet haalt of anderszins door de mand valt.

Zo was een van mijn perfectionistische coachklanten geneigd om op safe te spelen met betrekking tot banen waar hij voor ging. Keer op keer waren die banen voor hem onder de maat.

Maar erger nog, ze sloten niet aan bij zijn kwaliteiten. Waardoor het werk hem ontzettend veel energie kostte, hij zijn targets niet haalde en zijn contracten niet werden verlengd.

 

 

Schuilen achter een masker van perfectie brengt je nergens

 

Dat geldt ook voor de baanverwerving.

Het is prijzenswaard als je je goed voorbereidt op gesprekken, maar je kunt daar ook in doorslaan.

Ik heb daar sterke voorbeelden van gehoord.

Zo bereidde een kandidaat zich tot in de puntjes voor op haar gesprekken. Heel grondig deed ze haar onderzoek.

Onderzoek naar de cultuur van de organisatie en de dresscode en de make-up die daarbij past.

Dagenlang studeerde ze op de vacature en deed ze haar onderzoek naar de vacante functie. Antwoorden op mogelijke vragen en de vragen die ze zelf wilde stellen had ze stevig ingestudeerd.

Bijna tot in de perfectie had ze zich ingeleefd in haar rol als sollicitant voor de vacante functie en zich die rol eigen gemaakt. En ze speelde de rol met glans.

Trots vertelde ze dan ook dat door de selectie komen voor haar geen probleem was.

Maar daarmee de baan verwerven die écht bij je past?

Dat was haar tot nu toe niet gelukt. Mogelijk was ze daarvoor teveel gericht op een door haar bedachte externe standaard waaraan ze tot in perfectie wilde voldoen. Waardoor ze haar eigenheid als persoon verstopte achter een masker.

 

 

Relatieve perfectie: optimaal resultaat gezien alle beperkingen waarmee je te dealen hebt

 

Nastrevenswaard is het om te gaan voor het optimale; relatieve perfectie.

Niets kan perfect zijn. Perfectie is een illusie.

Relatieve perfectie bereik je als de resultaten optimaal zijn gezien de beperkte hoeveelheid tijd, energie, geld, hulpmiddelen, mensen en ruimte.

 

 

Kortom

 

Stap niet in de valkuil van perfectie. Ga voor optimalisme.

Wees je bewust van wat je te bieden hebt, jouw kwaliteiten en werk vanuit je kracht.

Durf de weg te bewandelen van wat je het allerliefste doet en ben trouw aan wat jij aan deze wereld bij wilt dragen.

Maak welbewust en zelfverzekerd keuzes in wat je wel en niet doet.

Realiseer je dat goed, goed genoeg is en zet jouw tijd en jouw kwaliteiten effectief in.

 

 

 

Heb je nog geen helder beeld van jouw kwaliteiten? En van de bijdrage die je wilt leveren met wat je doet in je werk?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

En schat je bij voorbaat in, dat je wel wat hulp kunt gebruiken bij het uitstippelen van jouw volgende stap in je loopbaan? Neem gerust contact met me op voor het plannen van een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Talent moet je ontwikkelen en onderhouden

 

Als je me al langer volgt, dan weet je misschien dat keramieken een van mijn hobby’s is. Lekker met mijn handen in de klei, al dan niet op de draaischijf.

Om allerlei redenen heb ik dat inmiddels alweer een hele tijd niet gedaan. Een van die redenen is dat mijn atelier tijdelijk een andere bestemming heeft. Waardoor ik daar niet aan het werk kan.

Dat begint steeds meer te kriebelen. Soms word ik er ook een beetje onrustig van.

Onze servieskast staat vol met kommen en schaaltjes die ik zelf heb gedraaid. Sommige echt al heel lang geleden. Zo had ik onlangs een van die schaaltjes in mijn handen. Als vanzelf liet ik het schaaltje door mijn handen gaan om de vorm af te tasten en te ervaren of die soepel loopt. Het betreffende schaaltje ‘liep’ wonderbaarlijk gaaf. En het is ook strak geglazuurd.

 

talent ontwikkelen

 

Het moment suprême bracht me enigszins in verwarring. Enerzijds was ik trots. Anderzijds werd ik er onzeker van. ‘Ik weet niet of ik dat nog wel kan’, zei ik tegen Martin. ‘Ik heb het al zo lang niet meer gedaan.’

Het voorval deed me terugdenken aan de tijd dat ik regelmatig achter de draaischijf zat. In zomervakanties was ik soms een paar weken achter elkaar van huis, op cursus bij gerenommeerde keramisten.

En dan was ik niet alleen bezig met mooie kommen en schalen draaien, maar ook met experimenteren met glazuren en stoken. Dat laatste niet alleen elektrisch of in een gasoven (al dan niet zoutstook), maar ook raku, pitfire, of in een houtoven. Voor het stoken van de houtoven draaiden we in shifts, waaronder ook de nachtelijk uren. Want je moest het vuur wel gaande houden door hout te voeren.

 

Ik heb heel veel zin om de draad weer op te pakken. Ook al weet ik nog niet hoe me dat afgaat.

Ik ben overigens niet de enige die zin heeft om weer te gaan ‘keramieken’. Een van onze kleinzonen schreef op de kaart voor mijn verjaardag: ‘Ik kan niet wachten om een keer iets met jou te keramieken!’

Voor mij is dat een extra stimulans om zodra het atelier weer vrij is, in mijn eentje op te starten. Me te heroriënteren op hoe het allemaal ook alweer moest en het vormgeven weer enigszins in de vingers te krijgen.

Want ik kan in het verleden dan wel veel mooie dingen hebben gemaakt, talent moet je onderhouden en liever nog, door ontwikkelen. Want stilstand is achteruitgang.

 

Dat geldt ook voor werk.

In onze samenleving, waar verandering constant is, is het cruciaal om je talenten te onderhouden en je te blijven ontwikkelen.

Het is aan jou om actief vorm te geven aan jouw persoonlijke en professionele groei. Dat betekent stappen zetten om iets voor elkaar te krijgen. Ontdekken wat je graag wilt, wat je belangrijk vindt. Met kleine aanpassingen je werk veranderen, verbeteren; jobcraften.

Zodat je werk doet dat je belangrijk vindt, waar je je talent kan ontwikkelen, waarmee je succes hebt.

 

 

Ben je onzeker over welke stappen je kunt zetten? Of wil je ontdekken hoe je jouw persoonlijke kwaliteiten optimaal inzet in je werk?

Wil je meer inzicht in jezelf, stilstaan bij je sterke punten, je drijfveren en weten welk werk het beste bij je past?

Bel me (06-54762865/ 0575-544588) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Tips die je op weg helpen om een onderscheidend antwoord te geven op een cruciale vraag

 

“Omdat ik een baan wil”, was het spontane, maar serieuze antwoord van een van mijn cursisten.

In een van mijn 3-daagse trainingen ‘Bouw je ideale loopbaan‘ vroeg ik de deelnemers wat hun antwoord zou zijn op de vraag “Waarom deze functie voor jou?”.

De aanleiding was een visualisatie oefening met betrekking tot hun ideale werk.

Het antwoord van mijn cursist is niet het antwoord, waar een selecteur op zit te wachten. Sterker nog, ik denk dat het een antwoord is, dat men niet wil horen.

Een werkgever is er namelijk niet om jouw probleem op te lossen. Integendeel, jij bent er om het probleem van een werkgever op te lossen.

Het is goed om je dat te realiseren.

 

Waarom deze functie voor jou?” Of: “Waarom wil jij voor onze organisatie werken?

Het zijn varianten op eerstgenoemde vraag. Het zijn gegarandeerd vragen die je kunt verwachten als je solliciteert naar een baan.

Mogelijk zijn jou die vragen ook al eens voorgelegd.

 

Wat is dan een antwoord dat wél aan verwachtingen voldoet, vraag je je misschien af. En wellicht nog interessanter, wat is een antwoord waarmee je je van anderen onderscheidt?

In mijn artikel help ik je op weg.

 

 

“Waarom wil je hier werken?”

 

Het is een valkuil om deze vraag op te pakken als een simpele vraag. Dat is het beslist niet.

 

De vraag gaat over je belangstelling voor die functie, voor die organisatie.

Bij je antwoord kun je denken aan wat jou zodanig in de organisatie en in de functie interesseert dat je er je werk van wilt maken.

 

De vraag gaat ook over waarden.

Wat maakt de organisatie en de functie voor jou de moeite waard om je daarvoor in te zetten? Daarvoor te gaan?

Wat vind jij zodanig belangrijk dat je daar een groot deel van je tijd mee bezig wilt zijn?

Dat heeft alles te maken met je persoonlijke missie. En dus met de waarden die jij terug wilt zien in het werk dat je doet.

 

 

“Waarom wil je hier werken?”; het is onverstandig om een eendimensionaal antwoord te geven

 

Ook al roept een waarom-vraag een rechtlijnig daarom-antwoord op. De werkelijkheid is veel complexer.

Zo ook bij de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

 

Ook al wordt de vraag als een ‘waarom-vraag’ gesteld, ik adviseer je om daarop géén eendimensionaal antwoord te geven.

Als je tenminste recht wilt doen aan de vraag. En de kans wilt grijpen om je te profileren met je kwaliteiten.

Want wil je je onderscheiden van anderen, dan zijn er gegarandeerd meer aspecten die je in jouw daarom-antwoord naar voren kunt brengen.

Meer aspecten dan bijvoorbeeld alleen “Omdat ik een baan wil”. Of misschien wel “Omdat het zo goed verdient”.

Dat laatste antwoord is overigens ook een voorbeeld van een antwoord dat men niet wil horen. Dat denk ik tenminste.

 

Herformuleer voor jezelf de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

Maak die herformulering in het gesprek gerust expliciet. Denk als het ware hardop. In een gesprek is dat een heel effectieve interventie.

Zeg bijvoorbeeld:

“Uw vraag “Waarom wil je hier werken?”; daar wil ik graag een en ander over zeggen.

Graag noem ik u een aantal factoren (of redenen) die de functie en uw organisatie interessant maken voor mij. En wat mij drijft om mij voor de functie en uw organisatie in te zetten”.

 

En benoem en leg vervolgens uit, op grond waarvan jij in betreffende functie en bij betreffende organisatie wilt werken.

Geef op zijn minst drie redenen.

 

Ik geef je een aantal tips.

 

 

Tips die je op weg helpen om een onderscheidend antwoord te geven op de vraag “Waarom wil je hier werken”

 

1. Laat zien en horen hoe de functie en de organisatie passen bij wat jou interesseert.

Jouw interesse is wellicht een van de redenen waarom je voor betreffende organisatie wilt werken.

Laat horen en laat voelen waar jij helemaal enthousiast over bent.

Bereid je daar goed op voor, zodat je een overtuigd en overtuigend verhaal kunt presenteren. Maak je dat verhaal eigen, zodat het écht van jezelf wordt.

 

2. Laat zien en horen hoe de functie past bij wat jij te bieden hebt.

De goede aansluiting tussen de functie, de organisatie en wat jij te bieden hebt, is wellicht een van de redenen voor jou om voor hen te willen werken.

Laat zien en horen wat jij voor hen kunt betekenen. En niet onbelangrijk, wat het hen oplevert als ze jou in dienst nemen.

Onder andere daarom wil jij graag voor hen werken. Omdat je ervan overtuigd bent dat het hen resultaten oplevert.

Zorg dan ook dat je heel helder voor ogen hebt welke resultaten jij met de inzet van jouw kwaliteiten voor andere organisaties hebt neergezet. Heb je die voorbeelden op het puntje van je tong, dan kun je er enthousiast en to the point over vertellen.

En zo de link maken naar de resultaten die betreffende organisatie kan verwachten. Als ze gebruik maken van jouw expertise.

 

3. Laat zien en horen hoe je past bij de cultuur van de organisatie

Doe goed je onderzoek naar de cultuur van de organisatie, zodat je daar een goed beeld van hebt en daarop aan kunt sluiten.

Oriënteer je naar de missie, de waarden en de toekomstvisie van de organisatie. Vraag je af in hoeverre die matcht met jouw waarden en jouw missie en vooral met jouw missie met betrekking tot werk.

Welke indruk heb je gekregen van de mensen die er werken? In hoeverre is het wat mensen betreft voor jou een goede omgeving om te werken?

In hoeverre sluiten de arbeidsomstandigheden aan bij wat jij nodig hebt? En misschien daarnaast nog bij wat jij wenst?

Is er een goede match, dan is dat een heel mooie reden als deelantwoord op de vraag “Waarom wil je bij ons werken?”.

 

 

Wellicht kun je uit eigen ervaring nog meer punten noemen, die voor jou onderdeel zijn van jouw antwoord op de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

Heb je nog aanvullingen? Ik lees het graag.

 

 

 

Heb jij nog onvoldoende helder wat jij met jouw kwaliteiten te bieden hebt?  

En welke resultaten jij met de inzet van jouw kwaliteiten voor andere organisaties hebt neergezet?

Ben je nog zoekende wat jou zodanig interesseert en wat zodanig belangrijk voor je is dat je daaraan een bijdrage wilt leveren met wat je doet in je werk?

Lees mijn aanbod met betrekking tot de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’ en meld je aan.

Wil je eerst je vragen aan me voorleggen? Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust.

 

 

 

 

Onlangs las ik het boek ‘Het verborgen leiderschap van oudste dochters’, van Aike Borghuis.

‘Veel oudste dochters zien zichzelf niet als leiders, maar ze zijn het wel’ zegt Aike Borghuis.

Ik ben zo’n oudste dochter. Uit een gezin van zeven kinderen, vijf jongens en twee meisjes. Twee broers heb ik boven mij.

Ik zie mezelf niet echt als een leider, maar kennelijk word ik door mijn omgeving soms wel zo ervaren. Ik herinner me dat ik jaren geleden, toen onze vier kinderen nog thuis woonden, door mijn partner weleens moeder-overste werd genoemd. Dat zag ik toen echt niet als een compliment. Ook al was een van mijn lievelingstantes moeder-overste van de Medische Missiezusters.

 

Mijn plek in het gezin waarin ik ben opgegroeid heeft mij gevormd. Al op jonge leeftijd, ik denk dat ik een jaar of tien of elf was, hielp ik als vanzelfsprekend mijn moeder in het huishouden. Voor schoonmaakwerk was er huishoudelijke hulp. Maar bijvoorbeeld elke maandagavond, zorgde ik voor de warme maaltijd, terwijl mijn moeder de was streek. Want maandag was ‘wasdag’. Ik zie het nog voor me. Mijn moeder achter de strijkplank en ik achter het fornuis. Meestal bereidde ik nasi of een of ander gerecht met pasta. En dan voor negen personen. Lekker grote hoeveelheden in grote pannen. Ik genoot van de vrijheid en verantwoordelijkheid die ik kreeg, want ik mocht zelf bedenken wat ik ging koken en hoe ik dat ging doen.

Ik denk dat daar ook mede de wortels lagen van wat jarenlang mijn droomwens was: een jaar een berghut runnen met alles wat daarbij komt kijken. Geïnspireerd door eigen ervaring met het maken van huttentochten.

 

 Leiderschap in mijn werk als loopbaancoach

 

Bergwandelaars en klimmers een gastvrij onthaal bieden, een lekkere en voedzame maaltijd voor ze bereiden en een jaar rond, alle seizoenen in de bergen meemaken. Dat leek me geweldig. Alhoewel ik me achteraf realiseer dat ik misschien een al te romantisch beeld daarvan had. En weinig oog voor de onaantrekkelijke aspecten van het zijn van hüttenwirt.

 

Maar je kunt het geloven of niet, ik geniet nog steeds van het gastvrij onthalen en zorgen voor grote gezelschappen, het bereiden van gerechten in grote potten, pannen en schalen en ja, het regisseren van alles wat er komt kijken bij een grote familiehappening of anderszins een feestpartij.

Het zijn voor mij voorbeelden van activiteiten waarbij ik kwaliteiten inzet als de verantwoordelijkheid nemen, zorgzaam zijn voor mensen om me heen, gericht zijn op mijn omgeving, het versterken van het geheel en van betekenis willen zijn met wat ik doe. Het zijn kwaliteiten, die Aike Borghuis ziet als kwaliteiten van oudste dochters en als verborgen leiderschap.

Wat dat laatste betreft was het misschien toch niet zo vreemd, dat mijn leidinggevende bij de Academie Mens en Arbeid indertijd geïnteresseerd aan mij vroeg of ik gesolliciteerd had naar de functie van opleidingsmanager van de PABO. Ik was verrast door zijn vraag. Want geen haar op mijn hoofd had erover gedacht om naar die functie te solliciteren. Mijn reactie was dan ook: “Laat mij maar lekker met de studenten werken.”

Want ik kan als oudste dochter misschien wel kwaliteiten ontwikkeld hebben die je van een leider kunt verwachten, of ik blij word en energie krijg van het inzetten van die kwaliteiten in een functie als bijvoorbeeld opleidingsmanager, is voor mij nog maar de vraag.

 

Maar misschien ga ik dan uit van wat Aike Borghuis noemt een ‘oud’ beeld van leiderschap.

Voor haar was de definitie van Brené Brown over leiderschap een eyeopener:

Een leider is iemand die de verantwoordelijkheid neemt voor het herkennen van het potentieel in mensen en ideeën, en de moed heeft om dat potentieel te ontwikkelen’.

En ja, dat is wat ik doe, zowel privé als in mijn werk als loopbaancoach.

In die zin ben ik dus een leider. En wil ik dat ook graag zijn.

 

 

Ervaar je op dit moment weinig plezier en voldoening in je werk?

Wil je jouw persoonlijk leiderschap ontdekken en ontwikkelen? En zelf de regie pakken over jouw loopbaan?

Meld je aan voor de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. Tot vrijdag 28 juli profiteer je van de bonussen voor de vroegboekers.

Wil je eerst je vragen aan me voorleggen? Bel (06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust.

 

 

 

 

Waarom ondernemend zijn nog niet wil zeggen dat je geknipt bent voor het ondernemerschap

 

Een paar weken terug had ik een oriënterend gesprek met een coachklant. De plek waar ze werkt ervaart ze niet echt als inspirerend. Ze vindt de organisatie erg naar binnen gekeerd en de familiaire cultuur die er heerst past niet goed bij haar.

Graag zet ze een volgende stap in haar loopbaan met daarbij de vraag: ‘welke kant ga ik nu op?’ Wordt het een andere functie in hetzelfde werkveld of in een ander werkveld?

Andere grote organisaties in hetzelfde werkveld zijn het voor haar in elk geval niet. Wel andere, kleinere organisaties?

Innovatief en creatief zijn trekt haar aan. Ze ziet zichzelf als ondernemend en haar vraag is dan ook: ‘ben ik een ondernemer?’

En daarop aansluitend: ‘past zelfstandig ondernemerschap bij mij of is het voor mij voldoende om te ondernemen in mijn eigen loopbaan?’

 

Voor een succesvol ondernemer is ondernemend zijn niet genoeg

 

Zelfstandig ondernemerschap vraagt meer dan ondernemend zijn

 

Ondernemend zijn betekent nog niet dat je geknipt bent voor het ondernemerschap. Ook al is het wel een belangrijke competentie.

Als andere competenties die je nodig hebt om succesvol te zijn als ondernemer worden door ondernemers genoemd: doorzettingsvermogen, creativiteit, passie voor je product of je dienst, risico’s durven nemen, flexibiliteit, commercieel inzicht en betrouwbaarheid.

De Kamer van Koophandel noemt enthousiasme, flexibiliteit en doorzettingsvermogen als belangrijke persoonseigenschappen voor een ondernemer.

Naast die persoonseigenschappen moet je volgens de KvK ook over vaardigheden beschikken zoals bijvoorbeeld commercieel inzicht, marketing, netwerken en kennis van boekhouden. Die vaardigheden kun je leren.

 

 

Als ondernemer krijg je naast je eigen vak, er een vak bij

 

Het is goed om je te realiseren dat je als ondernemer naast je eigen vak er een vak bij krijgt; ondernemen en alles wat daarbij komt kijken.

En als je het net als ik, leuk vindt om je te ontwikkelen en te leren, dan gaat er een hele nieuwe wereld voor je open. Ik heb dan ook heel wat trainingen en cursussen gevolgd op het terrein van bijvoorbeeld marketing, financieel succesvol ondernemen, schrijven, SEO, systematiseren van bedrijfsprocessen.

Er komt naar mijn ervaring dus heel wat kijken bij zelfstandig ondernemerschap en ik heb de indruk dat het door menigeen wordt onderschat.

Overweeg je om een overstap te maken van loondienst naar zelfstandig ondernemerschap? Wil je inzicht in jouw ondernemersvaardigheden? Doe de test van de KvK.

 

 

Groei van aantal zelfstandig ondernemers

 

Zelfstandig ondernemerschap is erg in trek.

Volgens de cijfers van de Kamer van Koophandel groeide in 2022 opnieuw het aantal bedrijven in Nederland. Van bijna 2,2 miljoen begin 2022 naar ruim 2,3 miljoen bedrijven op 31 december. Al met al een groei van 5,7%. Het overgrote deel van die groei komt op conto van zzp’ers.

Op 1 januari van dit jaar was 17 procent van de werkzame beroepsbevolking een zelfstandig ondernemer zonder personeel. Een decennium geleden was dat nog 10 procent. De werkzame bevolking nam in de afgelopen tien jaar met 14 procent toe. Het aantal zzp’ers ging in die periode met 84 procent omhoog naar meer dan 1,6 miljoen. Inmiddels is 70 procent van alle ondernemingen te typeren als zzp’er, aldus de KvK.

 

 

Pros en cons van zelfstandig ondernemerschap

 

Afhankelijk van wat werk voor jou betekent en wat je terug wilt zien in je werk zul je aspecten van zelfstandig ondernemen zien als iets positiefs, dan wel iets negatiefs.

In zijn algemeenheid worden als positieve aspecten van zelfstandig ondernemerschap genoemd: eigen baas zijn, je eigen tijd indelen, werken wanneer en waar je wilt, meer verdienen, persoonlijke ontwikkeling, afwisseling en creatief werken. En ondernemen prikkelt je creativiteit en je probleemoplossend vermogen.

Een aantal van die aspecten hebben te maken met vrijheid. Kennelijk is vrijheid voor veel zelfstandig ondernemers cruciaal. Bijvoorbeeld voor Minou Üçerler. Haar uiteindelijke doel is stoppen op haar 35ste en gaan genieten.

Alsof je niet kunt genieten van je werk, denk ik dan.

Vrijheid is een voorbeeld van een waarde die voor de ene zelfstandig ondernemer ervaren wordt als een pré. Voor een ander kan het juist een van de redenen zijn om te stoppen met het zelfstandig ondernemerschap. Bijvoorbeeld voor een van mijn coachklanten. Als zelfstandig ondernemer mist hij structuur en ook collega’s en daardoor drive en energie.

Vrijheid betekent ook steeds zelf nieuwe opdrachten binnenhalen. De een gaat dat gemakkelijk af en voor zo iemand is het een leuk aspect van zelfstandig ondernemerschap, voor een ander is het een hell of a job. En kan het zelfs een reden zijn om na wikken en wegen te stoppen als zelfstandig ondernemer.

 

 

Positieve kanten van zelfstandig ondernemerschap worden vaak overschat en negatieve kanten onderschat

 

In de eerste zes maanden van 2022 zijn er 76.000 bedrijven opgeheven, het hoogste aantal sinds 2007 – het jaar dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) begon met meten. Vooral zzp’ers stopten ermee. Ongeveer vier van de vijf gestopte bedrijven waren van een zelfstanding ondernemer.

Sanne Wolters, freelancejournalist voor het AD en Nu.nl schreef een artikel over stoppen met zelfstandig ondernemen en interviewde mij als loopbaancoach.

Want wat als je een eigen bedrijf hebt, maar het ondernemen na een paar jaar toch tegen begint te vallen?

Lees het artikel van Sanne Wolters en laat je inspireren.

 

 

 

Ik ben heel benieuwd naar jouw ervaringen als zelfstandig ondernemer.

Wat heeft jou voor zelfstandig ondernemerschap doen kiezen?

En als je gestopt bent als zelfstandig ondernemer en weer in loondienst bent gegaan, wat heeft jou doen stoppen?

Zou je dat willen delen?

Door jouw afwegingen te delen kun je anderen inspireren, dan wel ondersteunen om te komen tot een besluit.

 

 

 

 

Hoe je je profileert met je competenties in plaats van met je cv en een motivatiebrief

 

Ik heb je cv nog niet gezien”, zegt hij. En vervolgens: “Maar dat cv heb ik ook helemaal niet nodig.”

‘Hij’ is de directeur van de organisatie waar zij komende maand als junior KAM-coördinator aan het werk gaat. Om te beginnen als ‘junior’. Om op afzienbare termijn door te groeien naar de functie van KAM-coördinator.

Ervaring in het vakgebied en het betreffende werkveld heeft zij niet. Maar met haar competenties en haar presentatie heeft zij de directeur weten te overtuigen van haar geschiktheid voor de functie. Zelfs enthousiast te maken.

En niet alleen de directeur. Ook de direct betrokken bedrijfsleider en het hoofd van de werkvoorbereiders.

Scholing in het voor haar nieuwe vakgebied en tijdelijke coaching in de nieuwe functie worden door de werkgever gefaciliteerd. In het volste vertrouwen dat zij gezien haar competenties, zich de vakkennis en de daarbij horende vaardigheden snel eigen zal maken.

 

Zonder cv of motivatiebrief

 

Is de motivatiebrief (en het cv) nog nuttig of volkomen achterhaald?

 

Ik las erover in de nieuwsbrief van Werf&.

Het is goed dat die vraag door Wim van den Nobelen, recruiter en auteur voor Werf&, weer eens wordt gesteld.

Zeker als je in aanmerking neemt, dat een motivatiebrief lang niet altijd gelezen wordt. Terwijl jij er als sollicitant misschien flink op hebt zitten zwoegen.

De vraag ‘Is de motivatiebrief nog nuttig of volkomen achterhaald?’, is een vraag die niet nieuw is. Het is een vraag die al eens vaker is gesteld.

In een onderzoek van 2018 komt naar voren dat 42% van de wervingsprofessionals niet meer vraagt om een motivatiebrief. Iets meer dan de helft (53%) zei toen dat de brieven nog steeds hun waarde hebben en een kleine 5% zei volledig te zijn overgestapt op videosollicitaties.

Inmiddels zijn we weer een aantal jaren verder en zonder dat ik daar cijfers over heb, verwacht ik dat bijvoorbeeld het percentage videosollicitaties is toegenomen. Gewend als we daaraan zijn geraakt tijdens de Corona pandemie, waardoor fysieke ontmoetingen tot een minimum waren beperkt.

Toch zie ik nog vaak dat in vacatures gevraagd wordt naar een cv en een motivatiebrief.

Maar die heb je helemaal niet nodig om aan een mooie baan te komen. Onder andere de boven beschreven ervaring van een van mijn coachklanten, laat dat zien.

 

 

Je profileren met je competenties in plaats van met een cv en een motivatiebrief

 

Werk je bij het verwerven van een nieuwe baan volgens de Meer Waarde Benadering, dan heb je in principe geen cv nodig. En ook geen motivatiebrief.

Wat je wel nodig hebt, is dat je je overtuigend kunt presenteren met je competenties.

Dat betekent dat je jouw competenties specifiek kunt benoemen met de drie elementen, het ‘hoe’, het ‘wat’ en een omschrijving van de context. Wil je nog eens nalezen hoe je kwaliteiten specifiek benoemt, klik dan hier.

Verder, dat je voorbeelden kunt geven waaruit blijkt dat je genoemde kwaliteiten hebt. Dat je een adequate inschatting kunt maken van de kwaliteiten die zodanig belangrijk zijn voor de functie die je ambieert, dat je kunt spreken van ‘kritieke succesfactoren’. En dat je de transfer kunt maken van jouw kwaliteiten naar het vakgebied en het werkveld dat je ambieert.

 

 

Stappenplan om je overtuigend te profileren met je competenties in plaats van met een motivatiebrief en je cv

 

Je profileren met je competenties is anders dan wat ik noem ‘traditioneel solliciteren’. Bij ‘traditioneel solliciteren’ denk ik aan reageren op vacatures, je inschrijven bij een recruiter of een werving- en selectiebureau.

Voor mij zijn dat voorbeelden van reactief gedrag. Met MEER WAARDE IN WERK ben ik voorstander van proactief gedrag; zelf de regie pakken voor je loopbaan en je onafhankelijk opstellen. Daar zijn mijn begeleidingstrajecten dan ook op gericht.

Ik geef je een stappenplan om op basis van competenties een mooie baan te verwerven of te creëren. Dat stappenplan komt overeen met de stappen die ik met een coachklant doorloop in mijn trajecten. Overigens afhankelijk van de vraag van de klant.

 

Stap 1. Breng je competenties in kaart en benoem ze specifiek met de drie eerdergenoemde elementen.

In mijn trajecten doen we dat aan de hand van succesverhalen. Wil je nog eens nalezen hoe dat werkt? Klik dan hier.

 

Stap 2. Verzamel bewijsmateriaal voor je competenties.

Zet de voorbeelden op een rij waaruit blijkt dat je genoemde competenties hebt. En benoem de resultaten van de inzet van jouw competenties.

 

Stap 3. Bepaal jouw top vijf.

Welke van jouw competenties zet je in vergelijking met je andere competenties het liefste in, in je werk? En in welke competenties ben je, ook weer in vergelijking met je andere competenties, het beste?

 

Stap 4. Omschrijf het profiel van je ideale werk.

Doe dat aan de hand van het antwoord op de drie vragen ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’.

 

Stap 5. Maak een plan om de concrete mogelijkheden op de arbeidsmarkt te onderzoeken.

Mogelijkheden, aansluitend bij het profiel van je ideale werk. Welke organisaties zijn interessant voor je en hoe kun je daar binnenkomen? Maak gebruik van je netwerk en je connecties op LinkedIn.

 

Stap 6. Ga gesprekken aan.

Gesprekken met mensen die voor jou interessant werk doen en werk dat aansluit bij jouw top 5 competenties.
En gesprekken met vertegenwoordigers van organisaties die interessant voor je zijn.

 

Stap 7. Werk een voorstel uit voor de organisatie waar jouw interesse naar uitgaat.

Een voorstel waarin je aangeeft hoe jij voor de betreffende organisatie van betekenis kunt zijn.
Wil je nog eens nalezen hoe dat werkt, klik dan hier.

 

 

Tenslotte

 

Ook al wordt er in vacatures nog met regelmaat gevraagd om te reageren op de vacature met een cv en een motivatiebrief, het kan beslist anders. Organisaties die werven op basis van competenties en meeloop-/snuffeldagen laten dat zien.

Daarbij denk ik dan niet aan organisaties die, zoals ik weleens hoor van coachklanten, wel mee willen werken aan een meeloop dag, maar daaraan voorafgaand toch een cv en een motivatiebrief willen zien.

 

 

 

Wil jij een loopbaanswitch maken?

Weet je niet hoe dat te realiseren omdat je cv je daarbij niet gaat helpen en eerder tegen je werkt?

Bel (06-54762865/ 0575-544588) of e-mail ([email protected]) me gerust.

 

 

 

 

In hoeverre is gelaatkunde een geschikt instrument om een beeld te krijgen van talenten van mensen?

 

‘Iemands talent bepaalt al voor een groot deel hoe hij of zij eruitziet’, las ik in de nieuwsbrief van Werf&. Of anders geformuleerd: door te kijken naar het uiterlijk van mensen kun je het innerlijk beter begrijpen.

 

Ik herinner het me nog goed, ook al is het heel lang geleden. Ik liep stage bij een Adviesbureau voor Opleiding en Beroep, een AOB. Naast individuele beroepskeuzeonderzoeken deden we screenings van leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs. Met het oog op de te maken keuze voor de volgende stap in hun loopbaan.

Een hele testbatterij hadden de leerlingen doorgewerkt. Het was de taak aan ons als beroepskeuzeadviseurs om op basis van de testresultaten te komen tot een advies. Zonder dat we de leerlingen ontmoet hadden.

Meer dan eens kon het gebeuren dat ik al bij het binnenkomen van betreffende leerling in een paar seconden de indruk had ‘Het advies dat ik op basis van de testresultaten geformuleerd heb, gaat het niet worden.

Maar zoals testresultaten lang niet altijd een representatief beeld geven van wie iemand is als persoon en wat zijn kwaliteiten zijn, zo zijn ook bij de gelaatkunde, Fysionomie of Fysiognomie, kanttekeningen te maken.

 

In hoeverre is je talent af te leiden uit hoe je eruitziet?

 

Fysiognomie; karakter en talent afleiden van hoe je eruitziet; het fysieke lichaam, de vorm van het hoofd en het gezicht

 

Ook al kon ik toen ik stageliep nog niet direct duiden en woorden geven aan wat ik zag bij een eerste indruk, kennelijk vorm je je in luttele seconden een beeld van iemand. En maak je daar een interpretatie bij.

Het is dan ook geen wonder dat men zegt: ‘De eerste indruk telt’. En zelfs: ‘De eerste indruk is beslissend in een selectiegesprek.’

 

Fysiognomie is al heel oud. En nam bijvoorbeeld 3000 jaar geleden al een belangrijke plaats in, in Ayurveda, de Hindoeïstische gezondheidsleer. En nu nog steeds.

Ook de Griekse arts Hippocrates (ongeveer 400 jaar voor Christus) hield er zich mee bezig, resulterend in zijn temperamentenleer. In die leer gaat hij uit van de (ont-)menging van vier lichaamssappen: bloed (sanguis), gal (chole), slijm (phlegma) en zwarte gal (melancholos).

Het lichaamssap dat overheerst bepaalt je temperament, je persoonlijkheidstype. Je temperament moet je daarbij zien als een kwaliteit en niet als iets slechts. Ook al ben je misschien geneigd om daaraan te denken, bijvoorbeeld bij het melancholische type.

Volgens de leer van Hippocrates heeft iedereen alle vier de typen in zich: het sanguinische, het cholerische, het flegmatische en het melancholische. Maar een of meer typen overheersen.

 

 

Aan hoe je eruitziet en je verschijning kun je zien welk type je bent

 

En niet alleen welk type je bent, maar ook wat jou karakteriseert en wat jouw talent is.

Het sanguinisch type is een harmonische verschijning en heeft een luchtige blik op het leven. Zijn tred is vaak huppelend of verend.

Sanguinische types zijn sterk op de buitenwereld gericht. Het zijn sociale mensen, gericht op samenwerken. Hun basisemotie is blijheid. Ze hebben veel interesses, maar vinden het moeilijk om zich lang op één onderwerp te richten. Ze zijn snel afgeleid en kunnen daardoor chaotisch overkomen.

Het cholerisch type is qua lichaamslengte vaak aan de kleine kant, is doelgericht en heeft een stevige stap.

Net als het sanguinisch type is een cholerisch type naar buiten gericht, maar meer beïnvloedend, dan volgend. Een cholerisch type is meer resultaatgericht, competitief en daadkrachtig. De basisemotie is boosheid.

Het flegmatisch type is wat steviger en ronder, heeft een wat slomere gang en sloft als het ware door het leven.

Het flegmatisch type heeft een sterk innerlijk leven en is meer naar binnen gekeerd. Flegmatische types zijn echte gevoelsmensen. De basisemotie is angst.

Het melancholisch type is vaak lang en slank en is een beetje bleek van uiterlijk. Hij heeft een stevige tred, maar loopt meer op de voorvoet. Mogelijk komt die tred voort uit een zware beleving van het leven.

Het melancholische type is een echte denker. Het is een sterk mens met een sterk innerlijk leven. Hij heeft een rijke binnenwereld die van buiten niet altijd zichtbaar is. Ogenschijnlijk zijn het heel rustige mensen, maar van binnen kan het flink broeien. Ze zijn heel nauwkeurig en heel zorgvuldig. De basisemotie is bedroefdheid.

Het is de moeite waard om eens bij jezelf te rade te gaan in welk type jij je het meest herkent. En of de beschrijvingen passen bij het beeld dat jij van jezelf hebt.

 

 

Koppeling van de vier temperamenten aan de vier elementen: lucht, water, vuur en aarde

 

De vier temperamenten in de temperamentenleer van Hippocrates kun je ook koppelen aan de vier elementen lucht, water, vuur en aarde, die iets zeggen over jouw persoonlijkheid.

Bij het sanguinisch type overheerst lucht. Bij het element lucht passen persoonskenmerken als opgewekt en vrolijk. Maar ook het hebben van veel interesses, snel afgeleid zijn, altijd tijd te kort hebben en soms oppervlakkig zijn.

Bij het cholerisch type overheerst vuur. Vuur-mensen doen iets zodat zaken gaan veranderen. Zij willen actie en nemen de leiding, zijn gefocust op de toekomst, zijn vasthoudend, druk en kunnen opvliegend zijn.

Het flegmatisch type wordt gekenmerkt door het element water. Water-mensen zijn rustig, kalm, reageren vaak onbewogen, zijn ietwat dromerig en hebben veel tijd nodig.

Het melancholisch type heeft veel van het element aarde. Aarde-mensen houden van overzicht, denken veel na, vooral om te begrijpen en onthouden goed. Heb je veel van het element aarde, dan ben je niet alleen ernstig, maar kun je ook somber zijn en zwaarmoedig.

 

 

Aanleg aflezen aan hoe je eruitziet

 

Aanleg aflezen aan hoe iemand eruitziet doe je niet zomaar even. Dat vraagt veel oefening en ervaring.

Zo geeft bijvoorbeeld Wetzels in de nieuwsbrief van Werf& te kennen dat hij inmiddels meer dan 500 karakteranalyses heeft uitgevoerd.

Ook Claudia van het Kaar, bij wie ik de cursus heb gevolgd, geeft aan dat gelaatkunde meer is dan alleen theoretische kennis. Bijvoorbeeld over wat een kleine neus betekent en wat een grote.

Gelaatkunde is zeer zeker ook een technische vaardigheid. Hoe neem je waar? Waar let je op? Bijvoorbeeld: wanneer is een neus klein? Je moet gevoel voor verhoudingen en verschillen ontwikkelen en vergelijken.

En belangrijk is ook hoe je communiceert over je waarnemingen. Belangrijk daarbij is hoe je je waarneming op een veilige manier kun brengen. Veel vragen stellen in plaats van praten vanuit ‘jij bent zus en zo….’. Dus bijvoorbeeld ‘in hoeverre herken je ……bij jezelf?

Eigenlijk zoals ik in mijn coachtrajecten te werk ga als ik laat horen en zien welke kwaliteiten ik uit een succesverhaal heb gehaald. Dat komt neer op altijd toetsen of je indruk juist is.

 

 

Tot slot

 

Gelaatkunde is de populaire benaming voor Psychognomie. En wordt gezien als een pseudowetenschap.

Ook al wordt in het artikel van Werf& gesproken over wetenschap.

Het is heel interessant en leuk om er meer van te weten. Wetend dat we ons gelijk een indruk vormen als we iemand ontmoeten en met ons gedrag reageren op iemands fysieke verschijning. Zo worden bijvoorbeeld meer talenten toegekend aan iemand die er goed uitziet. En minder talenten aan iemand die er minder goed uitziet.

Wat je waarneemt aan iemands fysieke verschijning en wat je aan gedrag ziet, daar zijn theorieën over. Bijvoorbeeld de beschreven temperamentenleer. Maar zover ik weet, is niet wetenschappelijk aangetoond dat het zo is. En voordat je er erg in hebt, ben je aan het discrimineren.

Wat ik wel weet, is dat men afstand heeft genomen van frenologie, de leer die stelde dat aanleg en karakter door de groei van bepaalde hersendelen worden bepaald. Het karakter en de aanleg zouden dan uit de vorm van de schedel kunnen worden afgeleid, die bepaalde knobbels zou vertonen.

Wat dat betreft vind ik het wel grappig dat we het nog wel steeds hebben over een wiskundeknobbel en talenknobbel, terwijl daar wetenschappelijk geen bewijs voor is.

 

Dat gelaatkunde een pseudowetenschap is en geen wetenschap, betekent niet per definitie dat gelaatkunde niet van betekenis kan zijn. Kennis van gelaatkunde kan je handreikingen geven waardoor je meer zicht krijgt op de elementen in iemands verschijning en gelaat die maken dat jij die verschijning op een bepaalde manier interpreteert.

Maar denk je het talent van iemand af te kunnen leiden uit hoe iemand eruitziet? Ik heb mijn twijfels. Het is in elk geval goed om je bewust te zijn van de valkuilen en de irrationaliteit die erin zit.

 

 

 

Heb jij nog onvoldoende zicht op jouw kwaliteiten en met name jouw talenten?

Neem gerust contact met me op.

Door mijn manier van werken in mijn coachtrajecten, anders dan met gelaatkunde, krijgen we jouw kwaliteiten in kaart. En kun jij je succesvol profileren op de arbeidsmarkt met jouw kwaliteiten en met het werk dat jij wilt doen.

 

 

 

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Kern van het imposter syndrome, of op z’n Nederlands het bedriegerssyndroom, is een negatief en kritisch zelfbeeld, dat een negatieve invloed heeft op het gedrag en de gevoelens van de mensen die het ervaren.

Misschien herken je het bedriegerssyndroom bij jezelf en heb je er last van.

Ik heb er al eerder over geschreven. Met name over hoe beschermingsmechanismen je steeds onzekerder maken en hoe je je impostergevoelens kunt overwinnen.

Lang werd het imposter syndrome afgeschilderd als een persoonlijkheidskenmerk. Als je er veel last van had, dan werd je zelfs gezien als een patiënt. Terwijl men steeds meer tot de bevinding komt dat de sociale context een cruciale rol speelt bij de ontwikkeling van bedriegersgevoelens.

En dat het zaak is om die context aan te pakken, in plaats van bedriegersgevoelens te bestrijden door te focussen op het individu dat er last van heeft.

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Ont-medicalisering van het bedriegerssyndroom

 

Syndroom is in deze context een ietwat beladen term.

Over het algemeen wordt de term syndroom gebruikt voor een aantal symptomen die kenmerkend zijn voor een bepaald beeld. Vaak een ziektebeeld.

Beter passend is de term fenomeen. In de context van bedriegersgevoelens hebben we het dan over het bedriegersfenomeen.

In die term is in eerste instantie in 1978 ook door Clance en Imes over het fenomeen geschreven.

Later heeft die term plaatsgemaakt voor bedriegerssyndroom.

Die term suggereert dat er sprake is van psychologisch disfunctioneren van het individu. En als je aan die ziekte lijdt, dan ben je een patiënt en heb je behandeling nodig. Bijvoorbeeld in de vorm van psychotherapie.

Terwijl men nu steeds meer inziet, dat het probleem niet zozeer verankerd ligt in het individu, maar in de sociale context.

En dat het zaak is om stil te staan bij en te onderzoeken hoe context en sociale structuur die bedrieglijke gevoelens creëren. In plaats van onzekerheden van individuen te framen als een probleem dat voortkomt uit de individuen die er last van hebben.

En voor de aanpak van het probleem ook daarop te focussen.

Dus, het bedriegerssyndroom te ont-medicaliseren. Het niet meer te hebben over het bedriegerssyndroom, maar over het bedriegersfenomeen.

Het is geen ziekte, maar een verschijnsel dat zich voordoet. Omdat onze sociale contexten en sociale interacties ertoe leiden dat individuen hun capaciteiten en hun waarde in twijfel trekken.

Want de sociale context heeft grote invloed op hoe je over jezelf denkt en hoe je je voelt.

 

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Je sociale context is van invloed op hoe je je voelt.

Zo kan bijvoorbeeld je plaats in de sociale hiërarchie een belangrijke rol spelen bij het al dan niet ontwikkelen van bedriegersgevoelens.

Denk bijvoorbeeld aan etnische minderheden, maar ook aan vrouwen in leidinggevende posities. Beiden hebben nog steeds te kampen met negatieve stereotyperingen.

Een ‘goede’ leider bijvoorbeeld heeft overwegend mannelijke eigenschappen. Terwijl vrouwen stereotyp eerder afgeschilderd worden als ‘sociaal gericht’ en ‘warm’. En dat zijn niet direct eigenschappen die traditioneel verwacht worden van een ‘goede’ leider.

Als reactie op die gender- en leiderschapstypering kun je je als vrouw al onzeker en misplaatst voelen als je zo’n leiderschapspositie hebt bereikt. Omdat de stereotyperingen laten zien, zowel direct als indirect, dat vrouwen niet of minder geschikt zouden zijn voor zo’n positie.

Wat dat betreft is het waardevol dat succesvolle vrouwen als voormailig First Lady Michelle Obama en Sheryl Sandberg, Chief Operating Officer bij Meta, kenbaar maken zich soms een bedrieger te voelen. En daardoor fungeren als rolmodellen, met name voor vrouwen.

 

Ook op de arbeidsmarkt zie je de sociale hiërarchie terug. In de zorg bijvoorbeeld zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd bij de specialisten, maar oververtegenwoordigd in de verpleging. En ondervertegenwoordigd in de informatietechnologie, maar oververtegenwoordigd in human resources. Wat dat betreft kun je nog steeds spreken van mannen- en vrouwenberoepen.

De sociale hiërarchie komt overigens ook terug in de salariëring. Vrouwen krijgen met regelmaat minder betaald dan mannen in een vergelijkbare functie. Alsof ze minder geschikt zijn dan mannen voor betreffend werk?

Het verschil in salaris kan er in elk geval wel toe leiden dat vrouwen aan het denken worden gezet en dat ze hun positie in twijfel trekken. Waardoor ze gevoeliger zijn voor het bedriegersfenomeen.

 

 

Hoe sociale, interpersoonlijke interacties bedriegersgevoelens creëren

 

Onze dagelijkse interacties zijn doorspekt met signalen, die overbrengen hoe mensen zichzelf zien en vooral hoe belangrijk of hoezeer ze van waarde zijn.

Iedereen lijkt overtuigd van zichzelf, behalve jij.

Veel mensen beweren dat ze ergens goed in zijn, terwijl ze dat vaak niet zijn. En schatten zichzelf hoger of beter in, dan dat ze zijn.

Die sociale evaluatieve signalen hebben hun invloed op hoe je zelf je eigenwaarde beoordeelt. En beinvloeden zo je zelfrespect en je gevoel met betrekking tot jouw plaats binnen je groep of context. Of je die plaats waardig bent en écht verdient of niet.

Zo wordt de een bijvoorbeeld vaker om advies gevraagd of betrokken bij werkgerelateerde discussies dan een ander. Waardoor die laatste het gevoel kan krijgen dat die minder waard is. Wat zijn effect heeft op hoe je kijkt naar jezelf.

Overigens kan het tegenovergestelde je ook overkomen. Dat je wordt benaderd en behandeld op manieren die suggereren dat je je plaats binnen je groep of context waardig bent. Terwijl je zelf daar heel erg je twijfels over hebt. En bang bent om door de mand te vallen.

 

 

Tot slot

 

Ik zie het als winst dat het bedriegersfenomeen niet langer gezien wordt als een dysfunctioneel syndroom, verankerd in een individu.

Maar in plaats daarvan als een psychologische reactie op een dysfunctionele context.

En herken je symptomen van het fenomeen in jezelf?

Daar is niks mis mee. Ik denk dat vrijwel iedereen, ikzelf incluis, momenten heeft dat hij zich afvraagt ‘Ben ik wel zo goed als ik denk dat ik ben?’

Het is dan ook geen wonder dat ik mijn exemplaar van het boek ‘F*ck die onzekerheid’, geschreven door Vreneli Stadelmaier, zo vaak uitleen aan klanten.

 

 

En vind je het moeilijk om om te gaan met belemmeringen en beperkende overtuigingen?

Kun je wel wat tips gebruiken voor meer zelfvertrouwen waardoor je je kansen op de arbeidsmarkt vergroot?

Lees hoofdstuk 12 uit mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?

 

 

 

 

 

Handreikingen om te komen van onbewust bekwaam tot bewust bekwaam

 

“Dat doe ik gewoon zo.”

“Zo ben ik gewoon.”

Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, dat je zo bent of de dingen doet zoals je ze doet.

Ik hoor het met regelmaat. Niet alleen van coachklanten.

Maar wist je dat je grootste kwaliteiten misschien wel liggen bij dingen die je vanzelf doet? Waar jij als vanzelf acteert? Of je als van nature gedraagt?

Kennelijk vind je wat je zelf doet en hoe je bent als persoon al gauw heel gewoon.

Misschien ben je er zo aan gewend, zo vertrouwd mee, dat je het zelf niet meer ziet als een kwaliteit?

Het is mijn ervaring als loopbaancoach dat mensen over het algemeen veel meer kwaliteiten hebben, dan ze zelf denken.

Ze zijn zich maar ten dele bewust van wat ze te bieden hebben. Je zou ze onbewust bekwaam kunnen noemen.

Daarmee doen ze zichzelf tekort.

In mijn artikel geef ik je handreikingen hoe je van onbewust bekwaam kunt komen tot bewust bekwaam.

 

Doe jezelf niet tekort door wie je bent en wat je kunt maar ‘gewoon’ te vinden

Van onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam

 

Een van de vakken die ik als docent in het Hoger Onderwijs gaf, was methodische gespreksvoering, kortweg methodiek.

“Gesprekken voeren, dat kan ik al”, dacht menig student Personeel & Arbeid bij de start. Wat heb ik daarin nog te leren?

Daar kwam hij gaandeweg wel achter.

Gaande de lessencyclus kreeg hij in de gaten dat het methodisch voeren van gesprekken iets anders is dan wat je doet, als je in het dagelijks leven gesprekken voert.

Hij startte als onbewust onbekwaam. Maar werd zich er al snel van bewust dat er nog heel wat bij te spijkeren viel. Hij werd bewust onbekwaam.

Gaande de lessen werd dat bewust bekwaam. Het ging goed, maar nog niet helemaal vanzelf.

Voor dat laatste moet je ‘vlieguren’ kunnen maken. Pas dan hoef je er niet meer over na te denken en ben je onbewust bekwaam.

 

 

Met betrekking tot hun kwaliteiten zou je veel mensen onbewust bekwaam kunnen noemen.

 

Ze zijn zich niet bewust van de kwaliteiten die ze hebben. Of ze zijn zich er maar ten dele van bewust.

Sterker nog, ze zijn geneigd om hun positieve persoonskenmerken, karaktertrekken en wat ze kunnen maar gewoon te vinden. Terwijl ze dat over het algemeen niet zijn.

Het is dus de kunst om je bewust te worden van wat je te bieden hebt, van jouw kwaliteiten.

Zodat je van onbewust bekwaam kunt komen tot bewust bekwaam.

Pas dan kun je je overtuigd en overtuigend profileren met je kwaliteiten. En daarmee vergroot je je kansen op mooi werk.

 

 

Je succesverhalen; een belangrijk instrument om je kwaliteiten op het spoor te komen

 

In een eerder artikel schreef ik dat je succesverhalen de brug vormen naar jouw betekenisvolle toekomst.

Je succesverhalen zijn het instrument bij uitstek om je kwaliteiten op het spoor te komen. En om je bewust te worden van wat je te bieden hebt.

Het zelf identificeren en benoemen van eigen persoonlijke kwaliteiten is echter een hele kunst.

Zelf zie en onderken je ze niet zo snel. Juist omdat je het zelf zo ‘gewoon’ vindt zoals je bent en zoals je de dingen doet. Terwijl het niet zo ‘gewoon’ is.

 

 

Handreikingen om aan de hand van je succesverhalen te komen van onbewust bekwaam naar bewust bekwaam

 

Kwaliteiten van anderen zie je meestal makkelijker dan je eigen kwaliteiten.

Het leukste en het productiefste is dan ook om samen met anderen met succesverhalen aan het werk te gaan.

Ik geef je een paar tips voor de procedure:

  • Vraag enkele (1-3) vrienden of werk-vind-maatjes of ze zin hebben om samen met jou met succesverhalen te gaan werken.
  • Vraag, voordat je daadwerkelijk met elkaar aan het werk gaat, aan iedereen om één of twee succesverhalen te schrijven. Gebruik voor het schrijven van die verhalen mijn stappenplan.
  • Ga op een rustige plek bij elkaar zitten, zodat je geconcentreerd en lekker kunt werken.
  • Een iemand leest zijn verhaal voor. Stel dat jij begint. Lees je verhaal helemaal voor zonder onderbrekingen. Lees het dan eventueel nog een keer voor en laat je vrienden vragen stellen, als ze die hebben.
  • Als jij voorleest dan kunnen de anderen alvast beginnen met het opschrijven van de kwaliteiten die ze horen in je verhaal.
  • Na het voorlezen schrijf je ook zelf op welke kwaliteiten naar jouw idee blijken uit jouw verhaal.
  • Probeer de kwaliteiten specifiek te benoemen.
  • Als iedereen klaar is met schrijven, lees je als verhaalverteller voor welke kwaliteiten je zelf opgeschreven hebt.
  • Daarna vertellen de anderen welke kwaliteiten ze hebben opgeschreven naar aanleiding van jouw verhaal.
  • Het is handig om de verhalenverteller de opgeschreven kwaliteiten dan ook daadwerkelijk te geven.
  • Als je de kwaliteit die je toegeschreven wordt niet begrijpt, vraag dan om uitleg. Het mooie van het samenwerken met anderen is dat zij kwaliteiten zien die jij niet ziet. Een ander ziet als kwaliteit wat jij als gewoon, als vanzelfsprekend vindt.
  • Daarna is de volgende persoon aan de beurt en volgt de groep dezelfde procedure.

 

In één verhaalronde merk je al het positieve effect van het samen met anderen aan het werk gaan met succesverhalen.

Niet alleen zien anderen eerder jouw kwaliteiten. Ze zijn daarover ook positiever. En gegarandeerd, gaande de rit word je steeds meer bewust bekwaam.


En heb je geen maatjes om samen mee aan het werk te gaan?

Dan is het de kunst om te kijken naar je successen door de ogen van een ander.

In een vorig artikel gaf ik je daarvoor al een aantal tips.

 

 

Zo realiseer je je steeds beter wat jij te bieden hebt. En word je van onbewust bekwaam, bewust bekwaam.

Zoals een van de deelnemers aan de 3-daagse training aangaf: “Het is echt een lekker gevoel als je je eigen competenties helder in beeld hebt”.

 

 

 

Wil je weten wat de vervolgstappen zijn van het werken met succesverhalen? 

Lees het in mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Kun je in het proces van het werken met succesverhalen wel wat hulp en begeleiding gebruiken?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) met gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

 

Hoe je kunt voorkomen dat je in je valkuil stapt

 

In hoeverre herken je impostergevoelens bij jezelf?

Voel je je onzeker en denk je dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voorspiegelt? Dat je je mooier, beter, succesvoller voordoet dan je bent?

Heb je er misschien zoveel last van, dat het je belemmert in je loopbaan?

Dan is het tijd om de koe bij de horens te pakken en voor jezelf een actieplan te maken, hoe je impostergevoelens te overwinnen.

In mijn vorige artikel heb je kunnen lezen dat beschermingsmechanismen tegen onzekerheid je niet gaan helpen. Integendeel, je wordt er alleen maar onzekerder van.

Wil je je onzekerheid aanpakken en je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk om je vertrouwen te ontwikkelen en heel kritisch te kijken naar je competenties en wat je daarmee hebt bereikt. En te leren hoe je het imposter syndroom de baas kunt worden.

In mijn artikel geef ik je daarvoor een aantal tips.

 

Tips hoe je je impostergevoelens kunt overwinnen

 

Hoe je je vertrouwen in eigen kunnen kunt vergroten

 

Vertrouwen in eigen kunnen is niet identiek aan zelfvertrouwen. Ook al worden de begrippen ten onrechte volop door elkaar gebruikt.

Zelfvertrouwen zegt meer in zijn algemeenheid iets over het vertrouwen in jezelf.

Vertrouwen in eigen kunnen, zelfeffectiviteit kun je zien als een specifiek zelfvertrouwen. Dat gaat over het kunnen maken van een adequate inschatting of je als individu de kwaliteiten hebt om een bepaald doel te bereiken.

In een van mijn vorige artikelen kun je dat nog eens nalezen.

Met name dat vertrouwen in eigen kunnen is bij mensen die last hebben van impostergevoelens niet groot. Zij zijn voortdurend bang dat ze door de mand vallen en ontmaskerd worden.

 

Wil je concrete tips om je kans op succes te vergroten door je vertrouwen te ontwikkelen? Klik dan hier.

 

 

Hoe je ingaat tegen innerlijke twijfel

 

Het imposter syndroom manifesteert zich met name als stemmetje in je hoofd. Dat zegt bijvoorbeeld “Je bent echt niet zo goed als je zelf denkt.” Of “Wanneer zullen ze het ontdekken?”

Heb je veel last van impostergevoelens, dan ben je er waarschijnlijk heel goed in om ‘jezelf de grond in te boren’. En kun je naar je eigen kritische oordeel maar weinig ‘goed’ doen.

Is je Innerlijke Criticus heel sterk aanwezig, dan kijkt en luistert hij voortdurend mee en geeft kritisch commentaar op alles wat je denkt, doet of had moeten doen.

Wil je je onzekerheid aanpakken en je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk om het stemmetje of misschien wel de stemmetjes in je hoofd te herkennen.

En vervolgens bijvoorbeeld die Innerlijke Criticus te negeren, van repliek te dienen of de mond te snoeren.

Heb je veel last van stemmetjes in je hoofd en wil je die leren hanteren? Lees het boekje ‘Ik (k)en mijn ikken’ er eens op na.

 

 

Hoe je te hard werken voorkomt

 

Je persoonlijke missie scherp hebben en op basis daarvan prioriteiten stellen is dé manier om te hard werken te voorkomen.

Met regelmaat spreek ik klanten die worstelen met de balans tussen hun werk en hun privéleven.

Vaak heeft die problematiek te maken met te hard werken in hun werk. Soms ook wel met privé te veel hooi op hun vork nemen.

Je bewust worden van je levensrichting en van wat er voor jou werkelijk toe doet, helpt je om keuzes te maken en te gaan voor wat werkelijk belangrijk voor je is, jouw persoonlijke missie.

Heb je je persoonlijke missie scherp, dan helpt dat om je prioriteiten te stellen en daar in je timemanagement rekening mee te houden.

Heb je je persoonlijke missie nog niet zo scherp? Ga dan aan het werk om je missie helder te krijgen.

 

 

Hoe je je successen toe-eigent

 

Mensen die veel last hebben van impostergevoelens zijn geneigd om hun successen toe te schrijven aan externe factoren. Vaak onterecht.

Misschien heb je dat gelezen in mijn vorige artikel.

Graag deel ik met je een tip van een van mijn netwerkcontacten. Als promovendicoach begeleidt zij promovendi op verschillende vlakken. Vaak is het belangrijkste onderdeel, hoe om te gaan met onzekerheid over je eigen prestaties.

Haar tip met betrekking tot het je toe-eigenen van successen:

Houd een poosje bij hoe je van tevoren tegen een bepaalde taak aankeek en hoe het uiteindelijk verlopen is.

  • Wat verwachtte je van jezelf?
  • Is die verwachting uitgekomen?
  • Als je succesvol bent geweest, waar lag dat dan aan?
  • Schrijf op wat je denkt en toets die gedachte vervolgens. Had je echt puur geluk? Was het inderdaad toeval? Of heb je zelf dingen gedaan die tot het resultaat hebben geleid?

 

 

Hoe je ervoor zorgt dat je goed in vorm komt en blijft

 

Het imposter syndroom de baas worden, wordt moeilijk als je niet fit bent. Wil je je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat je letterlijk goed in je vel zit.

Vreneli Stadelmaier noemt in haar boek vier tips:

  1. Train je hersens, bijvoorbeeld met meditatie, mindfulness of yoga.
  2. Ga sporten. Dat is goed voor je zelfvertrouwen. Bovendien worden door sporten dopamine en serotonine aangemaakt en die stoffen zorgen ervoor dat je je gelukkiger voelt en minder gaat piekeren.
  3. Eet gezond en zorg voor voldoende slaap.
  4. Maak tijd voor vrienden/vriendinnen. En niet alleen voor de gezelligheid. Kennelijk maak je door ‘het leven’ met vrienden of vriendinnen te bespreken oxytocine aan. Die stof vergroot je geluksgevoel en vermindert je zorgelijkheid.

 

 

Overwinnen van impostergevoelens doe je niet zomaar even

Het imposter syndroom is hardnekkig.

Ik zie dat soms ook bij coachklanten. Het is iets dat je in de loop van jaren hebt opgebouwd. Dat heb je niet zomaar weer afgebroken.

 

Zoals uit mijn tips blijkt, is er ook geen rechtlijnige oplossing voor het syndroom.

Daarvoor spelen te veel factoren een rol bij het in stand houden van het syndroom.

Ik schat in dat het je al veel ruimte geeft, als je op onderdelen winst weet te behalen. Zodat je minder of geen echte last meer hebt van je impostergevoelens.

 

Wil je je impostergevoelens overwinnen?

Zorg dan voor een buddy. Of laat je begeleiden door een goede coach.

 

 

Heb je zelf ervaring met het overwinnen van impostergevoelens? Als buddy, coach of als iemand die zelf last heeft gehad van die gevoelens?

En wil je die ervaring delen?

Ik lees het graag.