Tag Archief van: persoonlijke missie

Tips die je op weg helpen om een onderscheidend antwoord te geven op een cruciale vraag

 

“Omdat ik een baan wil”, was het spontane, maar serieuze antwoord van een van mijn cursisten.

In een van mijn 3-daagse trainingen ‘Bouw je ideale loopbaan‘ vroeg ik de deelnemers wat hun antwoord zou zijn op de vraag “Waarom deze functie voor jou?”.

De aanleiding was een visualisatie oefening met betrekking tot hun ideale werk.

Het antwoord van mijn cursist is niet het antwoord, waar een selecteur op zit te wachten. Sterker nog, ik denk dat het een antwoord is, dat men niet wil horen.

Een werkgever is er namelijk niet om jouw probleem op te lossen. Integendeel, jij bent er om het probleem van een werkgever op te lossen.

Het is goed om je dat te realiseren.

 

Waarom deze functie voor jou?” Of: “Waarom wil jij voor onze organisatie werken?

Het zijn varianten op eerstgenoemde vraag. Het zijn gegarandeerd vragen die je kunt verwachten als je solliciteert naar een baan.

Mogelijk zijn jou die vragen ook al eens voorgelegd.

 

Wat is dan een antwoord dat wél aan verwachtingen voldoet, vraag je je misschien af. En wellicht nog interessanter, wat is een antwoord waarmee je je van anderen onderscheidt?

In mijn artikel help ik je op weg.

 

 

“Waarom wil je hier werken?”

 

Het is een valkuil om deze vraag op te pakken als een simpele vraag. Dat is het beslist niet.

 

De vraag gaat over je belangstelling voor die functie, voor die organisatie.

Bij je antwoord kun je denken aan wat jou zodanig in de organisatie en in de functie interesseert dat je er je werk van wilt maken.

 

De vraag gaat ook over waarden.

Wat maakt de organisatie en de functie voor jou de moeite waard om je daarvoor in te zetten? Daarvoor te gaan?

Wat vind jij zodanig belangrijk dat je daar een groot deel van je tijd mee bezig wilt zijn?

Dat heeft alles te maken met je persoonlijke missie. En dus met de waarden die jij terug wilt zien in het werk dat je doet.

 

 

“Waarom wil je hier werken?”; het is onverstandig om een eendimensionaal antwoord te geven

 

Ook al roept een waarom-vraag een rechtlijnig daarom-antwoord op. De werkelijkheid is veel complexer.

Zo ook bij de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

 

Ook al wordt de vraag als een ‘waarom-vraag’ gesteld, ik adviseer je om daarop géén eendimensionaal antwoord te geven.

Als je tenminste recht wilt doen aan de vraag. En de kans wilt grijpen om je te profileren met je kwaliteiten.

Want wil je je onderscheiden van anderen, dan zijn er gegarandeerd meer aspecten die je in jouw daarom-antwoord naar voren kunt brengen.

Meer aspecten dan bijvoorbeeld alleen “Omdat ik een baan wil”. Of misschien wel “Omdat het zo goed verdient”.

Dat laatste antwoord is overigens ook een voorbeeld van een antwoord dat men niet wil horen. Dat denk ik tenminste.

 

Herformuleer voor jezelf de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

Maak die herformulering in het gesprek gerust expliciet. Denk als het ware hardop. In een gesprek is dat een heel effectieve interventie.

Zeg bijvoorbeeld:

“Uw vraag “Waarom wil je hier werken?”; daar wil ik graag een en ander over zeggen.

Graag noem ik u een aantal factoren (of redenen) die de functie en uw organisatie interessant maken voor mij. En wat mij drijft om mij voor de functie en uw organisatie in te zetten”.

 

En benoem en leg vervolgens uit, op grond waarvan jij in betreffende functie en bij betreffende organisatie wilt werken.

Geef op zijn minst drie redenen.

 

Ik geef je een aantal tips.

 

 

Tips die je op weg helpen om een onderscheidend antwoord te geven op de vraag “Waarom wil je hier werken”

 

1. Laat zien en horen hoe de functie en de organisatie passen bij wat jou interesseert.

Jouw interesse is wellicht een van de redenen waarom je voor betreffende organisatie wilt werken.

Laat horen en laat voelen waar jij helemaal enthousiast over bent.

Bereid je daar goed op voor, zodat je een overtuigd en overtuigend verhaal kunt presenteren. Maak je dat verhaal eigen, zodat het écht van jezelf wordt.

 

2. Laat zien en horen hoe de functie past bij wat jij te bieden hebt.

De goede aansluiting tussen de functie, de organisatie en wat jij te bieden hebt, is wellicht een van de redenen voor jou om voor hen te willen werken.

Laat zien en horen wat jij voor hen kunt betekenen. En niet onbelangrijk, wat het hen oplevert als ze jou in dienst nemen.

Onder andere daarom wil jij graag voor hen werken. Omdat je ervan overtuigd bent dat het hen resultaten oplevert.

Zorg dan ook dat je heel helder voor ogen hebt welke resultaten jij met de inzet van jouw kwaliteiten voor andere organisaties hebt neergezet. Heb je die voorbeelden op het puntje van je tong, dan kun je er enthousiast en to the point over vertellen.

En zo de link maken naar de resultaten die betreffende organisatie kan verwachten. Als ze gebruik maken van jouw expertise.

 

3. Laat zien en horen hoe je past bij de cultuur van de organisatie

Doe goed je onderzoek naar de cultuur van de organisatie, zodat je daar een goed beeld van hebt en daarop aan kunt sluiten.

Oriënteer je naar de missie, de waarden en de toekomstvisie van de organisatie. Vraag je af in hoeverre die matcht met jouw waarden en jouw missie en vooral met jouw missie met betrekking tot werk.

Welke indruk heb je gekregen van de mensen die er werken? In hoeverre is het wat mensen betreft voor jou een goede omgeving om te werken?

In hoeverre sluiten de arbeidsomstandigheden aan bij wat jij nodig hebt? En misschien daarnaast nog bij wat jij wenst?

Is er een goede match, dan is dat een heel mooie reden als deelantwoord op de vraag “Waarom wil je bij ons werken?”.

 

 

Wellicht kun je uit eigen ervaring nog meer punten noemen, die voor jou onderdeel zijn van jouw antwoord op de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

Heb je nog aanvullingen? Ik lees het graag.

 

 

 

Heb jij nog onvoldoende helder wat jij met jouw kwaliteiten te bieden hebt?  

En welke resultaten jij met de inzet van jouw kwaliteiten voor andere organisaties hebt neergezet?

Ben je nog zoekende wat jou zodanig interesseert en wat zodanig belangrijk voor je is dat je daaraan een bijdrage wilt leveren met wat je doet in je werk?

Lees mijn aanbod met betrekking tot de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’ en meld je aan.

Wil je eerst je vragen aan me voorleggen? Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust.

 

 

 

 

En balans is nodig om niet om te vallen.

Dat balans nodig is om niet om te vallen en vooruit te komen heb ik een kleine twee jaar geleden ervaren. Door wondroos aan een oor was mijn evenwichtsorgaan aangedaan. Ik heb nooit geweten dat je wondroos aan een oor kunt krijgen, terwijl je daar geen wondje hebt.

Toch was het zo.

Ik was totaal uit balans. Bij de trap aflopen moest ik me vasthouden aan beide leuningen. En voor een wandelingetje had ik een stevige hand nodig van Martin. En die moest voortdurend bijsturen om mij een beetje in het gareel te houden.

Alleen eropuit kon echt niet. Ik weet nog dat ik voor een bezoek aan de huisarts voor de deur werd afgezet met de auto. Als een dronken vrouw me vast moest houden aan deurstijlen. En in de gang houvast moest vinden door mijn handen steeds weer op de muur te zetten.

Ik kwam vooruit, maar hoe.

Toen het weer wat beter met me ging en ik weer wat stabieler kon lopen, wilde ik wel eens proberen of ik kon fietsen. Natuurlijk wel onder begeleiding.

 

Balans is nodig om vooruit te komen. Net als bij fietsen.

 

Martin voorop en ik braaf in zijn kielzog.

Dat ging best aardig. Zo aardig dat ik misschien een beetje overmoedig werd.

In het buitengebied van Zutphen, met weinig verkeer, trapte ik even lekker door om Martin te passeren. Dat ging prima en ik genoot van het weer vrij kunnen fietsen.

Na een paar honderd meter was ik nieuwsgierig of Martin mij volgde en waagde ik het om even achterom te kijken. Dat was dus niet slim. Ik raakte uit balans, maakte een U-turn, een draai van 180 graden, en kwam in omgekeerde richting in de berm tot stilstand. Gelukkig wel met beide voeten op de grond, alhoewel een beetje in onbalans.

Daarna was het wel afgelopen met de pret. Heel voorzichtig ben ik verder gefietst, braaf achter Martin aan en met mijn hoofd recht vooruit en strak vooruitkijkend.

 

Niet alleen fietsen en lopen, maar alles in het leven draait om balans.

Balans in je privéleven, in je werk en balans tussen je privéleven en je werk.

En zoals je met je fiets geen balans hebt als je stil staat, zo vraagt balans in je leven voortdurend om beweging.

Als je denkt dat je een goede balans gevonden hebt, dan komt er vaak wel weer iets op je pad dat noodzaakt tot bijsturing om weer in balans te komen. Bijvoorbeeld een extra opdracht of een zieke collega op je werk. Een ziek kind thuis of dat je bij moet sturen omdat je zelf weinig energie hebt.

Het is een kwestie van voortdurend manoeuvreren om met name je energie in balans te houden. Het is dan ook belangrijk om je ervan bewust te worden en voor jezelf in kaart te brengen wat je energie kost en wat je energie oplevert. Zodat je tijdig bij kunt sturen en balans kunt creëren.

 

 

Kost je werk je meer energie dan het je oplevert?

En vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen wat maakt dat je opbrandt, met als risico een burn-out?

Zou je weleens willen weten waar je aan kunt ‘sleutelen’, zodat je werk weer beter bij je past en je energie geeft in plaats van dat het je energie kost?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Handreikingen om in de flowmodus te komen

 

Flow; je kent en herkent het zelf vast wel. Van die momenten dat je je helemaal ‘top’ voelt en topprestaties levert.

Dat je gefocust aan het werk bent en je werk superlekker loopt. Alsof het vanzelf gaat. En je je niet bewust bent van plaats en tijd.

Voor mij is dat bijvoorbeeld als ik een artikel schrijf en de tekst als het ware vanzelf uit mijn pen vloeit. Of als ik bezig ben met mijn keramiek en zodanig daarin opga, dat ik mijn omgeving en de tijd vergeet.

Of bij mijn coaching. Dat ik samen met mijn coachklant zo lekker aan het werk ben, dat het proces zich heel organisch voltrekt en een en ander zich gaande het proces ontvouwt.

Onlangs nog, had ik die ervaring en deelde die spontaan met mijn coachklant. Zelf voelend hoeveel energie het me geeft als ik lekker in de flow ben.

 

In de flow zitten is goed voor je lichaam en je geest. En weet dat flow universeel is; iedereen kan in de flow komen en je kunt zelf flow oproepen.

Ik geef je een aantal handreikingen om in de flowmodus te komen.

 

In de flow zitten is goed voor lichaam en geest

In de flow zitten voelt flowy

 

In flow leidt elke actie, elk besluit naadloos naar het volgende. Er is beweging, het proces vloeit voort.

Wat dat betreft vind ik flowy ook een mooi woord, ook al is het Engels. Het staat voor vloeiend, zwierig.

Zie je het voor je? Of ervaar je in je lijf hoe dat is?

Die vloeiende, zwierige beweging ontstaat niet vanzelf. Om de beweging op gang te laten komen, is focus nodig. Flow ontstaat alleen als je aandacht hebt voor waar je mee bezig bent.

 

 

Flow voelt niet alleen flowy, neurobiologisch is flow ook flowy

 

In flow worden er andere hersenstructuren actief.

Elke hersenstructuur die snelle besluitvorming zou kunnen belemmeren, wordt letterlijk afgesloten. Transient hypofrontality; de prefrontale cortex, het deel van ons brein waar de hogere cognitieve functies zitten, gaat langzamer werken.

De bewuste verwerking, het extrinsieke systeem, wordt ingeruild voor de veel snellere en efficiëntere verwerking van het onderbewuste, intrinsieke systeem.

Bovendien worden als je in flow bent, ook geluksstofjes als dopamine en endorfine aangemaakt.

Daarom voelt flow ook zo flowy en krijg je er energie van.

 

 

Vijf intrinsieke motivatiefactoren

 

Zoals gezegd, gaat in flow het extrinsieke systeem langzamer werken. Terwijl het intrinsieke systeem juist sneller gaat werken.

Het is dan ook geen wonder dat intrinsieke motivatoren een cruciale rol spelen bij het al dan niet in flow komen.

Bij die intrinsieke motivatoren kun je denken aan nieuwsgierigheid, passie, missie, autonomie en meesterschap.

Passie heeft daarbij niet alleen betrekking op wat je heel erg leuk vindt om te doen. Maar ook op waar jij graag een bijdrage aan levert. Omdat je bijvoorbeeld vindt dat we het tij moeten keren en zaken anders moeten organiseren: eerlijker, menselijker, inspirerender en innovatiever.

Passie in die laatste betekenis raakt aan missie. Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.

Meesterschap staat voor de drijfveer om goed, een expert te worden in wat je doet. En autonomie heeft te maken met vrijheid, die nodig is om je passie en je missie te volgen.

 

 

Fysieke en mentale gezondheid als fundament voor flowervaringen

 

Fysieke en mentale gezondheid zijn van invloed op in de flow komen. Heb daar dan ook aandacht voor.

Zorg bijvoorbeeld dat je zeven of acht uur slaapt, genoeg drinkt, goede voeding tot je neemt en een sociaal netwerk hebt voor support.

Realiseer je dat angst een negatieve invloed heeft op flow. Schrijf bijvoorbeeld eens dagelijks drie zaken op waarvoor je dankbaar bent. Dat heeft een positief effect op je welbevinden en vermindert angst.

 

 

Vind je eigen flow-triggers

 

Ga bij jezelf eens na wat momenten zijn dat je je het lekkerst voelt en betere prestaties levert? Schrijf die eens op.

En wat doe je mogelijk om ervoor te zorgen dat je gefocust met iets bezig kunt zijn en dus in de flow te komen? Heb je daar je eigen rituelen voor? Of neem je maatregelen zodat je niet uit je concentratie gehaald wordt?

Zet je bijvoorbeeld zoals Elke Geraerts, CEO van Better Minds at Work en doctor in de psychologie, een fysiek olifantje op je bureau of op je laptop? Om aan je omgeving te laten zien dat je geconcentreerd bezig bent en niet gestoord wilt worden? Of hang je een bordje ‘niet storen’ op je deur of gebruik je een app om niet gestoord te worden?

 

 

Psychologische triggers voor flow en je sociale omgeving als trigger

 

Bij psychologische triggers voor flow kun je naast de al genoemde gefocuste aandacht denken aan heldere doelen; weten wat je doet en waarom je het doet. En het gevoel hebben dat je ‘in control’ bent en competent voor wat je doet.

Ook directe feedback, weten hoe je iets nog beter kunt doen, helpt om in de flow te komen.

Je kunt je vast wel voorstellen dat je makkelijker in de flow komt als de taken waarmee je bezig bent het midden houden tussen te saai en te moeilijk; Goudlokje taken.

Met betrekking tot je sociale omgeving is het samen met gelijkgestemden bezig zijn met het realiseren van een duidelijk doel, een trigger voor flow. Net als goede communicatie met elkaar en als er serieus gewerkt wordt.

Een duidelijke einddatum waarop iets moet worden afgeleverd kan ook een trigger zijn. In die zin dat je niet het risico wilt lopen dat je niet op tijd kunt (op)leveren.

 

 

 

PS: Mis je momenten van flow in je werk?

Vraag je je af hoe je je werk meer naar je hand kunt zetten zodat het beter bij je past? Kun je je kwaliteiten onvoldoende inzetten? Of werkt de omgeving eerder negatief voor je in plaats van dat die je inspireert?

Maak een afspraak voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Waarom werkdruk op zichzelf geen probleem hoeft te zijn

 

Werkdruk te hoog? Eigen schuld, dikke bult; las ik in MT/Sprout. Deels kan dat inderdaad zo zijn, maar om te hoge werkdruk nu te labelen als eigen schuld? Alsof jij als werknemer maar moet veranderen, anders naar je werk moet kijken en er anders mee moet leren omgaan?

Alsof het jouw schuld is dat je de werkdruk als te hoog ervaart omdat je je verantwoordelijk voelt voor je werk. En bijvoorbeeld als ok-assistente, je geroepen voelt om in te springen voor een zieke collega. Of als dierenarts, je geroepen voelt om na werktijd nog bloed- en urineonderzoekjes te doen. Omdat je daar tussen de consulten niet aan toe komt.

Deels kun je anders leren omgaan met je werk; je minder verantwoordelijk voelen, minder hoge eisen stellen aan jezelf in relatie tot je werk, duidelijk je grenzen aangeven en op je strepen staan. Maar of dat je werkplezier en werkgeluk ten goede komt?

 

Werkdruk te hoog?

 

Werkdruk is niet hetzelfde als het druk hebben op je werk

 

Je kunt het druk hebben en geen werkdruk ervaren omdat je heel enthousiast bent over wat je doet. Je voelt je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.

Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.

Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost. Het druk hebben met je werk is dus niet per definitie ongezond.

Werkdruk ervaar je als je functie hoge eisen aan je stelt en je wordt uitgedaagd om je kwaliteiten ten volle te benutten.

 

 

Werkdruk is niet per definitie ongezond

 

Werkdruk kan heel gezond zijn.

Het wordt pas een probleem als de druk te hoog of te laag is. Bij te hoge werkdruk heb je het gevoel dat je niet kunt voldoen aan de eisen die je aan je worden gesteld. Met als gevolg stress, waardoor je werk je meer energie kost dan het je oplevert. Dat kan uiteindelijk leiden tot burn-out.

Bij te lage werkdruk word je onvoldoende uitgedaagd en kun je jouw kwaliteiten onvoldoende benutten. Met als risico dat je in een bore-out belandt; je wordt ziek van verveling.

Het lastige is, dat de symptomen van een bore-out deels hetzelfde zijn als de symptomen van een burn-out. Waardoor je de symptomen soms verkeerd interpreteert. En dat je, zoals ik weleens van coachklanten hoor, de indruk hebt dat je een burn-out hebt, terwijl je juist onvoldoende aan je trekken komt. En dus een bore-out hebt.

 

 

Als aan basisbehoeften wordt voldaan, dan kun je heel wat werkdruk aan

 

Bij die basisbehoeften moet je denken aan autonomie (vrijheid en vertrouwen), competentie (uitdaging en waardering) en verbinding (ervaren van steun en voldoening).

Arnold Bakker, hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, doet onderzoek naar bevlogenheid op het werk. Bekend van zijn werk is het JD-R-Model. JD staat voor Jobdemands (taakeisen) en R voor Resources (hulpbronnen/ energiebronnen).

Taakeisen die aan je worden gesteld kun je als stressoren ervaren, maar ook als uitdaging. Dat hangt af van de energiebronnen die er zijn om de taakeisen op te vangen. Naarmate je meer de beschikking hebt over energie- en hulpbronnen, kun je hoge taakeisen beter aan.

Die energiebronnen kunnen persoonlijk gerelateerd zijn, maar ook werk gerelateerd en dus gekoppeld aan je werkomgeving.

Wil je nog eens nalezen hoe dat werkt? Klik dan hier.

 

 

Werkdruk te hoog?

 

Ik vind het al te makkelijk geredeneerd en te kort door de bocht om te zeggen: ‘Werkdruk te hoog? Eigen schuld, dikke bult’.

Daarvoor spelen bij te hoge werkdruk te veel factoren een rol. En kan de werkomgeving in combinatie met de persoonlijkheid ervoor zorgen dat je opbrandt in je werk of juist heel gemotiveerd presteert.

Inzicht in de factoren die een rol spelen kan je wel degelijk helpen om meer grip te krijgen op de werkdruk die je ervaart en waar je zelf verandering kunt bewerkstelligen.

In een coachtraject onderzoeken we dan ook waar je tegenaan loopt in je werk en wat met name maakt dat je werk je zo veel energie kost. Zo veel, dat je met enige regelmaat té moe bent om te werken.

En niet onbelangrijk, in hoeverre je zaken naar je hand kunt zetten. Op en in je werk, maar ook daarbuiten. Want vaak is te weinig opladen buiten je werk ook een belangrijke factor die een rol speelt bij te hoge werkdruk.

 

 

 

Ervaar je de druk op je werk als te hoog?

Wil je graag de vinger erachter krijgen wat maakt dat je werk je zoveel energie kost in plaats van dat het je energie oplevert?

Plan gelijk even een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link. In een oriënterend gesprek onderzoeken we wat maakt dat je ‘leegloopt’ op je werk. En wat punten zijn om aan te ‘sleutelen’ om daarin verandering te brengen.

 

 

 

 

Hoe je door goed onderhandelen een betere balans creëert tussen je werk en je privéleven

 

In mijn vorige artikel heb je kunnen lezen hoe je door het maken van keuzes voorkomt dat je achteloos meegaat in de stroom van drukte.

Ook gaf ik je in dat artikel een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn.

Een van die tips betreft het bewaken van je grenzen. Je kunt niet ongestraft meer verplichtingen op je nemen. Er is een punt waarop je ten behoeve van jezelf, je gezin, je werk zult moeten onderhandelen over je grenzen.

Dat onderhandelen gaat lang niet iedereen gemakkelijk af.

In mijn artikel help ik je op weg, zodat je je door goed onderhandelen een weg kunt banen uit de drukte en komt tot een betere werk-privé-balans.

 

 

Drie manieren van omgaan met drukte die je te groot wordt

 

Drukte hoef je niet over je heen te laten komen. Je hebt wel degelijk een keuze hoe met drukte om te gaan.

Een manier van omgaan met drukte is drukte accepteren als deel van leven. Zeker als drukte de sociale norm is in de kringen waarin jij verkeert. Bovendien is het vaak veel makkelijker om je mee te laten nemen in de stroom van drukte en te zien hoe dat uitpakt, dan om eruit te stappen.

Een andere manier van ermee omgaan is je er resoluut aan onttrekken. Door bijvoorbeeld je ontslag in te dienen en werk te maken van ander werk, als de drukte op je werk te groot wordt. Onder het motto “Ze bekijken het maar”.

Beide manieren zijn niet echt optimaal. Je lost het probleem op dat moment misschien wel op, maar er is alle kans dat je er een vervelend onvoldaan gevoel aan over houdt.

Beter is het aangaan van het gesprek en zaken bespreekbaar maken. En kijken of je in goed overleg, door goed onderhandelen, kunt komen tot een oplossing die beide partijen past.

 

 

Niet alleen in je werk, maar ook in je privéleven heb je de keus om te onderhandelen

 

En zo jouw weg te banen uit de drukte.

Werk-privé-balans heeft te maken met balans in je werk, balans in je privéleven en balans tussen je werk en je privéleven.

 

Met de mensen die jou lief zijn is het over het algemeen gemakkelijker onderhandelen, dan met een leidinggevende.

In werksituaties is het sowieso vaak moeilijk om nee te zeggen en al helemaal tegen een hoger geplaatst iemand.

In de privésituatie is dat anders. Je hebt een veilige, respectvolle, gelijkwaardige relatie en dat maakt het gemakkelijker om in gesprek te onderhandelen en afspraken te maken over een juiste verdeling van tijd en energie. En over wie wat doet en welke taken je eventueel uitbesteedt.

Bijvoorbeeld aan een huishoudelijke hulp, zodat je je op die manier een weg kunt banen uit de drukte.

 

Ook al vind je onderhandelen in de werksituatie moeilijker dan in je privéleven, er komt een punt waarop je dat wel zult moeten doen.

Als je tenminste je eigen grenzen wilt bepalen en niet maar domweg wilt blijven doen wat je gezegd wordt.

 

 

Principieel onderhandelen versus positioneel onderhandelen

 

De beste manier van onderhandelen is een manier waarbij beide partijen baat hebben. Waarbij er geen winnaar en verliezer is, maar er een win-win situatie wordt gecreëerd.

Fisher en Ury hebben deze manier van onderhandelen beschreven in hun boek, in het Nederlands verschenen onder de titel Excellent onderhandelen.

De door hen gepropageerde methode van principieel onderhandelen is gestoeld op het blootleggen van de belangen die aan de wederzijdse posities ten grondslag liggen. En op het zoeken naar oplossingen die het wederzijds belang dienen.

Maak je wederzijdse belangen als uitgangspunt van een onderhandeling, dan staan er ineens veel meer wegen open om samen oplossingen te bedenken.  Oplossingen waarbij niemand zich de verliezer voelt. En zonder dat beiden iets van hun belang hebben hoeven inleveren.

Als de onderliggende belangen helder zijn, dan ligt de weg open voor een win-win-oplossing.

 

 

Hoe je op een positieve, productieve manier onderhandelt over nieuwe grenzen, uit de drukte

 

Bij een positieve, productieve manier van onderhandelen over nieuwe grenzen ga je als volgt te werk:

  • Ga voor jezelf goed na wat precies je onderliggende belangen zijn en waarin deze verschillen van de positie die je in een onderhandeling over hetzelfde onderwerp zou innemen.
  • Begin met een omschrijving van je belangen. Vergeet daarbij niet het woord omdat te gebruiken. Ik kom daarop terug bij mijn voorbeeld.
  • Stel je open voor de belangen van de ander.
  • Ga op zoek naar verenigbare belangen voor je op zoek gaat naar oplossingen.
  • Neem deze verenigbare belangen als uitgangspunt voor het zoeken naar creatieve oplossingen die tegemoetkomen aan de belangen van beide partijen.

Het woord omdat en wat erop volgt is cruciaal in deze, omdat het inzicht geeft in jouw waarom.

Zo was een van mijn coachklanten met een potentiële werkgever in onderhandeling over een mooie baan. Vier dagen wilde hij werken, omdat hij vader wordt van zijn eerste kindje. En in overleg met zijn werkende partner een deel van de week de zorg op zich wil nemen.

Zijn waarom was doorslaggevend.

Ook al was er tot nu toe niemand bij het nieuwe bedrijf die vier dagen werkte, hij kreeg zijn akkoord. Wellicht ook omdat de potentiële werkgever een zeer aantrekkelijke kandidaat niet wilde laten lopen.

 

 

Tips die je helpen om je grenzen te bewaken en ‘nee’ te zeggen als dat voor jou nodig is

 

Nee zeggen is over het algemeen niet gemakkelijk.

Zeker als jouw Ik (k)en mijn ikken sterk aanwezig is. En als je eerder geneigd bent om moeilijke situaties te vermijden dan uitdagingen aan te gaan.

Geïnspireerd door Tony Crabbe geef ik je een aantal tips die je helpen om je grenzen te bewaken en nee te zeggen, als dat nodig is.

 

1. Leer nee te zeggen

Oefen ermee. Zeg komende week nee tegen minstens één verzoek waar je normaal gesproken ja tegen zou zeggen.

 

2. Ga de uitdaging aan, ga voor een oprecht nee

Verzin geen smoesjes om ergens onderuit te komen. Een smoes kan je mogelijk uit een lastige situatie redden, maar je loopt het risico dat je je met een smoes in de vingers snijdt.

 

3. Vergeet niet jouw omdat

Met omdat geef je niet alleen aan waar jouw prioriteiten en jouw grenzen liggen. Je concentreert je ook op de positieve reden waarom je nee zegt.

Begin met het uiteenzetten van je grote ja, zeg dan helder en beslist nee, waarop je met een voorstel komt.

 

4. Gun jezelf de tijd om na te denken over een antwoord

Onder druk ben je gauw geneigd om te kiezen voor de veilige optie. Dat is instemmen.

Soms heb je meer tijd nodig om goed af te kunnen wegen of nieuwe verplichtingen te combineren zijn met bestaande. Of weet je al dat je nee wilt zeggen, maar heb je meer tijd nodig om na te denken over hoe je dat wilt formuleren.

Gun jezelf die tijd en geef aan “Daar wil ik even over nadenken”. Of “Kan ik je daar over vijf minuten een antwoord op geven?”

 

5. Leg uit wat er zou gebeuren als je ja zou zeggen

Tony Crabbe noemt dat een restrictief nee.

Je zegt dan nee omdat het inwilligen van dit nieuwe verzoek niet haalbaar is of een te zware belasting zou vormen voor de verplichtingen die je al aan bent gegaan.

Je legt uit wat er zou gebeuren als je ja zou zeggen. Met je nee op het onhaalbare verzoek creëer je ruimte voor iets dat wel haalbaar is.

 

 

Tot slot

 

Overtuigd en overtuigend nee zeggen en onderhandelen om jouw drukte de baas te blijven heeft alles te maken met heel helder hebben wat voor jou belangrijk is, jouw persoonlijke missie.

Niet alleen met betrekking tot werk, maar ook met betrekking tot wat naast werk voor jou belangrijk is.

 

 

Heb je dat nog onvoldoende scherp om daar overtuigd en overtuigend over te communiceren?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust om een afspraak te maken voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je door het maken van keuzes de verleiding weerstaat van het volgen van de weg van de minste weerstand

 

“Zoals Boeddha tweeënhalfduizend jaar geleden al zei…we zijn allemaal compleet gestoord”. (Albert Ellis, 1913-2007, psychotherapeut)

We laten ons als vanzelf meenemen in de drukte die op ons afkomt. Drukte, die we deels ook zelf creëren. Ook al zijn we ons daarvan vaak niet bewust.

Als druk mens zit je al gauw in een vicieuze cirkel. Vergelijk het met een muis die steeds maar rondjes loopt in zijn muizenrad.

Waar druk zijn lang geassocieerd werd met succesvol zijn, belangrijk zijn, heb ik de indruk dat druk zijn steeds meer gezien wordt als iets waar je niet trots op hoeft te zijn. Integendeel.

Zo wil bijvoorbeeld Tony Crabbe dat we druk zijn niet zien als iets om over op te scheppen. Druk zijn is volgens hem eerder iets wat je met enige schaamte zou moeten bekennen.

Mensen die druk zijn volgen volgens hem de weg van de minste weerstand. Zij maken geen keuzes, maar laten zich gedachteloos meevoeren met de stroom.

 

Geïnspireerd door zijn boek Nooit meer te druk, laat ik je zien hoe je door het maken van keuzes vermijdt dat je achteloos in de drukte meegaat. En geef ik je een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn.

 

Hoe je vermijdt dat je achteloos meegaat in de alledaagse drukte

 

Psychologisch kun je drukte zien als de weg van de minste weerstand

 

Volgens Tony Crabbe is drukte het gevolg van niet kiezen en niet weten wanneer je genoeg hebt gehad. 

Je realiseert het je vast niet altijd, maar in veel opzichten leven we in een tijd van overvloed. We hebben een overvloed aan bijvoorbeeld producten, relaties, e-mails, tweets, maar ook een overvloed aan tijd. Ook al voelt dat laatste misschien niet zo.

Bovendien kun je nagenoeg alles altijd doen. Je kunt bijvoorbeeld dag en nacht reizen, shoppen, je entertainen en door de Social Media kun je het hele etmaal contact hebben met de hele wereld.

En door die overvloed wil je ook eerder alles doen.

 

Menigeen loopt het gevaar aan overconsumptie te bezwijken.

Letterlijk denk ik dan aan het grote probleem van overgewicht.

Maar in bredere zin loop je het risico te bezwijken als je toegeeft aan alles wat er op je af komt. Het is onmogelijk om daar gehoor aan te geven. Je moet echt keuzes maken. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Doe je dat niet, dan stapelt een en ander zich op en loop je groot risico dat je bezwijkt.

 

 

Geen enkele keus is zonder gevolgen

 

Elke keuze voor het een betekent een keuze tegen iets anders. Want als je het een kiest, dan kies je iets anders niet.

Wat dat betreft kan een gemaakte keuze een zekere spanning oproepen, min of meer pijn doen.

 

Het mooie is dat die kiespijn over het algemeen snel verzacht wordt en zelfs verdwijnt.

De spanning die door de gemaakte keuze ontstaan is, leidt in eerste instantie tot een zekere disbalans. In de sociale psychologie spreekt men dan van cognitieve dissonantie.

Die cognitieve dissonantie ervaar je als onprettig en dat onprettige gevoel wil je kwijt. Onbewust komt er dan een psychologisch mechanisme op gang, waardoor je jouw mening of attitude onbewust herziet.

Zo kan dan bijvoorbeeld wat je niet gekozen hebt in een ander daglicht komen te staan. En duidelijk als een minder aantrekkelijk alternatief worden weggezet. Je keuze voelt dan als uitgebalanceerd, consonant. En zo breng je jezelf na een keuze weer in balans.

 

 

Drukte als passieve keuze

 

Drukte is lang niet altijd een actieve keuze.

Realiseer je dat drukte vaak een passieve keuze is. Dat je bijvoorbeeld gedachteloos reageert op bliepjes over nieuwe e-mail, appjes of anderszins prikkels die bij je binnenkomen.

Of dat je keuzes maakt op basis van wat jij ervaart als algemeen aanvaarde afspraken. Bijvoorbeeld het als vanzelfsprekend aanwezig zijn op verjaardagsfeestjes. Terwijl je als je bewust stil zou staan bij de keuze, mogelijk de voorkeur zou geven aan een andere activiteit.

Of dat je je laat beïnvloeden door je sociale omgeving. Bijvoorbeeld dat je net als medepassagiers in de trein je smartphone pakt en je e-mail gaat checken, of je Twitter, Facebook of LinkedIn.

 

Zeker als de mensen waarmee jij je graag identificeert druk zijn, kan drukte een aanpassing zijn aan de sociale norm.

Vraag je af in hoeverre het gedrag dat je om je heen ziet je beïnvloedt en hoe je zelf met drukte omgaat.

 

 

Wil je minder druk zijn, ben dan huiverig voor wel of niet- beslissingen

 

Druk-zijn is de makkelijke keuze tussen wel of niet iets doen, waardoor je uiteindelijk teveel op je bord hebt liggen.

Volgens Tony Crabbe zou je vaker een welke-keuze moeten maken.

Wel of niet-keuzes zijn in zijn ogen ondoelmatige keuzes, omdat je daarbij het grotere plaatje buiten beschouwing laat. Dat geldt vooral ook bij drukte.

Zo blijkt bijvoorbeeld dat je bij wel of niet-keuzes vaker kiest voor ja, dan eigenlijk zou moeten, gezien de ruimte in je agenda (de ruimte op je bord).

Bovendien blijkt dat hoe drukker je het hebt, hoe meer je geneigd bent je keuzes te beperken tot wel of niet-keuzes. In plaats van dat je de gevolgen van deze keuzes overdenkt.

 

Het kenmerkende van een welke-keuze is dat je alle alternatieven in overweging neemt en vervolgens kiest welke van alle keuzes die je hebt, de meeste prioriteit heeft.

Zo stond een van mijn coachklanten laatst voor de keuze wel of niet als neventaak studenten begeleiden bij hun afstuderen. In eerste instantie was ze geneigd positief op het aanbod te reageren. In tweede instantie, het aanbod bekijkend vanuit het grotere geheel, werd het een nee.

Voor de inkomsten hoefde ze het niet te doen, want die waren niet dekkend voor de uren die zij gezien haar kwaliteitsnorm aan de begeleiding zou besteden. Als het dan deels hobby zou zijn, dan besteedde ze haar vrije tijd liever aan haar hobby schilderen.

 

Laat je niet misleiden door de meer in het oog springende voordelen van de keus iets wel te doen.

Vraag je af wat je opoffert door de wel-keuze. En waaraan je de tijd en de aandacht zou kunnen besteden als je ervoor kiest om het niet te doen.

Realiseer je dat niets willen missen mogelijk een van de redenen is waarom je zoveel op je bordje laadt.

 

 

Tot slot: Een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn

 

Geïnspireerd door Tony Crabbe geef ik je een drietal tips om jouw drukte de baas te zijn.

 

1. Sluit wat deuren

Welke activiteiten ga je schrappen? Zodat je meer gerichte aandacht hebt voor de dingen die je doet en je minder opgejaagd voelt?

 

2. Herken jouw stempel van drukte

Wanneer heb jij het punt bereikt dat het genoeg is geweest? Hoe merk je dat?

Realiseer je dat hoe verder je voorbij dat punt gaat, hoe meer je vermogen om nieuwe zaken aan te pakken afneemt.

 

3. Bewaak je grenzen

Zorg dat je voor jezelf heel helder hebt wat met name belangrijk voor je is. Niet alleen met betrekking tot werk, maar ook met betrekking tot alle andere levensterreinen die belangrijk voor je zijn.

Maak dat specifiek en wees daarin duidelijk. Ook naar anderen toe.

Baken je grenzen af. Bepaal wat je op wilt geven ten gunste van de dingen die het allerbelangrijkste voor je zijn en handel daarnaar.

 

 

 

Vind je het moeilijk om jouw grenzen te bewaken?

Ook omdat je jouw persoonlijke missie niet helder hebt?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

De invloed van verwachtingspatronen op de rolverdeling mannen en vrouwen

 

Als vrouw is het nog steeds een hele prestatie om helemaal te gaan voor je carrière.

Maar ook voor mannen is het soms een strijd om los te komen van verwachtingspatronen. Om bijvoorbeeld te kiezen voor een rol als huisman of voor parttime werk. In combinatie met mogelijk deels de zorg voor de kinderen.

Een rol speelt daarbij in hoeverre vrouwen geschikter zijn om te zorgen dan mannen.

In relatie tot die vraag las ik in NRC een interessant artikel over primatoloog Frans de Waal, aan wie ook de titel van dit artikel is ontleend, over zijn kijk op mannen en vrouwen.

 

Invloed van verwachtingspatronen op rolverdeling mannen en vrouwen

 

Traditionele rolverdeling tussen mannen en vrouwen

 

De traditionele rolverdeling tussen mannen en vrouwen heeft denk ik nog steeds de overhand. De man is kostwinner en de vrouw is de eerstverantwoordelijke voor de zorg voor de kinderen.

En heb je als vrouw werk van behoorlijke omvang, dan nog is de man vaak degene die de meeste inkomsten binnenbrengt.

Dat doet me denken aan een uitspraak van een van mijn coachklanten. Zij had het over haar partner, als kostwinnaar. Alsof je in een relatie een soort wedstrijd hebt wie het hoogste inkomen heeft. En dus de winnaar is.

Toch is dat voor sommigen een heikel punt. Een zelfstandig ondernemer met een florerend bedrijf vertelde me dat haar partner met enige regelmaat de vraag krijgt, hoe het is om een relatie te hebben met een vrouw die meer verdient dan jij als man.

Kennelijk ligt dat soms gevoelig. Zou het iets te maken hebben met wat Frans de Waal ziet als aangeboren verschillen in het gedrag van mannen en vrouwen?

 

 

Aangeboren verschillen in het gedrag van mannen en vrouwen

 

Mannen zijn volgens Frans de Waal meer geneigd tot competitie en fysiek geweld. Vrouwen letten meer op de sociale context en hebben meer oog voor de kinderen.

Maar, zegt hij, ‘kenmerkend gedrag zegt weinig over waar een dier of mens ook toe in staat is.’

Als voorbeeld noemt hij de vele gezinnen waarin gescheiden mannen voor de helft van de tijd de zorg en de opvoeding van hun kinderen op zich nemen. En dat prima doen.

Ik zie dat van nabij.

Biologisch gezien zijn vrouwen erop ingericht om kinderen te krijgen en te voeden. Een kind wordt uit de moeder geboren. En bij borstvoeding is de eerste voeding van de moeder. Alhoewel er ook vrouwen zijn die ervoor kiezen niet zelf het kind te voeden.

Op een bepaald moment is er sprake van een keuze wie het grootste deel van de zorg voor het kind op zich neemt.

Er is geen biologische grond, anders dan dat de vrouw het kind draagt en mogelijk het kind voedt, waarom de vader niet voor het kind zou kunnen zorgen.

 

Mannen kunnen heel goed voor kinderen zorgen. En zorgneigingen zijn er wel degelijk bij mannen, volgens Frans de Waal. Als ze maar de kans krijgen om die neigingen in te zetten en te ontwikkelen.

Waarom zouden mannen dan geen huisman kunnen zijn? Of bewust kunnen kiezen voor een parttimebaan om meer thuis te zijn en te zorgen voor de kinderen?

Terwijl er legio vrouwen zijn, die huisvrouw zijn. Of in eigentijdse termen; die bewust ervoor kiezen om niet buitenshuis te werken, maar fulltime beschikbaar te zijn om voor hun kinderen te zorgen en hen op te voeden.

 

 

Verwachtingspatronen bij mannen en vrouwen

 

Je bent geneigd te denken dat er veel verschillen zijn tussen het gedrag van mannen en vrouwen. Dat is maar ten dele zo. Met name als je kijkt naar zorgen voor en opvoeden van kinderen.

En ja, mannen hebben meer testosteron dan vrouwen, maar als mannen een kind of kinderen krijgen en een deel van de tijd hun kind(eren) verzorgen en opvoeden, dan schijnt het zo te zijn dat hun hersenen en hormoonprofiel veranderen. Het testosteron daalt en het hormoon oxytocine, het knuffelhormoon, stijgt.

Bij het man of vrouw zijn zit hem, wat betreft de zorg voor kinderen, niet direct de bottleneck. De bottleneck zit hem meer bij de verwachtingspatronen.

Onderzoek bij apen laat dat zien en bij mensen is dat volgens de Waal niet anders: de mannelijke aap verwacht: ‘Jij bent vrouw, jij doet het maar.’ Waarbij de Waal fijntjes opmerkt: ‘Ik denk dat de mannelijke aap ook geleerd heeft dat vrouwelijke apen de kinderen liever niet aan hem overlaten.

 

 

Kortom

 

Mannen kunnen geen kinderen baren, maar mannen kunnen net zo goed voor kinderen zorgen en hen opvoeden als vrouwen.

Als vrouwen hen daartoe maar de kans geven.

Hoe aangekeken wordt tegen het zorgen van een vader voor zijn kind(eren) heeft alles te maken met verwachtingspatronen en cultuur.

Vrouwen zijn per definitie niet geschikter om te zorgen dan mannen. Denk als vrouw dan ook niet direct dat jij geen kansen hebt om je te ontwikkelen in je werk.

En denk als man niet direct dat jij als man verantwoordelijk bent voor het gezinsinkomen en dus in principe de kostwinner bent.

Laat je niet leiden door verwachtingspatronen, maar ga in gesprek over de rol(len) die jij wilt vervullen en hoe je idealiter je tijd zou willen besteden aan werk in combinatie met wat naast werk belangrijk voor je is.

 

 

 

Heb je nog niet duidelijk of je überhaupt zou willen werken?

Een baan in loondienst zou willen hebben of zou willen werken als zelfstandige?

Of twijfel je of vrijwilligerswerk je ook voldoende voldoening zou kunnen geven, al dan niet in combinatie met je gezin?

Wil je jouw vragen aan me voorleggen?

Bel (06-54762865/ 0575-544588) of e-mail ([email protected]) me gerust. Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden

 

 

 

 

Waarom zingeving misschien wel de belangrijkste competentie is, essentieel voor jouw professionele toekomst

 

Ik loop er min of meer tegenaan, dat ik nog niet weet wat mijn ‘missie’ is. Al is het wel helder dat ik meer een ‘hoe’-persoon ben dan een ‘waarom’-persoon, op grond van het boek van Simon Sinek. Echter, de ‘missie’ is van belang in combinatie met mijn talenten en passies, om een juiste nieuwe baan te vinden om congruent te zijn met mezelf.“

Dat mailde mij een van mijn coachklanten. En het belang van missie onderschrijf ik helemaal.

Wist je dat zingeving gezien wordt als een van de drie essentiële competenties voor de toekomst? Dat het misschien wel de belangrijkste is, naast autodidactisch vermogen en empathie?

En dat je de competentie zingeving tot de motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling kunt maken?

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Hoe je zingeving maakt tot motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling

De toekomst van werk

 

De inhoud van werk verandert steeds sneller.

De diversiteit neemt toe. Om die trend bij te benen wordt het ontwikkelen van toekomstbestendige competenties steeds belangrijker.

Je kunt daarbij denken aan vaardigheden die niet vervangen kunnen worden door een robot. Maar ook aan vaardigheden die juist met de robotisering te maken hebben.

 

Strak omlijnde beroepen zie je nog maar nauwelijks.

Zo je nog van beroepen wilt spreken, neemt het aantal beroepen steeds meer toe. Er zijn beroepen die verdwijnen, maar er komen vooral ook veel nieuwe beroepen, beter nieuwe functies, bij.

Nieuwe functies die je in 2022 zult tegenkomen zijn bijvoorbeeld: work-life coach, head of workplace systems, work tech upgrader, High Impact, Low Frequency-consultant (HI-LF-consultant), selection experience designer.

Voor 2022 wordt een grote toekomst voorspeld voor onder andere: adviseur onderwijs en arbeidsmarkt, stikstofdeskundige, zorg-vliegende keep, skillsrecruiter, recyclinganalist, home wellness technicus, klimaatexpert.

Je ziet niet alleen de verandering van beroepen naar functies, maar vaste functies ontwikkelen ook naar tijdelijke rollen.

Die ontwikkeling brengt met zich mee dat functietitels maar ten dele iets zeggen over de inhoud van de functie. En dat aan een bepaalde functie-inhoud verschillende functienamen kunnen worden gekoppeld.

 

 

Essentiële competenties voor de toekomst van werk

 

Welke competenties zijn toekomstbestendig als de inhoud van functies steeds meer aan verandering onderhevig is?

En welke competenties moet een kandidaat hebben om geschikt te zijn voor een bepaalde vacature, als de inhoud van de functie zich ontwikkelt en dus verandert?

 

Autodidactisch vermogen ziet men als een van de drie essentiële toekomstbestendige competenties.

Jezelf ontwikkelen als persoon en als professional is cruciaal om interessant te blijven voor werkgevers.

Voor nu, maar zeker voor de toekomst.

Een autodidact is gedreven om bij te blijven en te leren. Hij is daarbij niet afhankelijk van wat een werkgever hem aanbiedt, maar hij initieert zelf zijn leerproces.

 

Empathie is een tweede essentiële competentie voor de toekomst.

Onze maatschappij wordt steeds vluchtiger en er wordt steeds meer elektronisch en via Social Media gecommuniceerd.

Echt contact maken doen we steeds minder, zeker de jongere generatie. Terwijl echt contact maken steeds belangrijker wordt en niet vervangen kan worden door een robot.

Om écht contact te maken is empathie essentieel.

Binnen bijna elk beroep, niet alleen binnen de sociale beroepen, maar in ieder werk waar je te maken krijgt met mensen; zoals bijvoorbeeld je collega’s.

Binnen iedere vorm van communicatie is het essentieel om jezelf te kunnen verplaatsen in het standpunt of de beleveniswereld van de ander, om de ander te kunnen begrijpen.

 

 

Zingeving als belangrijkste competentie voor de toekomst

 

Zingeving is de vaardigheid om een taak, actie of ervaring te kunnen koppelen aan een doel dat voor jou belangrijk is. Het gaat daarbij om een hoger doel, jouw purpose, jouw persoonlijke missie.

Zingeving heeft te maken met het waarom jij doet wat je doet. Je kunt het doel van iets inzien. Sterker nog, jijzelf bent het die betekenis geeft aan wat je doet.

Zingeving heb je nodig om jezelf te motiveren voor wat je doet of gaat doen. Zingeving geeft je de energie om zaken aan te pakken, door te gaan als het even tegenzit of minder leuk is en vol te houden tot het doel is bereikt.

Als je weet waarom je iets doet en je je met jouw doel kunt verbinden, dan kost het ook minder energie, zeker mentaal. Want ook al kost wat je doet je fysiek energie, psychisch, mentaal geeft het energie.

Zo werkt zingeving als motor en is het wellicht de belangrijkste competentie voor de toekomst.

 

Ontbreekt zingeving of zie je de zin niet in van wat je doet, dan kost het je heel veel energie. Bijvoorbeeld in je werk.

Misschien heb je dat zelf ook al eens ervaren. Het werk kan dan zelfs leiden tot een burn-out.

Aan een burn-out kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen, maar werk of een organisatie die niet aansluiten bij je persoonlijke missie zijn daarbij belangrijke factoren. Of werk dat zoveel tijd en aandacht van je vraagt, dat er absoluut geen ruimte meer is voor wat naast werk belangrijk voor je is.

 

 

Zingeving als motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling

 

Waarom doe je wat je doet qua werk?

Voor lang niet iedereen is die vraag makkelijk te beantwoorden. Ik ervaar dat in coachtrajecten.

Soms is het ook een vraag die mensen zich expliciet stellen op het moment dat ze vastlopen in hun werk. Bijvoorbeeld omdat ze niet langer voldoening ervaren of plezier hebben in hun werk.

Of omdat in sollicitatietrajecten daarnaar wordt gevraagd. Bijvoorbeeld aan hand van vragen als ‘Waarom deze functie voor jou?’ of ‘Waarom wil je voor onze organisatie werken en niet ergens anders?’.

 

Heb je eenmaal helder wat jou drijft, dan werkt dat als motor voor jouw ontwikkeling als persoon en als professional.

Jouw persoonlijke missie geeft je niet alleen energie, maar werkt ook als een meetlat waar je keuzes aan af kunt meten. En zo je energie in banen kunt leiden in de richting van jouw doel.

Dat kan betekenen dat je ervoor kiest om op een bepaald moment jouw koers met betrekking tot werk bij te stellen, omdat je koers niet langer bijdraagt aan het realiseren van jouw hogere doel.

Of dat je een opleiding gaat volgen om jezelf te kwalificeren voor werk in lijn met jouw persoonlijke missie.

Of dat je jouw werk anders in gaat richten, jouw baan zodanig kneedt, dat die weer beter past bij jouw doelen.

Daarbij kunnen zinloze handelingen of taken ook aanleiding zijn tot optimalisatie of innovatie.

 

Op die manier maak je de competentie zingeving tot motor van ontwikkeling van jezelf als persoon en als professional.

 

 

 

Heb jij nog niet zo scherp wat jou drijft en waar je een bijdrage aan wilt leveren met wat je doet in je werk?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

Of neem contact met me op voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je drukte de baas blijft

 

Alleen sukkels hebben het druk”.

Heb jij het artikel indertijd ook gelezen? Het artikel ging vijftien keer viraal in vijftien maanden en is nog steeds te lezen in het NRC-archief

Alleen de titel al, maakt heel wat los.

Misschien heb je zelf te maken met drukte op je werk. Om dan nog maar niet te spreken over wat naast werk ook nog tijd en aandacht van je vraagt. Bijvoorbeeld je masterstudie, je zieke moeder, twee keer per week sporten, je vrienden. En dan ook nog eens je gezin.

Maar ben je dan een sukkel?

Ik kan me goed voorstellen dat je het gevoel hebt dat je energie tekortkomt. Dat je je accu niet meer goed opgeladen krijgt. Dat je voelt dat je op meerdere fronten tekortschiet. En niet onbelangrijk, er zelf echt bij in schiet. Ondanks al je inspanningen.

Herken je dat gevoel?

Drukte is slecht voor je gezondheid. En niet alleen dat. Drukte is ook slecht voor je relaties, je geluk en je loopbaan. Ook al dacht je misschien dat je door druk te zijn meer gezien wordt en daarmee je kansen in je loopbaan vergroot. Dat is niet het geval.

Laat je niet leven door alles wat er op je pad komt. Zorg dat je drukte de baas blijft.

De keuze wat te doen en wat niet te doen is écht aan jou.

Ik geef je een aantal handreikingen om drukte de baas te blijven.

 

Hoe je drukte de baas blijft. Leven of je laten leven; aan jou de keus

 

Alleen sukkels hebben het druk

 

Een aansprekende uitspraak. Volgens Tony Crabbe hebben mensen die het altijd druk hebben, het niet goed begrepen.

Ze hoeven niet alles te doen.

Ze staan niet stil bij en begrijpen niet wat ze nodig hebben. En hoe ze vervolgens op grond daarvan keuzes kunnen maken.

Zodat ze goed gedijen in een wereld van te veel. Te veel mogelijkheden, te veel informatie, te veel doelen, te veel kansen.

Je hoeft bijvoorbeeld ’s avonds voor het slapen gaan in bed niet je e-mail te checken op je tablet. Dat hoeft ook niet voor of bij je ontbijt. Je hoeft ook voor werktijd niet standaard je werktelefoon op te nemen, terwijl je met je kinderen bezig bent. En gaande de dag ook niet voortdurend je berichten op Twitter, Whatsapp of Facebook te checken. Of ontwikkelingen bij te houden op nu.nl.

Doe je dat wel, dan is dat je eigen keuze.

Als je alles wilt en overal aan mee wilt doen, dan gaat je dat zeker op de lange duur, niet lukken. Ook al ben je nog zo druk.

Het zal je in elk geval op den duur opbreken.

Zet je alles op alles, om alles te willen doen, dan ben je volgens Tony Crabbe dan ook een sukkel.

 

 

Maak keuzes op grond van wat er voor jou écht toe doet

 

In de wereld van te veel is het de kunst om heel helder te hebben wat voor jou als persoon en als professional écht belangrijk is.

Zodat je je keuzes daaraan af kunt meten. En je je dus niet zonder meer laat meenemen in de stroom.

 

Je hoeft niet voortdurend aan te staan. Zo hoef je bijvoorbeeld niet voortdurend je telefoon in je gezichtsveld te hebben om te zorgen dat je niets mist.

Zo kan ik me niet voorstellen dat je geconcentreerd met een proces of iets bezig kunt zijn, als je aandacht met regelmaat naar je telefoon toe gaat. Om te kijken of er nieuwe berichten zijn of interessante discussies, die je wilt volgen.

Of dat je met aandacht met je kinderen bezig bent terwijl je tegelijkertijd druk bent op Facebook of Twitter.

Wat is op zo’n moment dan het belangrijkste, het meest waardevol voor je? Dat vraag ik me dan af.

 

Zo hoef je ook niet voortdurend voor alles en iedereen beschikbaar te zijn.

Durf keuzes te maken. Durf je te positioneren.

Het is mijn ervaring en ook die van mijn coachklanten, dat dat ook wordt gerespecteerd. Dat het zelfs wordt gewaardeerd. Meer dan wanneer jij je laat meenemen in de stroom. En ze met jou bij wijze van spreken alle kanten op kunnen.

Zo leerde een van mijn coachklanten dat het voor haar werkgever en haar collega’s heel begrijpelijk en acceptabel is, dat ze voor 8:30 uur niet standaard telefonisch bereikbaar is voor haar werk.

En dat haar e-mail best kan wachten totdat ze haar dochtertje in alle rust en met aandacht aangekleed heeft, ze samen hebben ontbeten en zij haar naar de kinderopvang heeft gebracht.

Dan houd je zelf de regie. Dat scheelt veel in de werkelijke en gevoelde drukte.

 

En ook al heb je misschien te maken met omstandigheden waarin je niet veel te kiezen hebt, dan nog heb je een keuze.

Die keuze heeft dan te maken met de houding waarmee je zaken tegemoet treedt.

Als je helder hebt waarvoor je het doet, weet wat het voor je betekent, dan zul je eerder met toewijding en plezier doen wat je te doen staan. Ook al kost het je dan misschien energie, je ervaart dat je er veel voor terug krijgt.

 

 

Handreikingen om drukte de baas te blijven

 

De oplossing om drukte de baas te blijven is gerichte aandacht op wat je doet, daar helemaal bij betrokken zijn.

Dat heeft volgens Crabbe alles te maken met focus.

 

  1. Creëer concentratie

Zet bijvoorbeeld op je computer of je laptop meldingen voor nieuwe e-mail uit.

Zet je telefoon op niet-storen. Demp oproepen en meldingen, behalve de uitzonderingen die je weloverwogen selecteert. Of leg je telefoon helemaal weg.

 

  1. Plan je tijd in grote brokken

Werk niet in kleine eenheden.

Continue schakelen tussen verschillende taken is heel vermoeiend voor je hersenen. Steeds andere gebieden van de hersenen moeten geactiveerd worden. Dat kost niet alleen energie, maar ook tijd.

Bovendien is er bij werken in kleine eenheden minder aandacht voor de taak. Daardoor kosten taken uiteindelijk meer tijd en maak je meer fouten.

 

  1. Durf niets te doen

Je hoeft niet elke minuut te benutten.

Een poos lekker nietsdoen en hangen op de bank kan helemaal prima zijn. Of zitten op de rand van de zandbak, terwijl je kinderen lekker aan het spelen zijn.

Laat je telefoon gerust waar je hem hebt weggestopt.

 

  1. Ontwikkel een ochtendroutine

Zo begin ik zelf mijn dag met een wandeling, gevolgd door meditatie. Dan ga ik rustig ontbijten. Daarna start ik mijn computer op en begin ik mijn dag.

Overigens niet met direct wegwerken van mijn e-mail.

 

  1. Doe niet alles

Ben selectief in wat je doet. Vraag je daarbij af wat relevant is voor jou als persoon of voor de organisatie waarvoor je werkt.

Dat kan betekenen dat je, als je daarvoor de mogelijkheden hebt, bijvoorbeeld gaat fietsen als het mooi weer is. Of eerder weggaat van je werk omdat je een voorstelling wilt bijwonen op de school van je kinderen.

 

 

Wil je meer handreikingen om drukte de baas te blijven?

Lees: Tony Crabbe: Nooit meer te druk, een opgeruimd hoofd in een overvolle wereld.

 

 

 

 

Hoe je kunt voorkomen dat je in je valkuil stapt

 

In hoeverre herken je impostergevoelens bij jezelf?

Voel je je onzeker en denk je dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voorspiegelt? Dat je je mooier, beter, succesvoller voordoet dan je bent?

Heb je er misschien zoveel last van, dat het je belemmert in je loopbaan?

Dan is het tijd om de koe bij de horens te pakken en voor jezelf een actieplan te maken, hoe je impostergevoelens te overwinnen.

In mijn vorige artikel heb je kunnen lezen dat beschermingsmechanismen tegen onzekerheid je niet gaan helpen. Integendeel, je wordt er alleen maar onzekerder van.

Wil je je onzekerheid aanpakken en je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk om je vertrouwen te ontwikkelen en heel kritisch te kijken naar je competenties en wat je daarmee hebt bereikt. En te leren hoe je het imposter syndroom de baas kunt worden.

In mijn artikel geef ik je daarvoor een aantal tips.

 

Tips hoe je je impostergevoelens kunt overwinnen

 

Hoe je je vertrouwen in eigen kunnen kunt vergroten

 

Vertrouwen in eigen kunnen is niet identiek aan zelfvertrouwen. Ook al worden de begrippen ten onrechte volop door elkaar gebruikt.

Zelfvertrouwen zegt meer in zijn algemeenheid iets over het vertrouwen in jezelf.

Vertrouwen in eigen kunnen, zelfeffectiviteit kun je zien als een specifiek zelfvertrouwen. Dat gaat over het kunnen maken van een adequate inschatting of je als individu de kwaliteiten hebt om een bepaald doel te bereiken.

In een van mijn vorige artikelen kun je dat nog eens nalezen.

Met name dat vertrouwen in eigen kunnen is bij mensen die last hebben van impostergevoelens niet groot. Zij zijn voortdurend bang dat ze door de mand vallen en ontmaskerd worden.

 

Wil je concrete tips om je kans op succes te vergroten door je vertrouwen te ontwikkelen? Klik dan hier.

 

 

Hoe je ingaat tegen innerlijke twijfel

 

Het imposter syndroom manifesteert zich met name als stemmetje in je hoofd. Dat zegt bijvoorbeeld “Je bent echt niet zo goed als je zelf denkt.” Of “Wanneer zullen ze het ontdekken?”

Heb je veel last van impostergevoelens, dan ben je er waarschijnlijk heel goed in om ‘jezelf de grond in te boren’. En kun je naar je eigen kritische oordeel maar weinig ‘goed’ doen.

Is je Innerlijke Criticus heel sterk aanwezig, dan kijkt en luistert hij voortdurend mee en geeft kritisch commentaar op alles wat je denkt, doet of had moeten doen.

Wil je je onzekerheid aanpakken en je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk om het stemmetje of misschien wel de stemmetjes in je hoofd te herkennen.

En vervolgens bijvoorbeeld die Innerlijke Criticus te negeren, van repliek te dienen of de mond te snoeren.

Heb je veel last van stemmetjes in je hoofd en wil je die leren hanteren? Lees het boekje ‘Ik (k)en mijn ikken’ er eens op na.

 

 

Hoe je te hard werken voorkomt

 

Je persoonlijke missie scherp hebben en op basis daarvan prioriteiten stellen is dé manier om te hard werken te voorkomen.

Met regelmaat spreek ik klanten die worstelen met de balans tussen hun werk en hun privéleven.

Vaak heeft die problematiek te maken met te hard werken in hun werk. Soms ook wel met privé te veel hooi op hun vork nemen.

Je bewust worden van je levensrichting en van wat er voor jou werkelijk toe doet, helpt je om keuzes te maken en te gaan voor wat werkelijk belangrijk voor je is, jouw persoonlijke missie.

Heb je je persoonlijke missie scherp, dan helpt dat om je prioriteiten te stellen en daar in je timemanagement rekening mee te houden.

Heb je je persoonlijke missie nog niet zo scherp? Ga dan aan het werk om je missie helder te krijgen.

 

 

Hoe je je successen toe-eigent

 

Mensen die veel last hebben van impostergevoelens zijn geneigd om hun successen toe te schrijven aan externe factoren. Vaak onterecht.

Misschien heb je dat gelezen in mijn vorige artikel.

Graag deel ik met je een tip van een van mijn netwerkcontacten. Als promovendicoach begeleidt zij promovendi op verschillende vlakken. Vaak is het belangrijkste onderdeel, hoe om te gaan met onzekerheid over je eigen prestaties.

Haar tip met betrekking tot het je toe-eigenen van successen:

Houd een poosje bij hoe je van tevoren tegen een bepaalde taak aankeek en hoe het uiteindelijk verlopen is.

  • Wat verwachtte je van jezelf?
  • Is die verwachting uitgekomen?
  • Als je succesvol bent geweest, waar lag dat dan aan?
  • Schrijf op wat je denkt en toets die gedachte vervolgens. Had je echt puur geluk? Was het inderdaad toeval? Of heb je zelf dingen gedaan die tot het resultaat hebben geleid?

 

 

Hoe je ervoor zorgt dat je goed in vorm komt en blijft

 

Het imposter syndroom de baas worden, wordt moeilijk als je niet fit bent. Wil je je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat je letterlijk goed in je vel zit.

Vreneli Stadelmaier noemt in haar boek vier tips:

  1. Train je hersens, bijvoorbeeld met meditatie, mindfulness of yoga.
  2. Ga sporten. Dat is goed voor je zelfvertrouwen. Bovendien worden door sporten dopamine en serotonine aangemaakt en die stoffen zorgen ervoor dat je je gelukkiger voelt en minder gaat piekeren.
  3. Eet gezond en zorg voor voldoende slaap.
  4. Maak tijd voor vrienden/vriendinnen. En niet alleen voor de gezelligheid. Kennelijk maak je door ‘het leven’ met vrienden of vriendinnen te bespreken oxytocine aan. Die stof vergroot je geluksgevoel en vermindert je zorgelijkheid.

 

 

Overwinnen van impostergevoelens doe je niet zomaar even

Het imposter syndroom is hardnekkig.

Ik zie dat soms ook bij coachklanten. Het is iets dat je in de loop van jaren hebt opgebouwd. Dat heb je niet zomaar weer afgebroken.

 

Zoals uit mijn tips blijkt, is er ook geen rechtlijnige oplossing voor het syndroom.

Daarvoor spelen te veel factoren een rol bij het in stand houden van het syndroom.

Ik schat in dat het je al veel ruimte geeft, als je op onderdelen winst weet te behalen. Zodat je minder of geen echte last meer hebt van je impostergevoelens.

 

Wil je je impostergevoelens overwinnen?

Zorg dan voor een buddy. Of laat je begeleiden door een goede coach.

 

 

Heb je zelf ervaring met het overwinnen van impostergevoelens? Als buddy, coach of als iemand die zelf last heeft gehad van die gevoelens?

En wil je die ervaring delen?

Ik lees het graag.