Tag Archief van: ideale baan

Waarom een prestigieuze baan verlaten om ambachtelijk werk te doen 

 

Afgelopen jaren zien we een opmerkelijke beweging onder hoger opgeleiden: de verschuiving van een opwaartse loopbaan in het bedrijfsleven naar ambachtelijk werk; ‘downshifting’.

‘Downshifting’ gaat over het zetten van stappen naar beneden op de professionele ladder om persoonlijke voldoening, balans en betekenis in het werk te vinden.

Ben je goed gek als je een mooie baan bij een corporate opgeeft om bijvoorbeeld als timmerman, bakker of ander ambachtelijk beroep aan het werk te gaan?

Of kan dat juist een heel wijs besluit zijn?

 

 Bij ‘downshifting’ kies je bewust voor een eenvoudigere, minder stressvolle en vaak minder goed betaalde baan.

 

‘Downshifting’

 

Bij ‘downshifting’ kies je bewust voor een eenvoudigere, minder stressvolle en vaak minder goed betaalde baan. Met als doel een betere kwaliteit van leven en meer persoonlijke vervulling.

Het gaat niet om falen of opgeven, maar om het herdefiniëren van succes en het nastreven van een leven dat in lijn is met je persoonlijke waarden en passies. Kortom, meer waarde in werk.

Overigens is ‘downshifting’ geen nieuw fenomeen.

Ik herinner me een column uit 1998 van Annegreet van Bergen, journalist en schrijver. Zij schreef een column over ‘vallende kinderen’; kinderen die lager eindigen op de maatschappelijke ladder dan hun ouders. Kinderen die bewust de keuze maken om niet aan te sluiten bij de ratrace op de arbeidsmarkt. Zelf ervarend bij hun ouders wat het kost om vol te gaan voor een prestigieuze baan.

 

Drijfveren om te kiezen voor ‘downshifting’

 

Ook al moet je bij ‘downshifting’ op een aantal fronten, bijvoorbeeld qua inkomsten, wellicht een stapje terug doen, ‘downshifting’ heeft zeker ook zijn positieve effecten.

Om er een paar te noemen:

  1. Balans tussen werk en privé: Een van de belangrijkste redenen om te kiezen voor ‘downshifting’ is vaak het verlangen naar een betere balans tussen werk en privé. Terwijl lange werkdagen en hoge druk in het bedrijfsleven kunnen leiden tot burn-out en een gevoel van ontevredenheid.
  2. Zoeken naar betekenis: Veel professionals realiseren zich dat hun werk in de corporate wereld niet de voldoening biedt die ze zoeken. Ambachtelijk werk, zoals houtbewerking, keramiek of werken in een bakkerij, biedt vaak direct zichtbaar resultaat en een dieper gevoel van betekenis.
  3. Gezondheid en welzijn: Het verminderen van stress en het verbeteren van de fysieke en mentale gezondheid zijn sterke motivatoren. Ambachtelijk werk kan fysiek veeleisend zijn, maar het biedt vaak een rustgevender werkomgeving.
  4. Autonomie: Zelfstandig werken en het hebben van meer controle over de dagelijkse werkzaamheden en het tempo van het werk is voor velen aantrekkelijk. Dit geeft ruimte voor creativiteit en persoonlijke groei.

 

De uitdagingen van ‘downshifting’

 

Bovengenoemde punten zijn heel waardevol. En pleiten voor een overstap naar ambachtelijk werk.

Zeker als je in je huidige werk veel stress ervaart, weinig voldoening en zodanig opgeslokt wordt door je werk dat je nauwelijks tijd overhoudt voor wat naast werk belangrijk voor je is.

Toch zijn er ook uitdagingen waar je rekening mee moet houden als je een overstap naar ambachtelijk werk overweegt:

  1. Financiële aanpassing: Een lagere inkomensstroom kan financieel uitdagend zijn, vooral als je gewend bent aan een hoog salaris. Zorg dat je een goed financieel plan hebt en realiseer je dat je mogelijk jouw levensstijl en die van je eventuele gezinsleden aan moet aanpassen.
  2. Maatschappelijke perceptie: Veranderen van een prestigieuze corporate baan naar ambachtelijk werk kan soms leiden tot onbegrip of kritiek van anderen. Het is belangrijk om vast te houden aan je eigen waarden en doelen.
  3. Verwerven van nieuwe vaardigheden: Overstappen naar ambachtelijk werk vereist vaak het aanleren van nieuwe vaardigheden. Zo heeft bijvoorbeeld een van mijn klanten eerder de overstap gemaakt naar meubelmaker, interieurbouwer. En heeft als autodidact zich de interieurbouw eigen gemaakt. Dat kan tijd en geduld vergen, maar het is een investering die de moeite waard is.

 

Tips voor een succesvolle ‘downshifting’

 

Een overstap van een goed betaalde baan naar ambachtelijk werk maak je niet zomaar. Een goede voorbereiding vergroot je kans op succes.

Ik geef je een paar tips:

  1. Doe grondig onderzoek: Voordat je de overstap maakt, onderzoek grondig de ambachtelijke sector waarin je geïnteresseerd bent. Praat met mensen die al in het vak werken en begrijp de uitdagingen en kansen.
  2. Start klein: Begin met ambachtelijk werk als een hobby of bijbaan voordat je de volledige overstap maakt. Dit geeft je de kans om te ontdekken of het echt bij je past zonder direct je hoofdinkomen te verliezen.
  3. Ontwikkel een financieel plan: Zorg voor een buffer en plan je financiën zorgvuldig. Dit helpt om de overgang soepeler te laten verlopen en vermindert stress over inkomsten.
  4. Netwerk en leer: Sluit je aan bij netwerken van ambachtslieden en neem deel aan workshops en cursussen. Dit helpt je om de benodigde vaardigheden te ontwikkelen en een ondersteunend netwerk op te bouwen.
  5. Blijf flexibel: De weg naar succesvolle ‘downshifting’ kan hobbelig zijn. Sta open voor aanpassingen en ben bereid om je aanpak bij te stellen als dat nodig is.

 

Conclusie

 

Overstappen naar ambachtelijk werk is een moedige stap die kan leiden tot een meer vervullend en betekenisvol leven.

Het vraagt zorgvuldige planning, doorzettingsvermogen en een sterke overtuiging van je eigen waarden.

Voor hoger opgeleiden die verlangen naar een betere werk-privébalans, meer autonomie en persoonlijke voldoening, kan de overgang naar ambachtelijk werk een verfrissende en bevredigende nieuwe fase in hun loopbaan zijn.

 

 

Ben je niet gelukkig met je huidige werk? 

En vraag je je af ‘Wat wil ik nu echt’?

Maak een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek. Klik op deze link.

 

 

 

Met tips om te zorgen voor een gezonde spanning in je werk

 

In hoeverre heb jij in je werk het gevoel dat je voldoende aan je trekken komt?

Kun je je kwaliteiten inzetten? En voel je je genoeg uitgedaagd door de eisen die aan je worden gesteld?

Of heb je het gevoel dat je stil staat in je werk? Dat je werk absoluut onvoldoende spannend is? Zoals een van mijn coachklanten aangaf: ‘Dat je je werk kunt doen met twee vingers in je neus’?

 

Met verveling op je werk loop je een groot risico.

Niet alleen ben je over het algemeen minder gemotiveerd als er te weinig eisen worden gesteld aan en in je werk, je presteert meestal ook minder.

En chronische verveling kan ervoor zorgen dat je mentaal en fysiek uitgeblust raakt met een bore-out tot gevolg.

 

Enige spanning, positieve stress, is heel gezond

 

Sterker nog, over het algemeen heb je enige spanning nodig om je helemaal in te zetten voor je werk. En resultaten, doelen te behalen.

Het blijkt ook, dat je beter gaat presteren als er meer van je wordt gevraagd. Zeker als de gestelde eisen aansluiten bij je kwaliteiten en misschien nog belangrijker, jouw bigger why en je energie (weer) gaat stromen.

Het is de kunst om een zodanig spanningsniveau te creëren dat het je motiveert en een stimulans is voor groei en ontwikkeling.

Jijzelf speelt daarin een belangrijke rol.

 

 

Tips om te zorgen voor een gezonde spanning in je werk

 

Ervaar je op dit moment te weinig spanning in je werk? Laat je inspireren door mijn tips.

1. Stel je eens voor dat je niets verandert aan je werk, ook al voel je je onvoldoende uitgedaagd.

Hoe zit je er dan over tien jaar bij? In hoeverre is dat wat je wilt?

2. Stel je eens voor wat je kunt bereiken als je wel iets verandert aan je werk.

Hoe ziet je leven er dan uit? Wat betekent de verandering voor jou? Voor jouw partner, jouw kinderen?

3. Laat je inspireren en zorg voor nieuwe impulsen in je werk.

Zoek mensen op voor wie je bewondering hebt. Lees voor jou inspirerende boeken. Ga naar seminars of volg voor jou interessante workshops of trainingen.

Wat kunnen die nieuwe verworvenheden betekenen voor je werk?

4. Neem zelf het initiatief om je situatie qua werk te veranderen.

Wacht niet op een initiatief van je leidinggevende, maar neem zelf het stuur in handen.

5. Realiseer je, dat je je baan kunt veranderen zonder van baan te veranderen.

Breng de aspecten in kaart, die je als negatief ervaart in je werk. Vraag je af wat je daaraan kunt doen om je werk meer naar je hand te zetten.

Kijk of je kunt jobcraften, je baan zo kunt modelleren dat je je weer uitgedaagd voelt door je werk en aan je trekken komt.

6. Wil je echt een andere baan? Creëer hem.

Stel je niet afhankelijk op van de mogelijkheden die zich voordoen.

Doe je onderzoek naar de behoeften op de arbeidsmarkt. Waar zijn mensen zoals jij nodig?

 

Tot slot

 

Ben je helemaal niet happy met het werk dat je doet? Ben je toe aan een nieuwe uitdaging in je werk?

Weet je nog totaal niet hoe dat nieuwe werk voor jou eruit moet gaan zien? Of weet je niet hoe je kunt realiseren wat je voor ogen hebt?

Lees mijn boek Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

Of bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

Wat wil ik nu echt?

 

 

 

 

Een vijftal tips om je onderzoek te doen naar de cultuur van een organisatie

 

Wist je:

  • dat maar liefst 60% van de nieuwkomers in een organisatie de baan vindt tegenvallen?
  • dat bij 6 op de 10 personen minimaal één aspect tegenvalt bij de start van hun nieuwe baan?
  • dat 1 op de 3 mensen die teleurgesteld zijn, dat vertelt tegen niemand?
  • dat deze ontevredenheid zorgt voor demotivatie, mindere prestaties en mogelijk tot ongewenst voortijdig vertrek?

Dat blijkt uit een onderzoek van Intelligence Group en Workwonders.

Veel werknemers stellen andere eisen aan hun werk dan werkgevers denken. Zo blijkt een prettige, leuke werksfeer voor werknemers een belangrijk criterium voor arbeidstevredenheid.

Werkgevers schetsen vaak geen realistisch beeld van de werksfeer.

Het is dus zaak om daar zelf goed je onderzoek naar te doen. Om te achterhalen of de cultuur van een organisatie bij je past.

Handreikingen daarvoor lees je in mijn artikel.

 

Een organisatiecultuur leren kennen: gedraag je als een detective© foto Betchaboy

 

Organisatiecultuur is niet in één woord te vangen

 

Organisatiecultuur is de gemeenschappelijke verzameling van normen, waarden en gedragsuitingen die gedeeld worden door de leden van de organisatie”.

 

De organisatiecultuur presenteert zich in allerlei vormen. Die vormen variëren van uiterlijkheden tot diepgevoelde waarden.

 

Quinn en Rohrbaugh (‘Competing values framework’, 1983) onderscheiden vier dimensies waarop een organisatiecultuur scoort: mensgerichtheid, innovatie, beheersgerichtheid en resultaatgerichtheid.

In een mensgerichte organisatiecultuur staan medewerkers centraal. Terwijl in een beheersgerichte organisatie vooral regels en procedures belangrijk zijn. In een organisatie die gekenmerkt wordt door innovatieve organisatiecultuur worden veel nieuwe producten of diensten ontwikkeld. En in een resultaatgerichte organisatie staat het eindproduct centraal.

In elke organisatie zijn deze vier elementen in zekere mate aanwezig.

 

Het model zegt niks over wat goed of slecht is. Het gaat erom wat bij jou past. Want wil je naar volle tevredenheid bij een organisatie kunnen werken, dan moet de cultuur van een organisatie bij jou passen.

 

Of een organisatiecultuur bij je past, heeft alles te maken met wie jij bent als persoon.

 

En met wat jij nodig hebt om te floreren in je werk.

In een eerder artikel beschreef ik, dat het belangrijk is om voor jezelf in kaart te brengen in welke omgeving jij goed gedijt.

Ik noemde dat je persoonlijke biotoop. Want net als een plant, heb jij als persoon een bepaalde omgeving nodig, om te floreren en succesvol te zijn in je werk.

 

Tips om je onderzoek te doen naar de organisatiecultuur van een bedrijf

 

Kleine dingen kunnen bepalend zijn voor de organisatiecultuur. Kleine dingen bepalen de sfeer en zeggen iets over de basisprincipes, de waarden en normen die ten grondslag liggen aan de cultuur.

Hoe kun je basisprincipes, waarden en normen in een organisatie boven water krijgen? Ik geef je een aantal tips.

 

1.   Verzamel informatie over het bedrijf waar je zou willen werken

  • Bekijk de website en Social Media-uitingen van het bedrijf.
  • Oriënteer je via sociale media hoe er over de organisatie gesproken wordt.
  • Vraag een jaarverslag aan.
  • Bekijk eventuele advertenties van het bedrijf. Denk daarbij niet alleen aan personeelsadvertenties, maar bijvoorbeeld ook aan productadvertenties.
  • Let op de toon en de vorm (je of u, formeel taalgebruik of juist losjes, kleur en stijl van het beeldmateriaal, vormgeving).

 

2.   Ga gesprekken aan met mensen die er werken of die anderszins contacten hebben met het bedrijf

  • Kijk daarvoor in je netwerk, bijvoorbeeld op LinkedIn. En heb je zelf geen connecties binnen het bedrijf? Kijk dan wie jij kent, die iemand kent, die werkt bij het bedrijf waarin jij interesse hebt.
  • Ga het gesprek aan en nodig die persoon uit om te vertellen over het bedrijf. Stel niet alleen vragen over bedrijfsmatige zaken. Vraag ook naar bijvoorbeeld de mensen die er zoal werken, omgangsvormen, kledingcode, sfeer, hiërarchische verhoudingen, samenwerking tussen collega’s, ontmoetingen met collega’s buiten het werk.
  • Bekijk ook hoe die persoon zelf is. Zou jij graag met zulke mensen willen werken?

 

3.   Arrangeer een gesprek binnen het bedrijf en snuffel rond als een detective

  • Zorg dat je ruim op tijd bent voor je afspraak.
  • Hoe word je ontvangen?
  • Geef je ogen en oren goed de kost.
  • Snuffel als dat kan een beetje rond.
  • Hoe is de uitstraling van het bedrijf?
  • Hoe zitten de werknemers erbij?
  • Hoe lopen ze rond?
  • Communiceren ze met elkaar? Zo ja, hoe?
  • Hoe voelt de omgeving voor jou? In hoeverre is het een omgeving waarin jij graag zou willen werken?

 

En verder:

 

4.   Vraag of je een dag kunt meelopen in het bedrijf

  • Observeer met een open blik
  • Ga gesprekken aan
  • Ervaar de cultuur en voel of die bij je past.

 

5.   Vraag of je met je toekomstige collega’s kunt lunchen

  • Bereid vragen voor over wat je nog wilt weten
  • Wil je daarvoor nog inspiratie? Laat je leiden door de kenmerken van de organisatieculturen, zoals geschetst door Quinn en Rohrbaugh.

 

Als een detective speuren levert zijn vruchten af

 

Door goed je onderzoek te doen en als een detective te speuren, kun je je een goed beeld vormen van de cultuur van een organisatie.

En kun je een adequate inschatting maken of die bij jou past. Zo voorkom je dat je binnen korte tijd weer je bakens moet verzetten. Vooral omdat de organisatiecultuur niet de cultuur is waarin jij floreert.

 

Heb jij nog aanvullende tips om een goed beeld van de cultuur van een organisatie te krijgen?

En wil je die delen?

Ik lees graag je reactie.

 

 

 

 

Wat jouw vuurtje doet branden

 

Wat drijft jou?

Waarvoor kom jij in beweging?

Waar krijg jij energie van?

 

In een van mijn vorige artikelen nodigde ik je uit om op zoek te gaan naar wat jou drijft.

Zodat je in jezelf de energie vindt om jouw motor op gang te brengen en op volle toeren te laten draaien.

Dat je niet afhankelijk bent van beloning door je omgeving om jouw vuurtje op te stoken.

En anderen jou dus geen wortel hoeven voor te houden. Want de wortel, de voldoening vind je in jezelf.

 

In dit artikel geef ik je tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen.

 

Handreikingen en tips om intrinsieke motivatie op het spoor te komen

 

Type I en type X; in welk type herken jij je nu?

 

In hoeverre heb jij het gevoel dat jouw gedrag vooral wordt gestuurd door extrinsieke verlangens?

  • Vind je voldoening in je werk wel belangrijk, maar komt een mooi salaris voor jou toch op de eerste plaats?
  • Vind je bijvoorbeeld flexibele werktijden om wat voor reden dan ook belangrijker dan de inhoud van je werk?
  • Of vind je überhaupt het hebben van een baan belangrijker dan de inhoud van je functie?

 

Alle kans dat jij dan meer neigt naar Type X dan naar type I. En type X zijn de meer extrinsiek gemotiveerden.

 

Of heb jij het gevoel dat jouw gedrag vooral gestuurd wordt door drijfveren van binnenuit?

  • Is voldoening in je werk voor jou belangrijk?
  • Laat jij je in de keuze van werk bepalen door wat jij ziet als jouw bijdrage aan jouw wereld?
  • Is werk voor jou naast het leveren van een maatschappelijke bijdrage ook een manier om je persoonlijk te ontwikkelen?

 

Alle kans dat je dan meer neigt naar Type I. Type I zijn de meer intrinsiek gemotiveerden.

Volgens Daniël Pink zijn dat de mensen die vooral gedreven worden door de behoefte om grip te krijgen op hun leven, nieuwe dingen te leren en te creëren en henzelf en de wereld beter te maken.

 

 

Intrinsieke motivatie en flow

 

Pure gerichtheid op waar je mee bezig bent, jezelf vergeten als je aan het werk bent, dat is een van de kenmerken van flow.

Als je flow ervaart, dan leef je zo in het moment en voel je je zo meester over de situatie, dat je geen besef hebt van plaats en tijd. En zelfs van het ‘ik’.

Misschien herken je die momenten.

Als je in flow bent, dan is er een perfecte relatie tussen wat je kunt en wat je moet doen.

En zeker niet onbelangrijk, er is een perfectie match tussen waar je mee bezig bent en jouw persoonlijke doelen en missie. Zoals men ook wel zegt, “je hebt je bestemming gevonden”.

Ik schreef daarover in een eerder artikel.

 

Zou het niet heerlijk zijn als je in je werk met regelmaat flow ervaart?

 

 

Een drietal tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen

 

Zodat je meer flow kunt ervaren in de dingen die je doet.

 

1.   Schrijf je Leadership statement

Waarom doe je wat je doet? Waarin ben jij een leider?

Een paar handreikingen om je op weg te helpen:

  • Wat beteken jij voor deze wereld?
  • Wat is jouw missie, waarvoor brandt het vuur in jou?
  • Houd voor ogen: je Leadership Statement gaat niet over wie je nu bent, maar gaat over wie jij zijn wilt (en wordt!!)
  • Formuleer je Leadership Statement in één zin, kort en krachtig.

 

Wil je inspiratie? Beluister nog een keer de Ted talk van Simon Sinek of lees nog eens het artikel dat ik schreef over Waarom doe je wat je doet?

 

2.   Neem een flowtest af bij jezelf.

Csikszentmihalyi geeft daarvoor de volgende tip:

Stel je computer of mobiele telefoon zo in, dat hij gedurende één week veertig keer op willekeurige tijdstippen een signaal geeft. Schrijf telkens als het apparaat afgaat, op wat je aan het doen bent, hoe je je voelt en of je flow ervaart.

Houd je observaties een week lang bij, kijk naar de patronen en denk na over de volgende vragen:

  • Welke momenten leverden gevoelens van flow op? Waar was je? Waar was je mee bezig? Wie was er bij je?
  • Ervaar je op bepaalde momenten van de dag vaker flow dan op andere momenten? Hoe kun je je dag anders indelen op basis van je bevindingen?
  • Hoe kun je het aantal flow ervaringen vergroten en het aantal momenten waarop je niet betrokken of afgeleid was, verminderen?
  • Als je twijfels hebt over je baan of je carrière, wat vertelt deze oefening je dan over je werkelijke bronnen van intrinsieke motivatie?

 

Een alternatief voor de methode van Csikszentmihalyi is het bijhouden van een flowdagboek. In een eerder artikel noemde ik dat als een van de tips om persoon en werk te reconnecten.

 

3.   Neem een sabbatical

Of creëer anderszins bewust ruimte om te reflecteren over wat je intrinsiek motiveert. Die investering zal zich ruimschoots terugbetalen.

Laat je inspireren door mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?‘- een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

En wil je al lezend in en werkend met mijn boek een keer vrijblijvend met me sparren, neem gerust contact met me op.

 

 

Ter inspiratie en illustratie in vertaling een gedicht van Auden:

 

Je hoeft niet te zien wat iemand aan het doen is

Om te weten of het zijn roeping is.

 

Je hoeft slechts naar zijn ogen te kijken:

Een kok die een saus maakt, een chirurg

die een eerste insnede maakt,

een kantoorbeambte die een vrachtbrief invult,

 

hebben dezelfde uitdrukking van vervoering,

vergeten zichzelf als ze in functie zijn.

 

Wat is hij toch mooi,

die blik puur gericht op het object.

 

 

 

 

Je richten op groei en promotie maken of betrokken je werk doen, niet gefocust op opklimmen

 

Dat is top! Jij bent een topper! Een top baan!

Er wordt veel over top gesproken en geschreven. Of het nu gaat over topsporters, topbanen, topfunctionarissen, topverdieners, topinvesteerders, toppresteerders of welke toppers dan ook.

Minder hoor of lees je over de flops of floppers; de mislukkingen of mislukkelingen. Zo kan een nieuwe baan in werkelijkheid geen top baan zijn, maar een flop. Of een nieuwe werknemer voor een werkgever geen topper blijken te zijn, maar een flopper.

Dat doet me denken aan Top of Flop, een televisieprogramma van vroeger. In het programma werden grammofoonplaten gedraaid. Als de muziek afgelopen was, dan mocht een jury van vier (on)bekende Nederlanders commentaar geven en daarna stemmen voor top of flop.

Beoordeelde de meerderheid de muziek als top, dan rinkelde de presentator met een bel, bij flop kneep hij in een toeter. Staakten de stemmen, dan vroeg de presentator wat het publiek in de zaal ervan vond.

Op de arbeidsmarkt gaat dat anders. Daar komt geen publieksjury aan te pas.

Wie een topper is of welke functie top, is in bepaalde sectoren op de arbeidsmarkt heel evident. Top en topper hebben in die sectoren ook alles te maken met carrière.

Maar of die carrière leidt tot een top baan?

 

Als topper gaan voor een top baan

 

Een top baan; een baan die goed verdient

 

Als je het woord topbanen als zoekwoord intypt op internet, dan krijg je allerlei opsommingen van bestbetaalde banen in Nederland.

Voor hogeropgeleiden staat Onderzoeker Klinische Chemie bovenaan. Gevolgd door piloot, commercieel directeur, accountant, neurochirurg, dermatoloog, burgemeester, bedrijfsjurist, advocaat, psychiater in de verslavingszorg.

Overigens wordt in die lijsten steeds een flinke bandbreedte genoemd met betrekking tot salaris. Zo kun je bijvoorbeeld als accountant een salaris verwachten tussen de € 2.250 en € 13.500. En als neurochirurg tussen € 5.800 en € 10.800.

Ben je echt geïnteresseerd in goed betaalde banen en beroepen? Kijk dan eens op nationale beroepengids.nl.

 

Maar of de hoogte van de inkomsten bepaalt of een baan een top baan is? Naar mijn mening is dat niet het geval. Voor mij is ‘veel geld’ een vrij platte connotatie van top.

Maar ik realiseer me heel goed, dat het anders wordt als de hoogte van het salaris allesbepalend voor je is.

Overigens is het ook niet zo, dat je met bijvoorbeeld de duurste advocaat een topadvocaat hebt, met de beste expertise. Maar dat terzijde.

 

 

Een top baan? Voor jonge hoogopgeleiden hoeft dat niet meer zo nodig

 

Hoogopgeleid zijn wil lang niet altijd zeggen dat je gelukkig wordt van daarop aansluitende functies. In een van mijn vorige artikelen heb je dat kunnen lezen.

En waar je je voorheen bijvoorbeeld als accountant of advocaat uit de naad werkte om hogerop te komen en uiteindelijk partner te worden, denkt menig jonge accountant of advocaat daar nu anders over. En vraagt zich serieus af of de prijs die je figuurlijk daarvoor betaalt, die positie waard is.

Dat kwam onlangs ook naar voren in een artikel in het FD. Arbeidsrechtadvocaat Els de Wind van advocatenkantoor Van Doorne zegt daarover: ‘Vooral bij die jonge generatie zie je dat het werk in hun leven moet passen. Zij willen graag werken om een goede advocaat te worden, maar niet doorlopend.’

Ik begrijp dat heel goed.

Wat dat betreft is het een hele winst dat je bij het genoemde advocatenkantoor kunt kiezen voor een stand still-periode in je loopbaan. Een periode waarin je aangegeven hebt niet te willen groeien of promotie te maken. Zoals advocaat De Wind zegt: ‘Je werkt gewoon, maar klimt niet op.’

 

 

De top bereiken resulteert lang niet altijd in kwaliteit van leven en welbevinden

 

De top in welbevinden is mijns inziens niet louter een vorstelijk salaris of een partnerschap bij een advocaten- of accountantskantoor.

De top in welbevinden is balans; balans tussen je werk en wat naast werk belangrijk voor je is.

Uit onderzoek van Randstad: Employer branding 2022: de kracht van trots en passie, blijkt dat een goede werk-privébalans voor veel werknemers (66%) een belangrijk punt is. Daarbij vinden vrouwen een fijne werksfeer (78%) en een goede werk-privébalans belangrijker (70%) dan mannen (68% en 62%).

Medewerkers die een goede balans tussen werk en privé hebben gevonden, voelen zich gezonder, presteren beter en halen meer voldoening uit hun werk.

 

Niet alleen jij als werknemer, maar ook jouw werkgever heeft baat bij een goede werk-privé balans voor werknemers.

Durf dan ook gerust aan te kaarten wat jij nodig hebt om die goede balans te ervaren. Ook afhankelijk van de levensfase waarin je zit. Denk maar aan de impact van het krijgen van kinderen, het volgen van een studie of de zorg voor zieke familieleden.

Maak je wensen kenbaar.

Op die manier creëer je een top baan. Een baan waarin jij je wel bevindt door een goede balans tussen werk en privé.

 

 

 

Vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen hoe een top baan voor jou eruit moet zien?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT?

 

Schat je bij voorbaat in, dat je naast het lezen van en werken met het boek een sparringpartner nodig hebt om tot de essentie te komen en een antwoord op jouw loopbaanvragen? 

Neem contact met me op. Een oriënterend gesprek is kosteloos en verplicht je tot niets.

 

 

 

 

Hoe een life event je doet stilstaan bij de vraag ‘Wat is echt belangrijk voor mij?’

 

Onlangs had ik een gesprek met een klant. Hij is herstellende van een hartinfarct en nu aan het re-integreren.

Re-integreren, vooral op deze manier gespeld, is voor mij een intrigerend woord. Volgens van Dale betekent integreren opgaan in, bijvoorbeeld integreren in de samenleving. Of tot een eenheid maken of worden.

Re-integreren betekent letterlijk weer laten functioneren. Waarbij dan meestal wordt gedoeld op re-integreren op de arbeidsmarkt. Weer deel worden van een groter geheel, de maatschappij of het arbeidsproces waarvan je deel uitmaakte, voordat je om wat voor reden dan ook, uitviel.

Zo’n periode van afwezigheid van werk is vaak ook een periode om van een afstand te kijken naar je werk en jezelf te bevragen over werk.

 

Hoe een life event je anders doet kijken naar je loopbaan

 

Een life event is niet per definitie negatief

 

Er zijn ook positieve life events zoals een huwelijk of een geboorte.

Dat doet me denken aan een andere coachklant. Als resultaat van het loopbaantraject ging ze aan het werk als managementconsultant voor een internationale organisatie. Internationaal werken, veel blijven leren, reizen en multicultureel waren belangrijke criteria voor haar. Die wilde ze terugzien in haar werk.

Maar door haar huwelijk veranderde haar leven ingrijpend. Ook omdat er een gezinnetje bij betrokken was en het moederschap voor haar een nieuwe ervaring was.

Dat zette aan tot denken over wat het meest belangrijk is en leidde tot andere keuzes. Hoe mooi de baan als managementconsultant ook was, hij matchte niet met haar nieuwe leven. Een switch was dan ook gauw gemaakt.

Of een life event positief of negatief is, in beide gevallen kun je je overweldigd voelen door de situatie. Al zal een negatief event, anders uitwerken dan een positief.

Bij negatieve life events kun je denken aan bijvoorbeeld verlies van een dierbare, je werk of je gezondheid. Maar bijvoorbeeld ook een verbroken relatie of verandering in de gezondheid van een familielid.

Een life event, positief of negatief, doet je nadenken over werk en leidt niet zelden tot verandering van je kijk op werk.

 

 

Loopbaan is niet hetzelfde als levensloopbaan

 

De levensloopbaan wordt niet gevormd door ons werk. Werk is deel van je levensloopbaan.

Ik zie werk als een van de levensterreinen. Naast werk zijn er meestal andere levensterreinen, die ook belangrijk voor je zijn. Zoals bijvoorbeeld het relationele: je partner, eventuele kinderen, familie, vrienden. Gezondheid: zowel fysiek als mentaal. Persoonlijke ontwikkeling op terreinen die voor jou belangrijk zijn. Het deelgenoot zijn van de maatschappij en de bijdrage die jij daaraan wilt leveren.

In mijn ogen doe je jezelf tekort door je te vereenzelvigen met je werk en je identiteit te ontlenen aan je werk. Je bent niet wat je doet in je werk, je bent (veel) meer dan dat.

Wat dat betreft vind ik het leuk en terecht als een coachklant, zoals onlangs, in een oriënterend gesprek aan me vraagt ‘Kun je nog eens wat meer over jezelf vertellen?’. Dat doe ik graag. Ik vertel dan kort over mijn loopbaan in opleiding en beroep. Maar bijvoorbeeld ook dat ik opgegroeid ben in een gezin met zeven kinderen. Dat ik moeder ben van vier ruim volwassen kinderen en oma van zeven kleinkinderen. Ik graag piano speel en sinds drie jaar weer tweewekelijks pianoles krijg. Dat ik ook graag met keramiek bezig ben en het sowieso lekker vind om met mijn handen in de aarde zitten. Dus graag in de tuin werk en geniet van wat groeit en bloeit. Want dat ben ik ook, naast mijn rol als loopbaancoach.

 

Toch zijn er mensen die in hun werkzame leven zodanig gefocust hebben op werk, dat ze zich afvragen wat ze nog zijn of wie ze nog zijn als ze hun baan verliezen of met pensioen gaan. En dan ook erg opzien tegen hun pensioen. En zo snel mogelijk werk maken van alternatieven voor werk.

 

 

Loopbaan is niet hetzelfde als carrière

 

De loopbaan is de weg die iemand aflegt in de wereld van opleiding en arbeid of de reeks van maatschappelijke posities die iemand achtereenvolgens inneemt.

Het woord loopbaan is vrij neutraal en zegt weinig tot niets over de richting waarin je je hebt ontwikkeld. Of je bijvoorbeeld gestegen bent op de maatschappelijke ladder of gaande je loopbaan juist een paar sportjes lager op die ladder bent beland.

Voor het woord carrière ligt dat iets anders. Ook al wordt carrière gezien als synoniem voor loopbaan en is het Franse woord voor loopbaan carrière en het Engelse woord career, in het Nederlandse spraakgebruik heeft carrière een minder neutrale betekenis dan loopbaan. Bij carrière maken denk je algauw aan promotie maken. Dus een ontwikkeling in positieve zin, een stapje hoger komen in de rangorde.

 

 

Carrière maken heeft zijn schaduwkanten

 

Wist je dat het woord carrière een afgeleide is van het Italiaanse carriera? En van loopbaan of renbaan voor paarden in de loop van de tijd veranderd is in de snelle loop van een paard?

Peter Henk Steenhuis zegt in zijn boek Veroordeeld tot succes – op zoek naar een geslaagd leven, daarover:

‘Een kenmerk van paarden op een carriera is dat zij oogkleppen op hebben, om te voorkomen dat ze afgeleid worden en uit het oog verliezen dat zij als eerste bij de finish moeten willen aankomen. Succes in je carrière vereist kennelijk oogkleppen, zodat we niet afgeleid kunnen worden door hindernissen als zieke partners, of verdrietige kinderen die net ontslagen zijn uit een teleurstellingenfabriek.’

Wat dat betreft is het opmerkelijk dat van mensen die heel carrièregericht zijn, vaak wordt gezegd: ‘Die hebben oogkleppen op’.

 

 

Wil je echt gaan voor een carrière, dan zul je daarvoor veel andere zaken moeten laten voor wat ze zijn

 

Wat dat betreft moet ik denken aan een van mijn coachklanten van enkele jaren terug. Hij had een commerciële functie en was veel op reis voor zijn werk.

De organisatie waarvoor hij werkte ging reorganiseren. Hij raakte zijn baan kwijt en kwam bij mij terecht voor een outplacementtraject. Zonder baan thuiszittend werd hem pijnlijk duidelijk dat zijn vrouw met hun kinderen een andere relatie had dan hij als vader. En dat hij belangrijke momenten in het leven van zijn kinderen had gemist.

Ik was bijvoorbeeld niet bij de diploma-uitreiking, zei hij met spijt in zijn stem. Zat ik weer op een of ander vliegveld, in een vliegtuig of in een hotel ver weg. Vanaf nu doe ik dat anders.’

Zijn persoonlijke missie heeft hij duidelijk in het zicht opgehangen in zijn werkkamer. En nog een paar jaar op rij maakte hij jaarlijks met mij een afspraak om te bespreken of hij zijn leven nog leefde in lijn met zijn persoonlijke missie.

 

Voor hem was zijn ontslag een life event dat hem anders deed kijken naar zijn loopbaan en deed stilstaan bij de vraag ‘Wat is echt belangrijk voor mij?

 

 

 

Worstel jij met de vraag of je wilt gaan voor een carrière, een prestigieuze baan?

Of dat je tevreden kunt zijn met het niveau waarop je nu werkt en daarbij voldoende tijd en energie hebt voor wat naast werk belangrijk voor je is?

Neem gerust contact met me op. Graag denk ik met je mee en bied ik je handreikingen om te komen tot antwoorden op jouw vragen.

 

 

 

 

Waarom je in de communicatie je werkprofiel niet te smal moet maken met lieverkoekjes

 

Lieverkoekjes worden hier niet gebakken’; misschien heb jij die uitdrukking ook weleens gehoord. Mogelijk in je jeugd. Of misschien gebruik je die zelf af en toe als ouder of als je werkt met jonge jeugd.

Het is een uitdrukking die gebruikt wordt als iemand niet tevreden is met wat men hem geeft. En zegt liever iets anders te willen hebben. Of te doen.

Ik kan me die uitdrukking goed herinneren uit mijn jeugd.

In mijn coachtrajecten heb ik het af en toe ook over lieverkoekjes. En wel als we het hebben over het profiel van je ideale werk. Want in je profilering naar buiten toe is het niet slim om je te veel te profileren met je nice to haves, je lieverkoekjes. Lees waarom.

 

Met lieverkoekjes verklein je je kansen op de arbeidsmarkt

 

Wil je als werkgever sollicitanten binnenhalen: maak in vacatureteksten onderscheid tussen ‘musthaves’ en ‘nice to haves’

 

In een artikel in NRC las ik tips om als werkgever een vacaturetekst zo aantrekkelijk mogelijk te maken en sollicitanten binnen te halen.

Een van die tips is om in een vacaturetekst onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves. Om te beginnen bevordert dat de leesbaarheid. Maar niet alleen dat. Het is ook belangrijk voor de diversiteit.

Want zoals in het betreffende artikel ook naar voren komt: eerder dan mannen zijn vrouwen geneigd om niet te reageren als ze niet aan álle punten voldoen.

Dat herken ik bij mijn coachklanten. Mannen denken over het algemeen makkelijker dat ze iets wel kunnen, ook al hebben ze er nog geen ervaring mee. Zij laten zich in vergelijking met vrouwen niet zo snel afschrikken door wat in een vacaturebeschrijving gevraagd wordt.

Wil je nog eens lezen wat ik in een van mijn vorige artikelen daarover schreef, klik dan hier.

 

 

Ook als je focust op ander werk is het goed om in eerste instantie te focussen op de ‘musthaves’ en niet op de ‘nice to haves’, de lieverkoekjes

 

Daarbij maakt het niet uit of je wilt werken in loondienst of als zelfstandige.

In mijn coachtrajecten kom je tot een omschrijving van het profiel van je ideale werk als antwoord op drie vragen: ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’.

Zoals het voor een werkgever goed is om in vacatureteksten onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves, zo is het in jouw presentatie van het werk dat je wilt doen, goed om een vergelijkbaar onderscheid te maken in criteria met betrekking tot werk.

Maak je profiel niet te smal. Want doe je dat wel, dan verklein je je kansen. In die zin dat je met een smal profiel het risico loopt dat slechts een beperkte groep potentiële werkgevers of opdrachtgevers zich aangesproken voelt. Want een smal profiel kan al gauw de indruk oproepen dat je veel eisen hebt: ‘die heeft veel noten op haar zang’.

Met name in het antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ zitten over het algemeen de lieverkoekjes. Bijvoorbeeld werkplek/kantoor op fietsafstand, deels thuiswerken of in een kantoortje in de stad, goede koffie, parkeergelegenheid, flexibiliteit in werktijden en locatie, budget voor persoonlijke ontwikkeling.

 

 

Wat een en ander betekent voor jouw profilering en jouw besluitvorming

 

Mijn advies is om bijvoorbeeld op LinkedIn bij ‘info’ met name te beschrijven voor wat voor werk je beschikbaar bent en waar je dat werk zou willen doen. Bij dat laatste punt denk ik aan jouw favoriete kennis- of vakgebied en jouw favoriete werkveld en soort organisatie.

Beperk je dus in je profilering tot een antwoord op de eerste twee vragen met betrekking tot het profiel van je ideale werk: ‘Wat wil ik?’ en ‘Waar wil ik dat?’.

Dat betekent niet dat wat je opgeschreven hebt als antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ niet waardevol is. En niet meegenomen hoeft te worden in je besluitvorming. Het is zeker wel waardevol, maar lang niet in alle gevallen musthave. Het is aan jou om afwegingen te maken of een voorwaarde of criterium een musthave is of meer een lieverkoekje.

En wellicht kun je ook criteria min of meer tegen elkaar wegstrepen.

 

 

 

Heb je nog geen goed beeld van het werk dat je zou willen doen?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’.

 

En kun je wel wat hulp gebruiken om te komen tot een antwoord op de vraag ‘Wat wil ik nu echt?’

Leg contact met me. Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Waarom zelf je sterke kanten kennen niet per definitie leidt tot meer werkgeluk

 

Als je mij volgt, dan weet je dat een beeld krijgen van waar je goed in bent, een belangrijke topic is in mijn loopbaantrajecten.

Weet jij wat jouw sterke kanten zijn?

In het Nationaal Werkgeluk Onderzoek van oktober 2023 geeft 93% van de respondenten aan, dat ze dat weten.

Of ze het écht weten en hun sterke kanten, als het hen gevraagd wordt, op kunnen noemen? Zeker als ze die sterke kanten moeten staven met voorbeelden waaruit blijkt dat ze die kwaliteiten hebben?

Dat is nog maar de vraag.

Uit genoemd onderzoek komt naar voren dat er een relatie is tussen werkgeluk en kennen van je sterke kanten. Daarbij gaat het niet alleen over zelf je sterke kanten kennen, maar ook dat je collega’s en je leidinggevende die kennen. En dat je je sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk.

Meer over voorspellende factoren voor werkgeluk en de relatie tussen sterke kanten en werkgeluk lees je in mijn artikel.

 

sterke kanten en werkgeluk

 

Voorspellende factoren

 

Voorspellende factoren voor werkgeluk zijn leeftijdsafhankelijk.

Plezier, voldoening en competentie blijken belangrijke voorspellers voor werkgeluk voor 25 tot 35-jarigen.

Voor de 35 tot 45-jarigen zijn dat autonomie, verbinding en competentie.

Voor de 45 tot 55-jarigen ziet het plaatje er weer anders uit. En is naast verbinding en competentie, plezier een belangrijke voorspeller voor werkgeluk.

De 55-plussers hebben weer meer behoefte aan autonomie, naast plezier, voldoening en verbinding.

 

 

Het effect van werkdruk op werkgeluk

 

De werkdruk is in 2023 toegenomen, blijkt uit het onderzoek. Mogelijk heb je dat ook zelf ervaren. Vooral als je werkzaam bent in het onderwijs, de zorg of de zakelijke dienstverlening.

Of toegenomen werkdruk een negatief effect heeft op je werkgeluk, is nog maar de vraag. Want te weinig werkdruk werkt negatief voor je werkgeluk. Denk daarbij aan een bore-out, je vervelen op je werk, niet uitgedaagd worden en je kwaliteiten niet in kunnen zetten.

Een beetje werkdruk ervaren is over het algemeen best fijn, alhoewel die niet te hoog moet worden. Want als je hoge werkdruk niet kunt managen, dan loop je het risico op een burn-out.

 

 

Relatie tussen score op werkgeluk en weten wat je sterke kanten zijn

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter wat hun sterke kanten zijn dan mensen die laag scoren op werkgeluk.

Je weet zelf waar jij goed in bent, belangrijk is ook dat jouw collega’s een goed beeld hebben van jouw kwaliteiten. En dus weten waarvoor ze met name bij jou moeten zijn. Ook wat dat punt betreft laten de resultaten van het onderzoek een relatie zien met werkgeluk. 90% van de werkenden die hoog scoren op werkgeluk geven te kennen dat hun collega’s hun sterke kanten voldoende kennen. Voor de werkenden die laag scoren op werkgeluk geldt dat maar voor 52% van de werkenden.

En naast dat het belangrijk is dat jouw collega’s jouw sterke kanten kennen, is het zaak dat jouw leidinggevende ze onderkent en kent. Van de groep werkenden die laag scoren op werkgeluk zegt veel minder dan de helft dat de leidinggevende zijn sterke kanten kent. Voor de hoog scorers op werkgeluk geldt dat voor een veel grotere groep.

Misschien nog wel het belangrijkste voor je werkgeluk is de vraag of je jouw sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk. Het onderzoek laat daarin een groot verschil zien tussen mensen met een hoog en mensen met een laag werkgeluk. Van de mensen met een hoog werkgeluk geeft bijna de hele groep te kennen zijn sterke kanten voldoende in te kunnen zetten. Voor de mensen met een lage score op werkgeluk geldt dat voor slechts een derde van de doelgroep.

 

 

Kortom

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter dan mensen die laag scoren op werkgeluk wat hun sterke kanten zijn. Zowel hun collega’s als hun leidinggevende kennen hun sterke kanten en zij kunnen hun sterke kanten voldoende inzetten in hun werk.

Investeer in het in kaart brengen van jouw sterke kanten en laat zien en horen wat jouw sterke kanten zijn. En doe je voorstel hoe je jouw sterke kanten meer kunt inzetten in je werk.

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw sterke kanten en je daarmee profileren?

Laat het me horen.

 

 

 

 

Hoe je je accu oplaadt door inzet van jouw ‘top vijf’

 

“Ik hoop een nieuwe start te kunnen gaan maken met nieuwe energie en motivatie, iets wat nu ver te zoeken is…….”

Zo mailde me een potentiële klant.

Zit je niet goed op je plek in je werk, dan kost dat inderdaad veel energie. Zoveel energie dat je na een werkdag wellicht uitgeblust thuiskomt. Te moe, om wat dan ook nog op te pakken.

Dat wordt anders, als je werk doet dat optimaal bij je past.

Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar dan hoeft werk je geen energie te kosten. Integendeel, het levert je energie op.

Als je werk doet dat écht bij je past, dan werkt dat werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

Of je werk optimaal bij je past, heeft onder andere te maken met welke kwaliteiten van jezelf, jij inzet in je werk. Het is het mooist als je jouw top vijf kunt inzetten in het werk dat je doet.

Want dan kost je werk je niet alleen minder energie, het levert je zelfs energie op, doordat je werk werkt als een dynamo.

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Hoe je ervoor zorgt dat je werk werkt als een dynamo

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je je kwaliteiten helder hebt.

 

Waar ben je met name goed in? Wat gaat jou zo goed af, dat je het bijna als vanzelf doet? Dat je het zelf misschien niet eens meer onderkent als een kwaliteit?

Als je je échte kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan kost je dat minder energie dan wanneer je kwaliteiten inzet die je je met veel moeite hebt eigen gemaakt.

Zo vertelde iemand mij laatst dat hij jarenlang teveel op zijn tenen had gelopen. Dat hij van zichzelf niet zo analytisch was. Hij had zich, ook gestimuleerd door zijn omgeving, die vaardigheid wel eigen gemaakt. En zette die ook volop in, in zijn werk.

Omdat het analytische niet van nature in hem zat, kostte het werk hem veel energie. Bij tijd en wijle was hij ook bang om door de mand te vallen. Bang dat men in de gaten kreeg, dat hij eigenlijk niet zo analytisch was.

Om dat te voorkomen zette hij zich nog meer in voor zijn werk. Dat werd nog versterkt doordat het leveren van kwaliteit voor hem een belangrijke drijfveer was.

Helaas uiteindelijk resulterend in een burn-out.

 

Waar liggen met name jouw kwaliteiten? Welke activiteiten gaan jou zo gemakkelijk af dat je ze als het ware als vanzelf doet?

Kun je bij het in kaart brengen van je kwaliteiten nog wat handreikingen gebruiken? Lees mijn artikel over het werken met succesverhalen.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je kwaliteiten inzet waar je graag mee bezig bent.

 

Een paar kanttekeningen wil ik daarbij maken.

Met regelmaat hoor ik dat mensen denken, dat als je goed bent in iets, dat je het dan ook leuk vindt om te doen.

Dat is een misverstand, want dat hoeft lang niet altijd zo te zijn.

Zo ben je misschien goed in organiseren en coördineren van zaken. Maar moet je er niet aan denken dat je van die kwaliteiten je werk zou moeten maken.

Veel liever ben je met andere zaken bezig, ook al zien mensen in jouw omgeving jou heel makkelijk in een coördinerende rol of functie.

 

Het is ook niet zo, dat als je iets leuk vindt om te doen, dat het dan voor de hand ligt om er gelijk je werk van te maken.

Zo herinner ik me een deelnemer aan een van mijn trainingen. Ze was heel creatief met haar hobby.

“Waarom maak je daar je werk niet van?”, zo kreeg ze kennelijk met regelmaat te horen. “Maar dat wil ik helemaal niet”, was haar reactie.

Aan haar stem was te horen hoe boos ze er nog over kon worden.

 

Als je iets leuk vindt, dan wil dat nog niet altijd zeggen dat je er ook goed in bent.

Door menigeen wordt aangenomen dat iets leuk vinden per definitie inhoudt dat je er ook goed in bent. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn.

En vind je iets leuk, maar ben je er niet goed in, dan kan het werk je meer energie kosten dan het je oplevert. En uiteindelijk trek je je accu dan leeg.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zet je top vijf dan in, in je werk.

 

Kom tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

Welke zijn de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet? En welke kwaliteiten  zijn relatief jouw sterkste kwaliteiten?

Door je kwaliteiten te rangordenen op deze twee aspecten kom je tot jouw ‘top vijf’; een gewogen rangordening van de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in je werk en waarin je relatief het beste bent.

Als je die kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan werkt dat als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

Hoe je komt tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

 

Ik help je graag op weg met een stappenplan.  Een tweede stappenplan lees je in mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?

 

Stap 1: ‘Welke kwaliteiten zet je het liefst in, in je werk’?

Pak je lijst met kwaliteiten.

Heb je die nog niet, breng dan eerst jouw kwaliteiten in kaart.

Bekijk jouw kwaliteiten en schrijf op welke kwaliteit je het liefst inzet in je werk. Welke kwaliteit komt op de tweede plaats? En welke op de derde? En op de vierde? Ga zo door tot je al jouw kwaliteiten een plek hebt gegeven in jouw rangordening.

Geef je kwaliteiten een nummer dat correspondeert met de plek in de rangorde met betrekking tot de vraag ‘Welke kwaliteit zet ik het liefste in, in het werk dat ik doe?’.

Leg je rangordening vast.

 

Stap 2: In welke kwaliteiten ben je het beste?

Waar ben je het beste in, als je kijkt naar jouw lijst van kwaliteiten? Zet die bovenaan.

Wat vervolgens kun je het best?

Maak zo een rangordening van je kwaliteiten naar aanleiding van de vraag ‘Waar ben ik het beste in?

Het is het handigst als je voor de nummering de cijfers aanhoudt die je de kwaliteiten bij stap 1 hebt gegeven.

 

Stap 3: Het samenvoegen van de twee lijsten in één lijst, waarin de gewogen rangordening naar voren komt.

Zet je twee lijsten naast elkaar.

De twee lijsten zijn nooit helemaal hetzelfde.

De nummers kun je zien als alternatief voor de namen van de kwaliteiten.

Trek nu een lijn tussen het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe graag doe ik het?’ en het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe goed ben ik erin?’.

Doe dat voor elke kwaliteit.

Trek dan een middenlijn tussen beide kolommen. Welke vijf kwaliteiten scoren het hoogst op de snijpunten op de middenlijn?

Die vijf zijn jouw ‘top vijf’.

 

Klik hier voor een voorbeeld van een gewogen rangordening.


Het is het mooist als die vijf terugkomen in het werk dat je doet.

Als je jouw top vijf in kunt zetten in het werk dat je doet, dan werkt je werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

PS Heb jij mijn boek (nog) niet en wil je het tweede stappenplan uit mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?‘ ontvangen?

Laat het me horen. Stuur een mailtje naar [email protected]. Dan stuur ik het je toe.

 

 

En kun jij wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw kwaliteiten?

Neem contact met me op voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Durf op tijd te stoppen met iets dat niet voor je werkt of niet langer bij je past

 

Iets nieuws beginnen geeft energie. Heerlijk!

Maar loslaten van het oude is lang niet altijd makkelijk.

Een van mijn coachklanten gaf aan op LinkedIn: ‘Ik heb er lang over gedaan om de knoop door te hakken, maar nu durf ik het. Als ik echt naar mijzelf luister, dan zegt mijn hart dat deze functie simpelweg niet bij mij past. Bij wie ik ben, waar mijn kwaliteiten liggen en wat ik wil.’
Ik zat lang vast in de wanhoop stand: ‘Ik móet iets anders vinden maar ik weet niet wat en al helemaal niet waar, dus ik blijf maar doorgaan in een functie die mij helemaal niet past tot ik het gevonden heb’. Die vicieuze cirkel doorbreek ik nu doordat ik mijn werk heb opgezegd. Dit geeft ruimte en rust zodat ik vanuit een gezonde en energieke positie een baan kan vinden die wél bij mij past.

Het is krachtig dat ze de moed heeft gehad om tegen zichzelf te zeggen ‘dit werkt niet voor mij.’ Zeker als je er jaren naartoe gewerkt hebt en er veel voor hebt opgeofferd.

Te lang doorgaan met iets dat niet voor je werkt, is niet alleen onverstandig, het is ook ongezond. Zowel fysiek als mentaal.

Maar de stekker eruit trekken doe je niet zomaar. Het is dan ook de kunst om dat op tijd te doen.

Vaak zijn er signalen die erop wijzen dat het daarvoor de tijd is. Het is zaak om die signalen serieus te nemen.

 

Alles is gedurfd voor wie niets durft
Tudo é ousado para quem a nada se atreve
Alles is gedurfd voor wie niets durft

 

Signalen dat het tijd is om werk te maken van ander werk

 

Aan welke signalen kun je dan denken?

Ik geef je een aantal voorbeelden van signalen, die ik met regelmaat hoor van mijn coachklanten. Signalen, die voor hen aanleiding zijn om contact met mij op te nemen als loopbaancoach.

Herken je een aantal van deze signalen? Neem ze serieus en doe er wat mee.
1. Werk vreet al je energie en je werkplezier is ver te zoeken
2. Je loopt voortdurend te klagen, te mopperen over je werk
3. Je passie is weg
4. Je bent vaak humeurig en gestrest
5. Je hebt lichamelijke klachten; je bent vaak moe, hebt concentratieproblemen, vaak hoofdpijn, rugpijn
6. Je zit niet meer op één lijn met de organisatie waarvoor je werkt
7. Je voelt je niet gewaardeerd of krijgt onvoldoende erkenning voor de kwaliteit en het belang van wat je doet in je werk
8. Je hebt geen mogelijkheden meer om te groeien als professional; je hebt het gevoel dat je stilstaat
9. Je hebt behoefte aan een nieuwe uitdaging
10. Je wilt meer autonomie. Je voelt je voortdurend gecontroleerd.
11. Je wilt intellectueel meer geprikkeld worden
12. Je wilt meer met je handen werken in plaats van alleen met je hoofd

 

 

Tijdig stoppen op basis van een lijst met kill-criteria

 

Kill-criteria : signalen die je vertellen dat het tijd is om te stoppen.

Ben Tiggelaar schreef erover in een van zijn columns in NRC.

Geïnspireerd door het boek Quit: The Power of Knowing When to Walk Away van Annie Duke geeft Ben Tiggelaar zijn advies op basis van Dukes belangrijkste les: maak op het moment dat je aan iets nieuws begint, meteen een lijstje met signalen dat je weer moet stoppen. Je zogenaamde kill-criteria.

Hoe doe je dat?

Maak je een voorstelling van hoe het zou zijn als het werk dat je doet je op een gegeven moment tegen gaat staan. Hoe merk je dat zelf? Wat mis je dan in je werk? Waar loop je tegenaan? Wat denk je? Hoe voel je je? Hoe gedraag je je? Wat zeggen anderen over hoe jij je werk doet en hoe praat je zelf over je werk?

Zet al die signalen in een lijstje.

Maak ook een positief lijstje met signalen dat je met je werk op het goede spoor zit en je werk voldoet aan je behoeften. Hoe denk je dan over je werk? Hoe voel je je? Hoe praat je over je werk met anderen? Wat zeggen anderen over hoe jij je werk doet en hoe zij jou in je werk ervaren?

En een belangrijke laatste stap: zet data in je agenda waarop je evalueert of je nog op het goede spoor zit of dat het tijd is om stappen te zetten. En zet die data niet alleen in je agenda, maar maak bijvoorbeeld ook een taak aan, zodat je echt met die evaluatie aan de slag gaat.

 

 

Durf eerlijk te zijn ten opzichte van jezelf en ga je ervaringen niet relativeren

 

Durf conclusies te trekken op basis van je evaluatie. Ga de confrontatie niet uit de weg. Durf op tijd te stoppen met iets dat niet voor je werkt of niet langer bij je past

Op tijd stoppen is niet zwak, maar juist krachtig en slim. Want elke dag die je eerder stopt met iets dat niet werkt, kun je besteden aan iets dat wél de moeite waarde is.

Realiseer je dat door deuren te sluiten, nieuwe deuren voor je opengaan.

En: ‘Tudo é ousado para quem a nada se atreve’ (Fernando Pessoa, Portugees dichter). In het Nederlands: ‘Alles is gedurfd voor wie niets durft.’

 

 

 

Wil jij, net als coachklanten die jou zijn voorgegaan, met mijn hulp in kaart brengen waar je kwaliteiten liggen en wat er bij je past? En op basis van het profiel van je ideale werk die nieuwe deur voor jou geopend laten worden?

Maak een afspraak voor een oriënterend gesprek in mijn online agenda. Dat kan met deze link.